Tata in de media (2)

Dat Viswanathan Anand dinsdag tegen Levon Aronian een van de beste partijen van zijn leven speelde, was niet besteed aan de verslaggever van het ANP. In onder andere Trouw en de Volkskrant was te lezen: “De Armeniër kwam behoorlijk uit de opening, maar greep in het vroege middenspel mis. Zijn Indiase opponent profiteerde met een reeks sterke zetten.”

Dat Anand een reeks sterke zetten speelde, dat klopt. Dat Aronian behoorlijk uit de opening kwam, is onzin. Anand schotelde hem een nieuwtje voor in een bekende stelling, een nieuwtje dat hij had voorbereid voor zijn WK-match tegen Boris Gelfand vorig jaar, maar dat toen niet op het bord was gekomen. Na dat nieuwtje was het met een paar fikse klappen over en uit. In een video op de toernooisite zei Anand desgevraagd dat hij de partij tot de beste partijen uit zijn carrière rekent. Schaakpsychologen mogen daarover twisten. Is een partij goed als het belangrijkste deel thuis met de secondanten is voorbereid? Antwoord misschien: jazeker, want dat maakt de zetten er niet anders op.

De belangrijke website The Week in Chess schreef iets compleet anders dan het ANP:

“I should study openings better", was Levon Aronian’s reaction to being blasted off the board by Viswanthan Anand.

Dus hoezo behoorlijk uit de opening gekomen?

De Nederlandse (Engelstalige) site Chessvibes wist te melden dat Magnus Carlsen de partij ‘mindblowing’ en ‘really something special’ had genoemd. Volgens dezelfde site had Judit Polgar getweet: “Wow, what a game by Anand against Aronian in Wijk aan Zee! Today Vishy found himself, he played his very best! Impressive game!”

Anand bescheiden

Dat Anand van Caruana en Aronian zou winnen, de nummers vijf en drie van de wereld, mag je bijzonder noemen. Huh? Voor een wereldkampioen toch niet? Toch wel, want in heel 2012 had Anand in toernooien van geen enkele speler uit de top vijftig gewonnen. Alleen in zijn match tegen Gelfand had hij één partij gewonnen. In het Noord-Hollands Dagblad bleek verslaggever Monne Reitsma de cijfers ook te hebben bekeken. Refererend aan Anands vijf zeges in Wijk aan Zee (een record): “Of er een zesde toernooizege bij komt, valt te betwijfelen. Anand wint niet zoveel meer. Vijf jaar geleden won hij in Linares voor het laatst een toptoernooi. Na twee van de in totaal dertien speelronden in Wijk aan Zee staat de in Spanje woonachtige schaker op één punt.” Niets mis met die constatering, na twee ronden. Dan citeert hij Anand: “Een echte doelstelling heb ik niet. Ik denk niet dat ik een favoriet ben. Ik wil mijn best doen en ik leef van partij naar partij. Vooraf valt er nog niet echt veel te plannen voor het toernooi. Je weet namelijk pas een dag voor het toernooi in welke volgorde je je tegenstanders treft en met welke kleur je tegen hen speelt. Dat luistert allemaal nauwkeurig in zo’n toernooi.” Nou, dat is inderdaad geen Mohammed Ali die “I am the greatest” roept. Na de derde en vierde ronde zal hij zijn bescheidenheid toch moeten laten varen.

Frisse zeeduik

Sergei Karjakin is de enige Rus in de hoofdgroep, las ik in het Noord-Hollands Dagblad. Dat was me nog niet eens opgevallen. En van oorsprong is hij nota bene Oekraïner. Vorig jaar was hij ook de enige Rus, maar waren er vijf spelers uit de voormalige Sovjet-Unie. Nu zijn dat er maar twee: Karjakin en de Armeniër Aronian. De tijden zijn veranderd. Verder zijn er onder anderen twee Indiërs en twee Chinezen.

Verslaggever Hein ten Berge merkt op dat Karjakin in het Engels (tegen hem) stottert, maar in het Russisch (tegen andere journalisten) niet. Karjakin is naar Wijk aan Zee gekomen om het toernooi te winnen, zegt hij, en hij is met drie uit vier redelijk op weg. Zijn overgang naar Rusland pakte financieel goed uit. In Oekraïne moest hij zijn secondanten zelf betalen, in Rusland vond hij er een sponsor voor. Hij voelt zich een beetje een ‘Wijker’ en denkt in zijn hele leven zo’n 150 dagen in het dorp te hebben doorgebracht. Hij houdt van wandelen en is dit jaar al twee keer de zee in geweest. Karjakin: “Koud? Nee hoor. Ik ben wel wat gewend. Het is volgens mij ook niet ongezond om met deze temperaturen de zee in te duiken. Het houdt mij wakker en ik ben nog steeds in leven.”

Geen snelle remises

Op de toernooisite zag ik nog een leuk video-interview met toernooidirecteur Jeroen van den Berg. In Linares was zijn collega Luis Rentero ooit berucht omdat hij boetes uitdeelde voor korte remises. Tegenwoordig hebben we daar de ‘Sofia-regel’ voor: geen remises voor de dertigste zet. Soms zijn ze onvermijdelijk en moeten de spelers vanaf het moment dat ze dat beseffen een toneelstukje opvoeren. Het Tata-comité ziet niets in strikte regels, maar wel in een ‘ethische regel’. In het contract staat dat het comité “liever niet heeft” dat de spelers binnen dertig zetten of binnen drie uur remise spelen. Daar duikt al meteen een moeilijk punt op: stel dat spelers binnen drie uur al op de vijftigste zet zijn in een potremise eindspel. Je kunt ze moeilijk kwalijk nemen dat ze snel kunnen nadenken of de opening ver kennen. Liever niet, dat betekent dat Van den Berg er niet met de gesel overheen gaat. Maar als spelers het te vaak doen kan dat gevolgen hebben voor het uitnodigingsbeleid. Andersom gezegd: als je er volgend jaar weer bij wilt zijn, moet je dit jaar goed je best doen.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.