HDC Media schaakrubriek 3 december 2011

Johan Hut

Gooi- en Eemlander, Noord-Hollands Dagblad, Haarlems Dagblad/IJmuider Courant, Leidsch Dagblad

Henk Vedder is eindelijk meester

Al heel lang vond hij zichzelf van meestersterkte, maar hij droeg de titel niet. Een formaliteit, vond Henk Vedder. Maar die formaliteit liet lang op zich wachten.

Henk Vedder werd in 1973 geboren in Bunschoten. Op de schaakclub En Passant bleek hij een groot talent. In 1993 werd hij jeugdkampioen van Nederland en speelde hij op het wereldjeugdkampioenschap in India een belangrijke rol, al wierp een slechte finish hem terug op de ranglijst. Hij had En Passant toen al verruild voor HSG (Hilversum), aanvankelijk in het tweede team, maar na zijn nationale jeugdtitel met het eerste team in de hoogste klasse. In 1992 had hij al een meesternorm gescoord in een open toernooi in Leeuwarden. In 1997 volgde een tweede norm in Antwerpen (Lost Boys Toernooi), tussendoor had hij een paar keer een norm net gemist. Teleurgesteld daarover stopte hij eind jaren negentig met toernooischaak en speelde hij alleen nog maar met HSG in de competitie. Een paar jaar geleden ging hij ook samen met zijn broer Richard in de Belgische competitie voor Borgerhout spelen en in 2007 besloot hij tot ieders verbazing mee te doen aan het Essent-toernooi in Hoogeveen. De titel FIDE-meester mocht hij al aanvragen, maar dat is een graadje lager dan internationaal meester. Dat deed Vedder dan ook niet. Hij vond zichzelf een echte meester en vond het een soort capitulatie als hij die lagere titel zou aanvragen. Dit jaar scoorde hij zijn derde norm met Borgerhout in de Europacup, maar omdat dat een norm over zeven ronden was, kwam hij nog niet aan de 27 partijen die in het FIDE-reglement als voorwaarde staan. In de Belgische competitie scoorde hij vervolgens zijn vierde norm, waarmee hij ruim binnen was, negentien jaar na Leeuwarden. Althans, dat dacht hij, maar in de administratie van de FIDE waren de toernooien van Leeuwarden en Antwerpen niet bekend. Hem werd verzocht met bewijsstukken te komen. Een welwillende schaakjournalist van deze krant dook voor hem in zijn archief en maakte kopietjes van de verslagen van beide toernooien in het bondsblad en het weekblad Schaaknieuws. Vorige week kwam het verlossende woord vanuit het FIDE-hoofdkantoor in Zwitserland: Henk Vedder is internationaal meester. Zo voelde hij zich al toen hij negentien was, maar op z’n 38e is het dan toch echt realiteit.

Tot Vedders top tien van favoriete partijen behoort de volgende partij uit het toernooi in Leeuwarden, 1992. Tegenstander Joris Brenninkmeijer was in die tijd een nationale topspeler.

Brenninkmeijer-Vedder

1.d4 e6 2.c4 d5 3.Pf3 Pf6 4.Pc3 c5 5.cxd5 cxd4 6.Dxd4

Het Schara-Hennig Gambiet, dat wit niet aanneemt. Na 6.Da4+ Ld7 7.Dxd4 exd5 8.Pxd5 Pxd5 9.Dxd5 Pc6 ontwikkelt zwart zich vlot.

6…exd5 7.Lg5 Le7 8.e3 0-0 9.Dd2 Pc6 10.Le2 Le6 11.Pd4 Db6 12.Pxe6 fxe6 13.0-0 Tad8 14.Dc2 d4

Zwart lijkt zonder pionoffer actief stukkenspel te hebben. Er volgt een fase die moeilijk te beoordelen is.

15.Lxf6 Lxf6 16.Pa4 Pb4 17.Dc4 Dd6 18.Pc5 dxe3 19.Pxb7

Niet goed was 19.Dxb4 exf2+ 20.Kh1 Le7 en zwart wint zijn stuk met groot voordeel terug.

19…exf2+ 20.Kh1 Db6 21.Pxd8 Txd8 22.Tad1 Pd5 23.Lg4

Wit heeft een kwaliteit meer, maar het blok aan zijn been op f2 raakt hij nooit meer kwijt. Bovendien moet hij steeds letten op Pe3, maar dat is nu nog niet aan de orde, want na 23…Pe3 24.Txd8+ Lxd8 25.Dxe6+ Dxe6 26.Lxe6+ volgt simpel Txf2.

23…h5 24.Lh3 g5 25.Lf5

Wit redt zich er even uit. Na 25…g3 g4 26.Lg2 komt wel Pe3.

25…Kg7 26.Lc2 Pe3 27.De4 Pxc2 28.Txd8 Dxd8 29.Dxc2 Ld4

Nog steeds: wit heeft een kwaliteit meer maar op f2 die nagel aan zijn doodskist. Hier had hij kunnen kiezen voor 30.Txf2 Lxf2 31.Dxf2 Dd1+ en het pionneneindspel lijkt gunstig voor wit. Zwart zal dus de dames op het bord houden, waarna zwart de betere kansen heeft.

30.Dd1 Dd5 31.Dxh5 Db5 32.Dd1 Dxb2 33.Dd3 e5

Nu is het wel duidelijk dat wits minimale materiële voorsprong helemaal niets meer voorstelt.

34.a4 Db4 35.De4 Dc4 36.Db1 e4 37.Tc1 Lc3 38.g3 e3 39.Db7+ Kh6 40.Df3 e2

Wit geeft het op. Na Dxf2 promoveert zwart niet direct, maar het tussenzetje De4+ levert een eenvoudige winst op.

‘Een monumentaal werk, dat een plek verdient in de top tien van mooiste Nederlandstalige schaakboeken aller tijden.’ Dat schreef ik drie weken geleden over de autobiografie van Paul van der Sterren. Dat vind ik nog steeds, maar er valt nog een boek uit de top tien nu na jaren van noeste arbeid John Kuipers zijn biografie van Jan Timman heeft afgerond. Ik kom erop terug. Informatie: www.newinchess.com.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.