Schaakgeschiedenis 2: Philidor

Dit tweede deel artikel uit de serie over schaakgeschiedenis handelt over de eerste (officieuze) wereldkampioen, François André Philidor.

Philidor werd geboren in 1726 en bleek over uitzonderlijke muzikale talenten te beschikken. Als elfjarige componeerde hij al zijn eerste muziekstuk. Al vrij snel ontdekte men ook zijn aanleg voor het schaakspel. In Parijs kreeg hij schaakles van M. Légal die echter spoedig door zijn eigen leerling werd overvleugeld.

François André Philidor (afbeelding Wikipedia).

Al spoedig werd hij gezien als een van de sterkste spelers van Frankrijk, vooral toen hij in 1946 een match won van de Engelse meester Sir Abraham Janssens, die als de sterkste schaker van Engeland werd gezien. Toen hij de zeer begaafde Philipp Stamma met 8,5-1,5 versloeg werd hij algemeen als beste speler ter wereld beschouwd. Philidor schreef in Nederland zijn beroemde leerboek “L’Analyze du jeu des échecs”. Een van zijn uitgangspunten werd zeer bekend. Philidor ging uit van het principe dat het gebruik van de pionnen in het schaakspel van cruciaal belang is. “Pionnen zijn de ziel van het schaakspel”, schreef hij. Ook zijn onderzoekingen in het eindspel zijn tot op de dag van vandaag zeer waardevol. Er is zelfs een eindspelstelling die zijn naam heeft meegekregen.

Stelling van Philidor

Philidor ontdekte dat zwart deze stelling remise kan houden door “niets doen”. De toren blijft op de zesde rij, totdat wit zijn pion naar dezelfde rij speelt.

1. e5 Ta6 2. e6

Hier eindigt het ‘niets doen’. Wit dreigt nu met 4. Ke6 een ondekbaar matbeeld te creëren en daarom moet zwart nu reageren.

2… Ta1!

De toren ‘duikt’ naar beneden waar hij de vijandelijke koning in de rug zal aanvallen. De witte koning heeft geen schuilplaats meer en moet toestaan dat er een regen van schaakjes op zijn hoofd neerdaalt.

3. Kf6 Tf1+ 4. Ke5 Te1+ 5. Kd6 Td1+ ½ – ½

Indrukwekkender is de volgende analyse van Philidor, waarin hij een problematische winst boven tafel weet te tillen.

Dit eindspel staat bekend als theoretisch remise. Ondanks de overmacht van een loper, is wit normaal gesproken niet in staat (bij goede verdediging!) winst af te dwingen. Uiteraard zijn er uitzonderingen, de diagramstelling is daarvan een mooi voorbeeld. De geforceerde winstvoering is door Philidor reeds eind 1700 gepubliceerd, waarvoor hij grote lof oogstte. In de diagramstelling begint wit met:

1. Tf8+

Hij moet het schaak op d7 verhinderen.

1. …Te8 2. Tf7 Te2 3. Tg7 Te1 4. Tb7 Tc1

5. Lb3!

Dit lokt de zwarte toren naar een ongunstig veld.

5. … Tc3 6. Le6 Td3+ 7. Ld5 Tc3 8. Td7+ Kc8

Op 8. … Ke8 wint 9. Tg7.

9. Tf7 Kb8 10. Tb7+ Kc8 11. Tb4 Kd8 12. Lc4! Kc8 13. Le6+ Kd8 14. Tb8+ Tc8 15. Txc8 Mat

1-0

Deze fragmenten via de viewer:

(Geraadpleegde bron o.a. “Geschiedenis van het schaakspel” door Silbermann/Unzicker).

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.