Schaakrubrieken weekend 25 mei 2013

Schaaksite.nl is een site voor iedere geïnteresseerde in het schaken. Daarom mag aandacht voor de schaakrubrieken in de landelijke bladen niet ontbreken. Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het verschijnen van de veelal zaterdagse schaakrubrieken.

Hans Ree Gert Ligterink Hans Böhm Bab Wilders Johan Hut Rini Kuijf Henk Prins

Hans Ree

Drie dames in de hoek

Voor ik toekom aan de gelijkenis van de goede en de slechte slager, wil ik eerst nog even terugkomen op het Supreme Masters toernooi in Noorwegen waarover ik vorige week schreef. Toen moesten er nog twee ronden gespeeld worden. Sergei Karjakin stond bovenaan met een half punt voorsprong op Magnus Carlsen.

In de voorlaatste ronde verloren ze, wat deed denken aan de sensationele laatste ronde van het Londense Kandidatentoernooi, waarin de koplopers Carlsen en Kramnik in de laatste ronde verslagen werden. Nu verloor Karjakin van Peter Svidler en Carlsen van Wang Hao. In de laatste ronde maakten Karjakin en Carlsen beiden remise, waardoor Carlsen gedeeld tweede werd, samen met Hikaru Nakamura.

Het was het eerste toptoernooi in Noorwegen en al hadden de organisatoren graag een overwinning van hun nationale held gezien, ze vonden toch dat het naar meer smaakte. Karjakin noemde zijn toernooioverwinning het grootste succes van zijn leven.

Het verhaal over de goede en de vieze slager is eens door Ischa Meijer opgeschreven. De twee slagers waren in dezelfde Amsterdamse straat gevestigd. Bij de goede slager verdrongen koopkrachtige Amsterdammers zich voor de fijnste stukjes van het diervriendelijk geslachte Japanse Wagyu rund, het Spaanse Castellan zuiglam of het Limburgse kloostervarken. De volkse producten van de vieze slager waren minder verfijnd.

Op een dag zei Ischa Meijer tegen de goede slager dat diens producten natuurlijk heerlijk waren en gezond, maar dat hij soms een onweerstaanbare behoefte had aan een vette hap van de vieze slager. Kon de goede slager zich dat voorstellen? Die keek hem aan alsof hij een miserabel onderkruipsel was.

Op het gevaar af dat ik op dezelfde manier bekeken wordt als Ischa door de goede slager, wil ik na al het subtiele topschaak van de afgelopen weken hier een partij laten zien die meer beantwoordt aan een volkse smaak. Hij werd gespeeld in het Europees kampioenschap in de Poolse stad Legnica, dat ongeveer een week geleden gewonnen werd door de Oekraïner Alexander Moisejenko.

Het is geen wonder van verfijning. Wit staat een stuk voor en maakt dan een grove fout waarna hij meteen glad verloren staat. Twee zetten later staat hij weer gewonnen en nog drie zetten later weer verloren. Wat een sensatie. Om in de slagerij te blijven, een vette partij en vooral een vet plaatje. In de wonderlijke diagramstelling staan drie dames naast elkaar in de hoek van het bord, alsof ze in een haremvertrek zijn opgesloten.

Yannick Pelletier-Andreas Hagen, Legnica, EK 2013

1. Pf3 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 Lg7 4. d4 0-0 5. e4 d6 6. Le2 e5 7. 0-0 Pc6 8. d5 Pe7 9. Pd2 Pe8 10. b4 f5 11. c5 Pf6 12. f3 f4 13. Pc4 g5 14. a4 Pg6 15. cxd6 cxd6 16. Pb5 Pe8 17. Ld2 h5 18. Le1 a6 19. Pc3 Pf6 20. a5 g4 21. Pb6 Tb8 22. Pxc8 In deze variant is de eliminatie van zwarts Lc8 een belangrijk succes voor wit, want zwart moet zijn koningsaanval voeren met een stukoffer op h3, waarvoor zwarts loper het meest geschikt zou zijn. 22…Dxc8 23. Tc1 Dd7 24. Pa4 g3 25. h3 Ph7 26. Pb6 Bekende patronen. Dit alles was al eens voorgekomen in een partij Gleizerov-Robin uit een open toernooi in 2009, waarin zwart na 26…Dd8 27. b5 Dh4 28. bxa6 Pg5 29. Lb5 Pxh3+ niet genoeg kreeg voor het geofferde stuk en snel verloor. 26…De7 27. Tc3 Dh4 28. Ld3 Pg5 29. De2 Tf7 30. b5 Pf8 Alles draait om het offer op h3 dat straks gaat komen. Zwart maakt zijn voorbereidingen, maar het gaat wel erg langzaam. 31. bxa6 bxa6 32. Lxa6 Pfh7 33. Tc8+ Tf8 34. Txb8 Txb8 35. Dc2 Pxh3+ Daar is het offer dan, maar het had niet mogen slagen. 36. gxh3 Dxh3 37. Lc8 Dh4 38. Lf5 Tegen het krachtige en directe 38. a6 lijkt weinig in te brengen. 38…Pg5 39. Lb4 Lf8 40. Dg2 Tb7 41. Td1 Vreemd. Waarom niet 41. Tc1, om zwarts toren van de c-lijn weg te houden? 41…Tc7 42. a6 Tc2 Nu had wit 43. Ld2 moeten doen, waarna zwart met 43…Ta2 de gevaarlijke vrije a-pion elimineert. Zwart zou nog steeds een stuk achter staan, voor slechts vage compensatie. 43. Dxc2 Maar na deze fout komt zwart opeens gewonnen te staan. 43…Pxf3+ 44. Kf1 Dh1+ Maar hij mist de winst, die met 44…Pd4 45. Txd4 f3 te bereiken was. 45. Ke2 Pd4+ 46. Txd4 f3+ Nu zou wit weer gewonnen staan als hij 47. Kd2 had gedaan, want als zwart dan 47…f2 doet, heeft wit tijd voor 48. Dc8, om zelf mat te dreigen. 47. Kd3 f2 De kansen zijn weer eens gekeerd. Nu staat zwart gewonnen, omdat 48…f1D met schaak zou gaan. 48. Kc4 De vlucht naar voren, er zit niets anders op. 48…f1D+ 49. Td3 g2 50. Kb5 g1D

Een curieuze stelling met drie zwarte dames die nu nog in een hoekje staan, bijna terug in de doos, maar toch snel een te grote overmacht zullen vormen. 51. Pc4 Dff2 52. Db3 Db1 53. Kc6 Dxb3 54. Txb3 Dc2 55. Tg3+ Kh8 56. Kb5 Da1 57. Ta3 Dd4 58. Tc3 Nu zou onder meer 58…Db1 met de dreiging 59…Dc5+ overtuigend genoeg zijn. Wit gaf op.

Gert Ligterink

Lothar Schmid

Lothar Schmid was een veelzijdig man. Hij gaf leiding aan de uitgeverij van de Karl May boeken, hij was een sterke grootmeester, hij beheerde ’s werelds grootste privécollectie van schaakboeken en hij was een gerespecteerd arbiter die driemaal een tweekamp om de wereldtitel leidde. Vorige week zaterdag overleed hij op 85-jarige leeftijd.

Altijd zullen de schakers Schmid dankbaar blijven voor zijn optreden bij de WK-match Fischer – Spassky in 1972. Menig arbiter zou ten onder zijn gegaan tijdens de hectische eerste dagen in Reykjavik, toen de tweekamp in een catastrofe leek te eindigen. Schmid hield stand en redde met tact en flair het gevecht van de eeuw.

Nadat Fischer de eerste partij had verloren en voor de tweede niet was komen opdagen, dreigde bij het begin van de derde partij de definitieve escalatie. Op verzoek van Fischer werd die partij niet op het podium gespeeld, maar uit het zicht van de televisiecamera’s. Toen Fischer ontdekte dat ook daar een camera was geïnstalleerd, begonnen Schmids moeilijkste momenten in Reykjavik.

Fischer schreeuwde moord en brand en Spassky riep dat hij de partij wilde voortzetten op het podium. ‘Even wist ik niet wat ik moest doen’, zei Schmid later. ‘Toen sloeg ik mijn arm om Spassky’s schouder en herinnerde hem eraan dat hij ermee akkoord was gegaan in de achterzaal te spelen. Daarna zei ik tegen Fischer dat de camera uitsluitend diende om de zetten te projecteren. op een scherm op het podium en dat geen kopie van de opnames bewaard zou worden.’

Schmids woorden bleken een toverformule. De heethoofden kalmeerden, de partij werd voortgezet. Vanaf de vierdè partij namen de spelers gewoon op het podium tegenover elkaar plaats en beperkten de vijandigheden zich tot achterhoedegevechten tussen de delegatieleiders.

Ook als schaker had Schmid een mooie carrière. Grote toernooizeges heeft hij net niet behaald, maar hij kon wel wijzen op winstpartijen tegen spelers als Keres, Bronstein en Kortsjnoi. Elfmaal vertegenwoordigde hij West-Duitsland op een Olympiade, voor het laatst in 1974 in Nice.

Trots was Schmid op de overwinning op een favoriete tegenstander van Aljechin. De partij werd gespeeld om het Duits kampioenschap.

Bogoljoebov – Schmid Bad Pyrmont 1949

1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Pc3 Pf6 4 d4 exd4 5. Pxd4 Pxe4

Nog steeds wordt dit schijnoffer af en toe gespeeld. Wit staat duidelijk beter na 6. Pxe4 De7 7. f3 d5 8. Lb5 Ld7 9. Lxc6 bxc6 10. 0-0 dxe4 11. Tel.

6. Pxc6 Pxc3 7. Pxd8 Pxdl 8. Pxf7 Pxf2 9. Pxh8 Pxh1

Dit paard zal nog zevenmaal van zich laten horen, vooral dankzij wits volgende zet die beter vervangen had kunnen worden door 10.Le3.

10. Ld3 Lc5 11. Lxh7 Pf2 12. Lf4 d6 13. Lg6+ Kf8 14 Lg3 Pg4 15 Pf7 Pe3 16. Kd2 Lf5

17. Pg5?

Alleen met de onnatuurlijke zet 17. Dh8! kon wit zich voorlopig handhaven.

17 … Lxg6 18. Pe6+ Ke7 19. Px55 Dxc2 20. Lh4+ Ke8 21. Pe6 Kd7 22. Pf4 Pxal 23. Pxg6 Te8 24. Lf2 c2! 25. Pf4 Pb4

Wit geeft op.

Schmids zege uit W-Duitsland – Dostenrijk werd gekozen tot beste artij van de Olympiade in 1970.

Schmid Kinzel Siegen 1970

1. e4 e5 2. Pf3 Pf6 3. d4 exd4 4. e5 De4 5. Dxd4 d5 6. exd6 Pxd6 7. Lf4 Dc6 8. Dd2 De7+ 9. Le2 Pe4 10. )e3 Pb4 11. Del Dc5 12. 0-0 Pxc2 13. Pc3 Pxc3 14. Dxc2 Pxe2+ 15. )xe2+ De7 16. Dc2 Le6 17. Tfel )c5 18. De4 Ld6 19. TacI DM 20. d4 0-0-0?

Een ernstige fout. Na 20 … 0-0 staat het ongeveer gelijk.

21. Lxd6 Dxd6 22. Pb5 Db6 23. rxc7+ Kb8

24. Txb7+! Dxb7 25. De5+ Ka8 26. c7+ Kb8 27. Pa6+ Kc8

Na 27… Ka8 zou Schmid verder zijn gegaan met 28. Pc7+ Kb8 29. 3xe6+ Ka8 30. Pxd8 Txd8 31. Dxg7 met eenvoudige winst.

28. Tc1+ Kd7 29. Pc5+

Zwart geeft op.

Hans Böhm

De laatste loodjes (1)

Wat de letterlijke betekenis van het spreekwoord ‘De laatste loodjes wegen het zwaarst’ ook moge zijn (het etymologisch woordenboek brengt geen uitkomst), je hoeft niemand uit te leggen wat de diepere betekenis is. In de sport komt het bijna altijd aan op die laatste loodjes. Met ingang van de laatste twee ronden in het sterke bezette toernooi in Noorwegen stond de Chinees Hao Wang op de een na onderste plaats met 2,5 punt uit 7 partijen. Hij moest nog tegen de koplopers Magnus Carlsen en Viswanathan Anand.

M. Carlsen – H. Wang, na 31…Dc7-a7

De toekomstige WK-uitdager heeft tot ieders en vooral zijn eigen verbazing niets bereikt in de opening en in het middenspel. Het staat volkomen gelijk. Na bijvoorbeeld 32.Db2 Dxc5 33.Pe8 Td4 34.Tf3 Dc4 35.Db7 Kg8 36.Pf6+ Kg7 37.Pe8+ eindigt de partij in remise. Maar Carlsen wil het toernooi winnen en dan is remise niet voldoende.

32.Tc3? Lxd6 33.cxd6 Da5 34.h4 Txd6 35.De3 Dd5+ 36.Df3 h5 37.Dxd5 cxd5

Waarom Carlsen voor dit eindspel gekozen heeft blijft een raadsel: ook al is het theoretisch remise, in de praktijk is het een lijdensweg om te verdedigen.

38.Kf3 Kg7 39.Tc7 Kf6 40.Ke3 Ta6 41.Td7 Ke6 42.Tb7 Ta3+ 43.Kf4 Ta4+ 44.Ke3 Te4+ 45.Kd3 Te1 46.Tb6+ Kf5 47.Tb7+ f6 48.Td7 Te5 49.f3 Ke6 50.Tg7 g5 51.Th7 g4 52.fxg4 hxg4 53.Tg7 f5 54.Tg7+ Kf7 55.Ta6 Te1 56.Kd2?

Tot hier was wit goed bezig geweest maar hij zondigt nu tegen de regel van ‘activiteit voor alles’. De koning had ingezet moeten worden: 52.Kd4 Tg1 53.Ke5 of 52.Kd4 f4 53.gxf4 g3 54.Ta2 en wit kan zich redden. Nu wordt het problematisch.

56…Tg1 57.Ta3 Tg2+ 58.Ke1 Kf6 59.Kf1 Tc2 60.Ta6+ Ke5 61.h5 Th2 62.h6 d4 63.Kg1 Th3 64.Kg2?

De beslissende fout. Na 64.Kf2 gaat het niet zo soepel voor zwart: 64…Ke4 65.Te6+ Kd5 66.Tf6 Ke5 67.Ta6 f4 68.gxf4+ Kxf4 69.Tf6+ Ke5 70.Tg6 Kf5 71.Td6 en wit overleeft.

64…d3! 65.Ta5+ Kd4 66.Ta4+ Kc3 67.Ta6 d2 68.Tc6+ Kd3 69.Td6+ Kc2 70.Tc6+ Kd1 71.Td6 f4 72.gxf4 Ke2 73.Te6+ Te3 74.Txe3 Kxe3 75.h7 d1D 76.h8D Df3+ 77.Kg1 Df2+ 78.Kh1 Df1+ 79.Kh2 g3+

en wit verliest zijn dame en geeft op. Mede daardoor werd de stand aan kop bij ingang van de laatste ronde: 1.Karjakin 5,5 2.Carlsen, Anand 5.

H. Wang – V. Anand, na 11…Lc8-f5

Deze stelling kwam tot stand na de openingszetten: 1.c4 c5 2.Pc3 g6 3.Pf3 Lg7 4.d4 cxd4 5.Pxd4 Pc6 6.e3 Pf6 7.Le2 d5 8.cxd5 Pxd5 9.Pxc6 bxc6 10.Pa4 0-0 11.0-0 Lf5

Zwart heeft al de betere stelling met zijn actieve loperpaar en half open lijnen die hij snel kan bezetten. Daarom stort wit zich in een avontuur.

12.g4!? Le6 13.e4 Pb4 14.Pc5

Met de uitnodiging 14…Dxd1 15.Txd1 Pc2 16.Pxe6 fxe6 17.Tb1 Ld4 18.Lh6 Txf2 19.Lc4 Lb6 20.Lxe6+ Kh8 21.Kh1 Pe3 22.Te1 Tf6 23.Lxe3 Txe6 en het staat wonder boven wonder gelijk. Of ook 14…Dd6 15.Le3 Dxd1 16.Tfxd1 Pc2 17.Pxe6 fxe6 18.Ta-c1 Pxe3 19.fxe3 Lxb2 20.Txc6 en ook hier zal de balans niet verstoord zijn. Maar Anand wil winnen.

14…Lxa2?! 15.Da4! Dd4 16.Da5 Tf-d8??

Dit kan de zwarte stelling niet hebben. Het komende dame offer was niet gedwongen: 16…Le5! 17.Tf-d1 Lxh2+ 18.Kg2 Lc7 19.Txd4 Lxa5 20.Txb4 Lxb4 21.Pa6 Ld6 en met dat opgesloten paard op a6 en twee pionnen meer kan zwart vechten. Wit kan direct Td1 spelen maar hij doet eerst nog een zinvolle tussenzet, zwart kan toch niet alle dreigingen pareren.

17.Kg2 Lc4 18.Td1 Lxe2 19.Txd4 Txd4 20.Le3 Tc4 21.Te1 Lxg4 22.b3

Het speelt makkelijk voor wit, Pb4 blijkt een zorgenkindje.

22…Txc5 23.Lxc5 Pd3 24.Te3 Pxc5 25.Dxc5 e5

De rest van de partij speelt Anand met verbeten trekken uit. In de slotronde vergooit hij een goed toernooi.

26.Td3 Tc8 27.Dxa7 Lf8 28.Db7 c5 29.Td5 f6 30.Td2 Te8 31.Ta2 Te7 32.Db6 Tf7 33.f3 Lh5 34.Ta8 Kg7 35.Txf8 Txf8 36.Dxc5 g5 37.b4 Ta8 38.b5 en zwart gaf op, er is weinig tegen de promotie te verzinnen.

De slotstand van Noorwegen 2013:

1.Karjakin 6 2.Carlsen, Nakamura 5,5 4.Anand, Aronian, Svidler 5 7.Wang 4,5 8.Topalov 4 9.Radjabov 3 10.Hammer 1,5

Twee blije mensen bij de slotceremonie. Toernooiwinnaar Sergei Karjakin, die nog steeds het record jongste grootmeester heeft met 12 jaar en zeven maanden. En natuurlijk Hao Wang, die voor de besten een ontilbaar laatste loodje bleek.

Bab Wilders

Tot mijn schande moet ik bekennen dat ik pas sinds kort op de hoogte ben van het bestaan van het Jens-Erik Rudolph Verlag in Hamburg, mijn favoriete stad,uiteraard na Mokum. En toch zijn ze al sinds 2009 bezig met het publiceren van een indrukwekkende serie schaakboeken (o.a.) en het is dus een uitgeverij om goed in de gaten te houden. Wie de website bezoekt (www.rudolph-verlag.de)ziet niet alleen een verbazingwekkende reeks van heruitgaven van schaakklassiekers maar krijgt daar ook nog deskundige informatie bij over boek en schrijver. Er staan ook andere boeken op de site, zoals het beroemde De Vampier van Nobelprijswinnaar Reymont, maar dat is een ander verhaal en we moeten tenslotte niet te ver afdwalen. De klassiekers zijn fraai uitgegeven en als voorbeeld neem ik dan het legendarische Dreihundert Schachpartien van Siegbert Tarrasch, arts en grootmeesterlijk schaker, het boek waarmee de”geübte” schaker in Duitsland en daarbuiten zich verder heeft bekwaamd (978-3-941670-22-8).

Het commentaar bij de partijen is niet alleen zeer deskundig en uitvoerig op de goede momenten maar ook zeer vermakelijk vanwege de parmantigheid die sommige medeschakers dan weer in het verkeerde keelgat schoot zodat hij met menigeen, bv Nimzowitsch, ruzie kreeg. Maar voor velen was hij Praeceptor Germaniae, de man die Duitsland schaken leerde. Als voorbeeld de partij Tarrasch –Walbrodt: 1.e4 e5 2.f4 d5 komisch is dat Tarrasch hier zegt dat zwart gewonnen staat want waarom speel je dan f4? 3.exd e4 4. Pc3 Pf6 5.d3 Lb4 6.dxe Pxe4 7. Dd4 Lxc3+ zwak en daar heeft Tarrasch een punt want De7 dekt niet alleen Lb4 maar is ook dreigend 8.bxc 0-0 9. Pf3 Tfe8 10. Le2 Lg4 veel sterker was c5 (dxc e.p. Dxd4 12. Pxd4 Pxc3 13. Kf1 en zwart staat beter) 11.0-0 Pxc3 12.Dxc3 Txe2 13. Lb2 Mutatio rerum zegt Tarrasch want als je, zoals zwart, een gambiet speelt hoor je aanval en ontwikkelingsvoorsprong te hebben en dat heeft nu juist wit. 13..Df8 een trieste zet maar na f6 komt Dc4 en d6+. 14. Pd4 (sterker als Dxc7) Te4 (Te8/7 15. La3) 15. Dd3 De7 16. Pe6 leuke zet, zegt niet Tarrasch maar ik. 16..Te2 17. Pd4 een slippertje want nu komt Te3 18. Dd2 Pa6 19. f5 f6 verzwakt veld e6 20.h3 Lh5 21. Pe6 Te4 22. Tae1 Txe1 23. Txe1 Te8 de witte stukken staan beter. 24. Te3 dreigt Tg3 en La3 Lf7 25. La3 Dd7 26. Td3 c5 27.dxc e.p. Dxc6 28. Pxg7 een dubieus offer maar, daar komt ie weer, fortes fortuna iuvat zegt Tarrasch of te wel: het geluk helpt een held en daar kregen concurrenten weer jeuk van. 28..Kxg7 29. Tg3+ Lg6? Een offer heeft vaak een schokeffect, zo hier, waarom niet Kh8. Nu gaat het helemaal mis: 30.fxg6 hxg6 31. Lc1 g5 32. Lb2 dreigt Dxg5 Kg6 33. Tf3 Te6 34. Dd3+ Kg7 35. Tg3 Dc5+ 36. Ld4 Da5 dekt g5 37.h4 Pc5? Nu kan dus 38. Txg5+ Kf7 39. Dh7+ Ke8 40. Tg8 mat.

Het waren nog de tijden dat men dat aan de tegenstander gunde! We hopen dat het Jens-Erik Rudolph Verlag nog menige klassieker uit de dagen van Olim reanimeert en zo de bestudering van de schaakgeschiedenis een grote dienst bewijst.

F.Renn is verantwoordelijk voor de driezet van probleem 2426:

En dan nog een oplossing: 2424: 1. Dc2!

Johan Hut

Riemersma zorgt toch voor spektakel

Om schaken boeiender te maken moet je gewoon leukere zetten doen en niet het speeltempo korter maken. Dat mag Li Riemersma met recht zeggen na het Pinkstertoernooi in Bussum. Probleem is natuurlijk dat de organisator leukere zetten niet kan afdwingen en een korter tempo wel.

De jonge toernooidirecteur Lennart Ootes van het BSG-toernooi wil het schaken ‘sexyer’ maken, zo zei hij vorig jaar in een interview. Meer spektakel, meer emoties en dat alles beter zichtbaar op internet. Voor Bussum bedacht hij een facelift van het klassieke weekendtoernooi. Bij zo’n toernooi komt het vaak voor dat de topspelers in de laatste ronde snelle remises spelen en de geldprijzen delen. Vorige week in Bussum werden voor de laatste ronde de eerste acht spelers van de ranglijst apart gezet om in snelschaakpotjes volgens het knock-outsysteem de winnaar aan te wijzen. Drie keer twee vluggertjes in plaats van een lange partij, dat biedt ontegenzeggelijk meer kans op spektakel.

Dimitri Reinderman won het toernooi net als in 2009 en 2010. Hij vond het nieuwe systeem ook prima. Dat gold niet voor Li Riemersma. Voor de laatste ronde stond hij derde, in de knock-outfase verloor hij het eerste vluggertje van Manuel Bosboom. Het tweede potje weigerde hij te spelen, met de woorden: “Ik kom hier niet om te vluggeren.” Dat mag je een schoffering van de organiserende vereniging noemen. Toch mocht hij het toernooi met opgeheven hoofd verlaten. In de reguliere ronden, met langzaam tempo, had hij namelijk de meest spectaculaire partij gespeeld, volgens de jury die dit beoordeelde. Dat was zijn remise tegen Aran Köhler. De prijs moest echter naar een winstpartij gaan en… die was ook door Riemersma gespeeld, namelijk onderstaande partij tegen David Klein. Riemersma mag dus tegen Ootes zeggen: ga toch weg met je kermisacts (zo noemde hij het), ik zorg sowieso voor spektakel. Zijn prijs stemde hem wel bedroefd, Riemersma won een jaarabonnement op het tijdschrift New in Chess. Maar dat heeft hij al jaren.

Riemersma-Klein

1.d4 e6 2.c4 Pf6 3.Pc3 d5 4.cxd5 exd5 5.Lg5 c6 6.e3 Le7 7.Ld3 Pbd7 8.Dc2 0-0 9.Pge2 Te8 10.0-0 Pf8 11.f3 g6 12.Lh4 Pe6 13.Kh1 b6 14.Tad1 a6 15.Lf2 Lb7 16.e4

Wit heeft de partij gezond opgezet en zwart kan slechts afwachten wat er gaat gebeuren.

16…Dc8 17.Lg1 Ph5 18.exd5 cxd5 19.f4 f5 20.g4

De strijd begint. Iets dergelijks moet er ook wel komen, want zwaktes heeft de zwarte stelling niet echt.

20…fxg4 21.f5 Pg5 22.fxg6 Pe4 23.gxh7+ Kh8

Wit kan niet twee keer op e4 slaan, zwart heeft zijn hoop gevestigd op zijn stevige paard aldaar.

24.Pf4 Df5 25.Pxh5 Dxh5 26.Pxe4 dxe4 27.Lxe4 Tac8

Zwarts stukken staan nu wel allemaal actief, maar wits volgende zet zal hij niet hebben voorzien.

28.d5

Oef. Dreigt Ld4 mat, perkt de activiteit van Lb7 in en verhoogt de activiteit van Lg1. Dat is nog eens een multifunctionele zet.

28…Lf6 29.Df2 Lg7 30.Df7

Heel naar. Na 30…Dxf7 31.Txf7 Txe4 32.Txb7 is de d-pion, in combinatie met Lxb6, te sterk.

30…De5 31.Lg2 Tc7 32.Dg6 Tec8 33.Tf7

Wit dreigt vooral Ld4. Als zwart bijvoorbeeld Tc2 speelt, volgt eerst Txg7 en dan Ld4. Het is inmiddels te erg voor zwart en in plaats van op te geven besluit Klein zich te laten matzetten. Dat wordt doorgaans als een galant gebaar gezien, als de matweg niet te lang is.

33…Txf7 34.Dxf7 Tc7 35.Dg8

Mat.

Rini Kuijf

Voor beginners A6102

Wit aan zet wint, hoe?

Voor gevorderden B6102

Wit aan zet, wat is winnend?

Henk Prins

821. Partijstand. Stelling: Kh1,Df3,Tc1,Lb3,a4,d5,f2,h2; Kg8,Db4,Tf8,Pb2,a7,b7,f7,g7,h7. De vraag was, zwart speelt 1. …Pxa4 is dit een winnende of een verliezende zet en waarom?

De zwarte zet 1. …Pxa4 lijkt verkeerd af te lopen voor zwart. Wit speelt 2. Tc4 en het lijkt dat wit nu een stuk wint. Zwart heeft echter een oplossing van het stellingprobleem: 2. …Db5!! Als wit nu het paard neemt met de toren staat wit mat: 3. Df1. Het nemen met de loper kost de toren: 2. …Lxa4 3. Dxc4.

822. Henk Prins, tweezet. Stelling: Kf7,Dg4,Td7,Lc6,Pe6,Pf2,e2,g5; Ke5,Da4,Tf1,Th3,Lc1,Pc3,d4,f4,h6.

De sleutelzet is 1. e4! Wit dreigt met 2. Df5 mat. Zwart kan de pion op twee manieren via en-passant slaan. Als zwart dit doet dan zijn er praktisch twee matmogelijkheden, de matzetten 2. Dxf4 en 2. Pd3. Op 1. …dxe3 e.p. kan 2. Dxf4 niet, omdat de dame van a4 die nu dekt, maar dan is wel mogelijk 2. Pd3. Na 1. …fxe3 e.p. kan 2. Pd3 niet omdat dit paard nu gepend staat, dan kan wel 2. Dxf4 mat. Verder komt er op 1. …Pxe4 2. Td5 mat. Het probleem heeft ook een verleiding: 1. e3? Wit zet een stuk op het snijpunt van zwarte loper c1 en toren h3. Het snijpunt heet het Grimshaw-thema en de zet wordt een Novotny genoemd. Er dreigt nu 2. Pd3 en 2. Dxf4 mat. Op 1. …Lxe3 komt 2. Pd3 mat en op 1. …Txe3 2. Dxf4 mat. 1. …Pd5 houdt de beide dreigingen tegen, dan komt 2. Txd5 mat. De oplettende lezer heeft ontdekt dat de matzetten Pd3, Dxf4 en Td5 op andere zwarte parades zijn gekomen als in de oplossing. Dit heet een paradeverandering.

Nieuwe problemen

Een drie- en een tweezet van de Italiaanse componist A. Mari zijn op te lossen. De eerste zet van wit, dat de sleutelzet wordt genoemd, kan van beide problemen opgestuurd worden tot 15-6-2013 naar Henk Prins, Reinenweer 42, 3363 XR Sliedrecht, . Voor de driezet zijn drie punten te verdienen en voor de tweezet zijn dat er twee.    

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.