De Telegraaf schaakrubriek 19 februari 2011

Hans Böhm

De analyse

Met een vleugje jaloezie en ook een tikkeltje irritatie kijk en luister ik naar de vele, zeer vele, analyses op televisie en radio van voetbal. Voetbal is hot en sport nummer één dus het is logisch, om met Cruyff te spreken, dat daar veel aandacht aan gegeven wordt, daar niet van. Maar al die beschouwingen …….. Vóóraf gaat het nog wel want dat is je publiek lekker maken, daar zit hoop, vrees en liefde in en dat is altijd goed. Dat gaat voor iedere activiteit op, ook al begrijp je er niets van, neem nou bowls of snoekbaars vangen of de aanstaande verkiezingen van Pategonië, maar laat ik niet afdwalen. De irritatie zit ‘m vooral in de analyses áchteraf. “Hij had niet moeten afspelen”, hoor je dan van de ene expert, “maar er zelf voor moeten gaan.” De presentator ventileert een eigen mening: “Had hij niet beter de bal moeten laten lopen, helemaal niet aannemen?” De andere expert zucht: “Nééé! Hij had moeten aannemen, eerst ruimte pakken en dan (hier zien we een omcirkeld stukje gras) dáár naartoe moeten lobben.” Iedereen heeft gelijk natuurlijk want wat er daadwerkelijk gebeurd is leverde geen resultaat op dus dan is alles wat anders is, beter.

Wij schakers hebben onze eigen analyse. Die is aantoonbaar juist of onjuist. Niet dat er aanvankelijk geen verschillende oordelen zijn maar uiteindelijk zegeviert de waarheid en moet iedereen zich daar mettertijd bij neerleggen. Nog steeds worden er verbeteringen aangebracht in perfect gewaande analyses van historische partijen. Iedere goede schaker houdt van de analyse. Je duikt een stelling in, dieper en dieper, op zoek naar de waarheid.

Diagram 1

Dit was de boeiende uitgangsstelling in de partij Viswanathan Anand – Anish Giri, Tata-toernooi 2011. We sloten vorige week af met: ‘… de partij eindigde nota bene één zet later, na 49…Td2? 50.Tc7, in remise. De inventieve verdediging komt volledig tot uiting na 50…c2 51.Tc6+ en de koning kan niet over de f-lijn ontsnappen en 51…Kh5 52.Tf1-f6 is geen winstpoging’.

De cruciale vraag was of zwart gewonnen staat na 49…Tb6! waarmee de zwarte koning verdedigd wordt tegen schaak.

In het tv-programma De Wereld Draait Door, waar Anish en ik waren uitgenodigd vanwege zijn bijzondere talent, probeerde ik op een demonstratiebord visueel te maken waarom zwart gewonnen staat maar zo’n analyse gaat natuurlijk niet diep.

We bekijken de witte mogelijkheden na 49…Tb6!

Op 50.Kg2 Txe3 houdt wit weliswaar de c-pion voorlopig tegen maar het tegenspel is onvoldoende. Ter illustratie: 51.Tf2 Tc6 52.Td5 Tf3 (natuurlijk niet 52…c2 53.h5+ Kg7 54.Td7+ met eeuwig schaak, daarop was de inventieve verdediging van wit gebaseerd) 53.Tc2 Kf6 54.Td4 Ke5 55.Txg4 Td3 56.Tf4 Td2+ 57.Tf2 Txc2 58.Txc2 Ke4 en het duurt niet lang meer.

De beste verdediging voor wit is 50.e4 waarna het voor de hand liggende 50…Txe4 51.Td3 Tc6 52.Tc1 c2 53.Td2 T4-c4 54.Tf2 tot remise leidt evenals 53…Te3 54.Kh2. Maar zwart heeft beter:

50…Tc5 waarmee wit gedwongen wordt zijn d-toren passief op te stellen want er dreigt c2 en Tb1, dus 51.Td-d1 c2 52.Tc1 Td6 en hier kan wit kiezen uit 53.Kg2 (passief) en 53.e5 (actief).

53.Kg2 Td2+ 54.Tf2 Txf2+ 55.Kxf2 Kf6 56.Ke3 Ke5 57.Kd3 h5 58.Ke3 Tc3+ 59.Kd2 Txg3 60.Kxc2 Th3 en de witte koning is te ver weg om nog een studieachtige verdediging te creëren.

Daarom kiest wit voor 53.e5 Td3 54.Kh1!

Diagram 2

Een interessante stelling want het materialistische 54…Txg3 55.Tf2 Th3+ 56.Kg2 Txh4 57.Tcxc2 Txc2 58.Txc2 geeft wit net voldoende tegenspel dankzij zijn actieve koning.

Daarom gaat zwart verder met 54…Tc-c3! (hartelijk dank Henk Treur) en de witte e-pion blijft onder controle terwijl de overige witte pionnen onder gunstige omstandigheden vallen, bijvoorbeeld 55.e6 Txg3 56.Tfe1 Tge3 57.e7 Txe1+ 58.Txe1 Te3! en wint of 57.Txe3 Txe3 58.Txc2 Kh5! met gemakkelijke winst (let op de koningspositie).

Natuurlijk kan wit nog anders spartelen, zoals 55.Tf6+ Kg7 56.Tf-f1 Td2 57.Tf-e1 Tc-d3 58.e6 Td1 59.e7 Txc1 60.Txc1 Td1+ 61.Kg2 Td2+ 62.Kf1 Kf7 63.Ke1 Th2 maar het ziet er allemaal verloren uit.

Het aardige van zo’n stelling is dat we ons allemaal Capablanca voelen met zwart maar dat het juist met wit enorme denkkracht vereist om nog een achteromweggetje naar de remise te vinden. Dat heeft Anand dus in de praktijk gepresteerd en dat verdient alle lof.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.