Schaakproblemen uit de negentiende eeuw – aflevering 2

Leuke reacties ontvangen

Na de publicatie van de intro en de eerste aflevering kreeg ik enkele leuke reacties. Spontaan werden enkele bronnen genoemd (boeken) waarin schaakproblemen uit de negentiende eeuw staan en werden enkele problemen toegestuurd . Ook zijn de vier problemen uit de eerste aflevering, met speciale programmatuur, die schaakproblemisten gebruiken , getest en opgelost! Ze konden de toets der kritiek doorstaan.

Bijzonder was dat een visueel gehandicapte (100%) mij meldde dat hij veel plezier beleefde aan de wekelijkse krantenrubrieken en nu bijzonder geïnteresseerd is in de schaakproblemen uit de negentiende eeuw. Hij heeft hierbij zijn hulp aangeboden en ik heb dit in dank aanvaard. Als we onze blinde schakers een dienst kunnen bewijzen met onze site dan doen we dit graag.

Misschien is het mogelijk te komen tot een database met schaakproblemen uit de negentiende eeuw gecomponeerd door Nederlanders.

Ook zou het interessant zijn te achterhalen wie de componisten zijn van de problemen in deze krant.

Zie ook onze intro

Vier nieuwe schaakproblemen

Zondag 13 februari 1876

Schaakprobleem No. 7

Wit begint en geeft mat in 2 zetten

Zondag 20 februari 1876

Schaakprobleem No.8

Wit begint en geeft mat in 4 zetten

Zondag 27 februari 1876

Schaakprobleem No.9

Wit begint en geeft mat in 4 zetten

Zondag 5 maart 1876

Schaakprobleem No.10

Wit begint. Zelfmat in zes zetten

Oplossingen vorige week

In die tijd gebruikte men al mooie schaakdiagrammen en voor de publicatie van de oplossingen gebruikte men de meest eenvoudige en universele notatie. Men gaf alleen de coördinaten aan van het stuk dat gespeeld werd. Bijvoorbeeld a2-a5, b7-c6. Het stuk zelf werd dus niet genoemd, ook geen teken als er een stuk werd geslagen enz.

Schaakprobleem No. 1

Geen oplossing gevonden in de kranten, betreffende krant ontbreekt in het archief.

De sleutelzet is volgens ons: C5 op D4

Schaakprobleem No.4

B 3 op D 5. E 6 op D 5. E 3 op D5 onverschillig. D 5 op C en mat. of B 3 op D 5. D 3 op B 5. H 8 op B 8. ‘) A 8 op B 8. D 5 op D 8 en mat enz. ‘) En niet D 5 op D 8, zooals enkele oplossingen luidden, daar zwart, bij den 2den zet. van B 5 op E 8 kan gaan, en alzoo het mat in 3 zetten voorkomen.

Schaakprobleem No. 5

B3 op B5 F7 op G6

B5 op E8 G6 op E8

E7 op F5 E5 op D5 of D7

C4 op B6 onverschillig

A2 op D5

Speelt Zwart als 2de zet de pion op D2 dan gaat Wit met het paard op F5, als 4de zte plaatst Witdan het tweede paard op B6.

Speelt Zwart als 1ste zet het kasteel op A5,dan gaat Wit met het paard op E5 waarna de zwarte koning naar D6 verhuist. Wit plaatst dan het paard op F5 en de zwarte koning gaat op C7, zet wit de koning op B5 of A5 en geeft met het paard mat.

Er zijn van dit probleem geen goede oplossingen ontvangen.

Schaakprobleem No. 6

B 1 op F 1. D4 op E 4

H 8 op F 7. onverschillig.

F 1 op C 4.

Speelt Zwart als 1 en zet den Koning op E 5, dan gaat het Paard van Wit op G 6. Speelt Zwart den Koning op D 5, dan brengt Wit de Koningin op C 4en geeft met het Paard mat.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.