Gespot 73: Een humorvolle schaakzet

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.

Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.


Jaren geleden, in het precomputertijdperk dus, zat ik eens te analyseren met grootmeester John van der Wiel. Omdat we een paar raakvlakken hadden in ons openingsrepertoire met zwart, kwam al snel een variant van het Dame-Indisch ter sprake waarin hij een interessante vondst had gedaan. Het ging om een variant waarin de witspeler een zeer venijnige tactische wending in de stelling heeft gevlochten. Die wending kende ik, het stond me vaag bij dat Genna Sosonko hem eens had laten zien.

Een blik in de database leert dat Sosonko redelijk succesvol was met de hele variant. Pikant detail: eenmaal liep hij tegen een nul op, tegen Van der Wiel! Diezelfde Van der Wiel had met zwart een variantje uitgedokterd, waarin hij wit uitnodigde om met een zelfde soort wending tevoorschijn te komen. Zijn weerlegging was pure humor: op de wijze waarop wit in de ene stelling beslissend voordeel kan halen, behaalt zwart in Van der Wiels variant op analoge wijze aan de andere kant van het bord een gewonnen stelling. Ik kreeg toestemming om zijn vondst te spelen in een toernooipartij, als ik in de gelegenheid was. Zelf heb ik jaren gewacht om hiervan gebruik te mogen maken, maar het is helaas nooit zover gekomen. En voor zover ik weet heeft ook Van der Wiel zijn eigen hersenbrouwsel ook nooit mogen toepassen.

Nu zo’n 35 jaar na dato zal hij het mij niet kwalijk nemen dat ik zijn idee aan een groter publiek voorleg. Bij nadere beschouwing (lees: na raadpleging van de moderne engines) blijkt er zelfs nog iets sterkers voor zwart in te zitten. Mocht ik het onverhoopt toch nog op het bord krijgen tegen een nietsvermoedende ‘niet-Schaaksite-bezoeker‘ zal ik hard gaan twijfelen of ik het op de ‘humorvariant’ gooi of op de objectief betere voortzetting…

Maar laten we eens bij het begin beginnen. Aandachtige lezers van Schaakmagazine, het blad van de Nederlandse schaakbond, weten wellicht dat ik in de rubriek Begrijp wat u doet momenteel een verhandeling over het Dame-Indisch aan het houden ben. Wegens gebrek aan ruimte kan ik lang niet het achterste van mijn tong laten zien, maar bovengenoemd – naar mijn smaak heel humoristische voorval – wil ik de bezoekers van Schaaksite niet onthouden.

Begin jaren 80 was er een bepaalde variant populair, mede omdat drie Nederlandse grootmeesters hem op hun repertoire hadden. Oorspronkelijk begon Genna Sosonko ermee, later adopteerden ook Jeroen Piket en Loek van Wely het systeem.

Jeroen Piket
Loek van Wely

Het ging om de volgende variant:

1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3 b6 4. g3 La6 5. Pbd2

Laat ik eens beginnen om u een tweetal vragen voor te leggen.

OPGAVE 1

OPGAVE 2

Ik ga ervan uit dat u flink in de denktank bent gegaan, wilt u een gefundeerd antwoord geven op deze vragen. Beide zetten komen uiteraard uit deze variant. En in beide gevallen zitten er de nodige addertjes onder het gras. Om tot een afgewogen antwoord te komen, maar ook om u de humor te laten zien, wil ik u graag voorleggen wat er allemaal achter steekt. Ik ontkom er niet aan om u eerst een verhandeling over de basisideeën in het Dame-Indisch te bieden. Kenners kunnen dat overslaan, als ze willen.

Om een en ander systematisch op een rijtje te zetten heb ik er twee paragrafen van gemaakt.

§1. Fopper gefopt?

1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3 b6 4. g3 La6

De zogenaamde ‘uitgegleden lopervariant’. De loper hoort eigenlijk op de diagonaal a8-h1 thuis, maar door even ‘door te glijden’ naar a6 weet zwart de nodige desoriëntatie in de witte ontwikkeling te bewerkstelligen. Pion c4 moet namelijk gedekt worden en eigenlijk heeft elke zet zijn bezwaren.

Voor een goed begrip van de latere hoofdvariant kijken we even naar de normale ontwikkelingszet 4…Lb7 Het spel gaat dan logischerwijz verder met 5. Lg2 Le7 [Hier is het van belang dat zwart er niet goed aan doet om te proberen de witte d-pion tegen zijn c-pion te ruilen. Wit kan namelijk sterk antwoorden met 5…c5 6. d5! exd5 7. Ph4 Hij wint pion d5 desgewenst terug (hetzij met cxd5, hetzij met Pb1-c3xd5) waarna hij groot voordeel verwerft. Zwart heeft dan een slechte versie van de Benoni.]

5. Pbd2

Het paard staat hier misplaatst, het hoort eigenlijk op c3 te staan. Toch blijkt deze ontwikkeling zijn merites te hebben, waardoor enkele sterke grootmeesters hem in hun repertoire hebben opgenomen.

De hoofdvariant is 5. b3 en dan ‘glijdt’ er nog een loper even uit: 5…Lb4+ 6. Ld2 Le7 Als je dit nooit eerder hebt gezien, ziet er allemaal wat merkwaardig uit, maar het is duizenden malen gespeeld. Wits loper op d2 hoort eigenlijk op de diagonaal a1-h8 te staan en die staat op d2 dus lelijk in de weg.

Heel populair was een tijdje 5. Dc2 waarop de meeste zwartspelers de loper van a6 terugtrokken naar b7: 5…Lb7 Wat is hier de rechtvaardiging van? Wit heeft toch een ‘gratis’ ontwikkelingszet mogen spelen? Het antwoord blijkt uit de volgende zetten: 6. Lg2 c5 Zwart wil heel graag zijn c-pion ruilen voor wits d-pion. Er ontstaat dan een soort Siciliaanse stelling die niet slecht voor hem hoeft te zijn. Eigenlijk een zogenaamd ‘Egelsysteem’ dat door de allersterksten ter wereld op het repertoire staat. Met de dame op d1, zou wit d4-d5 kunnen spelen waarna hij een Benoni-structuur krijgt die gunstig voor hem is omdat zwarts loper op b7 eigenlijk voor ‘aap’ staat daar. 7. d5!? (zie analysediagram)

Dit pionoffer ziet er op het eerste gezicht vreemd uit maar het is een tijdlang bijzonder populair geweest onder de wereldtoppers. Als je de database opengooit met deze stelling, kom je alle illustere namen (o.a. Carlsen, Aronian, Anand, Kramnik, Topalov, Gelfand, Svidler Karjakin, om de meest bekende te noemen), soms zowel met wit als met zwart tegen! Inmiddels is de belangstelling wat geluwd aangezien men een adequate bestrijdingswijze voor zwart heeft gevonden. [Veel partijen gingen vroeger verder met 7. O-O maar daar bleek zwart comfortabel spel te krijgen na 7…cxd4 8. Pxd4 Lxg2 9. Kxg2 Dc8]

5…Lb7

Ook hier keert de loper terug naar de gewenste diagonaal en opnieuw beoogt hij om met … c7-c5 de richting van een ‘egelsysteem’ op te gaan. 5…Lb4 is een belangrijk alternatief dat een heel ander type spel te zien geeft.

6. Lg2 c5

Dit is de bedoeling van de hele opzet.

7. e4

Ook 7. d5 is geprobeerd door diverse witspelers. 7…exd5 8. Ph4 g6 9. cxd5 Lg7 maar hier bleek zwart toch een heel behoorlijk soort Benoni te hebben gekregen dat vooral te maken heeft met het ‘rare’ paard op d2. Zelfs 10. Pc4 dat Van Wely ooit probeerde tegen Psakhis in 1993, had niet het gewenste resultaat na 10…O-O 11. Pd6 La6 12. a4 Pe8 13. Pe4 d6 14. O-O Pd7 15. Tb1 Pdf6 16. Pc3 Pg4 17. Ld2 De7 (zie analysediagram)

bleek zwart heel behoorlijk tegenspel te hebben. Hij kwam zelfs vrijwel beslissend in het voordeel na 18. b4? Lxc3! 19. Lxc3 Pe3!

7…Pxe4?

Zwart mag zich niet vergrijpen aan deze pion. Dat hebben toch heel wat spelers wel gedaan, met meestal verschrikkelijke gevolgen. Toch kun je je afvragen hoe het nu eigenlijk in elkaar steekt. Want heeft wit zich niet deerlijk vergist met deze combinatie. De pointe moet natuurlijk

8. Pe5!

zijn. Wit opent de lange diagonaal en hij hoopt dan te profiteren van de aanval op het zwarte paard. Maar heeft zwart niet het uiterst venijnige

8…Pc3!?

bij de hand? Door deze aftrekaanval, waarbij hij tegelijkertijd wits dame en zijn mooie loper op g2 aanvalt, lijkt zwart zich succesvol verdedigd te hebben en zelfs positioneel voordeel te hebben behaald. De fopper gefopt dus?? Nee dus! Want nu komt pas de echte aap uit de mouw.

De eerste grap is natuurlijk dat wit na 8…Pd6? 9. Lxb7 Pxb7 een dubbele aanval heeft: 10. Df3 met aanval op b7 (indirect ook op a8) en f7. 10…Dc7 11. Pxf7! [Minder overtuigend is 11. Dxf7+ hoewel ook vrij goed voor wit.] 11…Tg8 12. Pg5 Th8 13. Pde4 en wit heeft vrijwel winnend spel, vooral omdat zwart na de logische ontwikkelingszet 13…Pc6 helemaal te grazen wordt genomen met 14. Df7+ Kd8 15. Lf4 Dc8 16. dxc5 bxc5 17. Pxe6+ dxe6 18. Td1+

9. Dh5

Dreigt mat!

9…g6 10. Dh3!!

De geweldige apotheose van de hele transactie. Lb7 hangt, Pc3 hangt en na een ruil op g2 hangt Ta8. Zwart verliest dus grof materiaal en kan eigenlijk ophouden. In een partij Browne – Ashley, 1991 gaf zwart gedemoraliseerd op.

§2. Fopper gefopt?

1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3 b6 4. g3 La6 5. Pbd2 Lb7 6. Lg2 c5 7. e4 cxd4

De hoofdvariant van het gehele systeem.

8. e5

De meest principiële aanpak omdat zwart anders zijn geplande ‘Drierijenopstelling’ met … d7-d6 kan innemen. Het paard van f6 moet naar een onhandig veld.

8…Pe4

De aandachtige lezer zal zich afvragen waarom zwart zich op dit wespennest inlaat? Staat het paard hier niet heel kwetsbaar? Men kan zich namelijk afvragen of wit nu niet opnieuw kan profiteren van de penning over de diagonaal h1-a8. 8…Pg4 is ook ooit gespeeld. Zelfs 8…Pg8 lijkt speelbaar voor zwart.

9. Pg5

doet hij een stap in de goede richting. Aangewezen lijkt Hier is 9. O-O de normale zet waarna zwart met 9…Pxd2 10. Lxd2 kan verder gaan met 10…Dc7

9…Dxg5

We kennen inmiddels de uiterst venijnige valstrik na 9…Pc3 10. Dh5 g6 11. Dh3 Hier blijkt bij een nadere beschouwing de gevolgen nog enigszins mee te vallen voor zwart. Want na 11…Lxg2 12. Dxg2 Pc6 13. bxc3 hangt het witte paard op g5 nog. 13…Dxg5 Desalniettemin gaat mijn voorkeur uit naar wit na 14. cxd4.

10. Pxe4

Zwart steekt het hoofd nu verder in de leeuwenmuil te steken met:

10…Dxe5

Het lijkt erop dat zwart hiermee te ver gaat. Want verliest hij na

11. Lf4 Da5+ 12. Ld2

nu niet gewoon materiaal vanwege het dreigende aftrekschaak? Het antwoord is ‘Neen’. Van der Wiel liet me hier dus ooit het nuchtere antwoord

12…Da6!?

zien. Lb7 wordt keurig gedekt en zwart heeft ‘gewoon’ twee pionnen meer. Pure humor op een schaakbord. Leken kunnen zich niet voorstellen dat schakers krom van het lachen kunnen liggen, maar kenners zullen hier toch wel de grap van inzien. Dat zwart met zijn twee pionnen voorsprong tot winst moet kunnen komen, daar kan zelfs Anno 2015, met behulp van een sterke engine heb ik kunnen vinden dat 12…Df5! zo mogelijk nog sterker is. Na 13. Pf6+ gxf6 14. Lxb7 Pc6! (zie analysediagram)

kan wit niet op a8 nemen vanwege het voor wit uiterst hinderlijke schaakje op e4! Hier staat zwart zelfs nog duidelijker op winst.

13. b4

niets aan veranderen, want na

13…b5 14. cxb5 Dxb5 15. a4 Db6

zit er niets bijzonders in voor wit.

Wie weet komt het nog ooit op het bord, hoewel de kans na dit artikel een stuk kleiner is geworden…

(Alle foto’s zijn van Jos Sutmuller)

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

4 Reacties

  1. Avatar
    arjo1982 09 mei 2015

    Is aan het einde van de oorspronkelijke variant met van der Wiels 12… Da6!? de zet 15… Df5 (ipv 15… Db6) niet wederom de nog sterkere zet?

    Om vergelijkbare redenen als na 12… Df5!

  2. Avatar
    Jasper Geurink 10 mei 2015

    Heer Grooten; ook in het Frans heb je dezelfde truc. Ik had hem in een snelschaakpartij in Ter Apel (1994 of zo) met zwart tegen een Duitse IM/GM van ongeveer 2465. Met wat hulp van de computer kom ik tot: 1.e4 e6 2.d3 d5 3.Pd2 Pf6 4.Pgf3 b6 5.g3 dxe4 6.dxe4 Lb7 7.Lg2 Pxe4! 8.Pe5 (8.Pg5?? Pxf2) Pc3! (8…Pd6 9.Lxb7 Pxb7 10.Df3 Df6! 11.Dxb7 Dxe5+ 12.Pe4 Dd5 13.Dc8+ Dd8 14.Db7 Dd5=!, uiteraard een computervariant)9.Dh5 g6 10.Dh3 Lxg2 11.Dxg2 Dd5! met zwart voordeel (tot zover destijds voorbereid, zonder kennis van van der Wiel’s varianten). Helaas verloor ik wel…

  3. Avatar
    HermanGrooten 11 mei 2015

    Beste Jasper,

    Leuk dat je dit opstuurt. Toevallig kreeg ik ook al een mailtje van mijn teamgenoot bij Stukkenjagers, Nick Bijlsma, die me al op deze wending in het Frans opmerkzaam had gemaakt. Hij had hem net in een wat andere setting ooit op het bord tegen Mighiel de Jong. Ik heb jullie bijdrages even verwerkt in onderstaand stukje:

    Wending in het Frans

    1. e4 e6 2. d3 d5 3. Pd2 Pf6 4. Pgf3 b6

    {bord}rnbqkb1r/p1p2ppp/1p2pn2/3p4/4P3/3P1N2/PPPN1PPP/R1BQKB1R w KQkq – 0 5,normaal,centrum,{/bord}

    5. g3

    5. c3 c5 6. g3 La6 7. c4 Nog bekend uit een partij van Shirov. 7…dxe4 8. dxe4 Lb7 9. Lg2 Pxe4?! 10. Pe5! Pc3 11. Dh5! [In de partij N. Bijlsma – M. de Jong volgde nu een interessant dame-offer dat voor wit later niet zo goed afliep. 11. Lxb7] 11…g6 12. Dh3 Dc7 13. f4 (zie analysediagram)

    {bord}rn2kb1r/pbq2p1p/1p2p1p1/2p1N3/2P2P2/2n3PQ/PP1N2BP/R1B1K2R b KQkq f3 0 13,klein,centrum,analysediagram{/bord}

    met groot voordeel voor wit, vooral omdat het zwarte paard van c3 naar het slechte veld a4 moet. Bijvoorbeeld: 13…Pa4 14. Pe4 en zwart is in de problemen.

    5…dxe4 6. dxe4 Lb7 7. Lg2 Pxe4! 8. Pe5

    Hier werkt de truc voor wit niet.

    8…Pc3 9. Dh5 g6 10. Dh3 Lxg2 11. Dxg2 Dd5!

    {bord}rn2kb1r/p1p2p1p/1p2p1p1/3qN3/8/2n3P1/PPPN1PQP/R1B1K2R w KQkq – 1 12,normaal,centrum,{/bord}

    en zwart blijft een pion voor in de partij van Jasper Geurink.

    Deze wending in het Frans via de viewer:

    pgnFile:”./datas/users/3/73gespot_a_3.pgn”
  4. Avatar
    HermanGrooten 11 mei 2015

    @Arjo1982: Nog even vergeten te reageren op je vraag. Je hebt gelijk, ook daar is … Df5! weer heel overtuigend.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.