Canon (20): Jan Timmans smalle pad

 

“Na mij is er een reeks gekomen van jongelui, die een briljante wetenschappelijke carrière, maatschappelijke ambities of een bloeiend gezin gering achtten en de brede weg gemeden hebben die de massa’s gaan, die zich aan elkaar vastklampen en het smalle pad zijn opgegaan, waar alleen het bittere kruid der ontgoocheling overvloedig groeit en waarop geen vreugde te vinden is, maar alleen de geheime en eenzame last der ontbering.

O, hoe moeizaam is het pad van de schaker op aarde!” Dit citaat van Hein Donner sprak Jan Timman kennelijk aan, toen hij in 1988 onder de titel ‘Het smalle pad’ een boek schreef over zijn moeizame strijd op weg naar het wereldkampioenschap.

In 1972 speelde de twintigjarige Timman voor het eerst mee in een zonetoernooi. In Helsinki en het nabije Forsa bleek hij er nog niet rijp voor. Drie jaar later in Reykjavik overleed zijn vader tijdens het toernooi, maar Timman was toen al uitgeschakeld. In 1978 in Amsterdam was hij samen met Tony Miles favoriet voor de eindzege. Beiden plaatsten zich inderdaad voor het interzonetoernooi. Direct werd op initiatief van Max Euwe een Timman-comité geïnstalleerd, mede naar aanleiding van zijn sprong naar de vijfde plaats op de wereldranglijst. Het comité zou fondsen werven en behulpzaam zijn bij de deelname aan sterke toernooien en matches. Dankzij het comité kon Timman de Zweedse grootmeester Ulf Andersson als secondant aanstellen.

Het interzonetoernooi in 1979 in Rio de Janeiro werd legendarisch, vooral vanwege de partij Timman-Velimirovic, die enkele malen werd afgebroken en pas dagen later uitgespeeld. Heel schakend Nederland analyseerde aan de hand van Donners verslagen in de Volkskrant het moeilijke eindspel van toren en a-pion tegen loper en a-pion. Volgens het toonaangevende eindspelboek van Chéron kon het niet binnen de vereiste vijftig zetten worden gewonnen, maar Andersson slaagde erin Chéron te verbeteren. Daar heb je dan een secondant voor. Timman won de partij, maar miste plaatsing voor de kandidatenmatches op een half punt. Dramatisch was zijn partij in de laatste ronde, waarin hij tegen de Cubaanse outsider Garcia in het eindspel dat cruciale halve punt liet liggen.

In 1982 speelde Timman in Las Palmas geen rol van betekenis, maar in de cyclus 1985-87 ging het eindelijk goed. Hij won het interzonetoernooi in Taxco (Mexico), waarna de kandidatencyclus begon met een toernooi met zestien deelnemers. Daarin werd hij vierde, wat plaatsing voor de halve finale opleverde. Artur Joesoepov zette hem vervolgens met 6-3 de voet dwars. In het boek, dat als een klassieker in de Nederlandse schaakliteratuur moet worden beschouwd, vertelt Timman hoe iedere teleurstelling hem vele maanden van verwerking kostte. Het ‘bittere kruid der ontgoocheling’ (Donner) heeft Timman diverse malen gekend.

In de cyclus 1988-90, dus na het boek, mocht Timman meteen in de kandidatenmatches beginnen. Hij versloeg achtereenvolgens Salov, Portisch en Speelman elk met één punt verschil. De finale in Kuala Lumpur in 1990 tegen Karpov verloor hij kansloos met 4-0 en vijf remises.

Het verst kwam Timman in de cyclus 1991-93, onder andere met revanche op Joesoepov. Daarover verschijnt een apart venster met de titel Timman-Karpov 1993.

Van Jan Timman zijn heel veel partijen te vinden. Hier enkele daarvan (let op groot bestand, meer dan 3000 partijen, laden duurt 1e keer lang):

 

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.