Schaakrubrieken 6 februari 2010

INTRO

In de rubrieken deze week veel aandacht voor de gemiste kansen op het Corus-toernooi.

Henk Prins trapt af met zijn rubriek in het Reformatorisch Dagblad. Hij heeft een uitgebreidere versie op onze site gepubliceerd onder de titel Shir-Op en Shir-AF.

Max Pam besteedt o.m. aandacht aan de partij Wesley So – Anish Giri. Hierover publiceerden wij een

artikel met de vergelijking van de eindstelling uit deze partij en een opgave van het examen Stap 3 van de Stappenmethode.

Hans Ree

In zijn rubriek ‘Snoep en lossen honden’ besteedt hij aandacht aan de vele schakers die jaarlijks Wijk aan Zee bevolken en meedoen aan de diverse toernooien. Enkele citaten :

‘De laagste groepen zitten in Café de Zon, vlak naast het dorpshuis De Moriaan, waar de topschakers en de sterke amateurs spelen. Monique van de Griendt, die ik twee weken geleden ook al citeerde, ging voor de toernooiwebsite naar De Zon en vond er een wereld van een werkelijk idyllische gemoedelijkheid’

‘Gerda Schiermeijer, die al 22 jaar wedstrijdleider is in Wijk aan Zee koopt samen met haar collega Ingrid van der Wal veel snoep in voor haar klanten. De bakken met spekjes en drop raken dagelijks leeg.’

Ook besteedt hij aandacht aan het 10-jarige Duitse meisje Paula Wiesner met haar knuffelbeest dat ze het LSD-schaap noemt.

De partij van Shirov tegen Dominguez komt uitgebreid aan de orde. Shirov nam in hevige tijdnood na een blunder van Dominquez genoegen met remise. Maar Shirov had op slag kunnen winnen, had hij meer tijd gehad.

De schaakopgave deze week is een fragment uit de partij Sargissian-Jakovitsj, Moskou Open 2009. De opgave luidt zwart begint en wint. Hieronder de stelling.

zwart begint en wint

Gert Ligterink

In zijn rubriek ‘Ook ideale slotronde in Corus-toernooi’ wordt aandacht besteed aan de martelgang van de nerveuze koplopers. Enkele citaten :

‘Short en Smeets brachten de stemming erin met een partij, die leek weggelopen uit de negentiende eeuw. Carlsen en Shirov waren de kandidaten voor de hoofdprijs, voor wie de spanning bijna te veel was. Als afronding serveerden Nakamura en Tiviakov een zeeslang die een tikje vroeg al na 79 zetten eindigde.’

‘Het enige smetje was dat een andere kanshebber (Kramnik) slechts een bijrol vervulde in de laatste ronde’

Hij besteedt vervolgens aandacht aan de partij Short – Smeets die na 14 zetten remise werd en de partij Sjirov – Dominquez. Hij beëindigde de partijbespreking als volgt:‘En hier kreeg het schitterende gevecht zijn treurige besluit. Zwart (Dominquez) bood nerveus remise aan, wat Sjirov met nog enkele seconden op de klok accepteerde. Dominquez had had 31. b4! Dc7 32. Da8+ Lf8 gezien, maar niet het winnende 33. Tf1.

Hieronder de stelling na de 8ste zet van zwart De8 uit de partij Short – Smeets.

Na 5 zetten remise

Hans Böhm

In zijn rubriek ‘Veel commotie’ besteedt hij aandacht aan enkele hoogte en dieptepunten van het Corus-toernooi. Ook komt hij terug op de vraag: ‘welke speler inspireert u het meest’ en komt met een selectie uit de ontvangen inzendingen.

Aan de hand van partijfragmenten kwamen de volgende partijen aan de orde:

Sjirov – Carlsen

Kramnik – Carlsen

Sjirov – Anand

Anand – Kramnik

Bab Wilders

Hij begint zijn schaakrubriek weer met een traditionele opgave, een tweezet van E. Holladay. Daarna vraagt hij zich af of het mogelijk is te midden van de vloedgolf van tienduizenden schaakboeken nog iets nieuws te publiceren is. ‘Yes we can’.

De boekbespreking gaat over het boek ‘Genius in the background’ van Karolyi en Aplin (uitg. Quality Chess. Het gaat over briljante schaakprestaties nu van genieën die bij de schaakliefhebbers vrijwel onbekend zijn, zoals componisten van eindspelstudies en of coaches van wereldkampioenen die soms de geweldige vondsten bedenken waarmee hun pupillen in de schijnwerpers treden.

Hij besteedt aandacht aan Jorye Cori Tello die samen met zus Estella heel schakend Peru in vervoering brengt. ‘De viertienjarige Jorye zou al grootmeester zijn als de Peruaanse schaakbond op tijd de contributie aan de FIDE had betaald. Ook dat is Latijns-Amerika.’

Tot slot behandelt hij een fraaie partij van zijn correspondentievriend Junio Granda Zuniga tegen Gerardo Babero.

Rini Kuijf

Uit de rubriek ‘Dagschaak’ de opgave B5088 voor gevorderden.

Zwart aan zet krijgt voordeel met?

Henk Prins

In zijn schaakrubriek besteedt hij aandacht aan de twee (bijna gewonnen) partijen van Alexei Shirov. De eerste is de partij Anand – Shirov en de tweede is de partij Shirov – Dominguez. In beide partijen kwam Shirov in grote tijdnood.

Hieronder de stelling uit de partij Anand – Shirov:

Anand – Shirov ,na 39. Pe6, zwart aan zet

Max Pam

In zijn rubriek ‘Briljant rommelen is ook een opgave’ besteedt hij aandacht aan het uit vorm zijn van Magnus Carlsen en maakt een vergelijking met Ajax. Ook gaat hij in op het openingsnieuwtje dat Carslen (Kasparov) had voorbereid voor de partij tegen Dominquez. Deze partij komt uitgebreid aan de orde even als de partij Anand- Kramnik. Tot slot nog iets over Anish Giri. Een citaat:

‘Zelf zag ik het ventje (Giri) aan het werk tegen Wesley So, die nog een paar maanden jonger is. Giri won dank zij een ongelooflijke Schwindel. Hij stond op dat moment verloren- maar zo te rommelen- dat je toch wint, is ook een teken van talent.’

Hieronder de slotfase van de partij Wesley So – Anish Giri.

Wesley So – Anish Giri

Wit speelde Pe2 en zwart aan zet geeft mat in twee

E-columns op internet

In zijn e-column ‘Een zeldzaam koopje’

Hans Ree 3 februari 2010

In zijn e-column ‘Een zeldzaam koopje’ het volgende:

‘In het laatste nummer van 2009 van New in Chess schreef Jan Timman dat Loek van Wely hem verteld had over een bijzondere aankoop.

Via een tussenpersoon had die voor 500 dollar een bestand met een deel van Kasparovs openingsanalyses gekocht.

De analyses waren van 1994 en sindsdien is er veel veranderd in de openingstheorie, maar toch vind ik het een koopje. Er zal nog wel iets bruikbaars bij zitten, want Kasparov was de wereld altijd ver vooruit, maar ook voor een schaakhistoricus zonder ambities om de analyses in zijn eigen partijen te gebruiken, lijkt het me erg interessant om te zien wat Kasparov in 1994 uitbroedde.’

Hij werkt dit verder uit en behandelt tot slot de partij Short – Smeets.

Voor de volledige e-column en het naspelen van de partij klik hier.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.