Opgeven in gewonnen stelling
Het loopt tegen het einde van het jaar. Voor velen een mooi moment voor reflectie. Wat voor schaakjaar was het? Heb ik goed gespeeld, wat ging er mis?
Kees Schrijvers heeft een oproep geplaatst om uw schaakmoment van het jaar fraaie zetten aan ons door te spelen. Schroom niet om in de pen te klimmen.
Zelf heb ik mijn actieve schaakcarrière op een laag pitje gezet. En waar ik nog achter het bord te vinden ben, kan ik toch weinig tevreden terugblikken op datgene wat ik geproduceerd heb. Misschien moeten de partij maar niet meer bekeken worden met Fritz of Rybka. Ze prikken overal doorheen, er blijft weinig over wat mogelijk een fraai concept had kunnen zetten. Gelukkig blijft ook de wereldtop niet verschoond van de nodige ‘errors’. En als je bedenkt dat het allemaal nog veel erger kan (Kramnik die mat in twee toelaat in ongeveer gelijke stelling tegen Deep Fritz). Dat bracht mij op wat relativerende gedachten. Wat is het ergste dat een schaker kan overkomen? Dat is zonder twijfel het opgeven in een gewonnen stelling. Daar zag ik laatst toevallig een paar voorbeelden van. En het klinkt misschien raar, maar het is moeilijk om een lach te onderdrukken als je ziet wat voor dramaatje daar heeft plaatsgevonden. Het beste vermaak is leedvermaak, zei iemand ooit. Opgeven in gewonnen stelling, dat was mij toch nooit overkomen? Wat zat ik hier te lachen om andermans ‘pijn’? Ik begon te graven in mijn geheugen. Was het mij echt nooit overkomen? Dan zou het lachen mij wel vergaan.
Ik herinnerde mij plots dat ik in een interne competitie mijzelf mat in één had laten zetten in een gewonnen stelling. Ik was bezig de vijandelijke dame op te jagen. En net toen ik dacht haar gevangen te hebben, ontsnapte zij. Met mat in één! Hoe pijnlijk was dat. En wat hebben mijn clubgenoten gelachen. Daarmee kwam helaas een andere pijnlijke ervaring weer terug in het geheugen. Het leek wel een spontane regressie, zover had ik haar weggestopt. Veel schakers hebben een selectief geheugen. Mooie zetten, schitterende partijen staan bij hen helder op het netvlies. Vreselijke nederlagen, afschuwelijke vergissingen worden weggedrukt. Maar tot mijn schande moet ik toegeven dat ik me wel eens zo vréselijk vergist heb dat ik verloor in plaats van de partij te winnen. Het gebeurde allemaal in een halve zet. In plaats van op te geven had ik met het uitvoeren van de nota bene de enige zet, toevallig ook nog direct gewonnen! Hoe pijnlijk is dat voor een schaker. Als er een moment was geweest om te stoppen met schaken, was het wel na het volgende fragment:
Grooten – Moonen, Eindhoven (intern) 1981.
In de diagramstelling staat wit een fractie beter vanwege zijn iets betere pionnenstructuur. Ik besloot ook om het maar te gaan proberen, ondanks een chronisch gebrek aan tijd op de klok. Dat laatste gold trouwens ook voor mijn tegenstander.
1. Lh7+! Onder de partij wist ik niet waarom ik dit schaakje gaf; achteraf blijkt het heel goed te zijn. Zoals iemand doodleuk opmerkte na afloop: “Je doet soms geniale zetten, alleen weet je zelf niet waarom!” 1… Kf8 2. Dg4 Redelijk tevreden keek ik naar de stelling en toen volgde plotseling een zet die ik helemaal niet had zien aankomen. 1… Dxf2+??
En totaal overdonderd gaf ik het hier op. Zowel mijn tegenstander als ik waren in de waan dat wit na 3. Txf2 Tc1+ matgezet zou worden. In plaats daarvan had ik toch gewoon de dame kunnen nemen. Het is namelijk met schaak!! Daarna kan zwart gevoeglijk opgeven! 0-1
Wat een merkwaardig geval van zinsbegoocheling.
Van het opgeven in gewonnen stelling mag u in de volgende gevallen zelf eerst kijken waarom er opgegeven wordt. En ook wat er had moeten volgen!
Voorbeeld 2
Von Popiel – Marco, Monte Carlo 1902.
1. e4 e5 2. Pf3 d6 3. Lc4 c6 4. Pc3 Le7 5. d4 Pd7 6. Le3 Pgf6 7. De2 Dc7 8. Pg5 O-O 9. f4 b5 10. Ld3 a6 11. O-O Lb7 12. Tae1 h6 13. Pf3 Pg4 14. Pd1 c5 15. c3 exd4 16. cxd4 Pxe3 17. Pxe3 cxd4 18. Pxd4 Pc5 19. Pef5 Lf6 20. Lb1 Tfe8 21. Df3 Pe6 22. Pxe6 fxe6 23. Db3 Kh8 24. Pg3 Ld4+ 25. Kh1 Dc4 26. Dd1 Lxb2 27. Dxd6 Tad8 28. Db6 Td7 29. Df2 Ld4 30. Df3 Tf8 31. Tc1 Db4 32. Dd3 e5 33. fxe5 Txf1+ 34. Txf1 De7 35. Pf5 Dxe5 36. Td1
Voorbeeld 3
Negyesy – Honfi, Budapest 1955.
1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 d5 4. Lf4 Lg7 5. e3 O-O 6. cxd5 Pxd5 7. Pxd5 Dxd5 8. Lxc7 Pc6 9. Pe2 Lg4 10. f3 Lh5 11. Pc3 De6 12. De2 g5 13. O-O-O Tac8 14. Lg3 Pb4 15. Kb1 Tfd8 16. Lf2 Lxd4 17. e4 Lxf2 18. Txd8+ Txd8 19. Dxf2
19… Dxa2+
Zelf ook een keer opgegeven in gewonnen stelling? Laat het ons weten!
Voor zover ik weet, is me het zelf (nog?) niet overkomen. Wel kan ik me een artikel herinneren, in een nummer van Matten, van Van der Stricht die op gaf in een gewonnen stelling tegen Kortchnoi.