Accres Apeldoorn opeens favoriet

Accres Apeldoorn verslaat de nummers één en twee van vorig seizoen, Bruno Carlier wordt misschien wel topscorer aller tijden, de Amerikaan (?) Wim Luberti won van de ex-Amerikaan (?) Tom Bottema, Danny de Ruiter weten we nu wel maar toch nog een aanvulling en Piet Bakker zal de 400 potjes zijn gepasseerd. Hier weer enkele wetenswaardigheden over de tweede ronde van de KNSB-competitie.

En Passant, door velen de onbetwiste favoriet voor de landstitel genoemd, is dat opeens niet meer. Accres Apeldoorn versloeg landskampioen Voerendaal met 6,5-3,5, na in de eerste ronde HMC Calder (vorig jaar nummer twee) met dezelfde cijfers te hebben verslagen. Beter kun je het seizoen nauwelijks beginnen. Met een gemiddelde rating van 2448 in deze ronde zat Apeldoorn ook maar nauwelijks onder de 2466 van En Passant. Artur Joesoepov kon invallen (en won van Ali Bitalzadeh), dat scheelt natuurlijk een slok op een borrel. Roeland Pruijssers won aan het eerste bord van Daniël Hausrath. Met verder Solleveld, Van Delft, Zaragatski, Siebrecht, Kabatianski, Kuipers, Van de Oudeweetering en Rijnaarts heeft Apeldoorn toch een ploeg om rekening mee te houden. In de derde ronde (3 november) staat de wedstrijd En Passant-Apeldoorn op het programma. De winnaar komt meteen twee punten los van de nummers twee. Als Joesoepov niet meespeelt, wordt hij ‘vervangen’ door vaste speler Nico Zwirs. Tenzij Merijn van Delft uit Duitsland nog een konijn uit de hoge hoed tovert.

En Passant maakte de traditioneel zwakke seizoenstart (nipte zege op Groninger Combinatie) goed door met 6-4 van het altijd sterke Utrecht te winnen. Dat klinkt ook krap, maar de tussenstand van 5-1 geeft aan dat er van spanning nauwelijks sprake was. Robin Swinkels hield Erwin l’Ami op remise. Daar hoeven we ons niet heel erg over te verbazen. Misschien wel knapper was de remise van Jelmer Jens tegen Vyacheslav Ikonnikov. Zowel L’Ami als Ikonnikov vond het halve punt van zijn tegenstander terecht. Henk Vedder versloeg Joost Michielsen en was zeer tevreden met zijn eerste punt voor En Passant. Dat Thomas Willemze van Manuel Bosboom won, is op zich niet verrassend, maar Bosboom heeft voor En Passant nog niet veel verloren.

Super-Bruno

Groninger Combinatie, dat zoals gezegd in de eerste ronde krap van En Passant verloor, won nu met 6-4 van Kennemer Combinatie. De Haarlemmers zijn (ook op basis van Elo-rating) sterker dan hun status van promovendus doet vermoeden en de Groningers stellen zichzelf hiermee kandidaat voor een hoge klassering. Robin van Kampen behaalde zijn eerste zege in Haarlemse dienst, op collega-grootmeester Arkadij Rotstein. Bij Groninger Combinatie boekte de dertienjarige Jorden van Foreest zijn eerste zege. In de eerste ronde had hij remise gespeeld tegen Richard Vedder, nu versloeg hij professor Canoy.

Ook Rotterdam herstelde zich van de nederlaag in de openingsronde. Het versloeg BSG met 6-4. Opvallend vond ik de verschijning van Aleksandar Berelowitsch aan het eerste bord van BSG (remise tegen Luc Winants). BSG heeft geld voor slechts enkele invalbeurten en teamleider Edwin Baart had daarom sportief gezegd: als je een ander aanbod krijgt, moet je dat maar aannemen. Bij En Passant, dat enkele spelers zag vertrekken, veerden ze even op, maar nu mag Berelowitsch alleen nog maar voor BSG spelen. Een enkele keer.

De jonge BSG’er Ewoud de Groote hield de ervaren grootmeester Lubomir Ftacnik op remise en Tea Lanchava scoorde haar eerste halve punt in Bussumse dienst tegen Martin Martens. Bij Rotterdam won Bruno Carlier van Jesper de Groote. Zijn tweede zege al van dit seizoen en ik geef maar weer eens het bijgewerkte rijtje van topscorers aller tijden in de hoogste klasse:

1. John van der Wiel    191   – 278

2. Fred van der Vliet 180 – 294

3. Bruno Carlier 178,5 – 268

Het moet wel heel raar lopen wil Carlier dit jaar de tweede plaats niet overnemen. En daarna… wie had ooit Bruno Carlier verwacht als topscorer aller tijden?

Resteert nog de overwinning van HMC Calder op De Stukkenjagers, met 6-4. De Bosschenaren werden vorig jaar tweede, de Tilburgers derde. Na de nederlaag van De Stukkenjagers tegen BSG gaat het nu echter te ver om de Brabantse derby een topper te noemen. Klein persoonlijk succesje: Jan Sprenger hield met zwart Daniël Fridman op remise.

Van der Wiel wint van groot talent

In 1A lijkt Purmerend topfavoriet, zeker na de 6,5-3,5 tegen het onvoorspelbare Sopsweps’29. Bij Purmerend debuteerde Wim Luberti, een oud-hoofdklasser die de afgelopen jaren aan het eerste bord van Tal/DCG (derde klasse) speelde. Hij won van Tom Bottema. Opmerkelijk: Luberti heeft op de FIDE-ratingsite USA achter zijn naam staan. Dat had Bottema ooit ook, om zijn Nederlandse resultaten weg te poetsen. Bij Luberti zal er iets anders aan de hand zijn.

ESG Dr. Max Euwe (Enschede) en Philidor 1847 Leeuwarden zijn ook nog zonder puntverlies.

In 1B hebben het Amsterdamse Caïssa en het Haagse DD vier punten. De veteranen van DD versloegen Paul Keres, waarbij John van der Wiel nu eens niet remise speelde tegen een jong talent (Hugo ten Hertog), maar won. Caïssa versloeg Amersfoort met 8-2, maar dat team lijkt echt te zwak voor de eerste klasse. Ook als Matthew Sadler meespeelt, die er nu niet bij was.

Misschien wel belangrijker dan deze twee wedstrijden die de ploegen op de gedeelde eerste plaats brachten, was het gelijkspel tussen HWP Sas van Gent en LSG, twee belangrijke kampioenskandidaten.

Danny op naar 2200

Klapper van deze ronde was de overwinning van Danny de Ruiter (De Waagtoren, Alkmaar) op Ivan Sokolov (Sissa, Groningen). Ik heb er al over geschreven in mijn rubriek in de krant van aanstaande zaterdag en in het komende nummer van Schaakmagazine. Daarom hier vooral de link naar het verslag en de analyse van De Ruiter en zijn trainer Willem Andriessen, ooit oprichter van zowel Schaakbulletin als New in Chess. Daaraan voeg ik nog wel iets toe wat ik in de andere verslagen niet heb geschreven. Voor Danny de Ruiter is/was 2012 een bijzonder jaar. In het vorige seizoen in de KNSB-competitie scoorde hij in de eerste vier ronden (2011) 1 uit 4 en in de laatste vier ronden (2012) 4,5 uit 5. Dit seizoen begon hij met 2 uit 2. Bij het Tata-toernooi scoorde hij in zijn tienkamp volgens de FIDE-site 7 uit 8. (Zal nog wel een ongerate speler bijgezeten hebben.) De Ruiter won het BDO Open samen met Pieter Hopman met 7,5 uit 9, waarna hij de vluggertjesbarrage met 9-8 won. In 2012 ging dus alles goed met Danny de Ruiter. Bij BDO mag hij volgend jaar in de tweede tienkamp spelen als zijn rating dan minimaal 2200 bedraagt. Op dit moment heeft hij 2182, daar komen 14 punten bij vanwege zijn zege op Sokolov. Het devies luidt dus: in elk geval consolideren en er hier en daar wat puntjes bij pakken. Maar ja, hij zal er wel meer vaart in willen zetten.

Sissa moet met drie punten nu Caïssa-Eenhoorn uit Hoorn (vier punten) laten voorgaan. Zenuwachtig zullen ze daar in Groningen nog niet van worden. Erik-Jan Hummel gaat intussen rustig door met scoren voor Sissa. In competitie en beker tilde hij zijn score sinds vorig seizoen naar 17 uit 17.

Het verbaast mij trouwens dat er meerdere schaakclubs zijn die op meerdere plaatsen (ook op de KNSB-site) SISSA (met hoofdletters) genoemd worden, alsof het een afkorting is. Zouden ze zelfs bij de clubs zelf niet weten dat Sissa een man was, namelijk de slimmerik die volgens de legende het schaakbord heeft uitgevonden en een beloning in graankorrels vroeg?

Piet Bakker over de 400

Twee namen vielen me op.

Namens Santpoort speelde speler/trainer Piet Peelen in de eerste ronde aan het vijfde bord (!) remise tegen Arjon Severijnen. Zou hij daarom voor straf naar het zevende bord zijn verbannen? Daar won hij deze ronde van André Nieuwlaat. Peelen (meester met een rating van 2360) is uiteraard veruit de sterkste speler van Santpoort.

Bij Philidor Leiden speelde Piet Bakker remise tegen Henrik Tamerus. Toen ik een paar jaar geleden schreef dat Tom de Ruiter 400 partijen in de KNSB-competitie had gespeeld, zei Bakker tegen mij dat hij daar ook wel aan kwam. Dat kon niet, hij had over het hoofd gezien dat er tot 1971 maar zeven partijen per jaar werden gespeeld. Ik heb niet de scores van ieder jaar, maar ben er van overtuigd dat Bakker nu wel de 400 is gepasseerd. Daarmee voegt hij zich in het rijtje Tom de Ruiter, Maarten Etmans en Lex Jongsma. Bakker speelde vanaf 1959 drie jaar met HSG in de eerste en hoofdklasse, toen acht jaar met VAS (later VAS/ASC) in de hoofdklasse en vanaf 1970 tot op heden bij Philidor Leiden, tot 1991 in de hoofdklasse en later in lagere klassen. Als er meer schakers zijn die graag bij deze exclusieve ‘Club van 400’ genoemd willen worden, zijn hun reacties bij mij van harte welkom.

Johan Hut

1 Reactie

  1. Avatar
    Johan Hut 12 oktober 2012

    Vier lezers wezen me erop dat SISSA wel degelijk een afkorting is. Een citaat van hun eigen forum:

    De naam ‘Sissa’ komt driemaal voor. De verenigingen van die naam in de Brabantse gemeentes Luyksgestel en Oirschot zijn wat kleinere clubs maar die in Groningen is tamelijk vermaard. Dit is een typische studentenvereniging, die de naam Sissa heb­ben ontleed als Scaccare Inter Studioses Stimulat Amacitiam, wat grof vertaald zoiets betekent als “studentenschaak bevordert de vriendschap”. Leuk gevonden! De naam Sissa is echter geen afkorting maar afkomstig van een historisch figuur, die we kennen uit het beroemde verhaal van de graankorrels.

    Het is dus een afkorting, met een knipoog naar de persoon Sissa.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.