Stukkenjagers 1 opnieuw onderuit

Nadat Voerendaal vorige ronde de eerste serieuze klap uitdeelde aan Stukkenjagers, was het ook deze keer incasseren tegen BSG. Op voorhand zou het een spannende strijd gaan worden, gezien het minimale ratingverschil tussen beide teams. Hierbij zou BSG, afgaande op vorige rondes, waarschijnlijk een klein overwicht hebben. Afgaande op de stand in de Meesterklasse zou BSG echter een te nemen horde moeten zijn. Met 1 matchpunt ziet het er niet rooskleurig uit voor de Bussumers. Stukkenjagers draait daarentegen een geweldig seizoen met maar liefst 9 matchpunten. Het liep echter anders…

Beide teams traden aan met twee invallers. Jan Sprenger en Stefan Beukema verkozen negen partijen in Cappelle la Grande boven één competitiepartij. Een daadwerkelijke verzwakking leverde dat niet op. Maurice Peek was zo vriendelijk zijn zaterdag op te offeren, evenals non-playing captain Cor van Dongen. BSG had wat meer problemen met het vinden van zulke sterke invallers. Eddy van de Velden en Rob Tijssens mochten dit seizoen hun debuut maken in de Meesterklasse. Beide spelers hebben een rating van om en nabij de 1800, waardoor de wedstrijd van start ging met een gemiddeld ratingoverwicht van 65 punten in het voordeel van Stukkenjagers.

Aan bord 1 bewees Maurice Peek wederom zijn waarde voor Stukkenjagers door Lennart Ootes te verslaan in een Tsjechische Benoni. In tegenstelling tot wat zijn haarkleur doet vermoeden, is dit een wat minder kleurrijke variant dan bijvoorbeeld de Moderne Benoni. Het staat echter wel als solide bekend, al doet deze partij anders vermoeden.

Maurice Peek – Lennart Ootes

In de diagramstelling is er al het een en ander fout gegaan bij zwart. Met 22. e5! maakte Maurice er snel een einde aan.

Aan bord 2 mocht Herman Grooten het met zwart opnemen tegen Jesper de Groote. Herman is al een tijdje uit vorm en bereikt ook deze partij niet zijn oude niveau. Hij kiest er bewust voor de hoofdvarianten van de Caro-Kann te vermijden met 4… g6, waarna onderstaande stelling ontstaat.

Jesper de Groote – Herman Grooten

De meester zelf aan het woord: “Vanaf dit punt kan ik de strijd aangaan met de thematische zet … c6-c5. Dat moet ook de opzet zijn van zwart. Pion d4 opruimen en dan met … e7-e5 een sterk pionnencentrum in handen nemen. Ik verzuim tweemaal een gunstig moment en als ik dan wel doe, lijkt het nergens meer op…”

Herman kiest hier voor het logische 9… 0-0, maar hij kan er ook voor kiezen om bovenstaand plan uit te voeren met 9…c5. Na 10.dxc5 Pc6 analyseert Herman de interessante zet 11.h4. Er volgt 11…e5 12.h5 e4 13.Pb5.

Zwart lijkt in de problemen, maar met het wonderbaarlijke 13…exf3! trekt hij de partij naar zich toe. De pointe is dat 14.Pc7+ faalt op 14…Dxc7! 15.Dxc7 Le5, waarna de witte dame verloren gaat. Het nuchtere commentaar van Herman op deze variant: “Dat moet je dan wel weer doorhebben als speler…”.

De analyse van Herman gaat verder met vier vraagtekenzetten en één dubbele vraagtekenzet voor zwart binnen zeven zetten. Dat kan de stelling blijkbaar niet hebben. Wit pakt het materiaal wat hem aangeboden wordt en maakt het keurig af.

Bianca Muhren had de zwaarste opgave van het team deze ronde. Zij mocht het aan bord 4 met zwart opnemen tegen de hoogst gerate speler van BSG, Alexander Berelowitsch. Nadat Bianca een kleine onnauwkeurigheid begaat in de opening, 11… Pd7 waar 11… dxe5 geboden is, laat Alexander haar geen moment meer in de partij terugkomen. Een goede partij van de Duitse grootmeester en derhalve een nul voor Stukkenjagers.

Op bord 5 speelde Cor van Dongen met wit een Engelse partij tegen Robert Ris. Hij komt met het loperpaar uit de opening, maar toch lijkt het zwart te zijn die op voordeel speelt met het onorthodoxe 13… g5. De partij schommelt vrijwel de gehele tijd tussen gelijk en (groot) voordeel voor Robert. Na een aantal gemiste kansen voor de zwartspeler en een witte koning die op h5 terecht komt eindigt de partij in eeuwig schaak.

Anne Haast speelde op bord 7 met wit een knotsgekke partij tegen Leon Pliester. De diagramstelling spreekt boekdelen.

Anne Haast – Leon Pliester

Er hangen drie stukken van zwart, waar bij komt dat wit het paard op e4 ook nog eens op vier manieren kan slaan. Probeer dan maar eens de goede zet te vinden… Daar ga ik niet aan beginnen, maar gelukkig weet Houdini wel een manier te vinden om te ontsnappen. Met 13. Lxe4! kan wit in het voordeel komen. Op 13… dxe4 komt 14. fxg4 en na 13… fxe4 is 14. dxe5 sterk. In beide varianten moet wit echter nauwkeurig spelen, anders kunnen de rollen zomaar omdraaien.

In plaats van 13. Lxe4 kan wit ook het minder sterke 13. Dc2 spelen, wat voorkwam in de partij Leko-Timman, Dortmund 1999. Van de partij is een uitgebreide analyse te vinden in de Mega Database.

Anne koos echter voor 13. Le2. Zwart speelt het sterke 13… Lh4, waarna hij beter komt te staan (©Houdini). Wit vindt de beste verdediging, 14. Tf1, maar na 14… Lh3! is er geen redden meer aan. Op zet 19 was f4 relatief beter (in plaats van Df1), maar ook dan is 19… Pd3 de manier om in het voordeel te blijven voor zwart.

Aan het achtste bord speelde Tijmen Kampman met zwart tegen Rob Tijssens. Na het witte openingsvoordeel geneutraliseerd te hebben, was het tijd om de a-lijn in handen te nemen met 20… Ta2. In plaats daarvan speelde zwart 20… b5, waarna het wit is die de a-lijn in bezit krijgt. Thijmen zag niet meer hij verder moest en nam een aantal zetten later dan ook het witte remiseaanbod aan. Achteraf werd pas duidelijk dat hij tot het gaatje had moeten gaan.

Mark Clijsen deed betere zaken met zwart tegen Eddy van de Velden aan het laatste bord, al moet gezegd worden dat de witspeler zijn huid duur verkocht. In de opening koos zwart ervoor om zijn toren en een pion te geven tegen twee lichte stukken van wit. Bij nauwkeurig spel van wit had hem dat in de problemen kunnen brengen. In plaats van 16. Dd3 hadden 16. c5 en 16. Tb1 wit voordeel opgeleverd. Zwart reageerde echter niet met het koelbloedige 16… b6, waardoor de kansen in evenwicht bleven.

Eddy van de Velden – Mark Clijsen

De zwartspeler aan het woord: “Met remise aanbod. Tijdens de partij zei mijn gevoel dat ik hier beter moest staan. De keiharde waarheid is echter dat wit erg goed staat en op de rand van winst.”

De nog keihardere waarheid is dat het eigenlijk =+ staat (©Houdini). Zwart moet dan wel 24… Kc6 of 24… Lc3 spelen. Na de partijvoortzetting, 24… Td8, is het minder duidelijk. Wit speelde de stelling echter niet optimaal uit, waardoor zwart kon consolideren. In het vervolg waren de zwarte lichte stukken duidelijk sterker dan de witte toren en kon Eddy de partij niet redden.

Als de scores bij elkaar op worden geteld blijkt BSG het beter gedaan te hebben dan Stukkenjagers. Het staat 4-3 in hun voordeel. Er is echter nog hoop. Aan bord 3 speelt Frans Konings met wit tegen Ton van der Heijden. In het middenspel heeft hij een dame gewonnen tegen een toren en een stuk. Hij lijkt winstkansen te hebben, maar de zwarte verdediging is niet makkelijk te kraken.

Mart Nabuurs speelt op bord 6 met zwart tegen Lars Ootes, maar die stelling lijkt voor beide spelers niet meer te winnen. Het bord dat dan nog overblijft is bord 9. Daar speelt Mark Haast met wit tegen Ewoud de Groote. De stelling is in dynamisch evenwicht, maar de witte vrijpion is al op de 7de rij dus een klein foutje van zwart kan fataal zijn. In het ideale scenario zou een 5-5 dus zeker mogelijk zijn, of zelfs een 4,5-5,5 overwinning. En in een minder ideaal scenario… Kan het ook een keer tegenzitten.

Zoals verwacht eindigt de partij tussen Mart en Lars in remise. Daarvoor heeft Mart echter wel kansen laten liggen. Lars kwam niet lekker uit de opening, waardoor hij eigenlijk heel de beginfase heeft moeten keepen. Mart miste op zet 28 een sterke voortzetting, 28… Pb4 in plaats van 28… Pe5 (zie analyse Mart), met (groot) voordeel. Na het vervolg 29.Txf6! bleef de stelling binnen de remisemarge.

Voor een overwinning moesten Frans en Mark dus beide winnen. Frans was in eerste instantie goed op weg.

Frans Konings – Ton van der Heijden

Wit ging verder met het sterke 48. h5!. Zwart moet wel slaan met 48… gxh5, waarna 49. Da3! erg sterk is. Na 49… Tb1+ 50. Kg2 Tf6 51. Dc3 (met het idee Dc8) heeft wit goede winstkansen. Wit koos voor 49. Te8, waarna het nog maar de vraag is of er winst mogelijk is. Zwart verdedigde zich kundig en Frans besloot op alles of niets te spelen. Na een te riskante winstpoging werd het niets.

Daardoor werd de eerste overwinning van BSG dit seizoen een feit. De einduitslag werd uiteindelijk vastgesteld op 5,5-4,5 doordat Ewoud afwikkelde naar een verloren toreneindspel tegen Mark. Daar waar het in het begin van het seizoen mee zat, zit het nu tegen.

Alle partijen met sommige analyses via de viewer:

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.