Magnus haalt de muziek snel uit de stelling

Vandaag weer geen “Fire on the Board”. Daarvoor moest je twee straten verder zijn waar een brand woedde in een appartementen complex aan de St. John street. De spelers hebben het niet geweten.
Het belangrijkste wat er vandaag gebeurde was, wat er niet op het bord kwam. Karjakin speelde Spaans en gaf Carlsen de gelegenheid om de Berlijnse verdediging te spelen. De muur waar Kasparov in 2000 niet doorheen kon komen waardoor Kramnik wereldkampioen werd. De muur, die de reden is waarom topspelers vaak geen Spaans meer spelen maar Italiaans of zelfs zijn overgestapt van 1.e4 naar 1.c4 of 1.d4! De vraag is dus ‘Heeft het analyseteam van Karjakin de muur weten te slechten?’ en ‘Speelde Magnus niet de Berlijnse verdediging omdat hij bang was voor de voorbereiding van Karjakin of omdat hij met zowel wit en zwart op winst wil spelen?’ Zie de persconferentie voor hun ontwijkende antwoorden. 🙂

 

Volle bak vandaag

De tweede partij in de WK-match tussen (ditmaal met wit spelend) Sergey Karjakin en Magnus Carlsen is opnieuw in remise geëindigd. Na 1. e4 van de Rus kwam het spel in de banen van het Spaans terecht. En ditmaal in elk geval geen ‘Berlijnse Muur’ dat mogelijk na 3… Pf6 zou kunnen ontstaan. Carlsen ging voor de ‘normale’ Spanjaard met 3… a6. Tegenwoordig pakken de witspelers dat met 6. d3 aan en niet meer met 6. Te1. Kennelijk is men het er over eens dat die oude zet geen voordeel meer te bieden heeft voor wit. Maar ook met deze opzet en dan later met 8. a3 en 9. Pc3 lijkt weinig op te leveren.

Carlsen moet zijn ‘swag’ nog vinden

Zwart maakt met 9… Pa5 en 10… Le6 de potentieel sterke witte loper onschadelijk door hem onmiddellijk af te ruilen. Dat dit het nieuwe onderzoeksterrein van de huidige wereldtop is, blijkt als er een blik in de database wordt geworpen.

Vrijwel alle grote jongens, zoals Carlsen en Karjakin zelf, maar ook Aronian, Caruana, Topalov, Anand om er een paar te noemen, bemoeien zich met deze materie.

In dat opzicht was het interessant om te zien hoe goed beide spelers geprepareerd zijn.

De eerste die afweek van de gebaande paden was Carlsen. Hij koos op de twaalfde zet voor de mogelijkheid 12… Pc6, een zet waar hij eerder dit jaar nog succesvol mee was tegen Topalov. Misschien enige angst voor het Russische analyseteam? Of gewoon omdat de door hem gespeelde mogelijkheid (12… Te8) ook gewoon goed was?

Dat was dit jaar nog eerder gespeeld door Harutyunian. Het was Karjakin die als eerste uit de theorie stapte. Even leek het misschien iets te kunnen worden. Maar Carlsen wist uitstekend wat hij deed. Met zijn 14de zet anticipeerde hij heel slim op een paar mogelijkheden van wit. Die werden nu ontkracht en nadat de Rus met 18. dxe5 de spanning in het centrum ophief, werden er weerskanten een paar stukken geruild.

Volle concentratie

Er resteerde een eindspel van ieder twee torens en twee paarden.

Het was opvallend hoe makkelijk de wereldkampioen deze stelling naar een dooie remisestelling leidde. Optisch leek Karjakin met zijn binnengedrongen toren op a6 nog iets te kunnen beginnen. Maar met 27… c5! gingen er nog meer stukken van het bord. Carlsen accepteerde een geïsoleerde dubbelpion op e6 en e5, maar hij had uitstekend beoordeeld dat wit daar geen zaken mee kon doen. Toen zich een zetherhaling aandiende, werd de vrede getekend.

Het aftasten in het begin van de tweekamp is nog altijd gaande. De echte strijd moet nog losbarsten. Laten we hopen dat beide spelers na de rustdag met meer spektakel op de proppen komen!

 

Karjakin, Sergey – Carlsen, Magnus 1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5

Er wordt in deze partij in elk geval geen Berlijnse Muur opgeworpen.

3…a6

Die zou ontstaan na 3…Pf6.

  1. La4 Pf6 5. O-O Le7
  1. d3

Tegenwoordig de manier waarop men de hoofdvariant van het Spaans graag bestrijdt. Voorheen speelde men voornamelijk 6. Te1

6…b5 7. Lb3 d6 8. a3

De witveldige loper is belangrijk. Die mag niet door een zwart paard afgeruild worden. Na 8. c3 heeft het spel wat weg van varianten die men tegenwoordig in het Italiaans (met snel d3 en c3) op het bord brengt.

8…O-O 9. Pc3

Door Carlsen zelf ook ooit gespeeld. Maar niet met succes: hij verloor ermee van Svidler in 2013. In die dramatische laatste ronde partij van de Londen Classic.

9…Pa5 10. La2

De loper heeft zich onttrokken aan de ruil van het zwarte paard.

10…Le6

Maar niet aan de zwarte witveldige loper! Dit wordt gezien als zwarts beste voortzetting om de stelling gelijk te maken.

  1. d4 Lxa2 12. Txa2

12…Te8

Een afwijking van zijn eerdere spel; misschien omdat hij geen zin had om een nieuwtje tegen te krijgen. Nog altijd is er een voorbeeld. In dit geval ging Harutyunian hem voor in zijn partij tegen Paravyan, maart 2016. 12…Pc6 was aanvankelijk de geijkte voortzetting. Carlsen won ermee van Topalov, nog in juni van dit jaar. Ook Leko pakte een vol punt met zwart tegen Swierz in april dit jaar. Een belangwekkende partij met deze stelling was nog wel Caruana-Aronian uit december 2015.

  1. Ta1

Deze logische zet is dan eindelijk nieuw. De toren staat niet goed op a2 en keert onmiddellijk terug. In bovengenoemde partij werd 13. Dd3 gespeeld. Men kan zich uiteraard afvragen of wit niet een pion kan winnen met 13. dxe5 Zwart heeft hierop het volgende klaarliggen: 13…dxe5 14. Pxe5 Dxd1 15. Txd1 Ld6 waarna hij zowel na 16. Pf3 als na 16. f4 de pion weer heroverd. De stelling is dan volledig gelijk.

13…Pc4

Carlsen wil zijn paard van a5 wat harmonieuzer gaan neerzetten.

  1. Te1 Tc8

Een op het eerste gezicht opmerkelijke beslissing. Wat doet de toren hier? kan men zich afvragen. Toch is het volstrekt logisch.

  1. h3

Een wat typische zet. Wit wil de mogelijkheid openhouden om – na het wegdrijven van het paard op c4 – zijn loper naar e3 te kunnen spelen. En dan zonder gestoord te worden door een eventueel … Pf6-g4. Als wit namelijk 15. d5 speelt, hetgeen een aardig plan lijkt, gezien het feit dat er twee pionnen voor zwart op de verkeerde kleur worden vastgelegd, moet zwart meteen reageren. Dat kan hij nu doen met 15…c6! dat na 16. dxc6 Txc6 leidt tot een stelling waar hij niets te vrezen heeft. Dat zelfs ondanks het feit dat hij veld d5 is kwijtgeraakt. Maar de druk over de c-lijn en het mogelijk doorzetten van … d6-d5 levert zwart adequaat tegenspel op.

15…h6

Carlsen doet hem na. Maar het is toch niet hetzelfde. Hij wil de mogelijkheid Lg5 uit de stelling halen.

  1. b3

Eindelijk wordt het zwarte paard verdreven.

16…Pb6 Er waren mensen die hier 16…exd4 suggereerden. Dat kan misschien ook. Maar na 17. Pxd4 Pe5 18. Lb2 oogt de stelling mij toch iets prettiger voor wit. Het gemis van de witveldige loper bij zwart begint hier toch een beetje voelbaar te worden. De velden f5 en c6 lonken voor het paard op d4.

  1. Lb2

De loper moet nu natuurlijk naar b2 ontwikkeld worden.

17…Lf8

De loper keert terug omdat pion e5 in sommige gevallen hulpbehoevend begint te worden.

  1. dxe5

Hij heft de spanning in het centrum op. Een ander idee was natuurlijk om met 18. Dd2 zijn stelling verder te verbeteren. Hij kan dan met Tad1 gaan werken. Karjakin ziet hier klaarblijkelijk geen heil in.

18…dxe5 19. a4 c6

Carlsen laat zich niet gek maken. Hij handhaaft de pion op b5. Positioneel niet zo goed is 19…b4?! omdat zwart dan een tweede pion op de voor hem verkeerde kleur laat vastleggen. Na 20. Pa2 Ld6 21. Dd3 moet er vermoedelijk zelf een derde pion naar de verkeerde kleur. Na 21…a5 22. Tad1 moet wit nog zijn paard van a2 via c1 in het spel brengen, maar dan heeft hij de betere papieren.

  1. Dxd8 Tcxd8 21. axb5 axb5 22. Pe2

Het paard gaat weg omdat …Lb4 lastig kon worden voor wit. Mogelijk is ook 22. Ta6 maar zwart heeft vrijwel niets te vrezen hiervan. Na 22…Pfd7 heeft zwart alles onder controle. [ of 22…Tb8]

22…Lb4

Zwart speelt hem natuurlijk ook hier. Na 22…Pxe4 moet wit met de loper op e5 nemen. 23. Lxe5 Want na [ Hier is 23. Pxe5 een klein beetje onnauwkeurig vanwege 23…Lc5 en na 24. Pd3 Txd3 25. cxd3 Lxf2+ 26. Kf1 Lxe1 27. dxe4 Lb4 is het alleen zwart die op winst kan spelen.] 23…Lc5 heeft wit de verdediging 24. Ld4! met gelijkspel.

  1. Lc3

Er gaan steeds meer stukken van het bord en dat speelt zwart, die remise geen slecht resultaat vindt, in de kaart. Niet prettig voor wit is 23. c3

23…Lxc3 24. Pxc3 Pbd7

Het paard van b6 deed niets meer op dat veld.

  1. Ta6 Tc8 26. b4

Zo verhindert hij …Pc5 en hoopt hij wellicht vanaf nu zijn stukken te kunnen verbeteren.

26…Te6

Maar Carlsen is op zijn hoede. De binnengedrongen toren van a6 moet aan de tand gevoeld worden.

  1. Tb1

Waarschijnlijk zag Karjakin de nu komende afwikkeling aankomen en zag hij niet wat hij daartegen moest doen.

27…c5!

Zo bevrijdt zwart zijn spel, zelfs ten koste van zijn pionnenstructuur.

  1. Txe6 fxe6

De dubbelpion lijkt lelijk, maar hoe moet wit daar ooit gebruik van maken?

  1. Pxb5 cxb4 30. Txb4 Txc2

Zo is de muziek helemaal uit de stelling gehaald.

  1. Pd6

Met vier tegen vier op één vleugel valt er eigenlijk geen eer te behalen voor beide partijen. Als hij nog iets had willen ondernemen, had hij 31. g3 moeten spelen. Maar het lijdt geen twijfel dat de Noor ook na bijvoorbeeld 31…Kf8 gevolgd door …Ke7 de puntendeling ook zou hebben afgedwongen.

31…Tc1+ 32. Kh2 Tc2

Valt pion f2 aan. Daar is maar één antwoord op mogelijk waarna de handen geschud konden worden.

  1. Kg1 ½ – ½

(foto’s organisatie en Han Schut, die ook meeschrijft aan de verslagen)

 

 

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.