Schaakrubrieken 30 oktober 2010

Schaaksite.nl is een site voor iedere geïnteresseerde in het schaken. Daarom mag aandacht voor de schaakrubrieken in de landelijke bladen niet ontbreken. In de afgelopen jaren zijn helaas veel schaakrubrieken veelal wegens bezuinigingen verdwenen. Schaakrubrieken die nu nog over zijn moeten worden gekoesterd en op deze manier geven wij meer aandacht aan dit goede werk.

INTRO

1. NRC Achterpagina, vervolg

Ook deze week vervolgt Youp van ´t Hek, in zijn column op de achterkant van de rubriek van Hans Ree, zijn aanval op de niet functionerende helpdesks in ons land. Voor helpdeskklachten heeft hij het e-mailadres geopend en hierop heeft hij al meer dan 6000 reacties ontvangen. De bedoeling is dat er een eenmalige glossy komt getiteld ‘De Help’ die Youp samen met enkele NRC-redacteuren zal samenstellen. Tekenaars , dichters en vele anderen werken mee. Er komt ook een website. Zijn motto is: ‘Een humoroffensief tegen helpdeskterreur en klantenservices die bellers met een kluitje in het riet sturen.’ Hij hoopt ook dat hij de directeur van T-Mobile kan interviewen. Dat wordt weer lachen straks. Over ongeveer een maand komt het blad uit. Het gaat ca. 5 euro kosten en de opbrengst gaat naar een goed doel.

2. Het Nederlands Dagblad

Het Nederlands Dagblad heeft vanaf zaterdag 30 oktober een nieuw jasje. Niet alleen het formaat, maar ook de opmaak is geheel vernieuwd. Daarmee is ook uw digitale editie veranderd. De digitale editie is echter nog niet helemaal gereed. Daarom bieden wij u op een pdf-versie van de krant aan. Die kunt u downloaden. Wij hopen op korte termijn ook de digitale editie klaar te hebben.

Voor de schaakrubriek klik hier en ga naar pagina 21.

Voor het raadplegen van de artikelen op hun website gaat het ND vanaf 1 januari 2011 geld vragen aan niet-abonnees.

Naast de schaakrubriek zijn er een aantal bekende schaakcitaten opgenomen die we hieronder weergeven:

Bron: www.geocities.com /siliconvalley/lab/epigrams.htm

Marcel Duchamp

‘Schakers zijn een beetje gek, zoals een kunstenaar hoort te zijn, maar het meestal niet is’

Siegbert Tarrasch

‘Als je niet weet hoe je verder moet, wacht tot je tegenstander een idee krijgt; dat is vast een slecht idee’

James Mason

‘Doe een goede zet nooit te snel’

Bobby Fischer

‘Je kunt alleen goed in schaken worden als je van het spelletje houdt’

Een personage uit een toneelstuk van Henry J. Byron, ‘Our Boys’

‘Het leven is te kort voor schaken’

Frank Marshall

‘het moeilijkste in schaken is een gewonnen wedstrijd winnen’

Savielly Tartakower

‘Iedere schaker zou een hobby moeten hebben’

Hans Ree

Uit zijn rubriek ‘De tweeling van Topalov’enkele citaten:

‘Kijk naar de eerste twee diagrammen en vind de overeenkomsten. De belangrijkste springt in het oog. In beide gevallen is wits koning ongelukkig op h4 terecht gekomen, een prooi van zwarte aanvalsstukken. Er zijn nog meer overeenkomsten. De twee partijen werden door dezelfde mensen gespeeld. Topalov had in beide gevallen wit en Anand had zwart. Ook begonnen ze met dezelfde kalme openingsvariant, de Laskervariant van het orthodox damegambiet.’

‘Dit was een moment uit de laatste en beslissende partij van de WK-match die ze dit jaar in Sofia speelden. Voor wie het vergeten is er volgde 36…g5 37. fxg6 Dxg6 38 Df1 Txg4+ 39. Kh3 Te7 en met beslissende aanval voor Anand, hoewel Topalov nog lang bleef spartelen.

De tweede diagramstelling is uit het Pearl Spring toernooi in Nanjing, dat gisteren, een dag voor de laatste ronden, al werd gewonnen door Magnus Carlsen.

32… Txf2 33.Dg4 Tg2 Wit gaf op.’

‘De opmerkelijke overeenkomst tussen deze twee harde nederlagen van Topalov deed me denken aan een nog krasser geval uit een ver verleden, toen Hein Donner met een tussenpoos van tien jaar twee partijen verloor die ondanks het leeftijdsverschil bijna een identieke tweeling leken. Ook toen twee keer dezelfde openingsvariant, de Najdorfvariant van het Siciliaans. De partij uit 1955 duurde veertien zetten en in 1965 werd deze prestatie verbeterd, want toen gaf Donner op na 13 dertien zetten.’

Hij behandelt uitgebreid partij Topalov-Anand, Pearl Spring, Nanjing 2010.

De schaakopgave deze week is een stelling uit de partij Lela Javakishvilli –Batkhuaq Munguntuul, Plovdiv 2010.

Gert Ligterink

Voor zijn rubriek ‘ Sjirov als een kind zo blij na schitterende overwinning ’, de behandeling van de partij Sjirov-Tiviakov en het naspelen hiervan klik hier.

Hans Böhm

Zijn rubriek Hoogeveen’ begint met :

‘Een van de traditionele toernooien die wel bewaard gebleven is in Nederland is het UNIVE-toernooi te Hoogeveen, dat dit jaar voor de 14e keer in successie wordt gehouden. De toernooi-formule is altijd dezelfde gebleven: een invitatiegroep met vier topspelers, een sterk bezet Open toernooi en een toernooi voor de amateurs. Er is geen piramidaal systeem, zoals bij het Hoogovens/Corus/Tata-toernooi waar je kunt promoveren en degraderen al naar gelang het resultaat.’

Voor zijn volledige column klik hier.

Bab Wilders

Voor zijn schaakrubriek met een tweezet van J. Rice , met boekbesprekingen en een analyse van de Ezelsooropening met een partij tussen Wieland- Schlenker en een partij Carlsen –Ernst klik hier

Henk Prins

In zijn rubriek komt hij nog even terug op de olympiade en behandelt uitgebreid de partij Giri – Infante. Een mooie aanvalspartij van Giri.

Rini Kuijf

Uit zijn rubriek ‘Dagschaak’ opgave A5313 voor beginners en B5313 voor gevorderden.

A5313 Zwart aan zet wint moet iets sterks doen, maar wat?
B5313 Wit aan zet, ziet u iets sterks voor hem?

Max Pam

Zijn rubriek’ Tal door de ogen van Sosonko’ begint met:

‘De tijd dat K. Schippers het blad Schaakbulletin ´het beste literaire tijdschrift van Nederland´ noemde, ligt ver achter ons. Schaakbulletin bestaat al heel lang niet meer. Maar sinds enige tijd doet het blad Matten een poging om oude tijden van het mooie schaakverhaal te laten herleven – en dat lukt soms aardig. Af en toe snuif je wel eens een spruitjeslucht op, maar dat geldt zeker niet voor de zojuist verschenen aflevering 8, waarin een geweldig artikel staat van Genna Sosonko, getiteld ‘ En toen plotseling … een jonge man met een naam als een geweerschot !’

Met die jonge man wordt uiteraard Mikhail Tal (1936-1992) bedoeld.

Botwinnik was misschien de machtigste, Fischer de getalenteerdste en Kasparov de allergrootste, maar slechts een man heeft de schaakwereld veroverd als een komeet. En dat was Mikhail Tal.

‘Zelden is over een schaker met zoveel liefde geschreven als in dit artikel van Sosonko over Tal. In totaal zijn het 63 pagina’s over Tal en dat zijn er eigenlijk nog te weinig.’

Hij behandelt drie partijen:

Tal – Keller (Zurich 1959)

‘Er zijn weinig partijen die zoveel indruk hebben gemaakt als de overwinning van Tal op de Zwitser Keller. Ik besefte dat ik dat nooit zou kunnen.’

Botwinnik Tal (1960 – zesde matchpartij)

21…Ph5-f4!!? Dit is de zet waarmee Tal niet alleen zijn tegenstander, maar ook de hele schaakwereld verbaasde. Zwart zet plomp verloren een stuk in om de lange diagonaal te openen. Uren van analyse zijn aan deze stelling besteed.’

Tal – Kasparov (Moskou, 1992)

‘Tenslotte druk ik ook nog de laatste partij af die Tal heeft gewonnen. Hij lag doodziek in het ziekenhuis, toen er in Moskou een blitztoernooi werd gehouden. Tot ieders verbazing kreeg Tal van de arts toestemming om mee te doen. Hij won ook nog van Kasparov en eindigde in de top van het klassement. De volgende dag blies hij zijn laatste adem uit.’

Hij besluit zijn rubriek met:

‘Het artikel van Sosonko bevat vele wetenswaardigheden. Lees dat stuk!´

20 oktober 2010 - Gert Ligterink

Zijn eerste e-column ‘Nog is Polen niet verloren’ op de nieuwe Tata Chesssite begint met :

`Nog is Polen niet verloren’. Vaak heb ik Genna Sosonko deze eerste regel van het Poolse volkslied horen fluisteren als we tijdens een wandelingetje door de toernooizaal stil hielden bij het bord van een zwoegende Pool. Zo vaak zelfs dat op den duur het woord `nog’ volstond.

Nee, ondanks een glorieus verleden met grootheden als Rubinstein, Janowski en de emigranten Reshevsky en Najdorf, stonden de Poolse schakers tot voor kort niet in bijster hoog aanzien. In de 72 afleveringen van het Hoogovens/Corustoernooi werd slechts driemaal een Pool uitgenodigd voor de hoofdgroep: Doda in 1969, Kuligowski in 1983 en Krasenkow in 2003. Doda deed het met een score van vijftig procent heel behoorlijk, de andere twee eindigden op de laatste, respectievelijk voorlaatste plaats.’

Voor zijn volledige e-column klik hier

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.