Schaakrubrieken 1 oktober 2011
Schaaksite.nl is een site voor iedere geïnteresseerde in het schaken.
Daarom mag aandacht voor de schaakrubrieken in de landelijke en regionale bladen niet ontbreken. Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken.
Intro
Henk Prins en het Max Euwe Centrum
In het kader van het 25-jarig bestaan van het Max Euwe Centrum (MEC) presenteert Henk Prins twee schaakproblemen die hij speciaal voor dit doel heeft gecomponeerd. Een met de letters M,E,C en een met het getal 25.
Tevens kondigt hij een nieuw boek aan van Jan Timman : The art of the endgame. Timman zal zijn boek 9 december presenteren.
E-column van Gert Ligterink op Tata Chess site
In deze aflevering ook aandacht voor de nieuwe e-column van Gert Ligterink op de Tata Chess site.
Hans Ree
Zijn rubriek ‘Magnus Carlsen : ‘Get me out of this ’ begint met:
‘Magnus Carlsen, de Lider Maximo en Comandante in Jefe van de schaakwereld, werd een jaar geobserveerd door de Noorse journalist Halgeir Opedal, die er onlangs een boek over publiceerde: Magnus Carlsen, Silmme zetten. (in het Noors: Smart trekke.)
Op de schaaksites werd vooral geschreven over Opedals verslag van Carlsens breuk met Kasparov, vorig jaar. De scheiding blijkt lang niet zo harmonieus te zijn verlopen als ze het toen lieten voorkomen.
Toen ze met hun samenwerking begonnen, zei Kasparov dat hij Carlsen de nummer één van de wereldranglijst wilde maken. Dat hoge doel werd eerder bereikt dan was voorzien, maar toch wrong er iets in de samenwerking. De ijzeren discipline die Kasparov eiste, kon Carlsen niet opbrengen.
Hij behandelt de partij Levon Aronian – Francisco Vallejo Pons, Sao Paulo 2011.
De schaakopgave deze week is een stelling uit de partij Helmar Wiering – Gertjan van der Hoeven , Caissa intern, Amsterdam 2011. Zie hieronder.
Oplossing:’ 1…Dxh2 2.Txh2 Hij gunt zwart het mat. Andere zetten waren ook hopeloos. 2…Pg3+ 3.Kg1 Te1+ 4.Lxf1 Txf1 mat .’
Gert Ligterink
Zijn rubriek Hikaru Nakamura in Sao Paulo dicht bij mijlpaal begint met:
‘Oud-wereldkampioen Michail Botwinnik gaf topgrootmeesters de raad niet meer dan vijftig partijen per jaar te spelen. Meer zou een te zware aanslag op het zenuwgestel zijn. Zijn advies heeft geen wortel geschoten. Viktor Kortsjnoi vond dat hij minstens tachtig partijen nodig had om in vorm te blijven en voor Michail Tal was 150 partijen per jaar (en liever nog meer) geen probleem. Ook tegenwoordig houdt niemand zich meer aan Botwinniks raad.’
Voor de volledige rubriek, de behandeling van de partij Nakamura – Anand en het naspelen hiervan klik hier.
Hans Böhm
Zijn rubriek Boeken begint met:
Het wordt weer eerder donker, de zomertoernooiencyclus is voorbij en we maken ons in Nederland op voor een volgend traditioneel topevenement in de herfst: het UNIVE-toernooi dat 15 oktober begint. Dan nu aandacht voor wat meer tijdloze zaken: boeken.
Het is niet makkelijk voor de schaakboekenbranche, de jongere generatie zweert bij de computer en is gewend daarmee te leren. Dus is een belangrijke verschuiving merkbaar in het aanbod, de boeken over openingstheorie worden minder en de boeken met ‘andere invalshoeken’ komen op. Drie voorbeelden van uitgeverij New in Chess.
Voor de volledige column klik hier.
Bab Wilders
Voor zijn schaakrubriek met een driezet van A. Kuzukov , met boekbesprekingen en een analyse van de partij Aronian – Sutovsky klik hier.
Johan Hut
Zijn rubriek New in Chess: gids in het oerwoud [
begint met:
Een mooi jubileum werd vorige week gevierd in Alkmaar, waar bij uitgeverij New in Chess het honderdste Yearbook van de persen rolde. Een serie die wereldwijd gelezen wordt, ook door de allersterksten.
In 1984 hief Wim Andriessen het vermaarde tijdschrift Schaakbulletin op, waarvan hij hoofdredacteur en eigenaar was, en richtte het Engelstalige tijdschrift New in Chess (NiC) op. Tegelijk begon hij met een databank van partijen, Nicbase. Vanuit die databank kon hij een paar keer per jaar een boek uitbrengen met talloze partijen van de afgelopen maanden, naar opening gerangschikt. In Joegoslavië bestond dat al, onder de naam Informator. In de loop van de jaren werd deze vorm minder interessant, omdat steeds meer schakers thuis een databank hadden, die ze zelf konden aanvullen door partijen van alle belangrijke toernooien te downloaden.
Voor de volledige rubriek, de behandeling van de partijen Henseler – Haast en Nijboer Lont en het naspelen hiervan klik hier.
Henk Prins
Het Max Euwe Centrum in Amsterdam viert dit jaar zijn 25-jarig jubileum. Natuurlijk laat dit centrum dit niet ongemerkt voorbijgaan. Op de rol staat een interessant programma op 9 december met onder meer simultaanpartijen door Timman en Stellwagen, een expositie en de presentatie van Timmans nieuwe boek “The art of the endgame”.
De Stichting Het Max Euwe Centrum is opgericht in 1986 na het overlijden van prof.dr.Max Euwe. Euwe is de nog toe enige Nederlander die het tot wereldkampioen heeft gebracht. In 1935 werd de toen regerende wereldkampioen Aljechin door Euwe verslagen. Euwe (1901-1981) was leraar wiskunde en later hoogleraar informatica in Rotterdam en Tilburg. In 1970 werd Euwe gekozen tot president van de Wereldschaakbond, een functie die hij acht jaar vervulde. Verder schreef Euwe talloze schaakboeken en leverde belangrijke bijdragen aan de schaaktheorie.
Het doel van de stichting is de nagedachtenis aan Euwe’s werk en betekenis voor het schaken levend te houden. Verder wil de stichting de schaaksport in de toekomst bevorderen, vooral in de sociale en culturele sector. Dit leidde in 1986 tot de opening van het Max Euwe Centrum. Het centrum is gevestigd aan het Max Euweplein 30A in Amsterdam. Het kan bezocht worden van dinsdag t/m vrijdag en de eerste zaterdag van de maand van 12.00 – 16.00 uur. Het Max Euwe Centrum heeft een museum en een bibliotheek en er worden rondleidingen gegeven, adviezen voor schaakstudie enz. Ook voor de jeugd zijn er interessante activiteiten. Interessant voor een bezoek in de herfstvakantie als het weer wat tegen valt.
Ter gelegenheid van het zilveren jubileum maakte ik een tweetal schaakproblemen. Op tweezet 840 zijn de letters MEC te zien en op 841 de cijfers 25. Inderdaad 25 jaar MEC.
Rini Kuijf
Uit zijn rubriek ‘Dagschaak’ opgave A5596 voor beginners en B5596 voor gevorderden.
Gert Ligterink, 5 oktober 2011
Zijn e-column ‘ Whychess ’ begint met :
Vanaf de lancering in april heb ik de website whychess.org met argwaan bekeken. Hoofdredacteur is Vladislav Tkachiev, een vrolijke flierefluiter die zich in zijn journalistieke werk doorgaans tot twee thema’s beperkt: vrouwen en snelschaak. Zo lang ik hem ken, pleit Tkachiev voor een jaarlijkse Miss Chess verkiezing of legt hij uit dat rapid- en blitzschaak veel leuker is dan het urenlange gepieker in het Tata Steel toernooi.
Een man met een missie dus maar kennelijk ook een man met geld. Whychess is een chique en ongetwijfeld dure site met medewerkers als Alexander Grischuk en Levon Aronian. Omdat schakers nooit de staatsloterij winnen, was het duidelijk dat Tkachievs website gefinancierd werd door een anonieme partner.
Alhoewel anoniem? In dezelfde periode waarin whychess het licht zag, schetste FIDE-president Ilyumzhinov in een paar interviews een toekomstbeeld. Hij voorspelde dat het klassieke schaak op den duur zal verdwijnen om plaats te maken voor rapid en blitz. Een eerste stap op weg naar die toekomst is volgens Ilyumzhinov de aanstaande introductie van rapid- en blitzratings.
Toen in juni een interview van Tkachiev met Ilyumzhinov verscheen, verdween de laatste twijfel aan de band tussen de FIDE en whychess. Zelden waren interviewer en geïnterviewde het zo roerend eens over zo veel onderwerpen. Zelfs het in mijn ogen volstrekt verwerpelijke idee om een beauty contest voor schaaksters te houden kreeg de goedkeuring van de president.
