Verrassingen, de column van Manuel Nepveu (Schaakvereniging Promotie)

In de jaren negentig kwam “The Oxford Companion to Chess” uit van de heren Hooper en Whyld. Een schaakencyclopedie. Grootmeester Hans Ree schreef vol lof over het handzame werkje en suggereerde, als ik mij niet ernstig vergis, dat je het ook eens lekker kon doorbladeren als je niet per se naar iets op zoek was. Een bladerboek, een genietboek.

Laatst was het weer eens zover. Op zoek naar helemaal niets bladerde ik door het boek en mijn oog viel op het lemma Browne, Walter Shawn (1949 – ). Inderdaad, de sterfdatum was niet ingevuld om voor de hand liggende reden. Nu kunnen we de lege plek invullen: 2015. Walter Browne had een Amerikaanse vader en een Australische moeder. Deze omstandigheid maakte hij zich ten nutte door in Olympiades eerst voor Australië uit te komen en daarna  voor de VS. Uit het stuk dat over hem in Wikipedia staat komt het beeld naar voren van een extreem gedreven en bezig bijtje. Hij grossierde in VS-kampioenschappen., kwalificeerde zich drie maal voor interzonale toernooien en zette ook de nodige toernooien op zijn naam. Tot de kandidatenmatches is hij alleen nooit doorgedrongen. Snelschaker Walter Browne zag tussen alles door ook nog kans om in 1988 de World Blitz Chess Association op te richten – inmiddels ter ziele overigens.

Sinds de jaren zeventig was hij ook een professionele pokeraar – niet de enige GM met deze bezigheid –  en harkte daarmee over de jaren een bedrag bijeen waarmee ik mijn huis ruim in een keer had kunnen betalen.

In het boek “Learn from the Grandmasters” beschrijft hij zijn partij tegen Bernard Zuckerman (“Zook the book”) in New York 1973. Hij moest winnen voordat de partij kon worden afgebroken – toen nog mogelijk – omdat hij zes uur later een vliegtuig moest halen naar Madrid waar hij bij aankomst ook nog eens bijna direct achter het bord moest plaatsnemen. Schaken onder hoogspanning noem je zoiets. En zie daar: de partij, met een batterij aan offers, is een juweel.

Wat mij trof in het stuk in Wikipedia over de grootmeester was de zin:

“After a week of chess and poker, Browne stayed at the home of a lifelong friend in Las Vegas, and died in his sleep on 24 June 2015. He was 66.[4] He was survived by his wife of 42 years, Dr Raquel Browne, a clinical psychologist, their three sons, and eight grandchildren.” Dat laatste kwam mij voor als een soort stijlbreuk: een Razende Roeland die een halve eeuw met dezelfde vrouw is en dan ook nog drie koters produceert. Dat had ik nu nooit kunnen raden.

Een week of wat geleden zag ik het overlijdensbericht van een sterrenkundige die ik uit mijn Groningse tijd nog kende. Ook hij bleek in 2015 gestorven te zijn. Dan Harris leek op Walter Browne qua activiteit. Hij reisde in hoog tempo van astronomische werkplek naar astronomische werkplek. De laatste keer dat ik hem sprak moet eind jaren zeventig / begin jaren tachtig zijn geweest. Hij ging richting vijftig en had nog steeds geen vaste stek. Wervelwind Dan was vast en zeker ongetrouwd. In het overlijdensbericht las ik tot mijn stomme verbazing dat hij een vrouw en drie kinderen achterliet.

Simpel vraagje: hoe goed kunnen wij elkaar eigenlijk inschatten?

 

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.