Boeken van verenigingen

Schaaksite besteedt graag aandacht aan boeken. Daarvoor hebben wij op dit moment zes recensenten, van uiteenlopende speelsterkte. Bij het ene boek zijn we blij als dat wordt gerecenseerd door een grootmeester, bij het andere boek zijn we blij als het wordt gerecenseerd door een modale clubschaker. Wij streven ernaar regelmatig een recensie te plaatsen, zo veel mogelijk op vrijdag.

Schaken is een sport waarover uitzonderlijk veel informatie op het internet wordt verspreid. Dat is mooi, maar een keerzijde is dat er steeds minder op papier verschijnt. Diverse clubs hebben al geen clubblad meer. Een ander aspect van de voortschrijdende techniek is dat jubileumboeken steeds mooier worden. In deze rubriek aandacht voor het boek over 100 jaar Eindhovense Schaakvereniging en voor het jaarboek van En Passant, dat een jaargang clubbladen vervangt.

Nieuw onderzoek

Eindhoven (zo staat ESV vooral bekend) bracht eerder twee jubileumboeken uit. In 1990 ‘Eindhoven 75 jaar’ en in 2005 ‘Het Sterrenteam’, over het team dat in 1984 landskampioen werd. Beide boeken werden geschreven door Jules Welling. Hij nam ook het nieuwe boek op zich.

Dat zou je jammer kunnen noemen, je zou hopen op iemand met frisse ideeën over hoe je een leuk boek maakt. Gelukkig is Welling zich ervan bewust dat hij niet zomaar zijn boek uit 1990 met 25 jaar kon uitbreiden. Hij heeft veel nieuw onderzoek gedaan naar de oude jaren. Het is daardoor niet alleen een uitgebreidere versie van zijn eerdere boek geworden, maar ook een nog betere versie.

Eindhoven is de oudste schaakclub die in Brabant nog zonder fusies bestaat. Twintig jaar na de oprichting had de club een opleving moeten krijgen door een WK-partij Euwe-Aljechin die in de stad werd gespeeld, twee jaar later gevolgd door een partij in de revanchematch. Welling ontdekte tot zijn verbazing dat de club zich er niet mee bezighield. Er was een nationaal ‘Euwe-comité’ en het bestuur van Eindhoven vond het geen clubactiviteit. Terwijl het verenigingsleven in Nederland een enorme vlucht nam na de eerste mach, profiteerde Eindhoven er nauwelijks van.

In het boek komen de prestaties van Louis Stumpers uitgebreid aan bod. Hij was 29 keer kampioen van de NBSB en nam vijf keer deel aan het Nederlands Kampioenschap, met als beste prestatie een vierde plaats in 1948. Ook was hij bestuurder. Stumpers was bijvoorbeeld voorzitter van Eindhoven van 1945 tot 1956.

Topschaker en bestuurder was ook Frans Kuijpers, die in 1967 bij Eindhoven kwam. Hij was toen al jeugdkampioen (drie keer) en kampioen van Nederland (in 1963) geweest. Door de komst van deze topspeler kwamen jonge schakers uit omliggende dorpen naar Eindhoven.

Kuijpers werd later coördinator Topschaak van de KNSB, voorzitter van het organisatiecomité van het Nederlands kampioenschap en captain van de olympiadeploeg.

Gouden generatie

Een latere verjonging van Eindhoven wordt in het boek uitgebreid beschreven. Een gouden generatie met Peter Scheeren, Gerard Welling, Frans Cuijpers, Johan van Mil, Herman Grooten en Rudy Douven (allen geboren rond 1960) bezorgde Eindhoven samen met de inmiddels oude rot Kuijpers het landskampioenschap, voor de traditionele toppers Volmac Rotterdam en Desisco Watergraafsmeer.

Softwarebedrijf L+T sponsorde voor 25.000 gulden per jaar. Daarvan was 18.000 gulden bestemd voor het eerste team en 7.000 voor de jeugd. Defensieve sponsoring, de bedoeling was dat de jonge spelers Eindhoven niet zouden verlaten. Spelers van buiten aantrekken was niet de bedoeling. Na het kampioenschap stopte L+T met de sponsoring omdat het bedrijf weinig publiciteit had gezien. Welling meldt een beetje zuur dat hij de sponsor wel diverse krantenknipsels heeft laten zien. Dat maakte echter geen indruk. De spelers bleven nog een tijd, het ging hen dus niet om het geld.

Leesboek

Voor wie meer van Jules Welling heeft gelezen kan ik melden: het is een typisch Welling-boek. Hij schrijft graag over de jaren die hij zelf van nabij gevolgd heeft. Dat is niet erg, want dat zijn vanaf de jaren zestig zo’n veertig jaren en persoonlijke ervaringen zijn boeiend om te lezen. Maar soms zou je willen dat hij zijn eigen rol niet al te groot maakt. Zoals eerder gezegd: het siert hem wel dat hij na zijn eerste boek ook de oude geschiedenis nogmaals is gaan bestuderen. Daar mag schakend Brabant hem dankbaar voor zijn.

Ook typisch Welling is dat de opmaak van het boek hem niet lijkt te interesseren. Het boek van bijna 200 pagina’s bestaat voor de eerste helft uit verhalen en voor de tweede helft uit enorme rijtjes (waarvan ik een liefhebber ben) met als sluitstuk een paar foto’s. De club had echt een opmaker moeten zoeken die wat lucht in het boek had aangebracht.

Voor mij persoonlijk maakt dat niet uit, want ik ben net zo iemand als Jules Welling. Ik wil tekst en lijstjes. Nou, die krijg ik in dit boek.

Voor wie is het boek leuk? Natuurlijk vooral voor de leden van de Eindhovense Schaakvereniging. Maar ik denk ook wel voor leden van andere clubs binnen de NBSB. Zelf koop ik altijd alle jubileumboeken van clubs binnen de SGS (ik woon in Baarn), omdat ik er altijd bekende namen in tegenkom. Nogmaals samengevat: het is een leesboek, geen kijk- en bladerboek.

Wie een boek wil bestellen kan zich het beste wenden tot de schrijver:

Jaarboek in plaats van clubblad

Clubbladen verdwijnen, omdat bijna iedere club een website heeft. Als geschiedschrijver ben ik daar wat sceptisch over. De bladen van mijn club HSG heb ik nog vanaf 1987 en die waren zeer nuttig bij het schrijven van ons jubileumboek in 2012. Nu hebben we geen blad meer, maar ik kan moeilijk geloven dat alle informatie op onze website over 25 jaar nog te vinden is. Ik weet zeker dat er, sinds het blad Schaaknieuws in 2008 werd opgeheven, er grote toernooien zijn waarvan de eindstand niet meer op internet is te vinden.

Goed, nu ik hiermee een van mijn stokpaardjes heb bereden, ga ik over tot een positieve ontwikkeling op dit gebied. De schaakclub En Passant (Bunschoten-Spakenburg), die ook geen clubblad meer heeft, heeft dat vervangen door een jaarboek. Eerder bracht de club boeken uit over de promotie naar de Meesterklasse (2012) en de eerste landstitel (2013). In die jaren waren er ook nog clubbladen. In 2014 verscheen het eerste jaarboek en nu het tweede.

De boeken uit 2012 en 2013 bevatten alle verslagen met analyses die Richard Vedder voor Schaaksite had geschreven. Alleen al daarom waren dat prachtige boeken. Vreemd genoeg bevatten de jaarboeken over het eerste team alleen korte verslagen van teamleider Guido de Romph, zonder partijen. Het toernooi om de Europacup wordt wel uitgebreid door Vedder beschreven.

Verder is het inhoudelijk echt de vervanger van de clubbladen. De eindstanden van de interne competitie staan erin en verslagen van de lagere competitieteams, die dan opmerkelijk genoeg wel met partijfragmenten. In het hart van het boek tien pagina’s met afdrukken van krantenknipsels uit De Gooi- en Eemlander. Ik kan wel schrijven dat ik dat leuk vind, maar ja, ik heb ze zelf geschreven.

Als liefhebber van lijstjes valt mijn oog op de lijst met scores in de KNSB-competitie. Daar heeft het eerste team 13 jaar in gespeeld, dus 117 partijen. Hoogste scores:

Richard Vedder       73,5 – 117


Manuel Bosboom 45,5 - 63


Dick de Graaf 45 - 74


Arie van den Hoogen 33,5 - 68


Hans Böhm 30 - 42


Sjoerd Drent 29,5 - 65


Arie van Diermen 29,5 - 66


Zhaoqin Peng 27 - 37


Jan Smeets 26,5 - 32


Friso Nijboer 23,5 - 32

De lezer zal begrijpen dat hier ook de jaren voor de sponsoring zijn meegeteld. De koppositie van Richard Vedder is leuk, omdat de sponsoring is ingesteld om degradatie naar de regionale competitie te voorkomen. Vedder en misschien ook Dick de Graaf zouden dan voor een andere club kiezen. Later is de ambitie naar boven bijgesteld, landskampioen worden zou toch ook wel aardig zijn. Vedder speelde dertien jaar lang alle wedstrijden mee. Ook de score van Jan Smeets verdient aandacht: 83%. Dit seizoen moet hij er nog wel even aan trekken om in de buurt van die score te blijven, Smeets heeft een half uit drie, wat een duikeling betekent naar 77%.

Eeuwigheid

De eindredacteuren Jasper Reichardt en Dion de Graaf hebben er een mooi, luchtig boek van gemaakt, met een fraaie opmaak en veel kleurenfoto’s. De meeste fans van de club hebben het boek al. Voor een groot publiek is het natuurlijk niet zo interessant, maar via de clubsite is het (voor 10 euro exclusief verzendkosten) nog wel te bestellen. De lezers zullen het al door hebben: wat ik vooral geweldig vind is dat er een club is die op deze manier het jaar voor de eeuwigheid vastlegt. Een boek blijft altijd een boek, terwijl elektronische vastlegging in mijn ogen geen garantie is. Wie mij ouderwets vindt, staat daar vrij in. Alleen die partijen van het eerste team… nou ja, daarvoor kunt u nog heel lang hier terecht.

3 Reacties

  1. Avatar
    Guido de Romph 04 januari 2016

    De verslaglegging m.b.t. partijen van EP1 is al uitgebreid door Richard Vedder gepubliceerd. Er is voor gekozen om dat niet te kopiëren, maar te volstaan met een algemeen verslag. Mochten de verslagen op Schaaksite nog eens verloren gaan, dan heeft Richard ze ongetwijfeld nog ergens 😉

  2. Avatar
    Johan Hut 05 januari 2016

    Ja, met diagrammen in codes en foto’s als internetlinks. Maar goed, het is de keus van Richard of hij ze op een leuke manier wil bewaren.

  3. Avatar
    tovreede 06 januari 2016

    Johan, Frans Kuijpers kwam bij Eindhoven in 1968. Immers het seizoen 1967/68 speelde hij aan het eerste bord van SV Rotterdam. De Rotterdammers werden toen clubkampioen van Nederland. Dezelfde vergissing stond ook in Schaakmagazine.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.