Quinten Ducarmon scoort IM-norm

De Zeeuw Quinten Ducarmon (zie foto bron onbekend) slaagde er de afgelopen week in om een internationaal meesterresultaat te behalen. Dat lukte hem in het Spaanse plaatsje Utebo, dat vlakbij Zaragoza ligt. Spanje ontpopt zich de laatste jaren steeds meer als een bloeiend schaakland. Er worden veel toernooien georganiseerd. Ducarmon meldt dat het hier ging om een van de vele gesloten titelkampen.

Deze werd georganiseerd door de heer Diego Del Rey. Omdat een groep waarin titelnormen behaald kunnen worden gebaat is bij buitenlandse deelnemers, komen er regelmatig uitnodigingen binnen in ons land. Een maand geleden waren ook al Etienne Goudriaan en Stefan Beukema actief op Mallorca. Eerstgenoemde scoorde toen ook al een IM-norm. Het verslag hiervan treft u hier aan.

Ducarmon was op papier de zwakste deelnemer, maar met 5 punten eindigde hij uiteindelijk gedeeld derde. Winnaar van het toernooi was David Anton, een sterke jeugdspeler uit 1995 die een GM en IM norm scoorde.

De eindstand in het toernooi:

De persoonlijke resultaten van Quinten Ducarmon:

Hieronder een tweetal partijen van het toernooi, waarbij de partij tegen Daniel Forcen is geanalyseerd. Quinten meldt ten slotte: ‘de partij tegen Khamrakulov was grappig, maar objectief gezien was het begin niet al te best’.

De partijen via de viewer:

Forcen Esteban – Ducarmon

1. e4

Ik was erg gemotiveerd om in deze partij wat recht te zetten, want in de eerste ronde had ik simpele stukwinst gemist en werd het uiteindelijk remise. In de tweede ronde had ik een volledig gewonnen stelling in tijdnood uit mijn handen laten glippen en werd ik uiteindelijk mat gezet door een leuke koningsopmars van mijn tegenstander. Vooraf dacht ik dat het een lastige partij zou worden, omdat mijn tegenstander een vrij sterke jeugdspeler is.

1… c6 2. d4 d5 3. e5 c5!?

Een interessante zet die ik voor het eerst speelde, normaal wordt Lf5 gespeeld ontstaan er vaak positionele stellingen

4. dxc5 Pc6 5. Lb5 e6 6. Le3 Pe7 7. c3 Ld7 8. Lxc6

8… Lxc6

8… Pxc6 wordt vaker gespeeld, maar zelf vond ik Lxc6 logischer omdat het zwarte paard dan naar f5 kan.

9. Pf3 Pf5 10. Ld4 Pxd4 11. Dxd4 Dc7 12. b4 b6 13. cxb6 axb6 14. O-O Le7

Tot hier is alles nog bekend en nu heeft wit ongeveer alle normale zetten gespeeld. Zelf weet ik niet echt wat het beste plan voor wit is, al leek me het plan van mijn tegenstander met De3 Pd4 en f4 wel vrij goed. Als je namelijk Pbd2 speelt, krijg je vaak een verdubbeling van de torens van zwart over de a-lijn en problemen met de a-pion

15. De3 O-O 16. Pd4 Ld7

Het is vanzelfsprekend belangrijk om het loperpaar te houden, zwart staat toch een pion achter en moet hier compensatie voor vinden in de vorm van zijn loperpaar en de open lijnen op de damevleugel

17. f4 Tfc8 18. a3 Dc4

Eigenlijk kan zwart nog geen directe acties ondernemen, maar voorlopig is het het belangrijkst om de stukken zo actief mogelijk op te stellen. Zoals in de partij gaat er één toren sowieso naar a4, en de andere toren kan op de c-lijn blijven om Pbd2 voorlopig nog tegen te houden (de c3-pion staat in), of switchen naar de a-lijn om de a3-pion onder vuur te nemen

19. Tf3

Wit gaat zich proberen te bevrijden door voor nu in ieder geval de c3-pion te dekken, zodat hij Pbd2 kan spelen (al is dit ook niet zonder problemen, want na Da6 zal dan ook weer de a3-pion in staan).

19… Ta4 20. Pd2 Da6 21. Pb1 Dc4 22. Tf2

Wit maakt duidelijk dat ook hij op winst speelt, ik was natuurlijk de zwakste van het toernooi en iedereen wil dan van je winnen 🙂

22… Lf8

De loper staat op f8 iets beter als wit ooit met f5 komt, omdat dan na xf5 Pxf5 zwart geen tempo hoeft te verliezen voor zijn loper

23. Taa2 Lb5

Er dreigt nu Lxb4!!

24. Tad2 Ta7 25. Tf3 La4

Eigenlijk staan nu alle zwarte stukken praktisch optimaal en het is aan wit om te laten zien of hij iets kan bewijzen.

26. Th3

26… Lc5!!

Dit is denk ik het breekpunt van de partij, objectief zal wit misschien niet minder staan na deze zet maar het is een stuk makkelijker spelen voor hem. Ook is er natuurlijk het verschil in stelling wat volgt, eerst was het vooral wachten voor mij wat de tegenstander zou doen, maar opeens krijg ik door deze zet de touwtjes in handen. Het belangrijkste idee van deze zet is natuurlijk dat het paard op d4 de hele witte stelling bij elkaar houdt en veel cruciale velden verdedigt. Het is eigenlijk gewoon een kwestie van de blokkade opheffen in het centrum.

27. bxc5

Wit moet wel bijna slaan op c5, want anders komt Lxd4 Txd4 en Da2 waarna het niet erg prettig is voor wit als de dame binnenkomt. Ook zullen er een paar witte pionnen verdwijnen van de damevleugel dan

27… bxc5 28. Tb2!

[28. Pe2 Tb7 Dit is natuurlijk het idee van Lc5, het witte paard op b1 staat nu ingesloten en de stelling valt uit elkaar]

28… cxd4

29. Dxd4

29. cxd4 Zelf denk ik dat dit een betere zet was geweest, waarna de stelling ongeveer gelijk is verwacht ik. Zwart heeft meer dan voldoende compensatie in de vorm van zijn actieve stukken en het extreem slechte witte paard op b1. Ook is de witte koning nog niet geheel veilig en is er wat druk op de witte pionstructuur.

29… Tac7 30. Dxc4 Txc4 31. Tf3 h6!?

Een interessante zet, omdat zwart het misschien een keer kan laten vervolgen met de breekzet g5, waarna e5 zwak zou kunnen worden

32. Kf2?

Mijn tegenstander had hier al niet te veel tijd meer over (er werd gespeeld met een hoog tempo, 1,5 uur voor de partij met 30 seconden per zet). Dit is natuurlijk een grote fout na Ld1. Aan de andere kant was de stelling sowieso wel lastig voor wit, omdat hij eigenlijk vrij weinig kan bewegen. Misschien was Tb4 nog een goede optie geweest, al moet dan wel altijd rekening worden gehouden met Lc2 [32. Tb4 Lc2]

32… Ld1 33. Td3

33. Pd2 Dit was beter geweest, al blijft de stelling onprettig voor wit 33… Txc3 34. Txc3 Txc3.

33… Txf4+ 34. Kg3 Tf1 35. Pd2 Te1 36. Tb1 Lc2 37. Txe1 Lxd3 38. Tc1

38… f6!?

38… Tb8 Dit was mijn eerste gedachte en misschien is het ook wel beter dan eerst f6. Het idee van f6 is, wanneer wit Pf3 speelt (wat bijna verplicht is) zwart Tb8 kan spelen en veld b3 vrijkomt voor de toren waarna zwart een pion wint. Als wit dit wil voorkomen moet hij Pd4 spelen, maar dan krijgt hij weer problemen op e5 als de zwarte centrumpionnen naar voren rollen.

39. Pf3 Tb8 40. a4 Kf7

De pion op e6 moet even gedekt worden en het is natuurlijk altijd belangrijk in het eindspel om de koning erbij te brengen.

41. a5 Tb3

De stelling is nu wel uit denk ik, op het einde volgt nog een trucje 🙂

42. Pd4 Ta3 43. Pc6 Lb5 44. Pd4 Ld7 45. exf6 Kxf6 46. Tf1+ Ke7 47. Kf4 Kd6 48. Te1

48… e5+ 0-1

Voor meer info klik hier

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.