Schaakrubrieken weekend 13 oktober 2012

Schaaksite.nl is een site voor iedere geïnteresseerde in het schaken. Daarom mag aandacht voor de schaakrubrieken in de landelijke bladen niet ontbreken. Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het verschijnen van de veelal zaterdagse schaakrubrieken.

Hans Ree Gert Ligterink Hans Böhm Bab Wilders Johan Hut Rini Kuijf Henk Prins Max Pam

Hans Ree

Toch weer Magnus Carlsen?

Stokoude krantenmensen weten nog wat een geweldig gebeuren de productie van een krant was toen de pagina’s nog in lood werden gezet. Nu gaat het sneller en handiger, maar je kunt je voorstellen dat het een disciplinerend effect op de journalisten had dat ze wisten dat hun woorden met lood gegoten werden. Gravitas is tenslotte een traditionele deugd; als de Heer zijn Tien geboden niet in stenen tafelen had gegrift, maar als smsje had verstuurd (‘g zlt ni dodu’), hadden ze vast minder indruk gemaakt.

Over de oude tijd schreef H.J.A. Hofland eens dat er op de zetterij altijd een kopregel werd bewaard met de tekst ‘Boeren klagen steen en been’. Die kop was eigenlijk permanent bruikbaar en hoefde dan niet opnieuw gemaakt te worden.

Als die oude technologie nog gangbaar was, zou voor de schaakverslaggeving de kop ‘Toch weer Magnus Carlsen’ bewaard worden, omdat het al zo vaak gebeurd is dat Carlsen in het begin van een toernooi een beetje kwakkelde en dan in de tweede helft terugkwam en het toernooi toch won.

Zo was het bijvoorbeeld vorig jaar in de Chess Masters Final, die net als dit jaar in Sao Paulo en Bilbao werd gespeeld. In Brazilië scoorde Carlsen toen een magere vijftig procent, waardoor het leek alsof Vasili Ivantsjoek het toernooi ging winnen, maar in Spanje sloeg Carlsen hard toe en hij werd toernooiwinnaar.

Zo lijkt het dit jaar ook te gaan. Vijftig procent voor Carlsen in Sao Paulo en vervolgens in de tweede helft in Bilbao meteen twee overwinningen. Toch weer Magnus Carlsen? Het vraagteken in mijn kopregel is er omdat ik de twee laatste ronden van gisteren en van vandaag nog niet kon meenemen.

In zekere zin is Carlsen de anti-Kasparov. Kasparov was de eerste die volledig gebruik maakte van de mogelijkheden van de computer. Zijn tijdgenoten gebruikten de computer natuurlijk ook, maar in het begin vooral om snel een dossier van hun tegenstanders te maken. Als ze openingsvarianten met de computer onderzochten, waren ze vaak snel tevreden met een vage conclusie zoals ‘dit kan ik wel spelen’. Kasparov was nooit tevreden met vage conclusies. Hij onderzocht, vergroeid met zijn computer, de openingen concreet, tot diep in het middenspel.

Tegenwoordig doet bijna iedere topspeler dat, en juist daarom doet Carlsen het niet. Hij ontwijkt vaak de gangbare openingstheorie, niet omdat die verkeerd zou zijn, maar omdat het een gebied is waar iedereen de paden kent. Carlsen gaat op zijpaden. Hij denkt met het eigen hoofd en dwingt daardoor zijn tegenstanders om het ook te doen.

Magnus Carlsen – Francisco Vallejo Pons, Bilbao 2012

1. e4 e6 2. d4 Een ronde eerder speelde Carlsen tegen Caruana 2. d3, een andere manier om de openingstheorie uit de weg te gaan. 2…d5 3. Pc3 Lb4 4. exd5 Dit staat sinds Capablanca – Aljechin, Buenos Aires 1927, bekend als een onschuldige zet, maar in Carlsens handen is niets onschuldig. 4…exd5 5. Ld3 Pf6 6. Pge2 Lg4 7. 0-0 0-0 8. f3 Lh5 9. Pf4 Lg6 10. Pxg6 hxg6 11. Pe2 Te8 12. Lg5 Le7 13. Pg3 Pbd7 14. f4 Wit staat actief en hij dreigt in de aanval te gaan met 15. f5, maar concreet voordeel heeft hij nog niet. 14…Ph7 15. Df3 c6 Zwart had ook naar een ongeveer gelijk eindspel kunnen koersen met 15…Lxg5 16. fxg5 Pxg5 17. Dxd5 Pb6. 16. h4 Pdf8 Dit is te passief. Op loperwinst spelen met 16…f6 zou zwart na 17. Lxg6 fxg5 18. fxg5 snel fataal worden, maar met 16…Db6 kon hij een strijd aangaan waarin hij zelf ook winstkansen had. 17. Tae1 Dc7 18. Lxe7 Txe7 19. Te5 f6 Een nerveuze zet die zijn witte velden ernstig verzwakt. 19…Tae8 was taaier. 20. Txe7 Dxe7 21. h5 gxh5 22. Dxh5 Df7 23. Dg4 g6 24. Pf5 Kh8 25. Ph4 f5 26. Dh3 De6 27. Kf2 Te8 28. Pf3 Te7 29. Pe5 Pd7 30. Th1 Pxe5 31. dxe5 c5 Wit staat heel goed, maar met zijn volgende zetten laat hij het zich bijna door de vingers glippen. 32. b3 Iets beter was waarschijnlijk 32. c3, maar het beste was het koene stukoffer 32. g4 c4 (of 32…fxg4 Dh4 met de dreiging 33. Df6+) 33. gxf5 Db6+ 34. Kf3 cxd3 35. f6, al was dat niet makkelijk door te rekenen. 32…c4 33. bxc4 Veiliger was meteen 33. Le2 33…dxc4 34. Le2 g5 Een misschien onverwachte tegenkans. 35. g3 Om zijn pionnenketen in stand te houden moet wit zijn dame van de verdediging afsluiten. 35…Db6+ 36. Kg2 Helaas kan wit het schaak niet meer met 36. De3 beantwoorden.

36…De3 Sterker was 36…Dc6+ 37. Kf1 (of 37. Lf3 Dxf3+ Kxf3 g4+ en zwart heeft geen zorgen) gxf4 38. gxf4 De4 39. Df3 Dxc2 met tegenkansen voor zwart. 37. Kf1 Tf7 Dit verliest snel. Hij had in ieder geval 37…De4 moeten doen, al staat wit na 38. fxg5 goed. 38. Dh5 Dxg3 Hij moet in tijdnood zijn geweest. 38…Te7 zou zwart overigens ook niet redden na 39. fxg5. 39. Dxf7 Dxf4+ 40. Kg2 De4+ 41. Lf3 Dxc2+ 42. Kg3 f4+ en zwart gaf op. Na 43. Kg4 heeft hij niets meer.

Gert Ligterink

Openingsgoochelaar

Altijd hebben de schakers de weg gevolgd die hen door de wereldkampioen werd gewezen. Velen kopieerden rond 1970 de openingen van Bobby Fischer en twintig jaar later had Gari Kasparov een nog veel grotere kudde volgelingen. Tegenwoordig heeft een Bulgaarse uitgever groot succes met een boekenserie waarin het repertoire van Kramnik en Anand wordt uitgelegd.

Die uitgever staat voor een lastige opdracht als Magnus Carlsen in de nabije toekomst Anand mocht opvolgen als wereldkampioen. Het zal niet meevallen de openingskeuzes van de Noor op instructieve wijze te presenteren, want anders dan bijna al zijn collega’s heeft Carlsen geen vast repertoire. Hij is een geniale improvisator, die in vele verschillende openingen als een slaapwandelaar zijn eigen weg vindt.

Als Carlsen wit heeft, is het onvoorspelbaar hoe de slag zal beginnen. Bijna elke reguliere openingszet is mogelijk, met uitzondering van 1. f244, al zou het me niet verbazen als hij ook daarmee binnenkort experimenteert. Met zwart is Carlsen meer ingetogen. Twee jaar geleden werd hij door Michael Adams ingeblikt in een serieuze toernooipartij die begon met de zetten 1. e4 g6 2. d4 Ff6 3. e5 Ph5. Aan dat soort buitenissigheden bezondigt hij zich sindsdien alleen in vluggertjes.

Af en toe roept Carisens openingsspel herinneringen op aan Bent Larsen. In 1964 dreef hij in het interzonale toernooi in Amsterdam de spot met de gangbare theoretische opvattingen. Met groot succes koos Larsen openingen die niemand anders speelde, omdat ze vergeten of afgekeurd waren. Spectaculair was zijn zege op Portisch vanuit een volgens de theorie onschuldige openingsvariant:

Larsen – Portisch

Amsterdam 1964

1. e4 e6 2. d4 d5 3. Pc3 Lb44. exd5 exd5 5. Df3 Pc6

Tegenwoordig weten we dat deze vondst van Larsen het best kan worden bestreden met 5 … De7+! 6. Le3 Ff6, waarna zwart geen enkel probleem heeft.

5 … Pc6 6. 1-155 Pge7 7. Lf4 0-0 8. 0-0-0 Pa5

In zijn boek Larsen’s Selected Games of Chess noemt Larsen deze zet voorbarig.

9. Pge2 c6 10. Ld3 b5 11. h4 Pc4 12. h5 f6 13. g4 Da5?

Een slag in de lucht. Binnen enkele zetten moet de dame onverrichterzake terugkeren.

14. Lxc4 dxc4 15. a3 Lxc3 16. Pxc3 Dd8 17. Thel a5

In het eindspel na 17 … Pd5 18. Pxd5 Dxd5 19. Dxd5 cxd5 20. f3 had Larsen alle vertrouwen

18. Dg3 Ta7 19. h6 96 20. Ld6 Te8 21. Df4!

21 … Kf7

Als alternatief geeft Larsen de aardige variant 21 … Pd5 22 Pxd5 cxd5 23. Dxf6! Dxf6 24. Txe8+ Kf7 25. Tf8+ Ke6 26. Tel+ en wint.

22. Le5 f5 23. Lb8 Tb7 24. De5 Tg8 25. g5 b4 26. Df6+ Ke8 27. Dxc6+ Kf7 28. Df6+ Ke8 29. d5 Tf8 30. Dc6+ Dd7 31. Ld6 Tf7 32. Lxe7 bxc3 33. Lb4+

Zwart geeft op.

Dit jaar volgde Carlsen zijn voorbeeld door ook de onschuldige Franse ruilvariant te kiezen:

Carlsen – Vallejo Bilbao 2012

1. e4 e6 2. d4 d5 3. Pc3 Lb44. exd5 exd5 5. Ld3 Pf6 6. Pge2 Lg4 7. 0-0 0-0 8. f3 Lh5 9. Pf4 Lg6 10. Pxg6hxg6 11. Pe2Te8 12. Lg5 Le7 13. Pg3 Pbd7 14. f4 Ph7 15. Df3 c6 16. h4 Pdf8 17. Tael Dc7 18. Lxe7 Txe7 19. Te5 f6?

Nu doet het paard op h7 voorlopig niet meer mee. Na 19 … Tae8 20. h5 gxh5 21. Dxh5 g6 is zwarts nadeel beperkt.

20. Txe7 Dxe7 21. h5 gxh5 22. Dxh5 Df7 23. Dg4 g6 24. Ff5 Kh8 25. Ph4 f5 26. Dh3 De6 27. Kf2 Te8 28. Ff3 Te7 29. Pe5 Pd7 30. Thi Pxe5 31. dxe5 c5 32. b3

Nog aanzienlijk sterker is 32. g4l fxg4 33. Dh4 Tg7 (33 … c4 34. Lxg6!) 34. Dfffl en wint.

32 … c4 33. bxc4 dxc4 34. Le2 g5 35. g3 Db6+ 36. Kg2 De3

Taaier is 36 … Dc6+ 37. Kfl gxf4 38. gxf4 De4, al behoudt wit groot voordeel met 39. Df3 Dxc2 40. Kf2.

37. Kfl Tf7 38. Dh5

38 … Dxg3

Of 38 … Te7 39. fxg5 Dxg340. g6 Df4+ 41. Kg2 Tg7 42. Tdl en wint.

39. Dxf7 Dxf4+ 40. Kg2 De4+ 41 Lf3 Dxc2+ 42. Kg3 f4+. Zwart geeft op.

Hans Böhm

Sao Paulo

Ooit, in 2008, was er de gedachte ‘waarom organiseren we niet een toernooi met toernooiwinnaars?’ Een soort van Grand Slam. Dus benaderde men enkele toptoernooien om de gedachte werkelijkheid te laten worden. Die toernooien zijn Tata, Linares, een toernooi in China en Bulgarije en voilà, het deelnemersveld was geen probleem met altijd een topbezetting. De toernooiformule is een dubbelrondige zeskamp (2008 en 2011), en als er te weinig toernooien zijn, een dubbelrondige vierkamp (2009 en 2010). De eerste helft van de Grand Slam 2012 is afgewerkt in het Braziliaanse Sao Paulo, dan een weekje rust en de returnpartijen worden verspeeld vanaf 8 oktober j.l. in het Spaanse Bilbao.

De deelnemers zijn dit keer: Viswanathan Anand, Magnus Carlsen, Levon Aronian, Fabiano Caruana, Sergei Karjakin en Vallejo Pons, voorwaar een uitgelezen gezelschap. De wereldkampioen uit India en de hoogst genoteerde speler uit Noorwegen waren hier (en overal) natuurlijk favoriet maar het zou heel anders lopen. Belangrijk bij de toernooistand is dat een remise 1 punt geeft en een winst drie punten. Dat gaf al direct commotie in de eerste ronde.

F. Caruana – M. Carlsen, na 80.f5.

Zwart heeft in het middenspel de tegenstander langzaam maar zeker naar achteren gedrongen. In grote tijdnood heeft wit zich op deze stelling ingelaten. Praktisch een goede keus want ook al staat zwart nu gewonnen, het kan snel omslaan met die twee gevaarlijke vrijpionnen en Kh2 die niet meespeelt. De winst was te halen met 80…Tb2 81.d5 Tb5 82.Ke3 Txd5 83.Kxe4 Td2 en de technische afwerking kan niet te moeilijk zijn evenals na 81.f6 Kg2 82.f7 Tb8 83.Ke3 Tf8 84.Kxe4 Txf7 85.Kd5 c3 86.Kc4 Kf3 87.Kxc3 Ke4 en er gaat nog een pion verloren. Carlsen verwisselde de zetten met grote gevolgen

80…Kg2? 81.Ke3 Tb2?

Er zat al niet meer in dan remise met 81…Tb1 82.Kxe4 Tc1 83.d5 Txc2 84.d6 Te2+ 85.Kd5 c3 86.Lg5! Tf2 87.Ke6 Te2+ 88.Kf7 Td2 89.Ke6 Te2+. De stelling was zo verraderlijk dat zwart na twee zwakke zetten verloren staat!

82.d5! Txc2 83.d6 c3

Ook 83…Tc3+ 84.Kxe4 Td3 85.f6 is hopeloos.

84.d7 Td2 85.d8D Txd8 86.Lxd8 h4

Een laatste schwindelkans: 87.Lxh4? c2 88.Kd2 e3+ en zwart wint!

87.gxh4 g3 88.f6 c2 89.Kd2 e3+ 90.Kxc2 e2 91.La5

en zwart gaf op.

Er viel nog een beslissing in die eerste ronde.

L. Aronian – S. Karjakin, na 23.f2-f3

Wit heeft een kwaliteit meer maar de zwarte stukken staan goed. Met de laatste zet is het mat eruit gehaald en wit is natuurlijk niet bang voor 23…Dxf3 24.Dxf3 Lxf3 25.Td8. Vooral een toren op d8 verlamt het zwarte spel en daarom werd dan ook 23…Pd7? 24.Pe4! gespeeld, waarna wit plotseling zeer goede winstkansen heeft. In de diagramstelling heeft zwart iets verrassends: 23…Pd3! 24.Txd3 Dxc4 25.Td8 La6! Zwart gebruikt een andere diagonaal om aan te vallen. Het is hierna direct remise na 26.h4 Df1+ 27.Kh2 Df2+ en als wit het probeert met 26.Td1 Dxc3 biedt het zwarte loperpaar plus de open koningsstelling ruim voldoende compensatie. Een mooie verborgen wending die tussen aanval en verdediging in zit. De partij liep zo af:

24…Da4 25.Txd7 Lxe4 26.Td8 Lg6 27.Lg5 Da3 28.Dd4 h6 29.Dd6 Kh7 30.Dxf8 en zwart gaf op.

Caruana zocht het geluk vaker op

S. Karjakin – F. Caruana, na 26.g2-g4

Wit is ingesnoerd en door simpelweg de druk nog verder op te voeren zou de stelling spoedig instorten. Maar Caruana voelt zich sterk en verkiest de tactische weg:

26…Pxe4! 27.Pxe4 Txe4 28.Lxe4 Txe4 29.Dc2 De7 30.Tg1 Txe3!

Nu zijn het al twee kwaliteiten die zwart achter staat. De compensatie zit in de activiteit van alle zwarte stukken.

31.Tb-f1 Le2 35.Df5 Ld3 36.Dd7 Le5+

Want na 37.Pxe5 Dxe5+ 38.Tg3 De2+ gaat een volle toren verloren.

37.Kh1 Le4 38.De8+ Pf8 en wit gaf op, hij verliest al zijn stukken.

De verrassende tussenstand na vijf ronden is:

1.Caruana 11 2.Aronian 7 3.Carlsen 6 4.Anand 5 5-6. Vallejo, Karjakin 3

Bab Wilders

Eén van de spectaculairste gambieten in het huidige schaak is voor velen het zgn Benko-Gambiet dat ontstaat na 1.d4 Pf6 2.c4 c5 3.d5 b5 en daarna moet wit beslissen wat hij gaat doen: aannemen of afslaan of een soort middenweg: aannemen en weer teruggeven . Het werd wel weer eens tijd dat we op de hoogte kwamen van de nieuwste inzichten en daarin voorziet het boek van grootmeester Valery Aveskulov Attack with Black, want dat is uiteraard de bedoeling van elk gambiet: je offert wat om in de aanval te kunnen gaan. Het boek verscheen bij Gambit Publications (www.gambitbooks.com, altijd een site die zeer de moeite waard is, trouwens net zoals www.schaaksite.nl)) en het isbn-nummer is 978-1-906454-39-5). Het 1e deel gaat over het vermijden door wit van dit gambiet want we leven niet meer in de tijd dat het weigeren van een offer onfatsoenlijk was, en daarna komen Benko en Blumenfeld en Vaganian e.d. aan de orde of wat voor bijzondere gambietnamen dan ook. Aveskulov besteedt voldoende aandacht aan de stellingen die hieruit kunnen voorkomen en via 25 diagrammen met tactische oefenstof (want hier heerst natuurlijk de tactiek) kunt u controleren of u het allemaal gesnapt heeft.

Niet alleen een boek voor zwart maar voor elke witspeler die start met de zetten 1.d4 en 2.c4. Een echt studieboek. Er zijn natuurlijk ook witspelers die hopen op dit gambiet en er dan eens eventjes goed voor gaan zitten zoals we kunnen zien in de partij tussen Shirov (met wit) en Hauchard. 1.d4 Pf6 2.c4 c5 3.d5 Nu kan het bv ook naar de Ben Oni, populair onder gereformeerden, maar daar komt ie: 3..b5 4.cxb5 a6 5.b6 ja, dat kan ook nog, de zgn teruggeef-variant met de bedoeling zelf in de aanval te gaan wanneer zwart de pion gaat terugwinnen. Voor echte gambietspelers is weinig zo irritant als een tegengambiet (bv 1.e4 e5 2.f4 d5!). Nu verder: 5..d6 6. Pc3 Pbd7 7.a4 Dxb6 Zwart moet nu wel slaan anders komt a5, wat nu ook komt 8.a5 Dc7 9.e4 g6 10.f4 Het is helder, zoals dat tegenwoordig in de politiek heet, dat wit de aanval zoekt en zwart reageert wat traag op de nieuwe situatie. 10..Lg7 11. Lc4 0-0 12.Pf3 Te8 13. 0-0 e5 Dit speelt wit natuurlijk helemaal in de kaart 14. dxe fxe 15. Pg5 Pf8 16. f5 h6 17. e5 dxe 18. fxg6!

Wit slaat aan het offeren om de aanval door te zetten 18..hxPg5 19. Lxg5 ( Volgens sommigen is zwart nu al verloren maar het apparaat ziet nog een redding via 19..Td8 20. De2 Pxg6 21. Lxf6 Lxf6 22. Txf6 Pf4 23. Df3 Ta7 24.b3 Dg7 25. Pe4 Td4 maar vind dat maar eens achter het bord,zwart in ieder geval niet ) 19..P8d7 20. Df3 Ta7 21. Tad1 Db7 22. Dh3 Dc6 23. Pd5 Nog een paardoffer Kf8( Pxd5 ging natuurlijk niet maar nu is de koning ook in de penning) 25. Dh7 Te6 26. Lh6 haast alles wint nu Ke8 27. Dxg7 Pxd5 Wit staat 2 stukken achter maar 28. Dh8+ Ke7 29.g7 Txh6 wanhoop 30. Tf7+ Kxf7 Nu 4 stukken achter…31.g8D+ Ke7 32. Dd8+ en het doek valt.

Probleem 2394 is een driezet van Knud Hannemann:

En weer een oplossing: 2392 had als sleutelzet: 1. c4!

Johan Hut

Danny de Ruiter voor even de held

Het is misschien niet aardig om tegen een jongeman van 21 te zeggen dat hij zijn finest hour al heeft bereikt. Toch is de kans heel klein dat Danny de Ruiter in zijn schaakleven nog iets groters zal presteren dan een strakke overwinning boeken op Ivan Sokolov.

De Bosnische Nederlander heeft een reusachtige score in de KNSB-competitie. In de hoogste klasse speelde Sokolov 101 partijen, waarvan hij er 77 won, 21 remise speelde en slechts drie verloor. Daarom is het jammer dat hij er in 2010 voor koos om voor Sissa (Groningen) te gaan spelen, dat op dat moment in de regionale competitie speelde. Inmiddels speelt het gesponsorde Sissa in de tweede klasse van de KNSB-competitie en heeft het de landstitel in 2015 als doel.

Vorige week kwam er een kleine kink in de kabel, door een gelijkspel tegen De Waagtoren. Dat is een club waarin in 2006 drie Alkmaarse clubs zich verenigden: het aloude VVV (Van Vijanden Vrienden), 0-0-0 (Lange Rokade) en ASG (Alkmaars Schaakgenootschap). Iedere club had zijn eigen stijl, samen vormden ze een bloeiende vereniging die zelfs even meer dan 150 leden telde.

De held van Alkmaar werd Danny de Ruiter, die aan het eerste bord Ivan Sokolov versloeg. Drie weken eerder begon hij aan zijn voorbereiding, samen met zijn trainer Willem Andriessen. Een bekende naam, Andriessen was medeoprichter en hoofdredacteur van het voormalige tijdschrift Schaakbulletin en directeur-eigenaar (inmiddels gepensioneerd) van uitgeverij New in Chess in Alkmaar. De Ruiter: “Hij heeft nog een groot inzicht en ook een grote databank.” Samen waren ze tot de conclusie gekomen dat Sokolov een van ’s werelds grootste kenners was van het Grünfeld-Indisch, zowel met wit als met zwart. Probleempje: dat was nou net ook de favoriete opening van De Ruiter. Moest hij dat nou spelen of juist niet? Wel, vond Andriessen. Hij beval hem twee boeken van Boris Avrukh aan en gaf hem de raad zich het Grünfeld-Indisch in de ruimste zin eigen te maken, in die drie weken. Vol goede moed ging De Ruiter aan de studie en hij was vooral tevreden over een mogelijkheid op de veertiende zet. Zou de grootmeester die wel kennen? Het commentaar is voornamelijk gebaseerd op dat van Andriessen op de clubsite www.waagtoren.nl.

Sokolov-De Ruiter

1.d4 Pf6 2.c4 g6 3.Pc3 d5 4.cxd5 Pxd5 5.e4 Pxc3 6.bxc3 Lg7 7.Le3 c5 8.Dd2 Da5 9.Tc1 cxd4 10.cxd4 Dxd2+ 11.Kxd2 0-0

Overbekend. De volgende zet is dat nog niet.

12.Ld3 Td8 13.Pe2 Pc6 14.Tc4 Le6

Ook dit is eerder gespeeld, maar niet vaak. Normaal is hier 14…f5. Le6 is de zet waarvan De Ruiter zich van tevoren afvroeg of Sokolov die al kende. Waarschijnlijk wel, hij reageerde vrij snel.

15.d5 Pe5 16.Tc7 Pxd3 17.Kxd3 f5 18.f3 fxe4+

In het vervolg blijkt dat zwarts stelling zonder ruil van de f-pionnen iets beter zou zijn.

19.fxe4 Lxd5!

Hier ging het om. Dit offer was een van de vele dingen die De Ruiter thuis had voorbereid en het was natuurlijk prachtig dat hij dat op het bord kreeg. Het is aannemelijk dat Sokolov dit niet had zien aankomen.

20.exd5 Txd5+ 21.Kc2 Te5 22.Tc3 Ta5

23.Kb3

Sokolov maakt de keus om met twee stukken tegen een toren te spelen, maar onderschat de kracht van de zwarte pluspionnen. Beter was 23.Pd4 Txa2+ 24.Kb1 Txg2 25.Tc7 b5 26.Txe7 a5, alhoewel wit dan met zijn ene pion en met een stuk tegen drie pionnen geen enkele winstkans heeft.

23…Lxc3 24.Pxc3 Td8 25.Kc2 b6 26.g4 Te5 27.Lf4 Tc5 28.Te1 Tc4 29.Lc1 Tdc8 30.Lb2 b5 31.Kb3 a5

Het duurde even, maar nu zijn de pionnen op stoom gekomen.

32.a3 a4+ 33.Kc2 Txg4

Wit staat zo machteloos, dat zwart rustig wat pionnetjes kan pakken.

34.Kb1 Tg2 35.h4

Nu volgt de beslissing.

35…b4 36.axb4

Na 36.Pxa4 zou Tb8 heel sterk zijn.

36…a3 37.La1 Tc4 38.b5 Txh4 39.Pd5 a2+ 40.Kc1 Tc4+ 41.Pc3 Tb4

Wit geeft het op. Zijn paard mag niet wijken vanwege Tb1+, de loper heeft geen velden en de toren mag de onderste rij niet verlaten vanwege 42…Tb1+ 43.Pxb1 Tg1+ en axb1. Wit kan er dus niets tegen doen dat zwart zijn h-pion naar de overkant brengt.

Sokolov noteerde 0-1 op zijn notatiebiljet, wachtte totdat De Ruiter weer aan zijn bord kwam, gaf hem een hand en liep direct het gebouw uit. Reactie van De Ruiter: “Dat zou ik in zijn geval ook hebben gedaan.”

Rini Kuijf

Voor beginners A5916

Zwart is aan zet, wie wint er eigenlijk?

Voor gevorderden B5916

Wit aan zet wint zet wint, hoe?

Henk Prins

Het bedenken van een combinatie tijdens een schaakpartij is voor de schaker een kroon op zijn werk. Vooral een slotcombinatie die leidt tot de winst van de partij vanuit het middenspel geeft een schaker vleugels. De schaker is trots dat de berekende combinatie naar het gewenste doel leidt. Voorbeelden van mooie slotcombinaties zijn er volop.

Oud/wereldkampioen Smyslov had rond zijn pensioenleeftijd een opleving. Smyslov was wereldkampioen van 1957 tot 1958, maar verraste de schaakwereld door op 63-jarige leeftijd in de finale van de kandidatenmatches voor het wereldkampioenschap terecht te komen. Hij moest aan de jeugdige Kasparov de eer gunnen voor deze finale.

Bekend van Smyslov is dat hij vaak een bijzonder soort schaak speelde. Jn het beroemde toernooi van 1946 te Groningen speelde Smyslov een miniatuurpartij. De slotcombinatie is van bijzondere schaakschoonheid. In deze partij bereikte Smyslov, die met wit tegen Korrnauer speelde, met deze combinatie een mooie finale van de partij.

Smyslov besloot tot een snelle aanval. 18. Pc5!! (Het feit dat zwart nog niet gerokeerd heeft, rechtvaardigt het offer.) 18. …dxc5 (Er is geen andere mogelijkheid voor zwart. Er dreigt onder andere 19. Txd7 en na 19. …Txd7 is 20, Ta8 gelijk al uit.) 19. Lf4! (De tweede mokerslag. 19. Txd7 Txd7 20. Ta8 Dxa8 21. Dxa8+ Td8 is onvoldoende voor de winst.) 19. …Ld6 (Op 19. ….Dxf4 volgt 20. Dc8+ Ke7 21. Dxb7 Kf6 22. Txd7 Kg6 23. g3 Df5 24. Ta7 en wit wint wel met de zware stukken op de zevende lijn.) 20. Lxd6 Tb6 (De enige zet. De zwarte dame kan namelijk geen kant op.) 21. Dxd7+ (Zwart gaf de partij op.)

In partijstelling 866 wint wit met een slotcombinatie. Uitgewerkte oplossing is welkom binnen drie weken bij Henk Prins, Reinenweer 42, 3363 XR Sliedrecht, Voor de goede oplossing is drie punten te verdienen.

Max Pam

In de rubriek van afgelopen zaterdag wordt ingegaan Carlsen en zijn prestaties in o.a. Bilbao. De partijen Carlsen-Caruane en Carlsen tegen Vallejo-Pons worden uitgebreid besproken.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.