Belevenissen van een arbiter: Een dagje Univé schaaktoernooi

Mijn mobiel gaat af. Ruw word ik uit mijn slaap gerukt. Duf en wezenloos grijp ik naar dat ding en probeer hem uit te zetten. Dat lukt. Het is eind oktober op een vroege zondagochtend in huisje 14 van vakantiepark ‘De Westerbergen’ in Echten, vlakbij Hoogeveen en vandaag moet ik naar huis. Gisteren was de laatste ronde en prijsuitreiking van het 16e Univé schaaktoernooi in het gemeentehuis van Hoogeveen. Ik heb mijn wekker op mijn mobiel geactiveerd om op tijd de trein te nemen naar het westen. Maar het is nog wel verrekte donker buiten! Hoe kan dat? Opeens begint mijn mobiel weer herrie te maken! Wat is dat nu? Het is niet de wekker maar een inkomend gesprek dat ik weggedrukt heb en iemand probeert opnieuw contact te maken met mij: “Met het taxibedrijf. Ik zou u om acht uur op komen halen, maar ik ben vergeten dat de wintertijd vannacht is ingegaan en dat betekent dat ik niet later dan zeven uur kan komen! Wat nu? Misschien kunt u beter een ander taxibedrijf bellen.” Ik kijk op mijn horloge en zie dat het pas kwart voor zes is. Het valt niet mee om een beetje helder te denken. Het is gisteravond niet vroeg geworden. We hebben nog een paar glazen geheven op weer een geslaagd toernooi. Ik heb die avond een eenmans taxibedrijf gebeld om mij de volgende ochtend om kwart over acht op te komen halen en naar het station te brengen. Toen zei hij al dat dit om acht uur moest gebeuren omdat hij na dit tijdstip geen ritten meer mocht aannemen vanwege het rijtijdenbesluit. “Kom dan maar om acht uur”, had ik gezegd. En nu dit. Een ander taxibedrijf bellen? Dat heeft totaal geen zin, slapen kan ik nu toch niet meer. "Ik ben nu toch wakker, dus kom mij dan maar om zeven uur ophalen", was mijn antwoord op zijn vraag. En zo zat ik een uur eerder thuis achter de koffie dan gepland en daar was vrouwlief weer zeer content mee. En zo krijgt Johan Cruijff toch weer gelijk: ‘Ieder nadeel heb zijn voordeel’.

Ik zei het al, het was dus weer een geslaagd toernooi. Maar er zat een dag tussen waarop ik aan een goede afloop van het toernooi niet durfde te denken. Het was op een zondag bij de 3e ronde van de Open Groep en de 1e ronde van de Kroongroep. Het startsein was net gegeven en ik loop langs de borden in het gangpad waar geen toeschouwers mogen komen om er een klok aan de gang te brengen. Opeens bots ik bijna tegen iemand op. Nu al een speler aan het wandelen? Nee, het is Albert Platje, waarschijnlijk even poolshoogte nemend van de laatste openingsnieuwtjes bij de topspelers om dit die middag bij zijn eigen partij in de amateurgroep te kunnen gebruiken. Verbaasd kijk ik hem aan en dirigeer hem naar het midden van de Burgerzaal, waar de rest van het publiek loopt. Hij kijkt mij aan of hij zeggen wil: “Man, waarom moet dat nou, waar slaat dit op?” Maar hij gaat wel.

Vanuit de Burgerzaal zie ik door de ruiten een bezoeker zitten in de Trouwzaal waar de Kroongroep speelt, die achter zijn rug een iPhone in zijn hand heeft die duidelijk niet uit staat. Nu nog maar even niets aan doen, dat geeft teveel reuring. Onmiddellijk daarna komt onze collega-arbiter Mark Huizer naar mij toe. “Zeg Jan, is praten door de Kroongroepspelers eigenlijk toegestaan?” Ik ben een beetje verrast door de vraag en antwoord dat dit niet verboden is maar eigenlijk nauwelijks voorkomt. “Oh nee, kijk daar eens dan!”, zegt Mark. Ik draai mijn hoofd om richting de hal en zie Sergei Tiviakov, Friso Nijboer en Sipke Ernst geanimeerd met elkaar praten. Alleen de borrels en hapjes ontbreken nog bij dit feestelijk samenzijn. Het moet natuurlijk niet te gek worden. Al snel zoeken zij weer hun plaats bij het schaakbord op. Het praten met elkaar is niet te verbieden in het gemeentehuis van Hoogeveen. Alle spelers van alle groepen maken gebruik van dezelfde faciliteiten: toiletten, kantine en de rooktent. Tot nu toe hebben we daar nog nooit problemen mee gehad. Het geeft ook de gemoedelijke sfeer aan die er heerst bij het Univé schaaktoernooi en zovele andere Nederlandse toernooien. Op het schaakbord strijden op het scherpst van de snede, maar daarnaast is een ontspannen omgang met je schaakcollega’s gemeengoed.

Die iPhone van die bezoeker bij de Kroongroep is verhuisd van achter de rug van de man naar zijn voorkant en vrolijk dartelen zijn vingers over het touchscreen. Dit is te gek. Stilletjes betreed ik de trouwzaal en loop tussen de twee rijen stoelen door naar de man toe en maak hem duidelijk dat dat ding uit moet. “Maar, hij is uit!”, fluistert de man mij toe. Oh ja? Is dat uit? Zie ik dan soms waanbeelden, denk ik bij mijzelf. Hij zal het geluid wel bedoeld hebben, maar mijn potje grenzeloos geduld was niet zo vol meer en fel gebaarde ik hem dat die iPhone écht uit moest, en snel.

De Open Groep in de Burgerzaal (foto: Johan Valk)

Even later loop ik naar het bord waar de Veddertjes de degens gekruisd hebben. Nou ja, degens gekruisd, het was meer schieten met losse flodders met een snelle remise tot gevolg. Maar wie kan hun dat kwalijk nemen met een score van 1½ uit 2? Wat ik ze wel kwalijk neem, is dat ze hun lege koffiekopjes niet opgeruimd hebben. Toch geen sterallures hoop ik? Ik hoor ze al gevat antwoorden op mijn commentaar: “Ja, maar wij hadden onze handen al vol aan ons volle notatiebiljet en doorslag!” Vooruit, het zij ze vergeven. Ik pak de kopjes op en in mijn draai zie ik iemand naderbij komen. Het toeval wil dat dit bijna op dezelfde plek is als waar ik Albert Platje tegenkwam (links op de foto). En weer is het geen speler die mijn aura nadert. Het is een niet al te lange vastberaden vrouw van middelbare leeftijd met kort haar en een ronde bril op haar neus. Ook haar probeer ik naar het midden te dirigeren. Haar antwoord is duidelijk: zij brengt haar vinger naar haar lippen en sist: “Ssst!” en op kordate wijze beent zij twee borden verder om daar weer op verboden terrein bij een partij te gaan staan kijken. Hoogst verbaasd loop ik haar achterna en leg mijn hand op haar schouder. Fel kijkt zij mij aan en weer krijg ik “Ssst” te horen. Daarna loopt zij gelukkig weg en heb ik haar niet meer terug gezien.

Nog niet bekomen van het ene voorval kondigt zich het andere voorval al weer aan. IM Yochanan Afek, de sympathieke, al dertien jaar in ons land wonende Israëliër met diverse FIDE-titels (waaronder ook IA), komt bij mij klagen dat zijn tegenstander loopt te praten over zijn partij met zijn vrienden. Daar gaan we weer. Weer dat praten. Het is Danny de Ruiter. Hij staat met twee anderen door de glazen afscheiding even de verrichtingen van de Kroongroepspelers gade te slaan. Ik denk dat Yochanan extra nerveus is voor zijn tegenstander. Want Danny (2182) heeft enkele weken hiervoor Ivan Sokolov verslagen in de eerste ronde van de KNSB-competitie. Bovendien heeft hij hier in de eerste ronde Jan Timman aan zijn zegekar gebonden! Ik spreek hem even aan en maan hem een eventueel noodzakelijk gesprek tot een minimum te beperken. Nieuwsgierig naar de uitslag? De Ruiter – IM Afek 1 – 0!

Ik kijk op mijn horloge. Het is pas 15.00 uur, nog maar één uur na de start. Waar moet dit heen vandaag? Achteraf bleek dat het ergste achter de rug was, maar het leed was nog niet helemaal geleden. Tegen de tijdcontrole gaat er iets mis met een elektronische klok. Snel een nieuwe klok pakken en de zettenteller juist instellen. Hoeveel hebben zij er gedaan? Juist ja, 38 zetten. Even klikken en klaar. Maar op de 40e zet krijgen zij er geen tijd bij! Dan maar weer de boel snel corrigeren. De eerste keer dus compleet fout ingesteld. Zo zouden zij pas op de 76e zet de tijd voor de tweede periode erbij krijgen! ‘Een klassieke fout’ volgens hoofdarbiter Koos Stolk. Ja, vooral veroorzaakt door te weinig ervaring met zettentellers. Maar ik voel mij toch even lelijk in mijn hemd staan.

‘s Avonds sms ik een opgeruimd bericht naar mijn vrouw, maar ik vergeet drie kruisjes achter het bericht te zetten. Onmiddellijk en zonder mededogen word ik terecht gewezen voor deze ‘crime passionel’. Uiteindelijk stap ik met een diepe zucht in bed en trek na een lange dag de dekens over mij heen en doe het licht uit. Eindelijk rust. Maar niet voor lang! Het zoemen van een mug houdt me uit mijn slaap. Zo kan ik niet slapen. Dat beest moet hoe dan ook verdwijnen, maar ik krijg dat kreng maar niet te pakken. Als ik het licht aan doe, hoor en zie ik hem niet meer en als het licht uit is, komt hij na korte tijd de aanval weer inzetten. Na een klein uur sluit ik een wapenstilstand met hem: ik zal hem niet meer achterna zitten als hij mij verder die nacht met rust laat. Wonderwel wordt dit bestand door ons beiden gerespecteerd, zodat ik met toch nog wel voldoende nachtrust de accu weer kan opladen voor een volgende nieuwe dag. Dit was een verslag van een dagje Univé schaaktoernooi.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.