Begrijp wat u doet: Siciliaans: Najdorf 1

Hoofdsystemen

Nadat we in twee afleveringen in algemene beschouwingen het Siciliaans hebben geïntroduceerd, wordt het tijd om iets specifieker te worden. De komende afleveringen zullen in het teken staan van de populaire Najdorf- en Scheveningervarianten. Hoewel het beide afzonderlijke systemen zijn, is er een overlap naar stellingen die vanuit verschillende volgordes kunnen ontstaan. In deze rubriek beperken we ons tot de Najdorf¬variant. Die komt op het bord na de volgende zetten:

1. e4 c5 2. Pf3 d6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pf6 5. Pc3 a6

Miguel Najdorf (Foto bron onbekend)

Na 5. … e6 zou de beginstelling van de Scheveninger ontstaan, die later aan bod komt. De tekstzet heeft de naam meegekregen van de Pools/Argentijnse grootmeester Miguel Najdorf. Het oorspronkelijke idee, dat door hem in de praktijk werd getest, is om na 6. Le2 verder te gaan met 6. … e5. De reden om met zwart een pion op e5 te zetten is om ruimte in het centrum te creëren en om ooit tot … d6-d5 te komen, zonder dat wit e4-e5 kan antwoorden. In navolging van de Boleslavsky-variant (1. e4 c5 2. Pf3 Pc6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pf6 5. Pc3 d6 6. Le2 e5) kwam men erachter dat het prijsgeven van veld d5 beter niet met een paard op c6 kan geschieden. Najdorf had ontdekt dat het paard veel beter via d7 kan worden ontwikkeld, zodat het later naar b6 kan om aldus de strijd om veld d5 aan te gaan. Het is onmogelijk om in het tijdsbestek van deze rubriek diepgravend in te gaan om de verschillende systemen. Ik beperk me slechts tot het aanstippen van enkele mogelijkheden met globaal gezien een paar achterliggende gedachten.

A) 6. Le2

Dit was jarenlang de lievelingsvariant van Karpov. We kijken nu uitsluitend naar het typische Najdorfantwoord:

6. … e5

In de wandelgangen sprak men van de zogenaamde Opocensky-variant. Zwart geeft veld d5 op, maar hij probeert met zijn stukken (… Lc8-e6, … Pb8-d7-b6) dat veld weer onder controle te krijgen, zelfs zodanig dat hij ooit tot … d6-d5 zou kunnen komen. Bovengenoemde manoeuvres worden veelal voorafgegaan door … b7-b5 waarmee zwart ruimtewinst op de damevleugel boekt. Zijn spel ligt doorgaans op de c-lijn waarbij hij graag gebruik zou willen maken van veld c4. Na 7. Pb3 ontstaat meestal een posi¬tio¬nele strijd die zich in handen van Karpov ook vaak op de damevleugel afspeelde. Een mogelijk zetverloop is:

7. … Le7 8. 0-0 0-0 9. Le3

Dit is de vrucht van jarenlange ervaringen met deze stelling. In feite ziet wit hiermee voorlopig af van acties met f2-f4 omdat hij na … e5xf4 een tempo met de loper zou ver¬liezen. Dat heeft men jaren geprobeerd maar omdat zwart snel een paard op het mooie veld e5 krijgt, wees de praktijk uit dat er voor wit niet zoveel te halen valt. De witte pion op e4 is net zo kwetsbaar als de zwarte op d6.

9. … Le6 10. Dd2 Pbd7 11. a4 Tc8 12. a5

Hiermee verlegt wit de strijd volledig naar de damevleugel. Een modelvoorbeeld voor wits strategie is de partij Karpov – Nunn, Amsterdam 1982.

12. … Dc7 13. Tfd1 Tfd8 14. De1 Dc6

Zwart doet een poging om … d5 door te zetten, maar daar komt het niet van. In een partij Ivanchuk – Van Wely, Kalithea 2008 speelde zwart 14. … Pc5 en haalde daarmee een vlotte puntendeling binnen.

15. Lf3! Lc4

Op het eerste gezicht een lastig te beoordelen stelling. Met zijn volgende manoeuvre toont Karpov aan dat wit het heft in handen heeft.

16. Pc1!

Vrijwel al zijn stukken staan functioneel opgesteld, alleen het paard van b3 doet niets. Met deze leerzame manoeuvre wordt het paard via a2 en b4 omgespeeld naar het mooie veld d5.

16. … h6 17. P1a2 Pc5 18. Pb4 De8 19. g3

Karpov heeft geen haast. Hij heeft veld d5 grondig in handen en met een vroegtijdige bezetting van dat veld zou hij zwart een handje helpen. Na 19. Pbd5 Pxd5 20. Pxd5 Lxd5 21. Txd5 volgt 21. … Lg5! en zwart ontdoet zich van zijn slechte loper waarna hij weinig problemen ondervindt.

19. … Tc7 20. Lg2 Tdc8 21. b3 Le6 22. Pcd5 Pxd5 23. Pxd5 Lxd5

Het witte paard is te sterk, daarom moet zwart deze concessie doen.

24. Txd5 Tc6 25. Tad1 Pe6 26. c4

Langzaam maar zeker neemt Karpov de stelling in zijn greep.

26. … Lg5!?

Een interessante poging van Nunn om te proberen los te komen.

27. La7!

Karpov wil nog even geen afstand doen van deze mooie loper.

27. … Ta8 28. Lb6 Ld8 29. Le3 Lc7

Na 29. … Lg5 zou zwart een stuk slechtere versie hebben omdat de zwarte toren nu op a8 staat.

30. De2 b6 31. b4 bxa5

32. b5!

Wit creëert nu een bijzonder sterke vrijpion.

32. … axb5 33. cxb5 Tc5

Nunn maakt er een kwaliteitsoffer van.

34. Lxc5 Pxc5

De technische afhandeling lijkt nog niet makkelijk maar in handen van Karpov gaat het toch heel soepel.

35. Lf1 a4 36. Dc2 a3 37. Lc4

Zo komt de loper op de juiste diagonaal. Niet alleen wordt de gevaarlijke zwarte vrijpion onder controle gehouden, ook kan hij zo belangrijke velden in het centrum bestrijken.

37. … Pe6 38. T5d3 Pd4 39. Da2 Lb6 40. Txa3

Zwart verloor door tijdsoverschrijding.

1-0

B) 6. Lc4

Dit mag met recht het "Fischer-systeem" genoemd worden omdat Fischer het systeem veelvuldig met veel succes heeft toegepast. In Nederland mag de Nederlandse meester Willy Hendriks zich tot de specialisten rekenen. De belangrijkste bedoeling is om met f2-f4-f5 te proberen zodanig druk uit te oefenen op pion e6, zodat zwart wordt geprovoceerd tot … e6-e5. Met de witte loper op b3 hoopt wit daarna te kunnen profiteren van de zwakte van veld d5. We laten het systeem verder rusten, hoewel het een complex op zichzelf is.

C) 6. f4

Als zwart nu een opstelling inneemt met … e6 krijgen we wederom een overgang naar de Scheveninger. We zullen hier uitsluitend voortzettingen onder de loep nemen die voor Najdorfspelers een zelfstandige betekenis hebben.

Het idee van wit is om met Lf1-d3 meestal in combinatie met Pd4-f3, Dd1-e1-h4 een aanval op de koningsvleugel op te zetten of te gaan werken met acties in het centrum te beginnen met e4-e5. Als zwart een opstelling inneemt met … g7-g7 en … Lf8-g7 (hetgeen zeer gebruikelijk is) kan wit met bovengenoemd schema proberen uit te voeren, zoals dat door Nunn wordt gepropageerd in zijn serie “Beating the Sicilian”. Hieronder een fraaie aanvalspartij van de Britse grootmeester.

Nunn – Cserna, Lugano 1984.

6. … e5

"Dit was zwarts meest populaire keuze", schrijft Nunn in "Beating the Sicilian 3".

7. Pf3 Dc7 8. a4 Pbd7 9. Ld3

9. … g6

Het is belangrijk voor zwart om te bepalen waar zijn zwartveldige loper naartoe ontwikkeld moet worden. Op e7 lijkt logisch omdat zwart dan zijn koningsvleugel niet verzwakt, maar het nadeel is dan dat wit met Pf3-h4-f5 kan gaan werken.

10. 0-0 Lg7 11. De1 0-0 12. fxe5 dxe5 13. Dh4

Merk op dat wit geen tijd verliest. Hij wil in één zet zijn dameloper ontwikkelen naar h6.

13. … b6 14. Lh6 Lb7 15. Pg5

De contouren van wits "standaardaanval" beginnen zich te ontwikkelen. Wit bereidt een verdubbeling voor op de f-lijn en hij staat dan klaar voor een combinatie.

15. … Tfc8

Dit oogt vreemd: zwart haalt een toren van de f-lijn af terwijl zich op de koningsvleugel al donkere wolken samenpakken. De bedoeling is om met … Dc5+ en … Df8 de dame in de verdediging te betrekken. Na 15. … Ph5? 16. Lxg7 Kxg7 17. Txf7+! is trouwens het direct uit. Op 15. … Tae8 is volgens Nunn 16. g4 sterk en op 15. … Tfe8 volgde 16. Lxg7 Kxg7 waarmee in de partij Rantanen-Morris, Gausdal 1978 de zwarte koningsstelling aan flarden getrokken met 17. Pxf7!? Kxf7? (De enige zet is hier 17. … Dc5+ hoewel wit na 18. Kh1 Kxf7 19. Dxh7+ Ke6 20. Txf6+ Pxf6 21. Dxb7 ook erg goed staat.) 18. Dxh7+ Ke6 19. Txf6+! Kxf6 20. Tf1+ Ke6 21. Lc4+! Kd6 22. Td1+ Kc6 23. Ld5+ Kc5 24. Lxb7 en opgegeven. Overigens is 15. … Dd6 volgens Nunn de enige redelijke voortzetting.

16. Kh1 Dd6 17. Lxg7 Kxg7

18. Pxf7!

Dit buitenkansje laat de Engelse grootmeester zich niet ontnemen.

18. … Kxf7 19. Dxh7+ Ke6 20. Dxg6 De7

Dit gaat zonder commentaar voorbij maar merkwaardig genoeg was 20. … Ke7 de enige zet.

21. Tad1!

Het is van belang om de vluchtroute van de zwarte koning af te snijden.

21. … Dh7 22. Dg3

Vermoedelijk mist Nunn hier de optimale voortzetting die te vinden was in 22. Dg5!

22. … Ke7

23. Pd5+

Hier komt 23. Tf5 nog meer in aanmerking.

23. … Lxd5 24. exd5 Dh6?

Een blunder in moeilijke stelling. De enige zet was 24. … e4 maar zoals Nunn terecht opmerkt gaat de aanval na 25. Tde1 Tg8 26. Dc7! onverminderd door: 26. … Tac8 (Na 26. … Dg6 27. d6+! Ke6 28. Lc4+ Ke5 29. Lxg8 Txg8 wint 30. Tf2) 27. d6+ Ke6 28. Db7 en wit zal ook hier aan het langste eind trekken.

25. d6+!

Hiermee wordt de zwarte koning naar de onderste rij gedwongen.

25. … Kd8

Op 25. … Kxd6 wint 26. Lxa6+ Ke7 27. Dd3.

26. Lf5! Ta7 27. Lxd7 Txd7 28. Txf6!

1-0

Illustratieve partijen:

  • Karpov-Nunn, Amsterdam 1982.
  • Nunn-Cserna Lugano 1984.

Alle partijen en fragmenten via de viewer:

Belangrijkste geraadpleegde bronnen: De wereld van de schaakopening, deel 3 van Paul van der Sterren, Beating the Silician 3 van Nunn en de database van Chessbase.

Reageren? Stuur een e-mail naar .

(wordt vervolgd)

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.