Begrijp wat u doet: Spaanse structuren 4

In deze rubriek worden de achtergronden van verschillende openingssystemen onder de loep genomen. Met toestemming van Minze bij de Weg, de hoofdredacteur van Schaakmagazine, het blad van de Nederlandse Schaakbond, zullen we in de loop van de tijd de afleveringen van deze rubriek integraal op Schaaksite online gaan zetten.

Iedere geïnteresseerde kan de rubrieken zo nog eens nalezen, het voordeel is dan ook dat alle (model)partijen en fragmenten via de viewer nagespeeld en gedownload kunnen worden. Veel plezier!

We zijn toe aan de slotbeschouwing van de Spaanse opening. In de vorige aflevering ging het om de drie strategische hoofdthema’s die horen bij de volgende diagramstelling

1) Wit sluit de stelling met d4-d5

2) Wit heft de spanning op met d4xc5

3) Wit handhaaft de spanning door verder te gaan met zijn manoeuvres.

Slechts Ad 1) is uitgebreid aan bod gekomen. U heeft natuurlijk de andere twee nog te goed.

Ad 2)

Het opheffen van de spanning meestal in het voordeel van zwart. Omdat de d-lijn open komt kan hij de zware stukken ruilen, waarmee snel de muziek uit de stelling gehaald zal worden. Verder kan zwart met … c5-c4, … Pd7-c5 proberen gebruik te gaan maken van veld d3.

De voormalige topspeler Paul Keres stond bekend als één van de grote specialisten van de zwarte stukken. In zijn voortreffelijke boek “Ausgewählten Partien” analyseert hij in vele partijen van hemzelf op heldere wijze waar het in deze structuren om gaat. Één middenspel wil ik er graag uitlichten waarin Keres een nieuw idee uitprobeert. Omdat zwart graag zo snel mogelijk duidelijkheid in het centrum wil hebben, besluit Keres om de druk op d4 zo snel mogelijk op te voeren zodat wit verplicht wordt zijn kaarten op tafel te leggen.

Fischer – Keres, Curaçao 1962.

1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 a6 4. La4 Pf6 5. 0 0 Le7 6. Te1 b5 7. Lb3 d6 8. c3 0 0 9. h3 Pa5 10. Lc2 c5 11. d4

11. … Pd7

Zwart begint in de diagramstelling zijn plan om d4 driemaal aan te vallen. Na de tekstzet staat hij klaar voor … Le7-f6, … Dd8-b6 en … Pa5-c6. Fischer weet echter feilloos het manco van het zwarte plan bloot te leggen.

12. dxc5!

Krijgt een uitroepteken van Fischer. Na 12. Pbd2 was namelijk bekend dat zwart met 12. … cxd4 13. cxd4 Pc6 gelijk spel kon bereiken. Wit heft dus nu vrijwillig de spanning op en de belangrijkste reden is dat zwart door het terugtrekken van het paard op f6 naar d7 de controle over veld d5 is kwijtgeraakt.

12. … dxc5 13. Pbd2 Dc7?

Een teken aan de wand, geeft Fischer in zijn boek “My 60 Memorable Games” aan. ‘Als een dergelijke na¬tuur¬lijke ontwikkelings¬zet al tot moeilijk¬heden leidt, wat is deze stelling dan eigenlijk voor zwart?’ Bo¬leslavsky be¬veelt het zetje 13. … f6 aan maar daar¬van is Fischer niet onder de indruk. Wit komt volgens hem in het voor¬deel na 14. Ph4 Pb6 15. Pf5 Tf7 16. Dg4! (Veel beter dan 16. Pxe7+? zoals voor¬kwam in een partij Fischer – Ivkov, Havanna 1965.) 16. … Kh8 17. h4 met de bedoeling h4 h5, gevolgd door Pd2 f3¬ h4 en wit heeft enorme druk op de ko¬ningsvleugel. Belangrijk is dat wit 17. … g6 kan beant¬woorden met 18. Ph6! Tg7 19. Df3 enz.

14. Pf1 Pb6 15. Pe3 Td8 16. De2 Le6

17. Pd5!

Het gevolg van wits superieure strategie. Onder tijdelijke opoffering van een pion probeert wit de enigszins verlaten zwarte koningsvleugel te belagen. Door de ruil van de centrumpionnen worden er enkele diagonalen en lijnen geopend, hetgeen in het voordeel van de witte lopers werkt.

17. … Pxd5

Slechter is 17. … Lxd5?! wegens 18. exd5 f6 19. h4! Pxd5 (Of 19. … Pac4 20. h5 Pd6 21. Dd3! e4 22. Txe4 Pxe4 23. Dxe4 en het witte initiatief slaat door.) 20. h5 met de sterke dreiging De4, waarna de zwakte van de witte velden in het zwarte kamp zich doet voelen.

18. exd5 Lxd5 19. Pxe5

En wit kreeg al spoedig de overhand. De rest van de zetten geef ik zonder commentaar:

19. … Ta7 20. Lf4 Db6 21. Tad1 g6 22. Pg4 Pc4 23. Lh6 Le6 24. Lb3 Db8 25. Txd8+ Lxd8 26. Lxc4 bxc4 27. Dxc4 Dd6 28. Da4 De7 29. Pf6+ Kh8 30. Pd5 Dd7 31. De4 Dd6 32. Pf4 Te7 33. Lg5 Te8 34. Lxd8 Txd8 35. Pxe6 Dxe6 36. Dxe6 fxe6 37. Txe6 Td1+ 38. Kh2 Td2 39. Tb6 Txf2 40. Tb7 Tf6 41. Kg3 1-0

Ad 3)

De meest ingewikkelde strijd ontstaat als wit de spanning in het centrum zo lang mogelijk in stand houdt. De zwartspeler is er mee gebaat als hij duidelijkheid krijgt omtrent de situatie in het centrum. Hem is er dus alles aan gelegen om de druk op te voeren zodat zijn tegenstander min of meer verplicht wordt een definitieve keuze moet maken. Het probleem voor zwart is namelijk dat hij bij elke zet die hij speelt rekening moet houden met de drie verschillende opties van zijn tegenstander. Dat maakt het bijzonder ingewikkeld waar hij zijn stukken moet plaatsen. Wil hij bijvoorbeeld zijn dameloper naar b7 ontwikkelen, kan dat voor wit een argument zijn om juist dan met d4-d5 het centrum te sluiten. De loper op b7 staat dan op dit veld om twee redenen niet goed:

a) hij kijkt aan tegen de pion op d5 en heeft dus niets te zoeken op b7;

b) het paard van a5 dient zo snel mogelijk omgespeeld te worden naar b7 om na (… c5-c4) in het spel gebracht te worden.

De loper moet dus weer omgespeeld worden naar bijvoorbeeld d7 en zwart heeft dan veel tijd verloren. Het is dus zaak om ‘multifunctionele’ zetten te verzinnen die stroken met alle drie type stellingsbeelden. Om een idee te geven hoe zwart dat zou kunnen doen, schotel ik graag het volgende fragment van Keres voor, waarbij ik opnieuw gebruik maak van zijn analyses in “Ausgewählten Partien”.

Boleslavsky – Keres, Zürich 1953.

In deze overbekende stelling kwam Keres met het volgende originele idee.

12. … Td8!?

Zwart wacht met het ontwikkelen van zijn dameloper omdat hij nog niet weet waar die het best staat. Met de tekstzet stuurt zwart aan op het doorzetten van … d6-d5.

13. Pf1?!

Een wat zorgeloze zet, die Keres zonder commentaar laat passeren. Inmiddels weten we dat wit hier met 13. d5 toch zijn kaarten op tafel te leggen. Zwart moet in dat geval ook meteen reageren met 13. … c4, de enige manier om tegenspel te kunnen ontwikkelen op de damevleugel. Het paard van a5 dient snel omgespeeld te worden naar c5, omdat het in deze gesloten stelling buitenspel staat aan de rand.

13. … d5!?

De zwartspeler laat er geen gras over groeien. De zet geeft een mooi beeld van wat zwart zou kunnen doen in dit type stellingen. Achteraf kwam Keres erachter dat het inlassen van … cxd4 en cxd4 meer in overeenstemming is met de geheimen van de stelling. Waarom dat is zien we later.

14. exd5?!

Wit slaagt er achter het bord niet in om de juiste voortzetting te vinden. In eerste instantie ligt 14. Pxe5 voor de hand maar na 14. … dxe4 is niet te zien hoe wit in het voordeel kan komen, zelfs niet na de pionwinst met 15. Lxe4 Pxe4 16. Txe4 Lb7 17. Te1 cxd4 18. cxd4 Pc6 en zwart heeft prachtige compensatie voor de pion vanwege zijn prachtige loper op b7. Pas na een jaar ontdekte de Rus Vasiukov hoe wit op voordeel mag hopen met 14. dxe5. Het idee is dat wit na 14. … dxe4 (Belangrijk is trouwens ook dat 14. … Pxe4 zwart niet helpt na 15. Pe3 Le6 16. De2 en wit beschikt over de lastige dreiging Pxd5.) verder gaat met 15. P1d2! exf3 16. exf6 Lxf6 17. Dxf3 Le6 18. Pe4 en het witte initiatief op de koningsvleugel is bijzonder gevaarlijk. Dat werd bewaarheid in de veel later gespeelde partij Zaw Win Lay-Zaw Oo, Yangon 1999. Hier blijkt een belangrijk thema: als zwart de pionnenruil … cxd4, cxd4 had ingelast, zou 17. Df3 niet mogelijk geweest zijn (omdat Lc2 gaat hangen).

14. … exd4 15. cxd4 Pxd5

16. De2?!

Wederom niet de meest principiële zet. Er was een gevaarlijke zet waar zwart rekening mee moest houden: 16. Pg5!? g6! (Veel beter dan 16. … h6 17. Dh5 Lxg5 18. Lxg5 of 16. … Pf6 17. Df3 en de dreigingen Dxa8 en Lxh7+ zijn erg lastig voor zwart.) 17. Pxh7 cxd4! (gevolgd door … d3 en zwart slaat het initiatief neer. Overigens zou aanname van het paardoffer met 17. … Kxh7 verliezen voor zwart na 18. Dh5+ Kg7 19. Dh6+ Kg8 20. Lxg6 fxg6 21. Dxg6+ Kh8 22. Te5.

16. … Lb7

Zwart verijdelt combinaties met Lg5 of Pg5 omdat de onderste rij nu gedekt is.

17. Pg3

Nu wordt 17. Pg5 g6 18. Pxh7? weerlegd door 18. … Pc6! en niet door 18. … Dc6 zoals Keres aangeeft.

17. … cxd4

Keres vond dat hij nu 17. … g6 had moeten doen om Pf5 uit de stelling te halen. Toen wit echter verder ging met

18. Pxd4?!

kwam zwart in het voordeel met

18. … g6!

De rest van de zetten zonder commentaar:

19. Lh6 Lf6 20. Pb3?! Pc4 21. Pe4 Lxb2 22. Pbc5 Lxa1 23. Txa1 f5! 24. Pxb7 Dxb7 25. Pc5 Dc6 26. Pd3 Pc3 27. De1 Df6 28. f4 Pe4 29. Kh2 Dc3 30. Db1 Pcd2 31. Dc1 Txd3 32. Lxd3 Dxd3 33. Dc7 Pf3+! 0-1

Het Spaans is een dermate complexe opening dat het onmogelijk is om deze uitputtend te behandelen in een korte serie artikelen. Wel hoop ik de lezer de belangrijkste thema’s en strategieën aangereikt te hebben, zodat hij er in de eigen partijen zijn voordeel mee kan doen.

    Modelpartijen:

  • Fischer – Keres, Curaçao 1962.
  • Boleslavsky – Keres, Zürich 1953.

Alle partijen en fragmenten via de viewer:

(wordt vervolgd)

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.