Sekse-discriminatie bij het schaken? (2)

Sekse-discriminatie bij het schaken? (2)

De opvatting van Suzan Polgar

Mijn artikel over sekse-discriminatie bij het schaken? heeft reacties opgeleverd. Daarom geef ik in dit artikel de opvatting weer van Suzan Polgar. In volgende artikelen schenk ik aandacht aan enkele wetenschappelijke rapporten over het onderwerp ‘gender en schaken’ en wat de opvatting is van o.a. de Raad van Europa.

1. De wereldkampioenen bij de vrouwen

1927-1944 Vera Menchik (1906-1944, Tsjechoslovakije/Engeland, overleden tijdens bombardement Londen)

1944-1950 Geen kampioenschap gehouden

1950-1953 Liudmila Rudenko (1904-1986, Sovjet-Unie, Wit Rusland)

1953-1956 Elizaveta Bykova (1913-1989, Sovjet-Unie)

1956-1958 Olga Rubtsova (1909-1994, Sovjet-Unie)

1958-1962 Elizaveta Bykova (1913-1989, Sovjet-Unie)

1962-1978 Nona Gaprindashvili (1941- , Sovjet-Unie)

1978-1991 Maia Chiburdanidze (1961- , Sovjet-Unie, Georgië)

1991-1996 Xie Jun (1970- , China)

1996-1999 Susan Polgar (1969- , Hongarije)

1999-2001 Xie Jun (1970- , China)

2001-2004 Zhu Chen (1976- , China)

2004-2006 Antoaneta Stefanova (1979- , Bulgarije)

2006-2008 Xu Yuhua (1976- , China)

2008-2010 Alexandra Kosteniuk (1984- , Rusland)

2010-heden Hou Yifan (1994- , China)

2. De Nederlands kampioenen bij de vrouwen

1935-1936 Catharina Roodzant

1937 Fenny Heemskerk

1938 Catharina Roodzant

1939-1958 Fenny Heemskerk

1960 Corry Vreeken

1962-1966 Fenny Heemskerk

1968 Ingrid Tuk

1970 Corry Vreeken

1971-1972 Rie Timmer

1973 Ada van der Giessen

1974 Cathy van der Mije

1975 Erika Belle

1976-1979 Cathy van der Mije

1980-1981 Erika Belle

1982-1983 Carla Bruinenberg

1984 Carla Bruinenberg / Heleen de Greef

1985 Jessica Harmsen / Hanneke van Parreren

1986 Heleen de Greef

1987-1988 Jessica Harmsen

1989 Mariëtte Drewes

1990 Renate Limbach

1991 Annemarie Benschop

1992 Erika Sziva

1993 Iwona Bos-Swiecik

1994 Erika Sziva

1995 Marisca Kouwenhoven

1996 Erika Sziva

1997 Zhaoqin Peng

1998-1999 Erika Sziva

2000-heden Zhaoqin Peng

3. De opvatting van Suzan Polgar

In haar column op ChessCafe van 9 februari 2002 onder de titel ‘The Gender Gap’ schrijft Suzan Polgar het volgende.

De 64.000 dollar vraag luidt: ‘Kunnen vrouwen net zo goed schaken als mannen?’ Het antwoord is ja en nee. Als we alleen kijken naar capaciteiten en vaardigheden denk ik dat er geen reden is waarom vrouwen niet net zo goed kunnen schaken als mannen. Daarom, waarom er zijn niet zoveel vrouwelijke topschakers als er mannelijke topschakers zijn?

Hierna geef ik mijn persoonlijke mening, in het bijzonder voor vrouwelijke schakers in Amerika.

a. Culturele en Sociale acceptatie

Of we het leuk vinden of niet, of het politiek correct is of niet, er bestaat een culturele- en geslachtskloof in onze maatschappij van vandaag de dag. Het enige wat u hoeft te doen is te kijken naar de sportwereld en u zult zien wat ik beschrijf. Hoe vaak ziet u minderheden in professioneel tennis, golf of hockey etc.? Niet vaak: slechts een handjevol. Aan de andere kant, hoe is dat bij professioneel basketbal, voetbal of honkbal? Deze sporten worden gedomineerd door minderheden. Is dit slechts toeval? Ik denk van niet. Wat zouden ouders denken als hun zonen het leuk vinden met Barbie-poppen te spelen en meisjes het leuk vinden te spelen met auto’s, trucks en in het verzamelen van Pokémon kaarten?

Dit is de culturele- en geslachtskloof op zijn best. Als uitkomst is het een probleem voor meisjes om op jonge leeftijd belangstelling te tonen voor schaken. Het wordt algemeen niet aanvaard of het wordt in ieder geval niet in onze samenleving goedgekeurd. Ik herken hetzelfde probleem aan de hand van mijn eigen ervaring als een jonge, opkomende, vrouwelijke schaker. Ik werd niet geaccepteerd. Veel mensen vonden het belachelijk dat een meisje als ik het leuk vond om te schaken. Toen ik sterker werd en liet zien dat ik als een jong meisje iets te beloven had voor de toekomst, gingen sommigen zelfs zo ver te suggereren dat ik werd gedwongen om te schaken of dat het een vorm was van kindermisbruik. Maar ik had het geluk dat ik steun ontving van mijn liefhebbende ouders die mij hielpen in het overwinnen van deze ernstige hindernissen. Ik geloof dat er nu veel meer acceptatie bestaat voor jonge meisjes die willen schaken. Op de scholen waar ik lesgeef, zijn er tamelijk veel jonge meisjes die willen leren schaken. Dit is een goede ontwikkeling. Helaas gaat het om aanzienlijk meer jongens dan meisjes.

b. Biologische klok

Vrouwelijke atleten, ongeacht welke sport zijn beoefenen, hebben met ditzelfde dilemma te maken. Hun lichamen zijn anders gebouwd dan die van mannen. Als een vrouw de leeftijd bereikt van 20 tot 30 jaar moet zij zichzelf een eenvoudige vraag stellen: wat is belangrijker? Een gezin of een lange (schaak) carrière? Tot nu toe hebben veel top vrouwelijke spelers, daar behoor ik ook toe, gekozen voor een gezin. Tenzij de wetenschap een manier kan ontdekken voor vrouwen om gezonde kinderen te krijgen op elk moment dat zij wensen, moet een vrouwelijke atleet voor het ene of voor het andere kiezen. Dat alleen al beperkt de houdbaarheidsduur van elke vrouwelijke speler. Daarom ziet men zelden een vrouw met een lange carrière, zoals Smyslov, Korchnoi, Portisch etc. Dit is niet een excuus.

Dit is puur een feit. Nadat zij een kind der wereld heeft gebracht, is een voltijds moeder op zichzelf al een zware taak. Het is al zwaar genoeg om een top vrouwelijke speler te zijn die tegen een andere mannelijke professional moet spelen. Het wordt zelfs nog zwaarder als je je kinderen 24 uur per dag moet voeden. Stel je es voor om achter het bord te spelen tegen Kasparov of Karpov waarbij je je afvraagt of je kind een schone luier moet of dat het honger heeft. Bovendien hebben vrouwen met een ‘maandelijks probleem’ te maken. Voor sommige vrouwen is het gewoon afschuwelijk en kan het een negatieve invloed op hen hebben. Voor anderen is het slechts ongemak.

c. Doelen stellen

Gedurende vele jaren hebben vrouwen zich lagere doelen gesteld dan mannen. Ik kan me een tijd herinneren dat er geen vrouwelijke speler was boven 2400. Als je jezelf lage doelen en verwachtingen stelt, bestaat de kans dat je resultaat ook laag zal zijn. Het probleem is dat veel vrouwen schaken niet bekijken als een full-time beroep. Velen beschouwen het schaken niet zo serieus als mannelijke spelers doen. Daarom spreken de uitkomsten voor zich. Als je je niet richt op hetzelfde werk, kun je niet op hetzelfde niveau de strijd aangaan. Zo simpel is dat!

d. Kansen

Als je je wilt verbeteren in het schaken is een van de dingen die je moet doen ervaring op te doen op een hoger niveau van de competitie. Veel meisjes krijgen die kans niet. Dit maakt het dilemma groter. Toen ik opgroeide moest ik van mijn vader uitsluitend spelen tegen mannen. Ik denk dat dit een juiste benadering was. Echter, het is niet eenvoudig om een uitnodiging te krijgen voor een toernooi waar alleen mannen komen. Als je kijkt naar de topvrouwen in de wereld van vandaag hebben ze allemaal ervaring opgedaan in toernooien waar mannen speelden. Maar voor de volgende generatie geldt dat vrouwen eenvoudigweg de mannen niet kunnen inhalen als ze niet de kans krijgen op hetzelfde niveau te strijden.

e. De grote getallen

Als het aantal jongens dat op vroege leeftijd schaakt aanzienlijk hoger is dan dat van meisjes, zullen er puur statistisch gezien meer top mannelijke spelers komen dan vrouwelijke spelers. Als op de honderd jongens die schaken er tien daarvan meisjes zijn, wat betekent dat voor de toekomst? Toen het aantal jonge meisjes dat ging basketballen en voetballen aanzienlijk toenam, kwamen er nieuwe kansen. Dus werden de WNBA (Women’s National Basketball Association) en de WUSA (Women’s United Soccer Association) geboren. Tenzij er initiatieven bestaan om het beeld van schaken voor jonge meisjes in Amerika en over de hele wereld te veranderen, verwacht ik niet dat er veel zal veranderen.

f. Vertrouwen

Als je al deze factoren bij elkaar optelt, is de druk op een jong meisje om te slagen enorm in een wedstrijd die wordt gedomineerd door mannen. Als je een van de weinigen bent die een hoger niveau bereikt in schaken, zijn de ogen van de wereld op jou gericht. Als een mannelijke schaker op een toernooi slecht speelt, zullen de mensen zeggen dat de speler alleen maar een slecht toernooi heeft gehad. Maar als een vrouw slecht speelt in een toernooi waar mannen aan meedoen, zullen de mensen veel meer kritiek hebben. Sommige mensen kunnen gewoon niet wachten tot een vrouwelijke speler slecht speelt om dan te zeggen dat zij niet goed is of dat zij volledig is overspeeld. Vandaar dat de druk om te slagen in een partij tegen mannen zelfs groter is. Schaken heeft veel te maken met psychologie. En de angst om buitengesloten te worden draagt niet bij tot iemands zelfvertrouwen. Dus, wat is mijn conclusie? Welnu, ik denk dat vrouwen evengoed als mannen kunnen schaken. Echter, als een vrouw wil slagen moet zij net zo hard werken en net zoveel offers brengen als mannen. Er is niet een andere manier. Er zijn geen excuses en die zouden er ook niet moeten zijn.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.