De Van Geet opening IV (slot)

De Van Geet opening IV

Onlangs werd bekend dat Dick van Geet is overleden. Hij was een interessante persoonlijkheid wiens naam onlosmakelijk lijkt te zijn verbonden aan de openingszet 1. Pc3. De successen die Van Geet ermee boekte en het boekje dat hij erover schreef, was voor een aantal clubschakers voldoende aanleiding om deze obscure paardzet zelf ook in de praktijk te brengen. Vandaar dat ik besloot om hieraan in het dagblad Trouw een soort miniserie te wijden. Het leek me een mooi moment om die nu uit de vergetelheid te trekken. Hieronder de enigszins aangepaste en geactualiseerde tekst.

Dit is een nieuwe aflevering in de serie over openingsvarianten met dit keer voor de vierde maal aandacht aan de Van Geet-opening die ontstaat na 1. Pc3 . In eerdere rubrieken heb ik enkele ideeën achter de originele partijopzet van de Nederlandse meester Dick van Geet naar wie deze opening genoemd is behandeld. In deze vierde aflevering wil ik ingaan op de merites van dit systeem speciaal voor clubschakers. Voor deze groep spelers zijn er een paar redenen om de partij te openen met 1. Pc3. Een goede reden is dat de meeste tegenstanders een kant-en-klaarantwoord hebben op de normale openingszetten waarvan 1. e4 of 1. d4 verreweg het meest gangbaar zijn. Met 1. Pc3 dwingt u uw tegenstander direct tot zelfstandig nadenken; slechts weinigen zullen op deze eerste zet geprepareerd zijn. Een andere, niet te onderschatten factor, is de psychologische.

De tegenstander die voor de eerste maal geconfronteerd wordt met deze paardzet, zal wellicht proberen de opzet te weerleggen. In zo’n geval bent u erin geslaagd uw tegenstander vroegtijdig te provoceren, hetgeen bij uw opponent wel eens tot fouten kan leiden.

Een derde niet onbelangrijke reden is een zeer pragmatische: voor mensen met weinig vrije tijd, biedt een dergelijk systeem legio mogelijkheden om uw rivaal op de club eens te verrassen. Voor de mensen die zich willen storten op de bestudering van 1. Pc3 lijkt enige kennis van de gangbare openingssystemen wenselijk, maar dat is niet direct noodzakelijk. Enkele belangrijke overeenkomsten met sommige uitgekauwde openingstheorie worden door Van Geet in zijn boek goed aangegeven. Verder geeft de auteur in dit boek dat (indertijd tesamen met een diskette) bij uitgeverij Interchess te Alkmaar is uitgebracht, voldoende adviezen om uw geluk met deze opening eens te beproeven. Vandaar dat ik er in deze rubriek voor gekozen heb om enig recent materiaal te laten zien van gewone clubschakers die het systeem met succes hebben toegepast. Zoals Van Geet mij ooit toevertrouwde: "Men hoeft geen topspeler te zijn om fraaie 1. Pc3 partijen te kunnen spelen."

Het eerste voorbeeld is van de heer Montsma, die destijds nog seniorenkampioen van Nederland werd.

Montsma – Kemme, Den Haag 1989.

1. Pc3 e5 2. Pf3 Pc6 3. d4 exd4 4. Pxd4 Pxd4 5. Dxd4 Df6

Zwart is kennelijk uit op een snelle remise.

6. Da4 Interessant is ook 6. Dc4, zoals voorkwam in de partij Van Geet-Medzielski, Varna 1958. Daarin volgde: 6. … c6 7. e4 De6 8. Dd4 en wit had het betere van het spel.

6. … c6 7. h4! De witspeler is goed op de hoogte van de theorie van Van Geet. Met de tekstzet beoogt wit om zowel zijn dameloper met tempowinst te ontwikkelen als om op originele wijze zijn koningstoren in het spel te betrekken.

7. … h6

8. Th3! Daar verschijnt de toren ten tonele en het wordt direct levensgevaarlijk voor zwart.

8. … d6 In de partij Van Geet-Taksrud, correspondentiepartij 1982/83 kwam de zwartspeler na 8. … Pe7 9. Tf3 b5 in grote problemen. Hij werd na 10. Da5 Dxh4 11. Lf4 Pf5 12. g3 Dg4 13. Pxb5! cxb5 14. Td3 Lb7 15. Txd7! Lc6 16. Tc7 Pd4 17. 0-0-0 Td8 18. Dxa7 Ld6 19. Lxd6 Txd6 20. Te7+ Kf8 21. Txf7+ Kg8 22. Tf4 zelfs finaal van het bord gezet.

9. Lg5! Met deze aardige wending zet wit het mes op de keel van zijn tegenstander. De loper is taboe omdat na 9. … hxg5? 10. hxg5 zowel de zwarte dame als de zwarte toren hangt.

9. … Df5?! Hier staat de dame zeer kwetsbaar. Direct 9. … Dg6 verdiende de voorkeur.

10. Te3+ Le6 11. g4 Dg6

12. Pd5! Wit maakt gebruik van een dubbele penning.

12. … hxg5 Er is geen bruikbaar alternatief. Na bijv. 12. … Kd7 13. Pb6+ axb6 14. Dxa8 hxg5 15. Dxf8 wint wit ook gemakkelijk.

13. h5!

Een nauwkeurige slotzet, waarna de zwartspeler het voor gezien hield. Enige toelichting is nog wel op zijn plaats:

1) 13. … Dh7 14. Pc7+ Kd7 15. Pxa8 en door de afzijdig staande stukken op de damevleugel kan zwart niet voorkomen dat de witte dame een nietsontziende rooftocht begint;

2) 13. … b5 14. Pc7+ Kd7 15. Da6! (Beter dan 15. hxg6 bxa4 16. Pxa8 dat trouwens ook niet slecht is.) 15. … Dxc2 16. Pxe6 fxe6 17. Db7+ en deze stelling is niet met droge ogen te aanschouwen.

1-0

De tweede overwinning komt op naam van de heer Van Bellen. Hij stuurt zijn tegenstander al in een vroeg stadium het bos in.

Van Bellen – Jacobsen, Den Haag 1997.

1. Pc3 d5 2. e4 d4 3. Pce2 e5 4. Pg3 c5 5. Pf3 Ld6 6. Lc4 Pf6 7. d3 a6 8. a4 0-0?! Bijzonder onvoorzichtig van de zwartspeler. De witte stukken hebben reeds dreigende posities ingenomen en door zo snel te rokeren roept zwart vrijwillig het onheil over zichzelf af.

9. h3 h6?! Een klein zetje met grote gevolgen! Zwart verzwakt vrijwillig zijn koningsstelling en krijgt daar even later de rekening voor gepresenteerd.

10. Ph4 Wit laat er geen gras over groeien. Het paard streeft naar het mooie veld f5.

10. … Pc6 Zwart kon niet profiteren van de ongedekte positie van het paard op h4 want na 10. … Pxe4? 11. Pxe4 Dxh4 hangt bij hem de loper op d6.

11. Pgf5 Bijna ongemerkt heeft wit reeds een bijzonder gevaarlijke aanvalsstelling gekregen.

11. … Kh7 12. g4 Wit staat onder meer klaar voor de opmars g4-g5, vandaar dat zwart naar het volgende paardenmiddel grijpt.

12. … g5?

13. Pxh6!? Na zwarts laatste zet kunnen zulke maatregelen niet meer uitblijven.

13. … Kxh6 Het andere paard kon ook moeilijk genomen worden want na 13. … gxh4 14. g5 zijn zwarts problemen nauwelijks meer op te lossen. Na 14. … Pg8 (Als het paard niet wijkt, wint wit het stuk terug terwijl de aanval even hard doorgaat.) 15. Dh5 Kg7 (In de variant na 15. … Pxh6 16. Dxh6+ Kg8 17. g6 creëert wit een ondekbaar matbeeld.) 16. Pxg8 (En ook nu is er niets bestand tegen de witte aanvalsgolven, zoals blijkt uit:) 16. … Kxg8 17. Dg6+ Kh8 18. Dh6+ Kg8 19. g6.

14. Lxg5+! Erg aardig dit tweede stukoffer.

14. … Kxg5? De zwartspeler conformeert zich aan een richtlijn uit de Romantische school (eind vorige eeuw) die luidt: een stukoffer dient te allen tijde aangenomen te worden. Objectief had zwart er echter beter aan gedaan de loper te laten staan. Met 14. … Kg7! kon zwart nog stevig tegenstand bieden. Hoewel wit twee pionnen voor het stuk heeft en nog altijd op een gevaarlijke aanval mag bogen, valt hier nog van alles te bewijzen. Na de tekstzet wordt zwart in een matnet gedreven.

15. Dd2+ Kxh4 16. Dh6+ Ph5 17. Dxh5 mat

1-0

Alle partijen via de viewer:

Genomen uit artikelen in het dagblad Trouw van ondergetekende (slot)

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.