Loting

Gert Ligterink, 14 juni 2012

Voor de gemiddelde bezoeker gaat het bij de opening van een schaaktoernooi niet om de toespraak in hamer-en-beitel-Engels van de burgemeester maar om de hapjes, de drankjes en het weerzien van oude bekenden. Ook de deelnemers komen niet voor de burgemeester. Zij wachten op dat uiterst belangrijke onderdeel van het toernooi: de loting.

De loting kan een speler het gevoel geven dat zijn kansen op een behoorlijk resultaat al bedorven zijn voordat het toernooi is begonnen. Heeft hij een nummer uit de onderste helft getrokken, dan zal hij eenmaal vaker met zwart moeten spelen. Als het tegenzit, kan het zomaar gebeuren dat hij in die zwartpartijen ook nog eens tegenstanders treft tegen wie hij met wit meestal aardig op de been blijft, maar met zwart altijd verliest.

In een veld met veertien deelnemers, zoals in de invitatiegroepen van het Tata Steel toernooi, is 13 van de zeven slechte lotingsnummers het allerslechtst. Niet vanwege de reputatie als ongeluksgetal, maar omdat de houder van nummer 13 in de ronden 11 en 12 tweemaal achtereen met zwart zal moeten spelen. Dat is altijd vervelend, maar tegen het eind van een toernooi, als de vermoeidheid heeft toegeslagen, is het extra zwaar.

Lees meer..

1 Reactie

  1. Avatar
    Paul-Peter Theulings 19 juni 2012

    Ik vind nummer 14 het slechtste nummer.

    Je hebt het nadeel van meer zwartpartijen.

    Je hebt als enige het nadeel dat je zwart hebt tegen iedereen met een gunstig laag nummer, hier 1 t/m 7, dus met wit je nadeel wegwerken is er niet bij.

    Je hebt het nadeel dat je zwart hebt in de laatste ronde.

    Wit in de laatste ronde heeft als voordeel dat je meer mogelijkheden hebt om de laatste partij voor een gewenst resultaat te spelen. Dat gewenste resultaat kan remise of winst zijn.

    Het gunstigste lotingsnummer vind ik 7. Een heerlijk schema,

    wzwzwzwzwzwzw.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.