Sportiviteit op het Franse kampioenschap

Sportiviteit op het Franse kampioenschap

Het overlijden van een kindje van een speler

In Pau, Frankrijk, wordt van 13 augustus tot 25 augustus 2012 het Franse kampioenschap gehouden.

Tussenstand na tien ronden

1. Romain Edouard (2652) 7 punten

2. Maxime Vachier-Lagrave (2686) 7

3. Christian Bauer (2682) 7

4. Etienne Bacrot (2713) 7

5. Laurent Fressinet (2714) 6,5

6. Andrei Istratescu (2647) 6

7. Vladislav Tkachiev (2644) 6

8. Hicham Hamdouchi (2627) 4

9. Sébastien Mazé (2573) 4

10. Anatoly Vaisser (2556) 2,5

11. Maxime Lagarde (2505) 2

12. Jean-Baptiste Mullon (2404) 1

Voordat de elfde en laatste ronde begint, komt het bericht van het overlijden van het vier maanden oude kindje van Christian Bauer.

Persbericht van de Franse Schaakbond

Diep geschokt door het overlijden van het vier maanden oude kindje van Christian Bauer heeft de Franse Schaakbond op het voorstel van alle spelers aan het Franse kampioenschap, besloten de laatste ronde van het kampioenschap te annuleren. Het gevolg daarvan is dat de tiende ronde de eindronde is. De playoff wordt gehouden op zaterdag 25 augustus om 10.00 uur. Gelet op de tragische omstandigheden neemt Christian Bauer daaraan niet deel. Etienne Bacrot, Romain Edouard en Maxime Vachier-Lagrave zullen spelen om de titel.

De Franse Schaakbond, net als alle deelnemers aan het Franse Kampioenschap, geven hun blijk van medeleven aan Nathalie Frank, Christian Bauer en hun families en wensen hen sterkte met het verwerken van dit verlies.

Indeling elfde, en slotronde

Anatoly Vaisser (2556) – Vladislav Tkachiev (2644): geannuleerd

Sébastien Mazé (2573) – Maxime Vachier-Lagrave (2686): geannuleerd

Hicham Hamdouchi (2627) – Maxime Lagarde (2505): geannuleerd

Christian Bauer (2682) – Romain Edouard (2652): geannuleerd

Etienne Bacrot (2713) – Laurent Fressinet (2714): geannuleerd

Andrei Istratescy (2647) – Jean-Baptiste Mullon (2404): geannuleerd

Mijn commentaar

Het gedrag van de Franse spelers is sportief en kan dienen als een voorbeeld voor navolging in de Nederlandse schaakwereld.

Dit in tegenstelling tot die schakers en de competitieleider die onder het mom van risicoaansprakelijkheid het normaal hadden gevonden als Romain Edouard de winst van de partij in de elfde ronde had geclaimd.

Zie verder mijn artikelen over de speler die onwel werd (HWP Haarlem – Promotie).

Vgl. onder meer:

Onwel tijdens een partij (3)

schaaksite.nl/onwel-tijdens-een-partij-3

13 Reacties

  1. Avatar
    Ludo Tolhuizen 24 augustus 2012

    Ik ben het ten zeerste eens met de gekozen oplossing, maar begrijp niet waarom Pieter de competitieleider een sneer meent te moeten geven. Niet sportief!

  2. Avatar
    Pieter de Groot 24 augustus 2012

    Het zou pas onsportief van mij zijn geweest als ik alleen had verwezen naar schakers en de competitieleider niet had genoemd. Want schakers spiegelen zich nu eenmaal vaak aan de opvatting van de competitieleider – een hoge functionaris in de Nederlandse schaakwereld – en nemen deze over.

    Zie competitieleider KNSB inzake HWP Haarlem – Promotie: ‘De partij speler – speler die onwel is geworden: de speler die tijdens de wedstrijd niet verder kan, om welke reden dan ook, verliest zijn partij. De partij speler – speler die onwel is geworden verklaar ik daarom voor de speler die onwel is geworden verloren.’

    Kun je me uitleggen

    a. waar ik een sneer heb gegeven

    b. waarom het niet sportief is om een feitelijke constatering te vermelden

    c. waarom het niet sportief is om de competitieleider te noemen.

  3. Avatar
    Paul-Peter Theulings 25 augustus 2012

    De spelers vonden het beter om de playoff niet meer te houden.

    De bond ging daarmee akkoord, de stand na 10 ronden is de eindstand en de titel wordt gedeeld door de vier spelers met 7 punten.

  4. Avatar
    Ludo Tolhuizen 26 augustus 2012

    Pieter, ik snap niet waarom je je speculatie wat de competitieleider in het onderhavige geval zou hebben gedaan een feitelijke constatering noemt.

  5. Avatar
    Pieter de Groot 26 augustus 2012

    In het ene geval gaat het om een zeer ernstige, levensbedreigende situatie die niet alleen alle teamleden maar ook de leden van het andere team, op dat moment zeer schokt (HWP Haarlem – Promotie), en in het andere geval om de dood van een vier maand oud kindje van een schaker die deelneemt aan een kampioenschap. De emotionele gevoelens zijn in beide gevallen vergelijkbaar. In het ene geval gaat het om een speler die fysiek en psychisch niet meer kan schaken, en in het andere geval om een speler die fysiek wel kan schaken, maar psychisch niet.

    Echter, de gevolgen zijn verschillend. De aanpak van de Fransen is mij o zo sympathiek. Deze mag als een voorbeeld dienen voor de Nederlandse schaakwereld, waar te zeer alles draait om meedogenloze wedstrijdmentaliteit en niet om sportiviteit, zie ter illustratie HWP Haarlem – Promotie. Voor de beslissing van de competitieleider – zie mij citaat van 23:01 – heb ik eerder een term gebruikt uit de FIDE-regels die ik hier niet ga herhalen, want dan ontplof je helemaal.

    Leg jij maar uit waarom a. de gevallen niet vergelijkbaar zijn en b. de gevolgen wel verschillend moeten zijn.

  6. Avatar
    JRV 26 augustus 2012

    Allereerst: het moment van kennisneming van het trieste feit verschilt: in het Frans Kampioenschap is dit reeds bekend voor aanvang van de ronde, bij HWP – Promotie pas tijdens. Indien de kennisneming van het overlijden tijdens de partij geschiedt, dan kan ik me voorstellen dat sprake is van enige gelijkenis tussen beide situaties.

    Voor zover ik uit het stuk hierboven begrijp, komt het initiatief voor het schrappen van de laatste ronde van de spelers zelf. In een dergelijk geval heeft de schaakbond het makkelijk. Hadden de spelers dit voorstel niet gedaan, dan had de organisatie ook een beslissing moeten nemen. Ik kan mij voorstellen dat een wedstrijdleider in een dergelijk geval eerst Edouard (en eventueel de concurrenten) had voorgelegd de wedstrijd op een ander moment te spelen. Niettemin moet daarvoor ook maar de gelegenheid bestaan. Is deze er niet, dan lijkt mij niet ondenkbeeldig dat, na alle andere opties te hebben onderzocht, uiteindelijk de partij voor Bauer verloren zal worden verklaard.

  7. Avatar
    JRV 26 augustus 2012

    Als ik de feiten in HWP Haarlem – Promotie goed voor ogen heb, heeft de competitieleider Sliedrecht verzocht een beslissingswedstrijd te laten spelen. Ook hij heeft dus eerst getracht een oplossing te vinden waarmee de betrokken partijen konden leven. Op het moment dat dit niet lukt, ziet hij zich genoodzaakt een beslissing te nemen, waarbij hij zich bovendien nog in een uitermate moeilijke situatie bevindt, omdat zijn beslissing van beslissende invloed kan zijn op het kampioenschap. Of arbitrage de juiste keus is, weet ik niet; wel is het een m.i. verdedigbaar standpunt die de competitieleider naar eer en geweten heeft genomen en in zijn redelijke belangenafweging tot dit oordeel is gekomen.

    De gevallen zijn dus niet vergelijkbaar: in de eerste situatie komen de spelers tot een oplossing, terwijl die er in het tweede geval niet komt. En de suggestie dat schakers zich nu eenmaal spiegelen naar het oordeel van de competitieleider (en wellicht daarom niet tot een oplossing komen), vind ik overdreven; bovendien is niet gezegd dat men dit in Frankrijk niet zou doen, zou een dergelijke beslissing reeds in het verleden gewezen zijn. Ik lees de beslissingen van de competitieleider als beslissingen in specifieke gevallen, allen in het belang van een goed verloop van de competitie. Ik lees ze niet als ‘rechtsvormend’ schaakrecht; voor zover iemand dit wel doet, dient diegene zich tevens te beseffen dat de Commissie van Beroep zich niet over deze casus heeft uitgesproken en het dus ook ‘maar’ een beslissing van de competitieleider betreft.

  8. Avatar
    JRV 26 augustus 2012

    Als ik schaak, ervaar ik geen sfeer van meedogenloze wedstrijdmentaliteit en gedragen de meeste mensen zich naar mijn oordeel sportief; in elk geval niet minder dan in ‘het buitenland’. Als ik in het bedrijfsleven promotie kan maken naar een hogere functie en die maak ik niet wegens privé-omstandigheden, heb ik er later niet per se aanspraak op. Zo werkt het ook in de sport. Evengoed als de ‘slachtoffers’ er niets aan kunnen doen dat hen dergelijke dingen overkomen, kunnen de anderen hier ook niets aan doen en kan soms moeilijk van hen verlangd worden dat zij hun gedragingen aanpassen. Dat wil niet per se zeggen dat zij niet meeleven of onwelwillend zouden zijn; ik denk dat vaak eerder van het tegendeel sprake is. Ik denk dat de deelnemers aan het NK in een ‘Frans’ scenario vergelijkbaar hadden gehandeld: er zijn zelfs spelers die al akkoord gaan met spelen op een ander tijdstip of remise omdat de ander op een speeldag naar een ander toernooi moet reizen of zelfs een snelschaaktoernooi heeft. Andere situaties, maar het toont wel aan dat het met de welwillendheid van Nederlandse spelers niet per se fout zit. Ik geloof ook niet dat Nederlandse arbiters in dergelijke gevallen zonder slag of stoot een winstclaim hadden geaccepteerd.

    Het collectieve belang (niet het pure belang van de competitie op zich, maar wel van de individuele belangen van deelnemers tezamen) van het doorgaan van de competitie kan in gevallen als deze zwaarder wegen dan het individuele geval, soms echter ook niet. Het is aan de arbiter/wedstrijdleider dergelijke beslissingen, die vaak vallen of staan met nuances in de feiten, naar eer en geweten te nemen en dat kan een ondankbare taak zijn.

    Het is wat lang geworden, mijn excuses 🙂

  9. Avatar
    Pieter de Groot 26 augustus 2012

    Ik vind het een goede reactie van JRV. Dat HWP Haarlem – Promotie een lastige zaak was, ben ik volledig mee eens. Vandaar dan ook dat het goed is dat aan zo’n zaak aandacht wordt geschonken, met het oog op de toekomst.

    Echter, zonder enige motivering verklaarde de competitieleider de partij verloren voor de speler die onwel werd. Terwijl de bezwaargrond was dat het partij verloren verklaren van die partij het schaakspel in diskrediet brengt. Dat nu vond de competitieleider kennelijk niet, zonder dat hij dat uitlegde. Hij besliste heel streng: ‘de speler die tijdens de wedstrijd niet verder kan, om welke reden dan ook, verliest zijn partij.’ Dus, wat er ook gebeurt – als tijdens de partij de mededeling komt dat de baby van een speler is overleden, en de speler stopt – wordt de partij voor de speler verloren verklaard.

    Mijn mening is dat – als de tegenstander niet meewerkt – je dat eventueel nog wel kunt doen als het gaat om een individuele partij (ik zou het niet als een automatisme willen beschouwen), maar niet als het gaat om een teamwedstrijd (vergelijk het bij het voetballen, waar een vervanger kan worden opgesteld). Vandaar dan ook dat het verschil niet kon worden uitgelegd, waarom de overige partijen wel werden gearbitreerd. Het was gewoon een ongemotiveerde beslissing: zo doen we het, punt uit.

    Als iemand dus zo hard is bij een teamwedstrijd over een speler die is uitgeschakeld, kun je nagaan wat er gebeurt als in een individueel kampioenschap Romain Edouard de winst van de partij in de elfde ronde had geclaimd. Dan kan toch gelet op de opvatting van de competitieleider het niet anders dan de partij verloren verklaren voor de speler wiens baby is overleden?

  10. Avatar
    JRV 26 augustus 2012

    Volgens mij moet je deze beslissing zien als een beslissing in een concreet geval, ondanks de stellige formulering van de beslissing. Neem in overweging dat het een buitengewoon lastige situatie is waarin feitelijk over het kampioenschap wordt beslist, de competitieleider bovendien zijn excuses maakt dat zijn beslissing zo lang op zich heeft laten wachten omdat hij het verschrikkelijk druk had (althans dat meen ik ergens te hebben gelezen), de KNSB-indeling eigenlijk al had moeten worden gepubliceerd en er dus een enorme tijdsdruk op zit. Bovendien gaat het om waardevolle vrije tijd van vrijwilligers met drukke andere bezigheden, die daarnaast vaker niet dan wel juridisch geschoold zijn: stuk voor stuk argumenten om de casus op zich te nemen en er geen algemene regel als "de speler die tijdens de wedstrijd niet verder kan, om welke reden dan ook, verliest zijn partij" uit te destilleren (al staat het er inderdaad letterlijk).

    Als jurist trek ik ook graag conclusies uit weglaten van een komma en zou ik graag ook harde regels uit uitspraken afleiden, maar weet ik tegelijkertijd ook dat het ook in de professionele rechtspraktijk aan adequate motiveringen kan schorten; laat staan in vrijwilligersfuncties met eerdergenoemde beperkingen. Ideaal is het niet, dat het voor de in het ongelijk gestelde partij (zeker zonder adequate motivering) zeer onbevredigend is begrijp ik en kritiek op beslissingen is absoluut geoorloofd, maar ik vind dergelijke conclusies iets te kort door de bocht. Ik sluit dan ook absoluut niet uit dat in het geval Edouard-Bauer een andere beslissing was genomen, wellicht (wederom) op grond van het "in diskrediet brengen van het schaken".

    Zou je het wel letterlijk (moeten) interpreteren, dan heb je overigens misschien wel gelijk, mits aangenomen dat de situaties gelijk worden geacht (héééél kort door de bocht: beide gebeurtenissen worden tijdens de partij bekend en er bestaat geen nuanceverschil tussen fysiek en mentaal niet kunnen spelen).

  11. Avatar
    Pieter de Groot 26 augustus 2012

    Als het gaat om vrijwilligers is me dat uit het hart gegrepen. Hoe vaak heb ik daarover geschreven, en gevraagd om enig begrip, enige toleratie daarvoor? In ieder geval loop ik over van begrip voor fouten van vrijwilligers. Het is de prikkel waarom ik jaren geleden over schaakrecht ben begonnen te schrijven: omdat ik het zonde vind dat vrijwilligers in de schaakwereld zo aan hun lot worden overgelaten. En om daar wat aan te doen, zal op 29 september a.s. staatssecretaris Fred Teeven 200 exemplaren van mijn boek ‘Een introductie in het schaakrecht’ aanbieden aan de voorzitter van de KNSB, Eddy Schuyer.

    Dat de beslissing van de competitieleider zo lang op zich liet wachten, heeft m.i. meer te maken met besluiteloosheid, dan met drukte. Het is altijd een kwestie van prioriteitstelling. Hoeveel tijd kost het om zo’n beslissing te maken? Vijf uur? laten we zeggen twee avonden, desnoods drie, of één weekendje. Maar dan ben je er wel. Toch?

    Maar goed, ik denk dat als we begrip moeten tonen jegens de competitieleider als vrijwilliger, – iemand die het ook allemaal niet zo goed weet – dat riskant is, omdat je dan in feite de functie verzwakt. Zo laat je toe dat bij voorbaat al mag worden getwijfeld aan de juistheid van de beslissing.

  12. Avatar
    Pieter de Groot 26 augustus 2012

    Een van de redenen waarom ik nooit de naam noem van een functionaris is om hem te beschermen. Het is niet een beslissing van ‘Janssen’, maar een beslissing van: de competitieleider. Als ik commentaar geef op Janssen is dat via google te achterhalen. Noem ik de naam niet maar slechts de functie bescherm ik de persoon. Ik heb dus commentaar op de functionaris, niet op de persoon.

    Tot slot als je gelijk hebt, klopt er ergens iets niet in het competentieprofiel van een competitieleider, en in de benoemingsprocedure. Als competentie zou toch echt wel de eis mogen worden gesteld van het aantoonbaar kunnen opstellen van beslissingen. Indien een open sollicitatie voor een vacature competitieleider, met een taakbeschrijving, plaatsvindt, ben ik ervan overtuigd dat in de Nederlandse schaakwereld er voldoende kandidaten zijn die daarvoor geschikt zijn, en voor die functie de tijd vrij maken.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.