Schaakstrategie 12

In deze aflevering een paar passages uit

Hoofdstuk 12: de diagonaal

In dit hoofdstuk staan veel voorbeelden van een open diagonaal. Tegelijkertijd vindt een verhandeling plaats over de voor- en nadelen van de loper ten opzichte van het paard. Als in een stelling de loper geblokkeerd wordt door eigen of vijandelijke pionnen is hij meestal niet zoveel waard.

Een bij grootmeesters populaire opening is het Nimzo-Indisch. Er ontstaan zeer interessante stellingsbeelden, omdat zwart in veel varianten zijn loper op b4 voor het paard op c3 ruilt. De bedoeling is in principe om de witspeler op te zadelen met een “starre” dubbelpion op de c-lijn.

De discussie die dan ontstaat, gaat over de vraag of de zwarte paarden opwegen tegen (of zelfs beter zijn dan) het witte loperpaar.

Het gaat erom of wit de stelling kan openen, zodat zijn lopers optimaal ingezet kunnen worden, of dat zwart de stelling gesloten kan houden, waardoor de paarden beter tot hun recht komen.

Essentieel in deze problematiek is of wit zijn zwartveldige loper kan activeren, omdat juist deze loper bij zwart ontbreekt. Als wit dit voor elkaar krijgt, krijgt hij wat hij wil aangezien de opponent op de zwarte velden ontbreekt.

Dat is ook de reden dat veel spelers de stelling graag met wit willen spelen. Spelers als Spassky, Portisch en in ons land Donner waren min of meer van mening dat wit erg goed moest staan. Het loperpaar in combinatie met een groot ruimtevoordeel moesten dat oordeel staven. Maar de aanhangers van de zwarte strategie, Karpov, Andersson, Hübner (naar wie zelfs een hele variant is genoemd) en in ons land Timman, vonden het gesloten karakter van de stelling juist in het voordeel van de zwarte paarden werken.

Voor de zwartspeler geldt in veel gevallen dat hij de stelling moet proberen te blokkeren door zijn pionnen zoveel mogelijk op zwart te zetten. Daar zitten enkele voordelen aan. Zo laat hij de potentieel gevaarlijke zwartveldige loper van wit ‘op graniet bijten’ en tegelijkertijd activeert hij zijn eigen loper, omdat hij de pionnen van de witte velden afhaalt. In de volgende partij weet Timman duidelijk te maken waarom een paard in een dergelijke structuur soms de voorkeur verdient boven een loper.

Pinter – Timman, Las Palmas 1982.

In deze stelling heeft wit als compensatie voor de dubbelpion het loperpaar. Met zijn volgende zet neemt zwart hem dat af en heeft hij tegelijkertijd een ander doel op het oog. 22… Lf5! Het is op het oog gek dat zwart bereid is zijn goede loper tegen de slechte van wit te willen ruilen. Straks zal de aap pas uit de mouw komen. 23. Dc2 Taf8 24. Tef1 Lxe4 25. Dxe4 Df5 26. a4?

De stelling van wit was al slecht, maar is na de tekstzet op slag verloren. Hoewel wit zijn ‘goede’ loper heeft overgehouden, komt het paard als triomfator uit de strijd tevoorschijn. Door het gesloten karakter van de stelling en door het feit dat zwart de witte pionnen zoveel mogelijk op wit heeft vastgelegd staat de loper op graniet te bijten. Hij kan dus onmogelijk geactiveerd worden, terwijl de pionnen op wit een doelwit vormen voor het paard. Daarom vond zwart het ook goed dat de witveldige lopers geruild werden! Het vervolg van de partij maakt alles duidelijk. 26… Dxe4 27. fxe4 Txf2 28. Txf2 Txf2 29. Kxf2

29… a5! "Zo, nu is het klaar," moet Timman hier gedacht hebben. Met zijn laatste zet legt hij weer een pion op wit vast, zodat deze binnen drie zetten door het paard opgepeuzeld kan worden. Het diagram illustreert ook de machteloosheid van de loper, die bij een dergelijke pionnenstructuur niets in te brengen heeft. De technische afhandeling is niet moeilijk meer. Zwart moet er vooral voor zorgen dat de loper nergens binnenkomt. Het paard en de koning zorgen dan voor de rest. 30. Ke2 Pc8 31. Kd3 Pb6 32. h4 Pxa4 33. Lc1 Pb6 34. g4 Kf7 35. Ld2 a4 36. Lc1 Kf6 37. La3

37… g5! Nog een nauwkeurige zet. De loper wordt nu levend begraven na wits geforceerde antwoord. 38. h5 Ke7 39. Lc1 Pd7 40. Ke2 Pf6 Het paard keert snel terug naar de koningsvleugel, niet alleen om de pionnen e4 en g4 aan te vallen maar ook om de mogelijke stukoffers op g5 te ontkrachten. 41. Kf3

41… Kd7 Wit gaf zich hier gewonnen. De koning loopt nu ongehinderd de damevleugel binnen. 0-1

Jan Timman (Foto Jos Sutmuller)

Belangstellenden kunnen het boek hier bestellen. Tevens treft u op deze webpagina de nodige aanvullende informatie aan.

De vorige afleveringen uit deze serie zijn hieronder te vinden:

Strategie 1

Strategie 2

Strategie 3

Strategie 4

Strategie 5

Strategie 6

Strategie 7

Strategie 8

Strategie 9

Strategie 10

Strategie 11

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.