Een geheel eigen trainingsmethode

Onlangs ontvingen wij bericht van de familie van Jaap van Doorn dat Jaap helaas overleden is. Herman Grooten heeft Jaap enige tijd geleden ontmoet en hier verslag van gedaan. Dit kunt u hier nalezen. De redactie van de schaaksite zal als eerbetoon aan Jaap van regelmatig publiceren uit de lesmethode die Jaap heeft geschreven. Zijn lesmethode wordt hiermee blijvend onder de aandacht gebracht.


Een portret van Jaap van Doorn

Een dezer dagen kreeg ik een brief van een zekere heer Jaap van Doorn uit Hardenberg. Deze heer is inmiddels boven de 85 jaar, ik had hem wel eens ontmoet bij een wedstrijd van mijn vereniging Stukkenjagers uit tegen SV. Hardenberg. En ook daarvoor had ik wel eens contact gehad. [

Jaap van Doorn (links) met de naar hem genoemde trofee (Foto website Hardenberg)

Wie is Jaap van Doorn? Voor de bezoekers van Schaaksite een portret van een bijzondere man.

Jaap van Doorn heeft een gedeelte van zijn leven in het teken van het schaken gezet. Als scheikundig ingenieur ging hij samen met partner Jansen in zee op het gebied van de chemie (ir. Van Doorn en Jansen) dat aanvankelijk geen vetpot was. Daardoor is Van Doorn parttime als leraar begonnen, min of meer uit nood en dat is zo gebleven (dus het leraarschap heeft hij nooit fulltime vervuld). Met zijn zakenpartner Jansen is hij om zakelijke redenen in Hardenberg terecht gekomen. Jansen is min of meer zijn eigen weg gegaan als fotolithograaf en Van Doorn als chemicus maar de naam ir. van Doorn & Jansen bleef gehandhaafd. Ondertussen bleef hij ook zijn functie als parttime scheikunde leraar uitoefenen. Als chemicus deed Van Doorn een uitvinding waarna zijn bedrijf dankzij de uitgebreidere klandizie wel een vetpot werd.

Na de verhuizing bleef Van Doorn de rest van zijn leven in Hardenberg wonen. Weliswaar niet steeds in hetzelfde huis, maar in Hardenberg bleek hij zich thuis te voelen.

Daar kwam hij ook bij de plaatselijke schaakvereniging terecht en gewapend met zijn inmiddels opgebouwde onderwijsachtergrond, ging hij zich langzaam bemoeien met het geven van schaaklessen aan de jeugd. In de tijd dat hij begon was er eigenlijk niets op het gebied van schaaktraining. Behalve de boeken van Euwe en later de Prismaserie van Bouwmeester was er eigenlijk weinig voor handen om schaakles aan kinderen mee te verzorgen. Daar kwam verandering in toen Berry Withuis met zijn boek “Jeugdschaak” op de markt kwam. Het boek voorzag in elk geval in een behoefte, namelijk dat er nu voor de jeugd in elk geval iets was waarmee lesgegeven kon worden. Withuis had, in analogie van de zwemdiploma’s, ook drie schaakdiploma’s ingesteld: het pionnen-, toren- en koningsdiploma konden worden behaald. Dat bleek een gouden greep geweest te zijn en duizenden kinderen raakten in Nederland aan het schaken.

Van Doorn vertelt nog een leuke anekdote in dit verband. Hij denkt dat Withuis niet zelf de diploma’s heeft bedacht, want die diploma’s bestonden namelijk eerder dan het boek Jeugdschaak! De eerste jeugdschaakvereniging in Overijssel was Vriezenveen (ca. 1930). VOS in Hardenberg was de tweede in Overijssel. In Vriezenveen was een groenteboer (wiens naam Van Doorn vergeten is) erg actief en in Vriezenveen zijn ze met die diploma’s begonnen.

Withuis zag de betekenis van die diploma’s in en hij heeft om enkele exemplaren aan Vriezenveen gevraagd om als voorbeeld voor de drukker te kunnen gebruiken. Toen ze gedrukt waren voor landelijk gebruik, ontdekte men pas dat Vriezenveen was blijven staan terwijl het veranderd had moeten worden in K.N.S.B. Ze moesten dus opnieuw gedrukt worden!

Bij het boek van Withuis constateerde Van Doorn dat er het nodige ontbrak. “Vooral op het gebied van openingen, vond ik wat Withuis had geschreven totaal ongeschikt om aan te bieden aan de jeugd”, zegt Van Doorn als ik met spreek. “Maar ook veel andere onderwerpen waren voor verbetering vatbaar”.

Langzaam begon Van Doorn zelf kleine onderwerpjes bij de kop te pakken en die uit te werken op papier. Hij bedacht er ook opgaven bij. In het begin ging dat niet systematisch maar omdat hij steeds meer ontwikkelde, begon hij allengs na te denken over een manier om deze onderwerpen op een consistente manier te rangschikken. En zo ontstond langzaam zijn “Module Methode”. Van Doorn bleek al in een vroeg stadium vrij handig te zijn met de computer. Hij voerde vele stellingen in met het programma Tascbase. Dat is ontwikkeld door de firma Tasc in Rotterdam. Het bestond uit een databaseprogramma (zoals Chessbase dat in de moderne tijd is) en op de achtergrond liep een sterk schaakprogramma (The King, ontwikkeld door de programmeur Johan de Koning en dat in die tijd zelfs een paar maal computerkampioen van Nederland was) mee. Van Doorn wist via het programma de diagrammen naar buiten te exporteren zodat hij er in Word mee verder kon. Met deze tekstverwerker bleek hij ook bijzonder handig te zijn, want zijn modulemethode wordt gekenmerkt door veel leuke animaties.

Vele jaren heeft hij met zijn methode, die steeds meer verfijnd werd, de jeugd in Hardenberg getraind. Een van zijn meest bekend geworden pupillen is Jeroen Bosch, die het geschopt heeft tot het internationaal meesterschap. Bosch heeft ook een grootmeesternorm op zijn naam staan en is tegenwoordig werkzaam als directeur sportief bij de KNSB, waarin hij het Topschaak in zijn portefeuille heeft. Terwijl Van Doorn zijn eigen modulemethode ontwikkelde, was er in Nederland een andere ‘revolutie’ aan de gang. Het fameuze duo Van Wijgerden en Brunia had hun zogenaamde “Stappenmethode” op de markt gebracht en vanwege het doorwrochte didactische systeem werd dit door de KNSB geadopteerd. Brunia kwam helaas te overlijden, maar Van Wijgerden is tot op de dag van vandaag bezig zijn methode te verfijnen, uit te breiden en verder te vervolmaken. De methode is inmiddels in diverse vertaald. Meer informatie hierover treft u aan op www.stappenmethode.nl.

Van Doorn heeft in zijn lessen echter nooit gebruik gemaakt van de Stappenmethode. Wel heeft hij ervoor gezorgd dat de volgorde van onderwerpen in de Module methode het mogelijk maakte dat de schakers die de lessen uit de Module Methode gebruikten toch de examens van de Stappenmethode konden doen en dat gebeurde ook veelvuldig. Van Doorn weet ook niet of er dingen in de Stappenmethode staan die overgenomen zouden zijn uit de Module Methode. Daarvoor zegt hij te weinig kennis te hebben van de Stappenmethode. Wel heeft hij zoveel mogelijk vermeden dat er dezelfde namen gebruikt zouden worden (bijv. Achterstuk (Module methode.) in plaats van Staartstuk (Stappenmethode).

Omdat de jaren begonnen te tellen, nam Van Doorn zich ook voor om van zijn eigen systeem een soort “encyclopedie” samen te stellen. Dat bleek een helse klus te zijn. Alle termen en onderwerpen werden in alfabetische volgorde achter elkaar gezet. Bij elke term of onderwerp zette Van Doorn een nieuwe stelling, die hij in een kolom naar beneden verder met de nodige uitleg uitwerkt.

De voorkaft van deel 1 van de trainingsencyclopedie.

Het werk was onlangs eindelijk afgekomen. Hij heeft het laten printen en laten inbinden en de boeken bestaan uit drie delen. Deel 1 (A-M), deel 2 (N-S) en deel 3 (T-Z) in het formaat 21×29 cm. Er staan ruim 1000 unieke stellingen in, meestal uit partijen of analyses daarvan. De stellingen zijn gerangschikt onder de ruim 200 hoofdsteekwoorden (de thema’s en schaaktermen uit de modulemethode). Er wordt onder andere aandacht geschonken aan eindspelen en fundamentele matvoeringen. Deel 1 begint met een uiteenzetting hoe de encyclopedie benut kan worden bij trainingen. Zo heeft Van Doorn de zogenaamde “kijk- speel-, geheugen- en rekentraining” ontwikkeld. Een paar bijzondere steekwoorden uit zijn methode:

  • Doelwit – bereikbaar maken
  • Koningenrace
  • Kritisch gedekt
  • Sprongformatie
  • Vervanging
  • Verdringen. Terugdringpositie (Leko-Kramnik 2004).

Van Doorn biedt mij in zijn brief de boeken aan. Hij wil ze zelfs kosteloos opsturen. In zijn brief schrijft hij: “Ik denk dat deze encyclopedie uniek is. Ikzelf zal er echter niets meer mee doen. Ik ben te onbekend, te oud (85+) en mijn geheugen begint me meer en meer in de steek te laten. Zonder iemand te willen verplichten er wel wat mee te doen wilde ik de drie delen schenken als freeware.”

Daar zat ik dan, totaal verrast. Ik besloot om hem te bellen en onmiddellijk een afspraak te maken. Om hem de boeken te laten opsturen, vond ik veel te onpersoonlijk. Hij liet me weten dat hij tegenwoordig wat invalide was. Als ik vertelde hoe laat ik ongeveer zou komen, zou hij zorgen dat hij klaar zou zijn. “De alledaagse dingen gaan allemaal niet zo snel meer tegenwoordig”. Meteen de volgende ochtend stond ik bij hem op de stoep. Toen ik binnenkwam, zag ik een vrolijke man op zijn bank zitten. Op de salontafel lagen de drie delen van zijn encyclopedie uitgestald. Ik vertelde hem dat ik zeer vereerd was dat hij mij de delen wilde schenken. Nadat ik meteen begon te bladeren, zei ik hem dat hij hier met recht trots op kon zijn.

Een voorbeeld van een pagina.

Jaap van Doorn bleek goedlachs te zijn en in een geanimeerd gesprek spraken we over schaaktraining in het algemeen en zijn modulemethode in het bijzonder.

Hij zei dat hij blij was dat het werk af was. “Het was eigenlijk net op tijd, ik word oud”, liet hij me weten. Nog niet zo lang geleden reed hij nog auto en ging hij op zijn fiets naar de winkel en naar de schaakclub. Maar dat ging allemaal niet meer. “En ik kan nu ook niet meer zo lang aan mijn computer werken. Ik zou het werk niet meer aankunnen, daarom ben ik blij dat de klus geklaard is”.

Ik zei hem dat ik ging proberen er een goede bestemming aan te geven. En toen namen we afscheid van elkaar. Ik kreeg nog een ferme hand en ging huiswaarts, met een schat aan mooi trainingsmateriaal bij me.

Thuisgekomen keek ik de boekwerken meteen in en opnieuw raakte ik onder de indruk van de noeste arbeid die hier geleverd is. Ik heb, volkomen willekeurig, een kleine greep uit het materiaal genomen om de lezer een idee te geven van de creativiteit en originaliteit van de maker.

Het volgende fragment staat onder het intrigerende kopje “Kruipschaak”. Ik heb de analyses integraal overgenomen.

Kostic – Capablanca, 1919.

1… Dd4+ 2. Ke2 [2. Kc1 f3 3. Kb1 f2 4. Db5+ Kb7 5. Df1 De3 6. Dg2+ Ka7 7. Ka2 [7. Kb2 De5+ 8. Ka2 De2] 7… De2 8. Dc6 Kb8 9. Dc3 f1D 10. Dh8+ Kb7 11. Db2 Dff2 12. Kb1 Dd1+ 13. Ka2 Ddxc2] 2… De4+ 3. Kd2 [3. Kd1 Dd5+ 4. Dxd5+ Kxd5 5. Ke2 Ke4 6. c3 f3+ 7. Kf2 Kd3 8. c4 Kc3 9. Kxf3 Kxb3 10. Ke4 Kxc4 en zwart staat gewonnen.] 3… Dd5+ 0-1

De volgende twee fragmenten staan gerangschikt onder de term “terugdringpositie”.

Vemuri – Mazuchowski, 1992.

1. Te8+ Terugdringschaak. 1… Kf2 2. Kd2 Wit stuurt aan op de verovering van de pion. 2… Kg2 3. Tf8 f2 4. Ke2 0-1

Dit thema heeft Van Doorn terug weten te vinden in een partij uit de tweekamp tussen Leko en Kramnik. Ik heb, naast zijn analyses, ook de aantekeningen van Kapengut in de Megadatabase van Chessbase meegenomen.

Leko – Kramnik, 2004.

Toelichting: Leko met wit oogstte veel lof dat hij deze stelling (die als verloren werd beschouwd) remise wist te houden. Al na een paar zetten is het idee voor de verdediging duidelijk (1e variant): wit ruilt zijn pion op b2 en zijn toren tegen de zwarte c- en d-pion en bereikt met zijn koning en zijn g-pion op tijd de terugdringpositie. De witte pion op b6 speelt geen rol bij de verdediging van wit. 51. Te2! Hazai: ‘Now the R manoeuvre saves the game!’ 51… d5 [51… Kd4 Trying to reestablish the f3 threat that moment, a tempo behind, didn’t seem to work. 52. b7 Txb7 53. Kf3 Tf7 54. g5 d5 55. g6 Tg7 56. Tg2 Ke5 57. Tg5+ Ke6 58. Kxf4 =] [51… Txb6 Hazai 52. Kf3 d5 – 51…d5] 52. Kf3 This position seems to be a draw. 52… d4 53. g5 c3 [53… Txb6 54. Th2 Tg6 [54… c3 55. bxc3 dxc3 56. Kxf4 Zwart bereikt terugdringpositie te laat.] 55. Kxf4 Tg8 56. Kf5 Ke3 57. Th3+ Ke2 58. Th2+ Kf3 [58… Kd1 59. g6 Kc1 60. Th4 Kxb2 61. Txd4 c3 62. Tb4+ =] 59. Th3+ Kg2 60. Th4 Td8 61. g6 d3 62. Tg4+ Kf2 63. Tf4+ Ke3 64. Te4+ =] 54. bxc3 dxc3 55. Tg2 Hazai: ‘This is the point of the R manoeuvre, White creates a so called Tarrasch R.’ 55… Tb2 [55… c2 56. Txc2 Kxc2+ Zwart bereikt de terugdringpositie te laat: 1/2-1/2. 57. Kxf4 Txb6 58. Kf5 = Kd3 59. g6 Kd4 Te laat, zwart heeft nog twee zetten nodig.] 56. b7 Txb7 57. Kxf4 Tb2 58. Tg1 c2 59. Tc1 Tb1 60. Txc2 Kxc2 61. g6 Kd3 62. Kf5 Tb5+ 63. Kf6 Tb6+ 64. Kf7 Txg6 65. Kxg6 Hazai: ‘This was a real fighting game!’ 1/2-1/2

Misschien zijn deze originele schaaktermen over 10 jaar wel gemeengoed geworden. Wie zal het zeggen…

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

4 Reacties

  1. Avatar
    Zebra 06 augustus 2010

    Een mooi stuk met opwindend nieuws! Goed dat het meteen wereldkundig is gemaakt. Het zou leuk zijn als de schrijver over een tijdje met een handelseditie verrast kan worden. Maar verder beschikbaar stellen via het internet is misschien meer in zijn geest, zeker als je ziet dat het betitelt als ‘freeware’. :)

  2. Avatar
    HermanGrooten 14 augustus 2010

    Beste Zebra,

    Het zou mooi zijn als het materiaal digitaal beschikbaar is. Van Doorn vertelde mij dat er een cd-rom is van zijn Module Methode. De encyclopedie heeft hij mij slechts als ‘freeware’ aangeboden. Er zijn ook maar drie exemplaren van elk deel. Ik voel me dus zeer vereerd!

    Herman Grooten

  3. Avatar
    remcrow 02 augustus 2011

    Beste Herman,

    mocht je de delen ingescanned en in pdf formaat willen krijgen wil ik dat wel voor je doen.

    Groet Remco

  4. Avatar
    hajeee 30 september 2016

    Is er op de een of andere manier aan dit materiaal te komen evt tegen vergoeding?

    Kwam dit toevallig tegen.

    groet hajeee

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.