Vijf vicepresidenten van de FIDE (2)

Vijf vicepresidenten van de FIDE (2)

Nigel Short draait

Dit is een vervolg op mijn eerder artikel over de (voordracht tot) benoeming van vijf vicepresidenten van de FIDE. Er valt over die zaak zoveel te zeggen, maar ik beperk met tot de kern. Het is meer iets voor een student Rechten om een scriptie te schrijven over de procedures van de FIDE bij het Hof van Arbitrage voor Sport.

Overzicht van aantekeningen

(indien u op de aantekening klikt, springt die automatisch naar die tekst)

  1. Het persbericht van de FIDE
  2. Open brief van Nigel Short
  3. De reactie van de penningmeester van de FIDE
  4. Rechtspraak bij de gerechten en arbitrage
  5. Benoeming en voordracht tot benoeming
  6. Aanraken is zetten, loslaten is gezet
  7. Draaifiguur Nigel Short

Lausanne

schaaksite.nl/vijf-vicepresidenten-van-de-fide-1

Nigel Short

Beste schaakvrienden,

Het aftreden van Ali Nihat Yazici als vicepresident van de FIDE, en de daarop volgende weigering door Kirsan Ilyumzhinov, laat zien dat de leiders van de FIDE of niet bereid zijn te erkennen of onbekwaam zijn te begrijpen, de scherpe kritiek van het Hof van Arbitrage voor Sport in Lausanne in de onlangs uitgebrachte zaak. Het betrof de zaak die de Engelse en Georgische Schaakbond had ingediend tegen de onjuiste benoeming van drie extra vicepresidenten op de Algemene Vergadering in Khany Mansiysk in 2010. Het Panel van Rechters heeft een duidelijke waarschuwing gegeven aan het adres van de FIDE om nodig te hervormen. Het is duidelijk dat deze oproep was besteed aan dovemansoren.

Zoals het ging plaatste de FIDE voortvarend de uitslag van de zaak op haar website … behalve dan dat het volkomen en gemakshalve voorbij ging aan het meest belangrijke onderdeel, namelijk dat de FIDE simpel op grond van een technisch punt de dans ontsprong. Zij verzuimde te vermelden dat zij in de beslissing ernstig werd bekritiseerd door het Panel van het CAS.

In de eerste plaats het technische punt. Het CAS besliste niet in de grond van de zaak, omdat het oordeelde dat de bezwaren hadden moeten worden ingediend binnen 21 dagen nadat het omstreden besluit was genomen. Maar de eigen regels van de FIDE bepalen dat de FIDE het verslag van de Algemene Vergadering niet openbaar hoeft te maken binnen ‘drie maanden na afloop van de vergadering’(Statuten van de FIDE 4.12). Dit is Kafkaiaans: hoe kun je bezwaar aantekenen bij een hof voordat het verslag af is – dat wordt gecontroleerd door de FIDE – als je niet weet waartegen je bezwaar moet aantekenen?

Over het oordeel van het CAS over het gedrag van de FIDE, spreekt de volgende beslissing voor zichzelf:

‘102. Het panel heeft opnieuw de memories van beide partijen bekeken en naar behoren overwogen. Het merkt op dat deze memories op zijn minst op het eerste gezicht enige kwesties aan de orde stellen die gaan over de duidelijkheid van de FIDE Statuten en het Kiesreglement en over het interne bestuur van de FIDE. Echter, nu is besloten dat CAS 2011/A/2392 niet-ontvankelijk is, wil het Panel in deze beslissing niet ingaan op de gronden van de partijen, zoals hierboven uiteen zijn gezet in paragraaf VIII.

103. Toch wil het Panel de FIDE aanmoedigen kritisch te kijken naar de praktijk van de afgelopen tijd gelet op de tekst van haar statuten en reglementen, om op die manier een passend niveau van transparantie te behouden in haar besluitvorming.

109. In het licht van het succes van verweerder in het bestrijden van beide eisen van de eisers overweegt het Panel dat een bijdrage door de eisers in de kosten van verweerder is geboden. Echter, het Panel overweegt dat de omvang van zo’n bijdrage moet worden beperkt in het licht van het feit dat de onaangename minachting van verweerder voor constitutionele formaliteiten op het Congres van de FIDE, dat – door onder meer het creëren van een mate van onduidelijkheid over de aard van de aanstelling van de vijf vicepresidenten – door de FIDE had moeten worden begrepen als het veroorzaken van een mogelijke tweedracht en tot het indienen van eisen.’

Het zou blijk geven van grove nalatigheid als de leiding van de FIDE er niet in slaagt deze kritiek van het Panel van Rechters serieus te nemen om een ‘passende mate van openbaarheid’ te bereiken. Voorts onderstreept de beslissing van het CAS de noodzaak voor een grondige herziening van de Statuten van de FIDE en het Kiesreglement voor de volgende Algemene Vergadering. Dat moet om ‘het interne bestuur van de FIDE’ te verbeteren, om zo arbitrale zaken te voorkomen die ‘tweedracht veroorzaken’ zoals de benoeming van vijf, en geen twee vicepresidenten. Ongetwijfeld zal de FIDE proberen te betogen dat zij dit al doet. Maar zoals uiteengezet in een nota van de Engelse Schaakbond (samen met de Bulgaarse Schaakbond en die van de VS), is dit in ieder geval niet zo. Veel van de voorstellen van de FIDE tot wijziging van de regels zijn transparant ontworpen om de heersende macht voor de nabije toekomst aan de macht te houden. Bovendien worden de voorstellen van de FIDE opgesteld in armzalig, onnauwkeurig en soms onbegrijpelijk Engels, en zijn vaak tegenstrijdig, die, indien aangenomen, onvermijdelijk zullen leiden tot verdere verwarring en conflicten.

Serieuze herziening en nauwkeurige ontwerpen zijn nodig. Iedereen die zich het schaakspel en de toekomst van het bestuur aantrekt, moet stevige belangstelling hebben voor de herziening van de regels in Istanbul, in september, op de Algemene Vergadering.

Met vriendelijke schaakgroeten,

Nigel Short

Afgevaardige van de Engelse Schaakbond

www.chessvibes.com/reports/fide-responds-to-nigel-short-there-is-nothing-kafkaesque-about-this

Nigel Freeman, penningmeester van de FIDE

Zie voor een interview met Nigel Freeman: susanpolgar.blogspot.nl/2010/08/interview-with-nigel-freeman-fide.html

De e-mail luidt als volgt:

‘Naar aanleiding van uw artikel waarin u het gedraai van Nigel Short over het verlies van hun zaak vermeldt, wil de FIDE graag de volgende drie punten naar voren brengen:

1. De stelling van Nigel Short dat de Engelse en Georische Schaakbond hun zaak slechts ‘op een technisch punt’ hebben verloren is vreemd en verrassend. Sterker nog, ze werden vertegenwoordigd door een van het grootste en meest dure advocatenkantoor van de Verenigde Staten die is gespecialiseerd in internationale arbitrage. Bovendien, terwijl een van de beroepschriften inderdaad niet-ontvankelijk werd verklaard omdat het te laat was ingediend, was de andere ‘ongegrond om inhoudelijke gronden’ (paragraaf 85 van de beslissing van het CAS).

2. Anders dan Nigel Short schrijft, werd de FIDE ‘niet ernstig door het Panel van het CAS bekritiseerd in zijn beslissing’. De simpele lezing van de beslissing levert het bewijs dat deze uitspraak onjuist is. De Statuten en reglementen van alle internationale sportbonden leveren vragen over interpretatie in het licht van opeenvolgende amendementen en praktijkgevallen in het verleden. Het verbeteren van deze Statuten, reglementen en praktijk is een voortdurend proces. Het komende Congres van de FIDE in Istanbul zal op een democratische manier een aantal wijzigingen van regels van de FIDE (n.b. dat is veel ruimer dan de FIDE-regels, het gaat ook om statuten en reglementen, pdg) behandelen en vaststellen. Het meest belangrijke voor de FIDE en de bonden die bij haar zijn aangesloten, is dat het Panel heeft erkend dat beroep tegen de ‘beslissing om vijf vicepresidenten te benoemen een beslissing is geweest van de Algemene Vergadering’ dat is het hoogste orgaan van de FIDE, en niet een beslissing van de President van de FIDE, zoals de eisers hadden beweerd.

3. De termijn voor het indienen van beroep begint te lopen vanaf het moment waarop het besluit bekend is. Daar is niets ‘Kafkaiaans’ aan. Op grond van de procedure regels van het CAS, moet het beroepschrift binnen 21 dagen worden ingediend. De Engelse en de Georgische Schaakbond waren beide aanwezig op de Algemene Vergadering in Khanty-Mansiysk in het begin van oktober 2010. Hun beroepschrift had dus moeten worden ingediend in oktober 2010. Echter, het werd pas naar het CAS gestuurd zes maanden later, op 29 maart 2011. Bovendien werd het verslag van de Algemene Vergadering op de website van de FIDE gepubliceerd op 8 februari 2011, zodat het beroepschrift in ieder geval niet voldeed aan de gestelde termijn van de CAS Code.

Met vriendelijk groet,

Nigel Freeman’

5. Benoeming en voordracht tot benoeming” name=”tekst5″>5. Benoeming en voordracht tot benoeming

Recht is taal, het is een kwestie van goed formuleren. De meeste geschillen ontstaan door communicatiestoornissen. Men heeft elkaar niet goed begrepen omdat het verkeerde woord werd gebruikt voor wat men bedoelde. Dit misverstand komt veel voor als mensen verschillende talen spreken. Denk maar aan bouw van de Toren van Babylon. Bijvoorbeeld bij het schaken aan het geluid van ‘het afgaan’ van een mobiele telefoon.

Zo kunnen ook reglementen en FIDE-regels woorden bevatten die op tweeerlei wijze zijn uit te leggen. Dat is heel gewoon, en al vele eeuwen bekend. Daar is de schaakwereld niet uniek in.

Er bestaat een verschil in ‘benoeming’ en: voordracht tot benoeming. Het zijn twee fasen. Dat komt ook voor op de algemene ledenvergadering van een schaakverening. Het bestuur van de vereniging bijvoorbeeld draagt bepaalde personen voor een functie voor: de nieuwe voorzitter, de penningmeester, de secretaris, de jeugdleider, de ereleden etc. En vervolgens gaat de ledenvergadering daarover beslissen en de betrokken wel of niet benoemen. Dat gebeurt bijna altijd bij acclamatie. Het bestuur benoemt niet, maar de ledenvergadering. En zo gaat het ook bij de regionale bonden en de KNSB. De ledenvergadering benoemt.

Zodra de leden hebben gestemd, weet iedereen wie de nieuwe voorzitter etc. is. Dat heet in juridische termen: bekendmaking. Daarvoor hoeven de leden niet te wachten tot de secretaris het verslag van de algemene ledenvergadering (bij sommige vereningen bijna één jaar later) heeft gepubliceerd. Het geklets van Nigel Short over Kafkaiaanse toestanden is dan ook klinklare nonsens.

Beide grootmeesters strijden om het kampioenschap. De uitslag van deze partij is van groot sportief belang. Zwart 25. … Le5?? Daarna ziet hij dat dit verkeerd is. ‘Oh, eerst, moet ik de torens ruilen, natuurlijk.’ Hij zet de loper terug op g3 en doet 25. … Txd1.

Wit verklaart na afloop: ‘Ik wilde de logische voortzetting van de partij niet verstoren. Daarom had ik er geen bezwaar tegen toen Zurab een andere zet deed: de fout had waarschijnlijk niets met schaken te maken. Toen we de notatieformulieren tekenden, stelde Azmaiparashivili voor dat we de partij remise zouden verklaren. Maar … op dat moment had ik de partij al opgegeven en het was te laat om remise overeen te komen,’ aldus Malakhov.

Dit onsportieve gedrag van Azmaiparashivili blijft hem tot op vandaag achtervolgen.

Over Pieter de Groot

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.