Goudriaan wint Science Park Amsterdam overtuigend

Het Science Park Amsterdam Chess Tournament is gewonnen door Etienne Goudriaan (zie foto Lennart Ootes). De jonge meester, spelend voor De Toren in Arnhem behaalde maar liefst 8 punten uit 9 partijen.

Tweede werden de meesters Li Riemersma en Albert Blees, met allebei 7 punten. De trotse koploper uit mijn vorige verslag, GM Harmen Jonkman, moest de laatste twee ronden met een nul bekopen. Hij had nog wel in ronde 7 Riemersma verslagen, maar door de twee slotnederlagen eindigde hij op 6½ punten, goed voor de gedeeld vierde t/m zevende plaats.

Bij het ingaan van de laatste ronde kwam de volgende paring uit de bus:

Koploper Goudriaan had een relatief minder zware tegenstander als zijn naaste achtervolgers Jonkman, Blees en Riemersma. Maar toch bleek het een hele klus te worden om Brink te verslaan. Toen dat lukte kon hij opgelucht de eerste prijs in ontvangst nemen.

Etienne Goudriaan draaide aanvankelijk onopvallend mee. Door remises in ronde drie (tegen clubgenoot Mees van Osch) en in ronde vijf (tegen Riemersma) was de aandacht nog niet op hem gevestigd. Maar hij eindigde met een bijzonder knappe eindsprint van vier uit vier. Eerst ging IM Blees er bij hem onderdoor, daarna versloeg hij achtereenvolgens Hing Ting Lai, Harmen Jonkman en in de laatste ronde Barry Brink. Gek genoeg was die laatste partij de minst overtuigende. Hij startte een reeks verwikkelingen die zomaar in zijn nadeel hadden kunnen uitpakken. Maar toen de tegenstander het ook niet helemaal zag, was Goudriaan op zijn post en maakte hij de partij snel uit. Daarmee stelde hij deze knappe toernooizege veilig. Riemersma (zie foto) kwam uiteindelijk toch bovendrijven.

Na een goede start kreeg hij eerst twee remises en daarna een nul te slikken. Die nederlaag tegen Goudriaan kwam hij echter te boven door met twee strakke overwinningen te eindigen. Albert Blees was dezelfde man met de hamer al een ronde eerder tegengekomen, maar hij eindigde met drie uit drie, onder meer door Jonkman te kloppen. Dit was een krankzinnig duel, waarin de kansen over en weer over de tafel gingen. Ook in het fragment dat ik geanalyseerd heb, kwamen beide spelers om beurten boven drijven, maar uiteindelijk ging het punt toch naar de Amsterdammer.

De eindstand aan kop van de ranglijst:

Alles van dit toernooi is te vinden via de toernooiwebsite.

ANALYSEBLOK

In de laatste drie slotronden kwamen de kanshebbers elkaar vrijwel allemaal tegen. Dat leverde natuurlijk een paar interessante en enerverende partijen op. Een paar daarvan heb ik voor u geanalyseerd.

Jonkman, Harmen – Riemersma, Li

Na een hard gevecht is er het volgende ingewikkelde pionneneindspel op het bord gekomen. Het is bekend dat pionneneindspelen heel verraderlijk kunnen zijn, dat zelfs de sterkste spelers zich soms aardig verslikken.

37…a4?

Dit geeft de mogelijke winst uit handen.

Vermoedelijk is eerst het opspelen van de d-pion 37…d3+ de juiste voortzetting. Dat is voor een partijspeler altijd bijzonder lastig te onderkennen. Wanneer naar voren, wanneer pionnen ‘achter houden’. 38. Ke3 en dan nu pas 38…a4 (zie analysediagram)

Wit raakt langzaam in tempodwang. Hier is 39. a3 (om … a4-a3 uit de stelling te halen) wellicht nog een optie.

[39. f5? verliest al meteen vanwege 39…a3! 40. bxa3 Kc3 en zwart promoveert.]

[39. Kd2 om de dreiging … a4-a3 gevolgd door … Kc3 uit de stelling te halen, is een belangrijke variant. 39…Kd4 40. b4! (Vooral niet 40. g4 wegens 40…Ke4 41. f5 Kf4 42. Kxd3 Kxg4 en zwart wint.) 40…axb3 41. axb3 Ke4 42. b4 (zie analysediagram)

en opnieuw ontstaat er een wedloop. 42…Kf3 43. Kxd3 Kxg3 44. b5 (Kansloos is 44. Ke4? wegens 44…Kg4 45. f5 Kxh5 46. Kf4 b5 en wit is in zetdwang.) 44…Kg4 (zie analysediagram)

45. Kd4! Het is een raar geheel. Wit moet vooral pion f4 niet proberen te redden. Hij moet een oogje houden op pion b7 om die op tijd van het bord te kunnen halen. 45…Kxh5 46. Kc5! Dat moet nu dan gebeuren! 46…g5 De beste kans, echter… (46…Kg4 47. Kb6 h5 48. Kxb7 h4 49. b6 h3 50. Kc7 h2 51. b7 h1=D 52. b8=D en hoewel zwart een pion voor komt, zal het wel remise worden.) 47. f5! Ineens zet wit zijn kaarten op zijn f-pion. 47…g4 48. Kd6 g3 49. f6 Kg6 50. Ke6! g2 51. f7 g1=D 52. f8=D (zie analysediagram)

Zwart heeft een pion meer en hij wint er zelfs nog een met schaak bij: 52…Db6+! 53. Ke5 (53. Kd7 Dxb5+) 53…Dxb5+ 54. Ke4 en ik denk dat zwart nu wel kan winnen, maar hij heeft nog een lange weg te gaan.]

39…b5 40. f5 Kb3 41. Kxd3 Kxb2 42. g4 b4 en zwart haalt eerder dame. 43. g5 bxa3 44. f6 gxf6 45. gxh6 a2 46. h7 a1=D 47. h8=D Df1+ (zie analysediagram)

en zwart heeft winstkansen in dit dame-eindspel. Hoeveel zou ik niet durven zeggen. De witte h-pion weegt waarschijnlijk voldoende op tegen de zwarte a-pion.

38. g4?

Maar wit retourneert het halve punt.

38…d3+?

En opnieuw gaat er weer een halfje over de tafel. Met 38…a3! had Riemersma een belangrijke stap kunnen zetten naar een mogelijke toernooiwinst. 39. bxa3 Kc3 40. Kd1 wint voor zwart na 40…Kd3 41. g5 Ke4 Leerzaam!

39. Kd2!

Jonkman doorziet nu het probleem. 39. Ke3 zou zwart opnieuw de winst bezorgen na 39…a3!

39…Kd4

40. g5!

De juiste weg naar een puntendeling. 40. f5? zou wederom een verliesstelling hebben opgeleverd na 40…Ke5 41. Kxd3 Kf4 en zwart is veel eerder.

40…Ke4 41. g6 Kxf4 42. Kxd3

Hier is sprake van een uitermate lastige beslissing voor zwart. Zwart balanceert plotseling op de rand van de afgrond. Het meest voor de hand liggende doel is pion h5, maar Riemersma had correct berekend dat de witte koning hem zou opsluiten met Kf5 (zie varianten). Maar wat dan wel?

42…Ke5?

Lijkt een plausibele zet, maar hij verliest!

Idioot genoeg is alleen 42…b5!! de enige zet om stand te houden. Deze zet zou ik zelf tijdens een partij niet snel overwegen: je creëert een zwakte op b5 die snel op te halen valt en je geeft de nodige ‘reservetempi’ weg. Dat is een strategie die belangrijk is in pionneneindspelen. Het gekke is ook dat zwart na 43. Kd4 wel naar h5 kan rennen! 43…Kg5 (zie analysediagram)

44. Kc5 is dan de enige zet en dat leidt tot remise: [Nu werkt 44. Ke5 namelijk niet meer: 44…Kxh5 45. Kf5 b4! en plotseling is het wit die in tempodwang raak!] 44…Kxh5 45. Kxb5 Kxg6 46. Kxa4 h5 47. b4 h4 48. b5 h3 49. b6 h2 50. b7 h1=D 51. b8=D en hier kunnen de handen geschud worden.

Pieter Priems vroeg zich af waarom zwart niet pion h5 ging halen. 42…Kg5 Wit antwoordt dan met 43. Ke4! en wint dan. 43…Kxh5 [43…Kf6 is dan ook niets meer na 44. Kd5] 44. Kf5 en zwart is opgesloten. 44…b6 (zie analysediagram)

45. b4! en zwart raakt in tempodwang. Een cruciale variant is dan 45…axb3 46. axb3 b5 47. b4 Kh4 48. Ke6 h5 49. Kf7 Kg3 50. Kxg7 h4 51. Kf6 h3 52. g7 h2 (zie analysediagram)

en wit haalt dame met schaak, zoals Frans Konings al in een reactie gaf. 53. g8=D+ Wit wint.

43. Kc4 Ke4

Er zijn geen alternatieven, maar Riemersma heeft een mooie val gespannen. Zou zwart nu alsnog naar h5 lopen, consumeert wit razendsnel pion g7 met de winst die we al eerder gezien hadden. 43…Kf4 44. Kd5 Kg5 45. Ke6 Kxh5 46. Kf7 Kg4 47. Kxg7 h5 48. Kf6 h4 49. g7 en wit is zelfs nog een zet eerder.

44. Kc5 Ke5

45. b4!

Jonkman toont zich ook een uitstekend rekenaar. Het is de enige zet die wint en hij haalt hem boven tafel. Bijvoorbeeld 45. Kb6 leidt slechts tot een puntendeling. 45…Kf4 46. Kxb7 Kg5 47. Ka6 Kxh5 48. Kb5 Kxg6 49. Kxa4 h5 50. b4 h4 51. b5 h3 52. b6 h2 53. b7 h1=D 54. b8=D met remise.

45…axb3 Als zwart alsnog h5 gaat halen, komt hij een tempo te kort. 45…Kf5 46. Kb6 Kg5 47. Kxb7 Kxh5 48. b5 Kg4 49. b6 h5 50. Kc7 h4 51. b7 h3 52. b8=D met winst.

46. axb3 Ke6

Hij probeert het zo, maar hij zal beseft hebben dat de nederlaag niet te ontlopen valt. Telkens moet de run naar h5 berekend worden. Opnieuw wint wit door g7 van het bord te halen: 46…Kf4 47. Kd5 Kg5 48. Ke6 Kxh5 49. Kf7 Kg4 50. Kxg7 h5 51. Kf6 h4 52. g7 en uit.

47. Kb6 Kf5 48. Kxb7 Kg5 49. Kc8 Kxh5 50. b4 Kxg6 51. b5 h5 52. b6 h4 53. b7

En hier staakt Riemersma de strijd.

1-0

Goudriaan, Etienne – Lai, Hing Ting

In deze stelling lijkt er oppervlakkig gezien op dat wit een tikje beter staat. Hij heeft een mooi veld op c4 en een verre vrijpion. Bovendien is pion c6 zwak. Maar Lai laat zien dat er met hem niet te spotten valt. Hij komt met een interessante mogelijkheid.

33…Td5!? 34. Lc3 Da7?!

Hier staat de dame, ondanks de verhoogde druk op f2, wat afzijdig. Hij had zijn mooie torenmanoeuvre een goed vervolg kunnen geven met 34…Tf5 35. De2 Pd5 en het is verre van duidelijk.

35. Lxd5

Goudriaan ziet in dat hij de kwaliteit nu wel mag nemen.

35…cxd5 36. De1

Het paard op b4 hangt ook ineens en de dreiging De5 komt in de stelling. Toch is er voor zwart niet veel aan de hand.

36…Pa2!

Goed gezien.

Het is lastig van te voren te zien dat 36…dxc4 faalt op 37. Td8+ Kh7 38. De4+ f5 39. Dxe6 (zie analysediagram)

De belangrijkste dreiging Dxf5+ g6, Th8# valt niet met normale middelen te voorkomen. Een geforceerde variant gaat dan zo: 39…Lxf2+ 40. Kg2 Lb7+ 41. Kh3 Le4 42. Dg8+ Kg6 43. Td6+ Kg5 [43…Kh5 44. De8+ Kg5 45. Dg6#] 44. Dd8+ Kh5 45. Dh4#

Zwart kon in de partij blijven met 36…Db7 om na 37. De5 Lf8 38. Pd6 verder te gaan met 38…Db6 en hij houdt wat vage tegenkansen.

37. Le5

Zelf keek ik naar 37. La1 dxc4 38. Td8+ Lf8 en zwart blijft overeind. [38…Kh7?? 39. De4+ f5 40. Dxe6 met winst.]

37…dxc4 38. Td8+ Kh7 39. Db1+ f5 40. Dxa2

Zwart is een kwaliteit achter gekomen, maar als hij het hoofd koel had gehouden, had hij de weg naar gelijkspel misschien wel gevonden.

40…cxb3?

Deze verliest, maar wie zou die ook niet gespeeld hebben?

Alleen met 40…Db7! kon hij het vege lijf redden. Bijvoorbeeld 41. Dc2 om … De4 uit de stelling te halen. [Vooral niet 41. bxc4 wegens 41…De4! en zwart neemt het initiatief zelfs over.] 41…cxb3 42. Dxc5 De4 en zelfs met een toren achter is weinig aan de hand. Een illustratieve variant is dan 43. Td1 Lb7 44. f3 Dxf3 45. Td2 Dh1+ 46. Kf2 Dg2+ 47. Ke1 Dh1+ 48. Kf2 Dg2+ 49. Ke3 De4+ met remise.

41. Dd2!

Dat doet Goudriaan heel knap. De voornaamste dreiging is Td7. Na 41. Dxb3? zou zwart op zijn beurt de overhand krijgen. Bijvoorbeeld: 41…Lxf2+ 42. Kg2 Lb6 43. Tf8 Db7+ 44. Kh3 Lf1+ 45. Kh4 Ld8+ 46. Txd8 g5+ 47. Kh5 Df7#

41…Lc4

Zwart kan de dreiging niet pareren, deze helpt evenmin. Na 41…Db6 is 42. Dd7! zo mogelijk nog sterker: 42…Lxf2+ 43. Kg2 Lb7+ 44. Kh3 en wit wint.

42. Td7 Lxf2+ 43. Kg2 Ld5+ 44. Txd5

en zwart gaf het op.

1-0

Jonkman, Harmen – Goudriaan, Etienne

1. e4 c5 2. c3 d5 3. exd5 Dxd5 4. d4 g6 5. Pf3 Lg7 6. Pa3 cxd4 7. Lc4 De4+

8. Le3

Deze merkwaardige zet is bekend in de theorie.

8…Ph6

Het slaan van de loper is onmogelijk vanwege 8…dxe3 9. Lxf7+ Kf8 [9…Kxf7 10. Pg5+] 10. Dd8+ Kxf7 11. Pg5+

9. Ld3 De grote specialist Tiviakov speelt hier 9. cxd4

9…Dg4

Deze voortzetting is verbonden met een dameoffer.

10. h3 Dxg2 11. Th2

11…Dxh2!? 12. Pxh2 dxe3

Voor de dame krijgt zwart een toren, een stuk en minimaal één pion.

13. Pb5 13. fxe3 kwam nog voor in twee partijen waarvan Svetushkin-Hamdouchi, 1999 de belangrijkste was. Zwart kwam na een spectaculaire offerpartij tot winst.

13…exf2+ 14. Kxf2 Pa6

Tot zover de partij Skytte-Klima, 2007.

15. Pd6+?!

Jonkman, die vroeger bekend stond als een grote specialist van deze variant, heeft iets anders gezien. Wit vervolgde hier met 15. Pxa7 en won later.

15…exd6 16. Lxa6

16…O-O!

Goudriaan heeft andere plannen. Hij brengt de koning in veiligheid en begint dan zo snel mogelijk zijn stukken in de strijd te werpen. Het idee van het offer moest natuurlijk zijn dat 16…bxa6 17. Dxd6 genoeg compensatie heeft. Dat klopt inderdaad na 17…Le6 18. Dc6+ Ke7 19. Dc5+ Ke8 20. Dc6+ met een zetherhaling. Dat was met het oog op de toernooistand geen slecht resultaat voor de witspeler.

17. Lf1 Pf5 18. Da4 Le6 19. Pf3 a6 20. Pg5 b5 21. Da5

Hier staat de dame wat afzijdig. 21. Db4 lijkt ietsje beter.

21…Lh6

Wederom uitstekend gespeeld.

22. Pxe6 fxe6

Zwart heeft nu vrijwel al zijn stukken geactiveerd.

23. Ld3?!

Hier blijkt de loper tactisch verkeerd te staan. Iets meer kans op behoud is 23. Lg2 Ta7 24. Kg1 Le3+ 25. Kh1

23…Ph4+ 24. Ke2

24. Kg1? verliest direct: 24…Le3+ 25. Kh1 Tf3 26. Lf1 Tg3 en het mat valt alleen te vermijden ten koste van grote materiële verliezen.

24. Ke1? Pg2+ 25. Ke2 Pf4+ gaat ook meteen mis: 26. Kd2 Pxd3+ 27. Kxd3 Tf2 28. Td1 Taf8 en zwart wint.

24…Tf3!

Wederom de optimale voortzetting.

25. Tf1 Te3+ 26. Kd2

Het is nooit prettig als je vrijwillig in het aftrekschaak moet gaan staan.

26…Pf3+ 27. Kc2 Pe1+

Zo dwingt zwart af dat wit een kwaliteit moet teruggeven.

28. Txe1 Txe1 29. Dc7 d5 30. Db7 Tf8 31. Dxa6

31…b4!

Goudriaan weet het spel goed gaande te houden.

32. cxb4 Tf2+ 33. Kb3 Te3 34. Ka4 Txb2 35. a3

Even lijkt de witte koning op adem te mogen komen. Op dit moment is a3 het aanvalsdoel.

35…Lf8

Op het eerste gezicht niet gek. Zwart beschermt zijn eigen koning en indirect valt hij a3 aan. Maar er was sterker. Zwart kon zich richten op dat aanvalsdoel a3 met 35…Tf2! Hij dreigt .. . Tff3 waarna Ld3 moet wijken en a3 valt. Dan zou de strijd gestreden zijn.

36. Dc8?

Jonkman richt zich op e6, maar op deze manier komt zijn idee niet uit de verf. Na het venijnige 36. Db6! had wit enige wanorde in de zwarte gelederen kunnen scheppen. Want na 36…Te1 37. Dd4 Td2 38. Dc3 Tdd1 39. Lb5 kan wit zich gaan richten op het zwakste punt in zwarts stelling: pion e6!

36…Td2 Na het gemene 36…Ta2! 37. Da6 kon zwart opnieuw 37…Tf2! spelen met vrijwel zekere winst.

37. Lb5 Met 37. La6!? kon wit alsnog verder knokken hoewel het na 37…Ta2 38. Kb5 Taxa3 vechten tegen de bierkaai is.

37…Ta2 38. Ld7 Taxa3+ 39. Kb5 Tab3

Als b4 valt, mag zwart e6 weggeven.

40. Lxe6+ Kg7 41. Dd7+ Kh8 42. Dxd5 Txb4+

Deze materiaalverhouding vormt een geweldig aanvalswapen voor zwart. Twee torens zijn in principe iets sterker dan een dame, maar door de ongelijke lopers vindt een ongelijke strijd plaats.

43. Kc6 Tc3+ 44. Kd7 Ta3 45. De5+ Lg7 46. Dc5

Nu wint zwart geforceerd. Iets taaier is 46. Dd6 Ta7+ 47. Kc8 Ta8+ 48. Kc7 Tb5 (met de dreiging … Le5) 49. Ld5 Te8 en wit zal ook het loodje leggen.

46…Td3+ 47. Ld5

Zwart wikkelt nu af.

Op 47. Ke8 wint 47…Tb8+ 48. Lc8 [48. Kf7 Tf3+] 48…Tc3

47…Txd5+! 48. Dxd5 Td4 49. Ke6 Txd5 50. Kxd5 Lf6 0-1

De Rover, Yong Hoon – Blees, Albert

Op de schaal van Euwe is toren evenveel waard als een loper en twee pionnen. Maar in deze stelling kan alleen zwart maar winnen.

53. Kc4?!

Deze normale zet blijkt niet de aangewezen weg te zijn. 53. Tb6 Kg6 54. Tbb5 Tf1 55. Kc4 f3 56. Kd3

53…Kg6 54. Tb5

Min of meer gedwongen, maar nu kan zwart snel vorderingen maken. Om de vijfde rij te houden met 54. Taa5 werkt hier niet ideaal: 54…Tc3+ 55. Kb4 Te3! en zwart behoudt uitstekende winstkansen.

54…Tc3+ 55. Kd5 Kf5

Zo kan de zwarte koning de pionnen ondersteunen en wordt het een heel moeilijk verhaal voor wit.

56. Txf6+

In zijn nood probeert wit het zo. 56. Kd6+ Kg4

56…Kxf6 zou nu een verschrikkelijke blunder zijn na 56…gxf6?? 57. Kd4+

57. Ke4

Hier heeft hij zijn zinnen op gezet. Maar het berust op een rekenfout.

57…g5

De menselijke beslissing. Uiteraard houdt zwart zijn pionnen bij elkaar.

Meteen gaan rennen was volgende de computer al meteen beslissend. Dat heeft te maken met het volgende: 57…f3 58. Kf4 [Het pionneneindspel na 58. Tf5+ Kg6 59. Txf3 Txf3 60. Kxf3 Kg5 61. Kg3 g6 win voor zwart.] 58…f2 59. Tb6+ Kf7 60. Tb1 met winst. De zwarte koning loopt ongehinderd naar voren omdat wit nooit mag kiezen voor een pionneneindspel. Een mogelijke winstvoering: 60…Kg6 61. Tf1 Tc5! 62. Kf3 Tf5+ 63. Kg4 Tf8 64. Kh4 Tf4+ 65. Kg3 Kg5 en zo komt zwart langzaam verder.

58. Tb6+ Ke7 59. Kf5 Tg3

Omdat de witte koning niet vóór de toren staat (bijvoorbeeld op f2) kunnen de pionnen vrijwel ongehinderd naar de overkant geloodst worden.

60. Ke4 f3 61. Ke3 g4

62. Kf2

Het is wit gelukt voor de pion te komen, maar de pionnen zijn al te ver. Blees wikkelt onberispelijk af.

62…Tg2+ 63. Kf1 Tc2 64. Tg6 Tc4 65. Kf2 Kf7 66. Tg5 Kf6 67. Tg8 Tc2+ 68. Kf1 Kf5 69. Ke1 Tc6

Opgegeven.

0-1

Blees, Albert – Jonkman, Harmen

Er is een heel scherpe stelling ontstaan waarin beide partijen kansen hebben. Wit probeert de zwarte koning uit te roken, zwart zet alles op zijn kroonpion op d2.

40. Db3? Na 40. Td1! zou zwart waarschijnlijk te weinig compensatie voor de kwaliteit.

40…Pc5?!

Nu gaat het voordeel weer naar wit. Met 40…Tb2!! had zwart een bijzondere onderste rij truc die hem gelijkspel oplevert. Na 41. Dd1 Txb5 42. Txb5 Pb4 met de dreiging … Pa2 en … Pc3. 43. Ta5 c5 waarna de zwarte pionnen erg lastig te bestrijden zijn door wit.

41. Tb8+ Kd7 42. Dxf7+ De7 43. Dd5+ Dd6 44. Df3 De6

45. g3

Tijd om luchtgaatje te maken. Vermoedelijk had wit het andere ‘luchtgat’ moeten nemen met 45. h3! Waarom wordt weldra duidelijk.

45…Tc2! 46. Td1 Tc1 47. Kg2 Txd1 48. Dxd1

48…Dd5+?! Zwart had nu 48…De4+! 49. f3 De3 50. Tb2 Pe4! kunnen spelen. Na 51. fxe4 Dxe4+ 52. Kh3 De6+ is het remise door herhaling van zetten.

49. f3 Dd4

Verhindert Tb2.

50. Tb1?! Wit kon zelf op aanval spelen met 50. De2! Kd6 51. Tb1 en nu gaat 51…Pa4 niet vanwege 52. Td1 Pc3 53. Dxd2!

50…Pa4 51. Dc2 Pc3 52. Df5+

Wit gaat opnieuw aan een klopjacht beginnen.

52…Kd6 53. Df8+

53…Kd5?

Gegokt en verloren, zal hij na afloop gedacht hebben.

Jonkman had moeten berusten in een stelling waarin hij slechts ietsje beter staat. Na 53…Kc6 54. Dxh6+ Dd6 55. Dxd6+ Kxd6 56. Tf1 Ke5 57. h4 [57. f4+ Ke4 en zwart staat zelfs nog beter ook.] 57…d1=D 58. Txd1 Pxd1 59. h5 en remise lijkt de meest waarschijnlijke uitslag.

54. Dd8+ Kc5 55. Dxc7+ Kd5

56. Ta1?

Maar Blees mist ook een opgelegde kans.

Wit kon een winststelling bereiken door te gaan werken met een rolmatje. 56. Dd8+ Ke5 57. Da5+! Dit is de crux. 57…Pd5 gedwongen, maar dan gaat pion d2 verloren. [57…Ke6 58. Tb6+ is een soort rolmatje…] 58. Td1

56…Pb5??

Opnieuw een misser en nu fataal. Het paard was hard nodig om pion d2 te ondersteunen. Nu hij het terugtrekt, wordt d2 zwak. Met 56…De3!! kon zwart ruimte creëeren voor zijn eigen koning en dan zou hij met een blauw oog zijn weggekomen. Er is geen winst voor handen voor wit: 57. Df7+ Kd4 58. Dd7+ Kc4 59. Dc6+ Kd3 enzovoort.

57. Db7+ Kc5 58. Td1 De3 59. De4 Dc3 60. Df4 Pd4 61. Txd2

Het is wit gelukt om de kroonpion van het bord te halen en dan is het verder simpel.

61…h5 62. Dxd4+

Kd5

1-0

Goudriaan, Etienne – Brink, Barry

Goudriaan staat een tikje beter maar zijn stijl getrouw zet hij alles op het initiatief.

24. e4?! fxe4 Waarschijnlijk hebben beide spelers gemist dat zwart toch met de d-pion kon slaan. Na 24…dxe4 25. Lxg8 Dxg8 26. fxe4 fxe4 27. Pb4 wint zwart de kwaliteit terug met 27…Lg4 en staat dan duidelijk beter.

25. Pb4 c6 26. fxe4

26…Pxe4

Ook in aanmerking komt 26…Lg4 maar dat is voor een menselijke schaker nauwelijks fatsoenlijk uit te rekenen. 27. De1 Lxd1 28. exd5 [28. Dxd1 Pxe4 is goed voor zwart.] 28…Lxb3 29. Dxe7+ Ka8 en wit heeft niet genoeg compensatie: 30. dxc6 Tb8

27. Pxd5?

Dit was een van wits bedoelingen, maar er zit een vreselijk lek in deze combinatie.

27…cxd5?

Gelukkig voor Goudriaan ziet zwart door de bomen het bos ook niet meer.

Dat kon zwart boven water krijgen met 27…Pxg3! 28. Dxe7 cxd5 [28…Pxh1 29. Pf6! ís onduidelijk.] 29. Lxd5+ Kc7 30. Lxg8 Pxh1 31. Lh7 Dh6 en zwart wint met zijn stuk meer.

28. Lxd5+ Lc6 29. Lxc6+ Kxc6 30. d5+

30…Kb7 Helemaal niet zo voor de hand liggend, maar wel sterk is 30…Kd7!? Waarom valt voor een speler van vlees en bloed nauwelijks te zien. 31. The1 Pc5 32. Dxe7+ Kc8 33. b4 Pd3+ 34. Txd3 Dxd3 35. De6+ Kb7 en zwart heeft niets te vrezen.

31. The1 Pc5?!

Die zou elke speler gedaan hebben. Er dreigt mat zowaar mat in één met 32… Pb3#. Tevens is het een natuurlijke reactie om het paard naar de verdediging terug te halen. Toch is dit het begin van de zwarte problemen. Na 31…Pxg3 32. Dxe7+ Ka8 33. Dc7 lag er ook een vreedzaam slot in het verschiet.

32. b4!

Pareert niet alleen het mat, maar geeft het paard een schop.

32…Lf6?

Dit verliest op slag.

De terugtocht is onmogelijk: 32…Pd7 33. Dxe7 en de dreigingen Te6 en Dxd6 zijn levensgevaarlijk voor zwart.

Zwart had wederom heel intensief moeten zijn om in de partij te blijven. Dat kon alleen met 32…g4!? 33. bxc5 Lg5+ 34. Kb2 dxc5 hoewel wit riante winstkansen heeft vanwege de ernstig verzwakte koningsstelling bij zwart.

33. bxc5 dxc5 33…Lxc3 34. De7+ Ka8 35. Te6 is ook geen lolletje meer.

34. De6!

Hier weet Goudriaan wel raad mee. De dreiging is mat in twee, te beginnen met Db6+.

34…Lxc3 35. De7+ Ka8

36. Te6

De witte zware stukken komen op bezoek.

36…Tge8 37. Dxd8+!

Nog een aardige slotzet.

1-0

(De foto’s zijn van Lennart Ootes)

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

3 Reacties

  1. Avatar
    Dimitri 19 juli 2015

    "De trotse koploper uit mijn vorige verslag, GM Harmen Jonkman, moest de laatste twee ronden met een nul bekopen." Maaike gebeurde dat ook al nadat je over haar schreef! Het zal toch niet aan jou liggen, Herman?!

  2. Avatar
    pieterpriems 20 juli 2015

    Herman bedankt voor je uitleg over het pionneneindspel! Het is me nu duidelijk met jouw hulp :-).

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.