HDC Media schaakrubriek 31 december 2011

Johan Hut

Gooi- en Eemlander, Noord-Hollands Dagblad, Haarlems Dagblad/IJmuider Courant, Leidsch Dagblad

De beste jaren van Jan Timman

Wat was het beste jaar van Jan Timman? Aanleiding om die vraag eens te stellen is Timmans zestigste verjaardag op 14 december, die in het Nederlandse schaakleven niet onopgemerkt voorbijging.

Timmans beste jaar, op die vraag kun je diverse antwoorden geven. Als we het chronologisch bekijken beginnen we bij 1981, het jaar dat ertoe leidde dat hij per 1 januari 1982 tweede stond op de wereldranglijst. In 1981 had Timman een toernooi in Las Palmas gewonnen voor Kortchnoi en het IBM-toernooi in Amsterdam zelfs voor Karpov. Die tweede plaats evenaarde hij nooit meer, maar dat kwam omdat er naast Karpov in de persoon van Kasparov een tweede gigant boven hem kwam.

Wel stond Timman nog enkele malen derde, hij werd in de jaren tachtig ‘The best of the West’ (achter de twee grote Russen) genoemd. In 1994 verscheen het boek ‘Amsterdam schaakstad’, waarin Kees Vreeken (docent aan de School voor de journalistiek in Utrecht) een groot artikel over Timman schreef. Citaat: “Zelf beschouwt hij 1987 als zijn beste jaar. Hij wint met Karpov het VSB-toernooi in Amsterdam, het Nederlands Kampioenschap en Interpolis (Tilburg), tweede plaatsen in Reykjavik, OHRA (Amsterdam), Belgrado en het snelschaaktoernooi in Brussel. Hij verslaat Ljubojevic ruim in de KRO-match.”

Tegen Gert Devreese in een uitgebreid interview in het bondsblad Schaakmagazine van deze maand zei Timman: “In 1989 had ik een heel goed jaar. Ik won het Worldcup-toernooi in Rotterdam voor Karpov, ik won ook twee matches, van Portisch en Speelman. Ik stond derde op de wereldranglijst en het verschil in speelsterkte tussen Karpov en mij was eigenlijk niet zo groot. Een tijdlang heeft Karpov heel goed gescoord tegen mij, maar het zat hem ook erg mee. Ik heb een heleboel gewonnen stellingen laten glippen tegen hem, die ik soms zelfs nog wist te verliezen op een belachelijke manier.” Een typerende uitspraak voor Timman, die zichzelf altijd sterker vindt dan zijn resultaten uitwijzen. Maar dat is een kwaal waar bijna alle schakers aan lijden.

Zelf vroeg ik Timman een keer wanneer hij zichzelf het sterkst voelde (niet exact dezelfde vraag) en antwoordde hij: “In 1992, toen ik Joesoepov versloeg.” Je mag 1981 niet zijn sterkste jaar noemen, want het lukte hem aanvankelijk maar niet de kandidatenmatches voor het wereldkampioenschap te bereiken, wat in die tijd in de schaakwereld het belangrijkst was. In de cyclus 1988-90 had hij die matches wel bereikt en versloeg hij achtereenvolgens Salov, Portisch en Speelman, waarna hij de finale verloor van Karpov, die daarna de WK-match tegen Kasparov mocht spelen. In de cyclus 1991-93 won Timman met ruimere cijfers van Hübner, Kortchnoi en Joesoepov. Dat was zijn beste WK-cyclus dus heeft hij inderdaad een goede reden om 1992 als zijn beste jaar te noemen. De finale van de kandidatenmatches verloor hij van Short, die toen tegen Kasparov mocht spelen.

Vervolgens kwam 1993, het jaar waarin Timman zijn WK-match tegen Karpov speelde en verloor. Dat recht kreeg hij cadeau, omdat Kasparov en Short de wereldschaakbond hadden verlaten. Een WK-match is het hoogtepunt in de carrière van een schaker, maar je kunt niet zeggen dat dat daarom Timmans beste jaar was.

Nou, 1981, 1987, 1989 of 1992, zeg het maar. Laten we zeggen dat Jan Timman geen beste jaar, maar een best decennium had. Zoals boven het interview in Schaakmagazine staat: “Na Kasparov en Karpov was ik duidelijk de beste.”

Volgende week meer over het traditionele kerstfestival in Groningen, dat dit weekend eindigt. Nu alvast twee leuke afmakers uit de eerste toernooihelft.

Rapport-Pijpers

De laatste zet was 33…Kh7. Wit staat een kwaliteit voor tegen een pion, maar hoe maakt hij het af? Zijn pionnen komen niet verder. Juist omdat je denkt dat ze dat niet kunnen, is het slot opmerkelijk.

34.e5 Lxe5 35.f6 Lxh3

Zwart legt zich erbij neer. Na 35…Dd8 36.Ld3+ Kg8 37.Dxh6 gaat hij ook mat.

36.Ld3+ Kg8 37.Tb8+ Dd8 38.Txd8

Mat.

Plat-Sparenberg

De laatste zet was 36…Lf5. Ook hier staat wit duidelijk gewonnen. De zwarte e-pion is lastig, maar als wit oplet is er geen bezwaar tegen Txa6 gevolgd door Dd6 met twee flinke vrijpionnen en een welkome dameruil, omdat er mat dreigt op h6. Dat mooie matveld h6 betekent echter dat er een fraaie directe winst mogelijk is.

37.g4+ fxg3 38.Dg4+ Lxg4 39.hxg4+ Kh4 40.Th6

Mat.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.