“Wel eerlijk spelen, hè?”

In het nieuwe clubgebouw van HSG wordt in een mooi zaaltje van een verzorgingstehuis de wedstrijd tegen De Stukkenjagers gespeeld tussen de nummer één en nummer laatst op rating. De analyseruimte is op de gang waar wat tafels neergezet worden en waar de spelers wat moeten improviseren om hun partijen te gaan bekijken na afloop. Regelmatig verschijnen er wat oude mensjes op rollators en in rolstoelen in de gang en zij kijken verstoord op als zij die schakers daar zien turen naar de schaakborden. Ze kunnen er niet goed langs met hun looprekjes. Zo is er een oud dametje dat in figuurlijke zin niet over zich heen laat lopen. Zij geeft Sprenger en Van Kampen een veeg uit de pan omdat zij en haar vriendin – die eveneens slecht ter been is – er niet goed langs komen. De heren merken niets van dit voorval, zij zijn teveel in gedachten verzonken over hun partij. Een paar andere schakers duwen tafel en stoelen naar achteren en nu kunnen de dames er eindelijk langs. De dame, die kennelijk niet op haar mondje is gevallen, roept nog even achterom als zij voorbij het ‘obstakel’ is: “Wel eerlijk spelen, hè?”

Nadat De Stukkenjagers in het vorig seizoen in een zinderende finale (lees hier het verslag van die wedstrijd) naar de Meesterklasse was gepromoveerd, stond in de eerste ronde de wedstrijd tegen landskampioen HSG uit Hilversum op het programma. Johan Hut had de verwachting voor deze wedstrijd in zijn voorbeschouwing al wat genuanceerd. Nadat de sponsoring van Joop van Oosterom was stopgezet, was duidelijk geworden dat HSG flink aan kracht had ingeboet, aangezien een groot aantal professionals hun heil waren gaan zoeken bij andere verenigingen.

Dat werd ook duidelijk toen wij het nieuwe speellokaal van HSG betraden. De Hilversummers hadden hun toevlucht genomen in een verzorgingstehuis, waar zij naar verluidt na een half jaar al weer zullen moeten vertrekken vanwege een verbouwing. Toen de opstellingen werden opgelezen gaf dat bij HSG een sterke top te zien met de grootmeesters Daniel Stellwagen, Vladimir Chuchelov en de kersverse GM Robin van Kampen en IM Jop Delemarre aan de eerste vier borden. Aan bord negen had Henk Vedder plaatsgenomen en de andere spelers waren gerekruteerd uit het tweede team. Aangezien De Stukkenjagers op rating verreweg het zwakste team in de Meesterklasse heeft, maar wel met veel jeugdig elan (Stefan Beukema, Mark en Anne Haast, nieuweling Tijmen Kampman en de ook niet zo heel oude spelers Bianca Muhren, Cor van Dongen en onze sterke Duitse IM Jan Sprenger), leek dit een wedstrijd te gaan worden rondom de 5-5. Daar leek het aanvankelijk ook op, toen ik na zo’n 3 uur spelen een rondje langs alle borden maakte. De score werd geopend door Anne Haast, die een prachtige partij op de ‘mat legde’ en haar goede stelling op fraaie wijze tactisch afmaakte. De originele paardzet aan het slot kan zo de annalen in.

Henseler – A. Haast

14. Te1 Een nieuwe zet. Hij lijkt logisch om uit de diagonaal van La6 te gaan, maar het laat punt f2 los. Altijd gevaarlijk tegen een speler als Anne Haast… [14. Lc1 Da5 15. Lb2 is nog bekend.] 14… Pb6 15. Lc1 Db4 16. Lb2 Pg4 17. Dc2 c4 18. h3?! Dat is de kat op het spek binden.

18… Pxf2! 19. a3? En meteen fikse blunder er overheen. [De rechtvaardiging van het offer zit hem in de volgende variant: 19. Kxf2 cxb3 20. axb3 Dc5+ 21. e3 Pxd5 22. Tbc1 Pb4!? [Ook 22… Tc8 is oké voor zwart.] 23. De4 Pd3+ en zwart staat beter.] 19… cxb3 20. axb4 bxc2 21. Tbc1

21… Pd1! Na deze artistieke paardzet gaf wit zich gewonnen: hij verliest minstens een stuk. 0-1

Het duurde niet lang eer er een tweede punt aan onze kant bijkwam. Dat punt mocht ik zelf op mijn conto schrijven, want in een avontuurlijke koffiehuispartij had ik collega trainer Jop Delemarre in tijdnood weet te verschalken.

Delemarre – Grooten

1. d4 Pf6 2. Lg5 De Trompovsky, een verrassing voor mij dat Jop dit op het bord bracht. 2… d5 3. e3 Pe4 4. Lh4 g5 5. Lg3 Lg7 6. Pd2 Pxg3 Vreemd genoeg is dit een nieuwtje. Ik wilde graag op het loperpaar spelen, overigens een specialiteit van mijn tegenstander die daar les in geeft! 7. hxg3 c5 8. c3 Db6 9. Db3 c4 10. Dc2 Het lijkt op een Slav met verwisselde kleuren met wat vreemde elementen erin (pion op g5 bijvoorbeeld.). 10… f5 Om e3-e4 uit de stelling te halen. 11. b3 cxb3 12. axb3 Pc6

13. g4 De harde aanpak. [Logischer lijkt mij 13. Ld3] 13… fxg4 Na rijp beraad gespeeld. Hoewel ik nu het nodige toelaat, was de belangrijkste gedachte dat de pion op g4 wit danig zou hinderen bij het ontwikkelen. 14. Txh7 Txh7 [Vooral niet 14… O-O?? wegens 15. Dg6 Tf7 16. Txg7+! Txg7 17. De8+ Kh7 18. Ld3+ met winst.] 15. Dxh7 Kf8 De dame is binnengedrongen, maar staat ook buitenspel. Wat is wijsheid? 16. Dh5 e5 Zwart gaat verder met zijn ondermijningsplannen om de zwarte velden open te breken. Het kost wel een pion. 17. Dxg5 exd4 18. exd4

18… Le6 Ik wilde zo snel mogelijk mijn hele legermacht ontwikkelen, bij wit staat er nog het nodige in de beginstelling. Dat had ook te maken met een training die ik de dag erna zou geven. Ik was van plan de kids een partij te laten zien van de Engelsman Hodgson (ja, die man van de Trompovsky!) waarin hij het een en ander offert in ruil voor activiteit. [Na afloop suggereert Jop dat ik het wat strategischer had moeten aanpakken met 18… Pe7 en waarschijnlijk heeft hij gelijk. Zwart heeft compensatie voor zijn pion vanwege zijn loperpaar.] 19. Ld3 Een beetje riskante zet. Achteraf dachten we dat wit eerst zijn paard had moeten ontwikkelen. [Na 19. Pe2 Te8 20. Kd1 duurt het nog steeds even, maar de dreiging Pf4 is lastig te bestrijden. Wit staat waarschijnlijk prima hier.]

19… Pxd4?! Die zwarte velden moeten open en het is nu of nooit dacht ik tijdens de partij. Het blijkt een speculatief offer te zijn, dat vermoedelijk niet correct is. Het duurde een hele tijd voordat ik zag hoe ik op wits geplande schaakje met Df4+ zou kunnen reageren. [In de analyse vonden we ook dat zwart best dames mocht ruilen met 19… Dd8] 20. Df4+?! Hier had wit zijn zinnen op gezet, maar we hebben beiden niet goed gerekend. Er is een frappante weerlegging voor handen die uiterst moeilijk te vinden is. [Wit had gewoon moeten slaan en daarmee de dubbele aanval op Ld3 en Ta1 moeten toelaten. 20. cxd4 Dxd4 Na 21. Tc1 blijkt de enige zet is, maar die was absoluut niet gepland. 21… Te8 Zwart heeft nu de grootste moeite om op de been te blijven met [21… Dxd3 heeft hij 22. Tc7 en nu dreigt hij behalve Dxg7 ook nog De7+ gevolgd door Dxe6. Het is nu meteen uit.] 22. Lg6 Lf6 23. Dh6+ Lg7 24. Dh5 g3 25. Df3+ Lf7+ 26. Kd1 Df6 en wit heeft riante winstkansen hierna.] 20… Ke7! Die zag ik pas na een hele tijd, voordat ik op d4 offerde. [Ik had wel ontdekt dat 20… Kg8 niet werkt vanwege 21. cxd4 Tf8 22. Dh2!] 21. cxd4 Tf8 22. Dh2 Wederom de enige zet [Nu faalt 22. De3 op 22… Lxd4]

22… Dxd4?! Goed genoeg, maar er was iets sterkers. [Direct winnend was 22… Lxd4! maar in plaats van goed te rekenen, ging ik maar eens op grond van algemene overwegingen (centralisatie) te werk.] 23. Tc1 Dxd3 [Niet goed is 23… Le5 24. Dh4+] 24. Tc7+ Ld7 25. Dh4+

25… Tf6! Die is van belang. 26. Dxg4 [Nu werkt 26. Txd7+? niet vanwege 26… Kxd7 27. Dxg4+ Te6+ SCHAAK!] 26… Te6+ 27. Kd1 [Relatief beter is 27. Pe2 maar ook dan trekt zwart aan het langste eind met 27… Le5 28. Txb7 Da6!] 27… Lc3 28. Pf3 Kd8 Zwart gaat uit de penning, waardoor hij plotseling … Te1+ dreigt. 29. Dg3 Dit is nog een breekbare stelling waarin een ongeluk in een klein hoekje zit. 29… Lb5 Dit leek me een adequaat antwoord. De dame staat nu gedekt zodat aftrekschaakjes niet werken en tevens dreig ik ineens … Te1+! Omdat bij mijn tegenstander de seconden wegtikten, leek het erop dat de winst nu echt binnen handbereik was. [De eenvoudigste weg naar de winst viel nu te behalen met 29… De2+ 30. Kc1 Lxd2+ 31. Pxd2 Ta6] [Nu zou bijvoorbeeld 29… Te2?? verliezen voor zwart vanwege 30. Txd7+ Ke8 [30… Kxd7 31. Pe5+ met damewinst.] 31. Txd5! Dxd5 32. Kxe2 en wit wint.] 30. Txc3 Dxc3 31. Dg8+ Nu gaat het snel mis bij de witten. [31. Db8+ Dc8 32. Dxc8+ Kxc8 33. Pd4 Tb6 zou een verloren eindspel opleveren, maar was de beste vechtmogelijkheid.] 31… Ke7 32. Dh7+ [Na 32. Dg5+ is het even werken om uit de schaakjes te komen, maar dat lukt met 32… Kd6 33. Dd8+ Kc5 34. Dc7+ Tc6 35. De7+ Kb6 36. Dd8+ Ka6] 32… Kd6 33. Dh2+ Kc6 Jop zag nu dat er geen verdediging meer was en maakte een sportief gebaar. 34. Pe1 Le2#

0-1

Dat zat niet tegen, want deze partij had ook net zo goed de andere kant kunnen uitvallen. Twee zwartpartijen met een vol punt, dat gaf goede perspectieven. Ondertussen kwam Tijmen Kampman melden dat hij het zekere voor het onzekere had genomen door remise te nemen in een stelling die ik vlak daarvoor nog als kansrijk zou hebben gekenschetst. Zelf gaf hij aan dat het mooie er al vanaf was.

Terwijl ik aan het analyseren sloeg, zag ik meer clubgenoten met vrolijke gezichten de gang op komen, waar een provisorisch analyselokaal was ingericht. Stefan Beukema was in een bekend Schots eindspel tegenstander John Markus te slim af geweest. Zelf schrijft onze jongste er het volgende over: “De schotse partij ging na lang nadenken van mijn tegenstander over in het Schotse eindspel. Als je daar niet met zwart precies weet wat je doet kan het snel misgaan. Het belangrijkste voor zwart is de pionnenstructuur intact houden zodat er geen zwaktes ontstaan. Mijn tegenstanders ging onwetend met zijn pionnen naar voren en kwam al snel in moeilijkheden. Toen mijn koning op de koningsvleugel binnendrong was het gedaan.”

Nog voor de tijdcontrole waren er nog twee punten bijgekomen, namelijk die aan de onderste twee borden. De voor mij op het oog totaal onduidelijke stelling tussen Henk Vedder en Mart Nabuurs was plotseling in het voordeel van de zwartspeler beslist. Dat ging niet zonder slag of stoot, want Mart had – zoals vorig jaar – het heel erg te kwaad met de klok. Maar toen zijn tegenstander zich pardoes liet matzetten, was het ineens gedaan!

H. Vedder – M. Nabuurs

30. Te1? Na deze zet gaat het snel bergafwaarts met wit. [Noodzakelijk was 30. Lxf6] 30… Lxg5 31. hxg5 Df5! Zwart zoekt zijn heil op de witte velden. 32. Ph4 Dh3 33. Pxg6

33… Kg7 Niet de meest handige. [Nu had 33… Pxg3! tot een geforceerd mat geleid.] 34. Pxe5? [De enige vechtkans bestond in 34. Pe7] 34… Pxg3! Nu alsnog… 0-1

Dat was ook het geval aan het laatste bord. Daar legde Wim van der Wijk een gave Catalaan op het bord en mede door wat slordig openingsspel van tegenstander Mark Clijsen, kreeg hij wat wits hartje begeert in deze opening. Met mooi spel won wit een pion, maar Van der Wijk begon te aarzelen en toen hij ‘vergat’ zetten te blijven doen, ging hij tot ieders verbazing ook nog op zet 39 door zijn vlag. Mark Clijsen geeft hieronder zijn versie van wat er in de partij gebeurde weer:

“Allereerst kan aan de partij nog 38… Lh5 worden toegevoegd. Rond het uitvoeren van 39. Pf4 viel de vlag van Wim. Zoals je zelf al snel aangaf na de partij gaat het eigenlijk al een beetje mis zo rond zet 6 / 7 ik had nog wel gehoord van klepel en de klok, maar waar ze hingen?? Tevens had ik in mijn snelle voorbereiding gezien dat Wim een behoorlijk degelijk en rustige speler is, toen de Catalaan op het bord kwam was ik daar allerminst tevreden mee. Het was dan min of meer het idee om het toch wat rommeliger en taktischer te maken en hem van de bekende positionele paden te laten afdwalen. Helaas lukte dat eigenlijk nooit 😉

Maar goed de partij: De combinatie … Pbd7 en … a6 is zeer ongebruikelijk. Pbd7 is wel een veel gespeelde zet maar na Dc2 moet toch echt c6 komen. waarna je met b3 of Pbd2 in ‘bekend’ water terecht komt het scoort overigens allemaal zeer behoorlijk voor wit. Na … a6 Pbd2 zit ik eigenlijk om zetten verlegen. Dan maar c5 😉 10. a3, 12 P4b3, 14 Pe3 kenmerken het spel van Wim rustig, maar allemaal zeer gezonde zetten. In de analyse dachten we dat 12… Pe5 een versterking zou zijn, maar Fritz geeft Pe4 – Le7 13 Pc3 aan met als prettig voor wit. Het lijkt ook wel te kloppen dat zwart met een hoop vreemde stukken zit. Maar ook 13 e4 lijkt erg goed te zijn, waarbij we in de analyse dachten dat 13… Dc7 wel prettig voor zwart zou zijn. Wit staat natuurlijk schitterend rond zet 15. Mooie stukken geen zwaktes (misschien b3, en wat aanliggende witte velden, maar niets om je echt druk om over te maken). Zwart zit natuurlijk tegen rommel aan te kijken. Gelukkig kan ik nu wel wat stukken op wat mooiere plekken wegzetten. Overigens waardeert Fritz het allemaal maar in de marge, maar ik was absoluut niet blij. Vreemd genoeg ziet 21. Lxh3 (ruil witveldige loper er ook mooi uit voor wit) maar natuurlijk nergens voor nodig. 24… Lxd4 25. Dxd7 Lxf2 26. Kxf2 Pxd7 27. Txd5 is natuurlijk helemaal niks. Op Pc4 had ik mijn hoop gevestigd te hopen een eindspel in te duiken met 4 vs 3 en wat lichte stukken. Mogelijk zijn daar wat remise kansen. Wat echter duidelijk is wit kan op meerdere manieren een pion winnen (d4 en b7 vs b2). Na 28. Td4 hadden we beide nog 4 minuten, maar het kostte mij 2 minuten om tot een oplossing te komen voor het bijna ingesloten paard. Na 32. Pb4 is het ongeveer gelijk…heb dan eindelijk ook iets bereikt met die lelijke a3 pion…

In tijdnood wordt er met hele en halve punten gegooid. Een voorbeeld is 37… Tc1+ 38 Kf2 Pc6 39 Td2 Le4 0-1. Overigens is de eindstelling reuze interessant omdat zwart verliest zijn loper, maar de zwarte pionnen op de damevleugel zijn heel gevaarlijk. Gelijk b4 of Pxa3 en Pc2 zijn toch hoofdbrekers voor wit.”

Daar konden we bepaald niet over mopperen. En ook niet over wat er op het bord van Mark Haast gebeurde. Die stond naar eigen zeggen aanvankelijk prima, maar met b4-b5 gaf hij de tegenstander heel veel tegenspel. Mark bleek echter in wederzijdse tijdnood de handigste en haalde nu ook een vol punt binnen.

Inmiddels had HSG wel wat teruggedaan. Stellwagen had tegenstander Cor van Dongen toch nog in de luren weten te leggen en met zwart een vol punt weten aan te tekenen. Cor (en dus niet Huub van Dongen – zoals Wim van der Wijk als een pijnlijke vergissing in zijn verslag meldt. Huub was een zeer goede vriend van mij die deze zomer helaas op 55-jarige leeftijd onverwachts is overleden. Lees hier mijn In memoriam) zegt over zijn partij het volgende:

“Ik kwam prima uit de opening, had licht voordeel en ook grote tijdvoorsprong. Vervolgens deed ik het niet handig, waardoor een tweesnijdende stelling ontstond. In wederzijdse tijdnoodfase kwam het ratingverschil naar voren, hij deed betere zetten dan ik. En ik zag in een zettenreeks een tussenzetje over het hoofd, waardoor hij binnenkwam. Dit kostte een pion en dit resulteerde vervolgens in een verloren eindspel.

Wat we van te voren niet hadden durven dromen was nu al werkelijkheid geworden. De tussenstand was 1½ – 6½ met de partijen op de borden twee en drie nog aan de gang. Het duurde eventjes, maar toen werd de vrede getekend tussen Sprenger en Van Kampen. Daar had de zwartspeler steeds het betere van het spel, maar wat er precies aan de hand was in deze partij laat Sprenger in zijn uitgebreide analyse hieronder zien:

Sprenger – Van Kampen

1. e4 c5 2. Pf3 d6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pf6 5. Pc3 a6 6. g3 Tegen de "Justin Bieber van de Nederlandse schaakwereld" (Bianca) wilde ik als recreatieve schaker niet de Be3-hoofdvarianten proberen. Maar natuurlijk is g3 niet bijzonder gevaarlijk. En als ik 3. Lb5+ speel kan ik beter stoppen met schaken. Toch overstappen op 1. d4? Dan heb ik met Jan-Willem, de vriend van Bianca, tenminste een uitstekende theoriechoach aan de hand. 6… e5 7. Pde2 Le7 8. Lg2 O-O 9. O-O b5 10. h3 Lb7 11. g4 b4 12. Pd5 Pxd5 13. exd5 Pd7 14. Pg3 g6 15. a3 Wit had ook andere mogelijkheden, vooral verbonden aan spel op de f-lijn. Misschien is dat beter dan de partij, voorbeeldvarianten staan beneden. Tenslotte koos ik voor a3 omdat ik onzeker was hoe ik Lh6/f4 moest beoordelen, en omdat spel op de damenvleugel de standardschablone is. [15. Lh6 Te8 16. f4 exf4 [16… Tc8 17. f5 Lg5 18. Lxg5 Dxg5 19. Pe4 Initiatief] 17. Txf4 a5 18. Pe4 Pe5 [18… Db6+!?] 19. Dd4 Tc8 20. Taf1 La6 21. T1f2 Initiatief] [15. f4!? exf4 16. Lxf4 Lf6 [16… Lg5 17. Dd4]] 15… a5 16. Lh6 Te8

17. axb4? [17. Dd2 zou beter moeten zijn. Wit houdt de stelling flexibel en speelt ab4: pas op het goede moment. 17… Db6 18. Le3 Db5 [18… Pc5?! bevalt me minder, het paard staat optisch goed, doet echter niks. 19. b3 [19. Pe4 Pxe4 20. Lxe4 Db5 =] 19… Tec8 20. Ta2 en Tfa1 met spel op de a-lijn.] 19. b3 Tec8 [19… Pb6?! 20. Tfd1 en Lf1 is vervelend.] 20. Ta2 Misschien kan zwart nu het best de spanning oplossen, met remise: 20… bxa3 21. Txa3 Db4 22. Ta2 Dxd2 23. Lxd2 Pb6 24. c4 a4 25. Ta3 Tcb8 = [25… axb3? 26. Txb3 Pxc4 27. Txb7 Pxd2 28. Txe7 +/-]] 17… axb4 18. Dd2 Db6 19. b3 [19. Le3 Db5 levert niets op.] 19… Txa1! 20. Txa1 Ta8 Zwart schat het eindspel correct als kansrijker voor hem in. 21. Txa8+ [21. Td1 Ta2 geeft zwart te veel spel.] 21… Lxa8 =+

22. Pf1 Op zich niet verkeerd, maar wit belandt nu geleidelijk in een perspectiefloze stelling. Robin van Kampen behandelt deze partiefase zeer goed. [22. Le3 Db5 23. Pe4 Lb7 en wit heeft weer geen actieve mogelijkheden. [23… Pb6 24. Lg5 Lf8 25. Pf6+ Initiatief]] 22… Dc5 23. Dd3 Met het idee het paard via d2 naar c4 te spelen zonder de loper van het spel uit te sluiten. 23… Lb7 24. Pd2 [24. Le3 Da5 25. Dc4 Pf6] 24… Da5 25. Pc4 Da1+ 26. Lf1

26… Pf6! Zwart vindt opnieuw de beste voortzetting. De stukken gaan allemaal naar hun oorspronkelijke velden terug, maar de Lh6 komt buiten spel te staan. [26… Pc5 27. Dd2] [26… La6 27. Ld2 Pc5 28. De2 levert allebei niets op.] 27. Pe3 [27. Lg5 Kg7] 27… Da5 28. Lg2 Dc5 Ik had moeite om hier een zet te verzinnen. Waarschijnlijk is afwachten met Lf3, Kg2 etc. aangewezen. In plaats daarvan stelde ik de dame op een verkeerd veld. 29. Dd2 Ld8 30. Lg5? Met een beetje druk op de klok (13′ voor 11 zetten) wilde ik een snelle zet doen, maar dat was geen goed idee.. [30. Dd3 =+] 30… Pe4! Het motief ik natuurlijk wel gezien, maar ik was even kwijt dat de dame op d2 en niet op d3 stond… arggh. 31. Lxe4 Lxg5 -/+ Ik weet niet of de witte stelling verloren is, maar zwart heeft in ieder geval excellente winstkansen. Gezien het verloop van de partij tot nu toe zou je verwachten dat wit min of meer kansloos eraf gaat. Raar genoeg begon Robin nu onnauwkeurig en zonder plan te spelen, wat mij de tijd gaf om de verdedigingsopstelling te verbeteren. 32. Dd3 Kg7 33. Kg2 Lc8 34. Pf1 Om h7-h5 te voorkomen. 34… Ld7 [34… h5? 35. gxh5 f5 36. Dg3! Kh6 37. h4] 35. Pg3 Dc8 36. Df3 Dit is de goede opstelling: de loper moet naar d3 zodat f7-f5 hem nooit met tempo aanvalt en soms Ne4 mogelijk is. [De eindspelen naar 36. Dc4 Dxc4 37. bxc4 Ld8 zijn heel lastig voor wit, op lang termijn is f7-f5 waarschijnlijk niet tegen te houden. In de partij kiest wit, nu met minder dan twee minuten op de klok, voor een tactisch georiënteerde verdediging.] 36… Lf4?!

De zetherhaling maakt de verdediging van wit in tijdnood iets makkelijker. [36… h5!? Op deze zet concentreede zich onze post-mortem analyse. 37. gxh5 Lxh3+ 38. Kg1 Lg4 39. Dg2! [39. Dh1 was ik in de partij van plan, maar Dg2 lijkt beter te zijn. 39… Ld1!? [39… f5 40. hxg6 Kxg6 Dit was mijn hoofdvariant. In de partij dacht ik dat Lf3 voldoende was, maar de analyse weerlegt dit. Gelukkig heeft wit nog 41. f3! [41. Lf3 Dxc2 42. Lxg4 Db1+! 43. Kg2 Dxh1+ 44. Kxh1 fxg4 45. Kg2 Le7 -+] 41… fxe4 42. fxg4 Dc5+ [42… Dxc2?? 43. Dxe4+ Dxe4 44. Pxe4 +-] 43. Kf1 Dxd5 44. Dh5+ Kf6 45. Dh8+ =] [39… Dc3!?] 40. Dg2 met het idee Pf5+ 40… Dg4 [40… Lxc2 41. Pf5+ Kf6 42. Pxd6 oo] 41. hxg6 fxg6 Aanval Wit heeft een moeilijke verdediging.] 39… f5 40. Ld3 [40. Lf3 gxh5 [40… Dxc2 41. Lxg4 fxg4 42. De4 Dxe4 43. Pxe4 Le7 44. h6+ Kxh6 45. Kg2 g5 46. Pg3 Kg6 47. f3 [47. Kf1 e4] 47… gxf3+ 48. Kxf3 =] 41. Pxh5+ Kg6 42. Lxg4 fxg4 43. Pg3 Dxc2 44. De4+ Dxe4 45. Pxe4 Le7 46. Kg2 Kf5 47. f3 Kf4 -+] 40… e4 41. Le2 Hier vonden niets duidelijks voor zwart hoewel hij natuurlijk beter staat. 41… Lxe2 42. Pxe2 Kf6 [42… Kh6 43. hxg6 Dxc2 44. Dh2+ Kxg6 45. Dxd6+] 43. Dg3 [43. hxg6 Dxc2 44. g7 Dd1+ 45. Df1 Dxd5 46. Da1+ Kf7 -/+ en de computer vindt zwart oké wat betrouwbar zal zijn…] 43… Da6 Initiatief Conclusie: h7-h5 was een goede poging, maar leidt niet tot een duidelijke winst. Waarschijnlijk heeft de witte stelling net genoeg structuur om dat te voorkomen, maar in de praktijk zal de verdediging tegen een energisch agerende tegenstander heel zwaar zijn.] 37. Pe2 Lg5 38. Pg3 Le7?! Zwart wilde naar de 40e zet toe. [38… h5] 39. Kh2?! Ik was steeds nog bang voor h7-h5. [39. Ld3 h5 40. gxh5 Lxh3+ 41. Kh2 Lg4 42. h6+ Kg8 43. De4] 39… Dc5 [39… h5? 40. gxh5 f5 41. hxg6] 40. Ld3 Lc8 41. Lc4 Dd4 42. Kg2 Lb7 Zwart heeft weer de opstelling na zet 31 ingenomen, maar de witte stukken staan nu veel beter dan toen. 43. Pe2 Dd1 44. c3! bxc3 45. Pxc3 Dd4?! [45… Dxf3+ 46. Kxf3 f5 leek me een goede winstkans voor zwart, maar de schijn driegt: 47. gxf5 gxf5 48. b4 [48. Lb5 Lg5 [48… Lf6 49. Lc6 e4+ 50. Ke3 Lc8 51. Pb5 Le5 52. b4] 49. Lc6 La6 50. Pb5 e4+ 51. Kg3 f4+ 52. Kg4 e3 53. fxe3 fxe3 54. Kf3 Kf6 55. h4 Lxh4 56. Kxe3 Ke5] 48… Lg5 49. Pb5 e4+ 50. Ke2 Lf4 51. Pd4 Kf6 52. Pc6 Alsnog was dit beter dan de partij.] 46. De3!

46… Ld8?? Met remise-aanbod dat ik onmiddellijk aannam, in de overtuiging dat wit toch nooit kan winnen… Feitelijk is Ld8 een heel slechte zit die wit goede praktische winstkansen geeft. Conclusie: volgende keer naar de stelling kijken voordat ik een remisebod aanneem… Hoe dan ook, de onverwachte 7-3overwinning van oud-kampioen HSG stond vast, en werd in een chinees restaurant en later bij Café Jacks nog gevierd totdat het tent dichtging. Na een beetje analyseren kregen Robin (Swinkels) en Tijmen een crashcursus bridge ("in principe zoals rikken, bij twijfel bied je drie sans en dummy haalt bier") die in de praktijk goed uitpakte. Robin in het bijzonder had het spel snel door ("troef je schoppen op tafel, man"/"wanneer mag ik redoubleren?"). Daarvoor was zijn prestatie aan het bierrad iets minder. Net zoals die van mij. Voor de rekening was het dus ongunstig dat ik (met Tijmen spelend, tegen Mart en Robin) vaak dummy was en dus bier moest organiseren. Toen Tijmen dan eindelijk eens zijn kaarten neerlegde en zijn kwaliteiten aan het rad liet zien, ging het ook aan de tafel soepel, en ik squeezde Mart in klaveren en ruiten voor 3SA+2. Hij revancheerde zich echter op het laatste spel van de avond: 3SA geredoubleerd met overslagen gemaakt! Daarna leek het iedereen goed om naar huis te gaan, lekker uit te slapen en de hersenen tot de clubavond op woensdag te herstellen. [46… Dxe3 47. fxe3 f5 = was een makkelijke weg naar remise.] [46… Ld8 47. Dxd4 exd4 48. Pb5 Zwart moet nu oppassen om niet te verliezen: 48… d3 49. Kf3 Lb6! Deze verdediging stelde mijn tegenstander in de analyse voor, hij is ook de beste. [49… Le7 50. Ke3 is gevaarlijk, bijvoorbeeld 50… h5 [50… Kf6 51. f4 g5 52. f5 Ke5 53. Kxd3 Lxd5 54. Lxd5 Kxd5 55. Pc3+ Kc5 56. b4+! Kc6 57. Kc4 +-] 51. Kxd3 hxg4 52. hxg4 Lc8 53. f3 +/- f5? 54. Pa7 Ld7 55. Lb5] 50. Pxd6 La8 51. b4 [51. Pe4 f5 52. gxf5 gxf5 53. Pc3 Ld4 54. Pb5 Lb6 =] [51. g5!? Dit is nog een heel goede poging, maar nét niet voldoende. De volgende zetten zijn enigszins geforceerd: 51… f5! 52. Pe8+ [52. b4 Kf8 53. Pb5 Ke7 54. Lxd3 Lxd5+ oo/=] [52. Pc8 Lc5] 52… Kf8 53. Pf6 d2 54. Ke2 Lxf2 55. Pxh7+ Kg7 [55… Ke7 56. Kxd2 Kd6 57. Pf8 en g6 valt.] 56. Pf6 Lh4 57. Pe8+ Kf8 58. Pc7 Lb7 Dit eindspel is nu remise, bijvoorbeeld: 59. d6 [59. Pe6+ Ke7 60. Kxd2 Lc8 61. Kd3 Lxe6 62. dxe6 Lxg5 =] 59… Lc8 [59… Lc6 60. Kxd2 Lg3 61. Pe6+ Ke8 62. Ke3 Lxd6 63. Pf4] 60. Le6 Lb7 61. Ld7 [61. Kxd2 Lxg5+ 62. Kd3 Lf4 63. Lxf5 Lxd6 =] 61… Lg3 62. Pe6+ Kg8 63. Kxd2 Lxd6 +=] 51… Kf6 52. Lb3! Dreigt evtl Ke4. Voor zwart is er geen duidelijke weg na remise, maar de witte winstkansen lijken me bij goede verdediging klein: 52… h5 53. gxh5 gxh5 54. b5 [54. Ke4 Lxf2 55. Kxd3 Le1 56. b5 Lb4 <=>] 54… h4 55. Ke4 [55. Kg4 La5 56. f4 [56. Pc4 Le1 57. Pb6 Lb7 58. Pd7+ Ke7 59. Pc5 Lc8+ 60. Kf3 La5 61. Pxd3 Lxh3 <=>] 56… d2 57. Pe4+ Kg7 58. Kxh4 Lxd5 59. Pxd2 Lxd2 60. Lxd5 Lxf4 =] 55… d2 56. f4 [56. Pc4 Lxf2 57. Pxd2 Lb7 <=>] 56… Lc5 57. Pc4 Lb4 58. b6 Lb7 +=] 1/2-1/2

Het was nu aan Chuchelov om deze zeperd wat dragelijker te maken en dat deed hij door Bianca Muhren een eindspelletje af te nemen. Daar had hij wel bijna de volledige speeltijd voor nodig, maar de eindscore van 3-7 was uiteindelijk toch een geweldige opsteker voor de ploeg die zonder enige verwachting aan deze competitie begonnen was. In de trein was nog ter sprake gekomen dat het debuut in de Meesterklasse, zo’n vijf jaar geleden, was geëindigd met 0 punten uit 9 wedstrijden. Dat hebben we in elk geval al beter gedaan dan toen!

Hierbij alle aantekeningen (en nog meer!) via de viewer:

De persoonlijke uitslagen:

HSG De Stukkenjagers 3-7
1 Stellwagen C. van Dongen 1-0
2 Chuchelov B. Muhren 1-0
3 Van Kampen Sprenger ½-½
4 Delemarre Grooten 0-1
5 Pandelaar M. Haast 0-1
6 Henseler A. Haast 0-1
7 Markus S. Beukema 0-1
8 H. Vedder M. Nabuurs 0-1
9 Nagtegaal Kampman ½-½
10 Van der Wijk Clijsen 0-1

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.