Schaakrubrieken weekend 22 juni 2013

Schaaksite.nl is een site voor iedere geïnteresseerde in het schaken. Daarom mag aandacht voor de schaakrubrieken in de landelijke bladen niet ontbreken. Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het verschijnen van de veelal zaterdagse schaakrubrieken.

Hans Ree Gert Ligterink Hans Böhm Bab Wilders Johan Hut Rini Kuijf Henk Prins

Hans Ree

Wit, zwart, rood, geel, het maakt niet uit

In de derde ronde van het Tal Memorial in Moskou verloor Magnus Carlsen tegen Fabiano Caruano een toreneindspel dat eigenlijk remise had moeten worden. De commentatoren waren er snel bij om er op te wijzen dat hij dit jaar in Londen tegen Ivantsjoek ook al een toreneindspel had verloren dat remise stond en later in Noorwegen ook nog eens tegen Wang Hao. Kan de nummer een op de wereldranglijst, die altijd als een groot eindspelspecialist wordt beschreven, soms geen toreneindspelen spelen?

Een aforisme dat (waarschijnlijk ten onrechte) wordt toegeschreven aan Siegbert Tarrasch (1862-1934) zegt: alle toreneindspelen zijn remise. Behalve in handen van Carlsen, was de cynische implicatie van de man die het aanhaalde. Dat aforisme is overigens later genuanceerd: met een pion meer zijn toreneindspelen remise, met een pion minder zijn ze verloren.

Er werd gezegd dat grote schakers uit het verleden nooit zo zouden falen als Carlsen. Capablanca, Smyslov, Karpov, die wisten hoe je een toreneindspel moest behandelen. Misschien is het waar, misschien niet. In hun tijd werden partijen nog afgebroken en bovendien waren er toen nog geen tablebases die over stellingen met hoogstens zes stukken met absolute zekerheid zeggen of het remise is of gewonnen. Toch blijft het wonderlijk dat de moderne topschakers soms zo verbluffend sterk spelen, en soms zo slecht.

Net als vorig jaar begon het Tal Memorial met een vluggertjestoernooi dat de indeling in het serieuze toernooi bepaalde. Vladimir Kramnik werd derde bij de blitz, hij mocht daardoor als derde zijn nummer kiezen en hij had dus ruime keus voor een nummer dat hem in het echte toernooi vijf keer wit en vier keer zwart zou geven. Hij koos welbewust voor vijf keer zwart.

Het was vanwege de tiebreakregel die bepaalde dat de man die de meeste zwartpartijen heeft gehad toernooiwinnaar wordt, zei Kramnik. Zorg eerst maar eens dat je gedeeld eerste wordt en breek je dan pas het hoofd over de tiebreak, zou je denken. Het leek een beetje een propagandastunt van Kramnik, om de wereld er nog eens aan te herinneren dat hij in het kandidatentoernooi in Londen alleen maar op Carlsen was achtergebleven door een dwaas tiebreaksysteem.

Het gevolg van zijn actie was dat Kramnik in Moskou in de eerste ronde met zwart verloor van Carlsen. Eigen schuld, dan had hij maar niet voor vijf keer zwart moeten kiezen. Maar in de tweede ronde verloor hij met wit van Nakamura. Het deed me denken aan het geërgerde commentaar van de Israëlische meester Moshe Czerniak toen ik eens klaagde dat een concurrent van me in de volgende ronde met wit zou spelen: „Ach wat, wit, zwart, rood, geel, het maakt echt niet uit.”

Na zes van de negen ronden stonden Anand, Kramnik en Morozevitsj in het Tal Memorial onderaan met 2 uit 6. Anand had al drie keer verloren. Wat moet dat met hem worden als hij in november tegen Carlsen om het wereldkampioenschap speelt?

Op eigen erf in Moskou hadden de vier Russen die meedoen, Kramnik, Karjakin, Morozevitsj en Andreikin, nog niet één partij gewonnen. De Amerikaan Hikaru Nakamura stond bovenaan met 4,5 uit 6. In de eerste ronde verloor hij, maar toen zag hij in de sportclub van zijn hotel de tennisser Goran Ivanisevic bezig en dat gaf hem nieuwe kracht.

Ook over die eerste partij kun je je afvragen hoe het kan dat een zo sterke schaker soms zo opzichtig zwak kan spelen, als ware hij een gewoon mens.

Hikaru Nakamura – Sjachriar Mamediarov, Tal Memorial eerste ronde

1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3 d5 4. Pc3 Lb4 5. Da4+ Pc6 6. e3 0-0 7. Ld2 dxc4 8. Lxc4 a6 9. 0-0 Ld6 10. Tad1 e5 11. dxe5 Hier is 11. d5 wel eens gespeeld, en volgens Mamediarov was dat beter. 11…Pxe5 12. Le2 De7 13. Pg5 Hij wil naar e4 om zwarts loper te elimineren, maar zwart laat dat niet toe. 13…Lf5 Hierna gaat 14. Pge4 niet, want na 14…Pxe4 15. Pxe4 b5 16. Dc2 zou wit in een akelige penning zitten. 14. e4 Ld7 15. Dc2 h6 16. Pf3 Tfe8 17. Tfe1 Tad8 18. g3 Zwart is mooi ontwikkeld en voor wit was het niet makkelijk om nuttige zetten te verzinnen. Zijn laatste zet ziet er niet goed uit. 18…Peg4 Nu dreigt zwart sterk 19…Lc5. Het best voor wit was waarschijnlijk 19. Ld3 Lc5 20. Te2, al maakt dat geen mooie indruk. 19. h3 Dit is de kat op het spek binden.

19…Pxf2 Wat had de witspeler anders verwacht? 20. Kxf2 Lxh3 Zwart heeft een beslissende aanval gekregen. De hoofddreiging is 21…Lc5+ en wit kan dat niet op een goede manier verhinderen, bijvoorbeeld 21. Pd4 Lc5 22. Le3 De5 23. Dd2 Txd4 24. Lxd4 Td8 en zwart wint. 21. Kg1 Lxg3 22. Lf1 Lxe1 23. Txe1 Zwarts aanval woedt voort en met toren en drie pionnen tegen twee stukken is hij ook al materieel in het voordeel. Mamediarov maakt het krachtig af. 23…Lg4 24. Lg2 Lxf3 25. Lxf3 Dd6 26. Te2 Dg3+ 27. Lg2 Pg4 28. Pd1 Te6 29. Pe3 Tc6 30. Db1 Dh2+ 31. Kf1 Df4+ Wit gaf op. Na 32. Kg1 Txd2 of 32. Ke1 Dg3+ is het snel uit.

Gert Ligterink

Carlsen doet Anand pijn

Vroeger gebeurde het zelden dat de wereldkampioen en zijn aanstaande uitdager elkaar aan het bord troffen in de aanloop naar hun WK-match. Botwinnik en Smyslov hadden elkaar voor hun tweekamp in 1954 twee jaar lang niet ontmoet en in 1966 hadden Petrosian en Spassky elkaar in de vijf voorafgaande jaren ontweken. Michail Tal had voor de WK-match in 1960 nog nooit een partij tegen Botwinnik gespeeld.

Deze strategie is tegenwoordig vrijwel onmogelijk geworden, nu organisatoren van de moderne elitetoernooien steeds opnieuw dezelfde topspelers uitnodigen. Een enkele keer zou de kampioen of de uitdager voor de eer kunnen bedanken, maar niet altijd. Om in vorm te blijven moet hij af en toe zijn krachten meten met collega’s van niveau.

Viswanathan Anand en Magnus Carlsen speelden afgelopen dinsdag in het Tal-herdenkingstoernooi in Moskou voor de derde maal dit jaar tegen elkaar. Na remises in Wijk aan Zee en Sandnes deelde Carlsen ditmaal een gevoelige tik uit door de wereldkampioen in 29 zetten vernietigend te verslaan. Het was maar een toernooipartij en het is waar dat in een match alles anders is, maar de nederlaag deed Anand zichtbaar pijn. Met een gezicht op onweer verliet hij de speelzaal.

Heel wat opgeruimder was Carlsen. Hij zei dat de gemakkelijke overwinning geen valse verwachtingen bij hem zou wekken: ‘Ik reken er niet op dat Anand in onze tweekamp veel van dergelijke slechte dagen zal hebben, al kan het natuurlijk geen kwaad hem eraan te herinneren dat ik hem af en toe hardhandig kan overspelen.’

Voor het begin van de tweekamp in november zal Carlsen nog tweemaal zijn praktische vaardigheden testen. Eind juni speelt hij tijdens het toernooi om het Noors kampioenschap in Lillehammer een match van vier rapidpartijen tegen de Bosniër Predojevic. In september volgt nog een vierkamp in Saint Louis, waarin Aronian, Nakamura en Kamsky zijn tegenstanders zullen zijn.

Carlsen – Anand

Tal memorial, Moskou 2013

1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pc3 Lb4 4. e3 0-0 5. Pge2 d5 6. a3 Le7 7. cxd5 Pxd5

Tot een scherper gevecht leidt 7 exd5.

8. Ld2 Pd7 9. g3 b6 10. Pxd5 exd5 11. Lg2 Lb7

‘Wat hij in de opening deed, was een tikje passief, aldus Carlsen. De volgende provocerende zet stelt zwart voor een lastige keuze.

12. Lb4! Pf6

Anand volhardt in voorzichtigheid. Menig speler zou de voorkeur hebben gegeven aan 12 … c5 13. dxc5 bxc5 14. Lc3 Pf6 15. 0-0 Db6 met een acceptabele stelling voor zwart. Carlsen dacht er anders over. Volgens hem is zwarts centrum met de twee hangende pionnen op d5 en c5 kwetsbaar.

13. 0-0 Te8 14. Tcl c6 15. Lxe7 Txe7 16. Tel Dd6

Deze zet verraste Carlsen. Hij rekende op 16 … Pe4 17. Pf4 Pd6, waarna wit moeilijk vorderingen kan maken.

17. Pf4 Lc8

Om de loper om te spelen naar f5. De gedachte achter de zet is alleszins redelijk, maar helaas zijn er tactische bezwaren.

18. Da4! Tc7

Na 18 … Ld7 is 19. Db4 Dxb4 20. axb4 (dreigt 21. b5) vervelend voor zwart, maar de tekstzet geeft wit een andere mogelijkheid.

Zie diagram 1

19. f3!

Nu de toren de e-lijn heeft verlaten, kan zwart e3-e4 niet meer verhinderen. Zijjn stukken staan op hoogst ongelukkige velden om die opmars op geschikte wijze op te vangen.

19 … Le6

Na 19 … Dd8 was Carlsen van plan verder te gaan met 20. e4 dxe4 21. fxe4 Ld7 22. Db3!, met de dreiging 23. e5.

20. e4 dxe4?

Hierna is het afgelopen. Na 20 … Dd7 21. Pxe6 Dxe6 22. e5 Pe8 kan zwart vechten.

21. fxe4 Dd7 22. d5!

Dit zal Anand wel hebben zien aankomen. Misschien had hij wits 25ste zet over het hoofd gezien.

22 … cxd5 23. Dxd7 Txd7

24. Pxe6 fxe6 25. Lh3!

Simpel maar dodelijk. Omdat_ 25 … Td6 26. e5 niet gaat, verliest zwart een pion in een hopeloze stand.

25 … Kh8 26. e5 Pg8 27. Lxe6 Tdd8 28. Tc7 d4 29. Ld7

Zwart geeft op.

Hans Böhm

Tal Memorial

Alle schakers van boven de vijftig hebben levendige herinneringen aan Mischa Tal. Om te beginnen zijn ongekend snel rijzende ster. Op zijn twintigste won hij het Russisch kampioenschap en kreeg hij de grootmeestertitel. Twee jaar later in 1962 verpletterde hij wereldkampioen Michael Botwinnik in een match over 24 partijen met 12,5-8,5 en werd zelf de kampioen. Zijn speelstijl was gedurfd, aanvallend, vaak briljant met intuïtieve offers. Zijn bijnaam was niet voor niets ‘de tovenaar van Riga’. Hij bleef een topspeler tot zijn dood in 1992 maar zijn ster schitterde nooit meer zo fel als in die drie glorieuze jaren. “Als Mischa verstandiger had geleefd met zijn zwakke gezondheid, geen kettingroker was geweest en niet zoveel had gedronken,” beschreef zijn eerste vrouw in een biografie in 2003, “dan, ja dan … maar dan was het niet Mischa geweest.” Ik koester vele warme herinneringen. Een staaltje van zijn geheugen: we liepen door een buitenwijk in Leningrad. Plotseling zei Mischa: “Hier moet ergens een jeugdvriendin van me wonen, zal ik haar bellen?” We zochten een telefooncel en even later zaten we met z’n drieën en een fles wijn op de trap in een portiek. De man van de jeugdvriendin was jaloers, vandaar. Tijden de KRO-tweekamp met Jan Timman in 1988 belde Mischa om een uur of 02.00 via de hotellijn. “Hans, er staat hier een fles wodka naar me te lachen maar ik kan hem niet alleen opdrinken”. Ik zei vriendelijk ‘nee’, maar vijf minuten later weer de telefoon. “Ik heb hier ook een mooie worst liggen”. Samen dronken we de fles leeg, uit limonadeglazen, pure wodka. Ik gooide het grootste gedeelte in een plantenbak.

Sinds 2006 wordt het Tal-memorial georganiseerd en ook dit jaar is de bezetting met tien spelers indrukwekkend met Carlsen, Anand, Kramnik, Caruana, Gelfand, Karjakin, Morozevich, Nakamura, Mamedyarov en de huidige kampioen van Rusland Andreikin. Enkele opvallende fragmenten.

M. Carlsen – V. Kramnik, na 42.Kh2-g3

Wit heeft natuurlijk winstkansen met zijn pluspion maar het is houdbaar voor zwart. Bijvoorbeeld 42…Ta1 43.Lf3 Ta4 44.h4 Td4 en wit komt moeilijk verder. Kramnik vergist zich deerlijk.

42…h4+? 43.Kxh4 Txf2 44.Kg3 Tf6?

Ingegeven door dezelfde misvatting.

45.Txf6! Kxf6 46.Kf4 d2 47.Ke3 Ke5 48.g3 Lf5 49.h4 Le6 50.Kxd2 Ke4

Nu hoeft zwart alleen nog maar zijn loper te offeren voor de g-pion en de remise is een feit. Die uitweg krijgt hij niet.

51.Ke2 Lg4+ 52.Ke1 Le6 53.Kf2 Ke5 54.Ke3 Ld7 55.Lc2 Lg4 56.Lg6 Ld7 57.h5 Kf6 58.Kf4 Le6 59.Le4 Kg7

want na 59…Lc8 60.h6 Ld7 61.g4 Lxg4 62.Kxg4 Kf7 63.Lh7 wint wit makkelijk omdat de koning veld h8 niet kan bereiken.

60.Kg5 Ld7 61.h6+ Kh8 62.Kf4 Le6 63.Lf5 Lf7 64.g4 Lh5!? 65.g5 Kg8 66.Le6+ Kh7 67.Kf5 Lg6+!? 68.Kf6 Kh8 69.Ld7 Lh5 70.Lc6 Kh7 71.Ld5 Lg6 72.Lg8+! en zwart gaf op.

M.Carlsen – F. Caruana, na 47…Kg7-g6

Wit staat een pion achter maar de remisemarge is niet overschreden. Na 48.Tg8+ Kh7 49.Tb8 Kg7 50.Kf5 moet zwart overgaan tot 50…Tb1 51.Ke5 b5 52.Kf4 b4 53.Kf3 b3 54.Kg2 Kg6 55.Tb5! met theoretische remisestelling: Kg2 blijft tussen g2 en h2 pendelen en Kg6 komt zijn hok niet zomaar uit.

48.Tg8+ Kh7 49.Tf8?? Txh4 50.Txf7+ Kg6 51.Tf6+ Kxg5 52.Txb6 Ta4! 53.Tb8 Kg4! 54.Tg8+ Kf3 55.Tf8+ Kg3 56.Tg8+ Kh2 57.Kf5 h4 58.Tb8 h3 59.Kg5 Te4 60.Kf5 Te2 61.Tg8 Tg2 62.Td8 Tf2+

en omdat promotie niet meer is te voorkomen gaf wit op.

H. Nakamura – S. Mamedyarov, na 18…Pe5-g4

Interessante stelling waarin zwart aanvalskansen heeft en wit met 19.Ph4 Lc5 20.Lxg4 Pxg4 21.Te2 aan de handrem moet trekken. Maar hij roept het onheil over zich af met

19.h3? Pxf2! 20.Kxf2 Lxh3 21.Kg1 Lxg3 22.Lf1 Lxe1 23.Txe1 Lg4 24.Lg2 Lxf3 25.Lxf3 Dd6 26.Te2 Dg3+ 27.Lg2 Pg4 28.Pd1 Te6 29.Pe3 Tc6 30.Db1 Dh2+ 31.Kf1 Df4+

en omdat Txd2 er aan komt en zwart dan drie pionnen meer heeft met betere stelling geeft wit op.

Stand na 6 van de 9 ronden:

1.Nakamura 4,5 2.Gelfand 4 3.Carlsen, Mamedyarov 3,5 5.Andreikin, Caruana 3 7.Karjakin 2,5 8. Anand, Kramnik, Morozevich 2

Bab Wilders

Het is natuurlijk onzinnig om te denken dat schaakboeken vroeger veel beter waren, alleen al de controles van de varianten door de moderne computers hebben zelfs al het Sixty Games boek van Fischer ontmaskerd. Maar er zijn ook genoeg klassiekers die met enige revisie waard zijn om herdrukt te worden en echt niet uit nostalgie. Batsford Chess verblijdt ons met 2 stuks, nl Study Chess with Tal (Tal/Koblenz, 978-1-74994-109-9) uit 1978 en Pawn Structure Chess van Andrew Soltis uit 1975 (www.anovabooks.com, 978-1-84994-070-2) Het laatste is echt een must voor iedereen die beseft hoe essentieel goede dan wel catastrofale pionnenformaties kunnen zijn voor de uitslag van een partij. Vooral voor lopers en torens van belang, het paard redt zich wel. Uiteraard ook aandacht voor het opblazen van zo’n formatie bv bij karakteristieke openingen als de Ben Oni en de doorschuiver van het Frans. Een leerboek van zeer grote klasse.

Het boek van Tal met de onafscheidelijke Koblenz en 40 partijen uitvoerig toegelicht met vele vragen aan de studerende amateur is uiteraard meer op spektakel gericht met dodelijke paardvorken en offers op f2 of f7. Maar ook hier gaat het tenslotte om de winst, from poetry to prose, m.a.w het eind hoeft niet altijd per se spectaculair te zijn, een simpele afwikkeling naar een gewonnen eindspel volstaat ook.

Twee boeken, de jarenlange Batsford traditie van uitstekende schaakboeken meer dan waardig en we hopen op meer klassiekers van dit soort. De partij tussen Tal en Hecht, 50 jaar geleden , is een schoolvoorbeeld van het bovenstaande: eerst de fik er in en dan een gewonnen eindspel en superieure techniek, tenslotte was Tal niet voor niets wereldkampioen. Dame Indische Verdediging: 1.d4 Pf6 2.c4 e6 2. Pf3 b6 4. Pc3 Lb4 5. Lg5 Lb7 6.e3 h6 7. Lh4 Lxc3+ Een zet met voor- en nadelen:verzwakt wits pionnen maar geeft het loperpaar weg 8.bxc d6 ( g5 is nogal compromitterend) 9. Pd2 e5 10.f3 De7 dwingt min of meer e4 af 11.e4 Pbd7 12. Ld3 Pf8 om met Pg6 de pin op te heffen 13.c5! een pionoffer om het zwarte centrum aan te tasten 13..dxc 14.dxe Dxe5 15. Da4+ c6 16. 0-0 Pg6 (vraag in het boek: waarom geen 16..Dxc3? Het antwoord, niet te snel kijken, is: 17.Dxd3 18. Tfd1 b5 19. Txd3 bxa4 20. Pxd6+ Ke7 21. Pf5+ Ke8 22. Pxg7+ Ke7 23. Pf5+ enz.) 17. Pc4 De6 18. e5 negeert de vork 18..b5 19.exf6! bxa 20.fxg7 Tg8 21. Lf5!! Wit laat 3 stukken instaan, een unieke stelling Pxh4 22.Lxe6 La6 23.Pd6+ Ke7 24. Lc4 Het stuk is gered Txg7 25.g3 Kxd6 26. Lxa6 Pf5 27. Tab1 f6 28. Tfd1+ Ke7 29. Te1+ Kd6 30. Kf2 de kruitdamp is opgetrokken en wit gaat van tactiek over op techniek! Tal heeft zeker berekend dat het eindspel gewonnen is 30..c4 31.g4 Pe7 32. Tb7 Tag8 33. Lxc4 Pd5 34. Lxd5 cxd Alle toreneindspelen zijn volgens Kuifje remise maar deze niet . 35. Tb4 Tc8 36. Txa4 Txc3 37. Ta6+ Kc5 38.Txf6 h5 systematisch wordt zwart naar de slachtbank afgevoerd: 39.h3 hxg 40.hxg Th7 41.g5 Th5 42. Tf5 Tc2+ 43. Kg3 Kc4 44. Tee5 d4 45.g6 Th1 46.Tc5+ Kd3 47. Txc2 Kxc2 48. Kf4 Tg1 39. Tg5 1-0.

Probleem 2430 is een driezet van A. Michelsen.

En de sleutelzet van probleem 2428 was 1.f5.

Johan Hut

Gari Kasparov deelt tikjes uit

Bij New in Chess verscheen onlangs een boek met honderd partijen van Vassili Ivantsjoek. Op de website van de uitgeverij prijst Gari Kasparov de Oekraïner als volgt aan: “Ivantsjoek is een schaker van de hoogste categorie, een groep waartoe bijvoorbeeld Gelfand en Topalov niet behoren. Aronian is er dichtbij, maar is er nog niet. Ivantsjoek schaart zich in de rij van grote spelers die nooit wereldkampioen werden, zoals Keres en Kortchnoi. In zeker opzicht overtreft hij hen echter: Ivantsjoek is in toernooien boven mij en Karpov geëindigd, terwijl zijn grote voorgangers bijna nooit zo’n succes boekten, waarbij zij voor de complete elite van hun tijd eindigden.”

Kasparov is een meester in het op hun plaats zetten van spelers die tot de sterksten ter wereld worden beschouwd. Gelfand en Topalov hebben de afgelopen jaren een belangrijke rol gespeeld bij het wereldkampioenschap en Aronian staat momenteel tweede op de wereldranglijst. Om aan te geven dat zij nog niet in de buurt komen van zijn eigen genialiteit, geeft Kasparov die drie dus even een tik. Ivantsjoek kan hij veilig boven hen stellen, want die staat al twee jaar buiten de top tien en heeft nooit iets groots gepresteerd in de strijd om het wereldkampioenschap. Dus hoe ‘zwak’ moeten die andere drie dan wel niet zijn, zal Kasparov hebben gegniffeld terwijl hij deze woorden opschreef.

Ivantsjoek is een genie en het zal voor Anish Giri een bijzondere ervaring zijn geweest dat hij twee weken geleden een weekend tegen hem mocht spelen. In Leon (Spanje) speelden ze vrijdag twee partijen van 45 minuten per persoon (plus 15 seconden per zet), die Giri met 1,5-0,5 won. Zaterdag volgden vier partijen van 20 minuten (plus 10 seconden per zet), die hij met 3,5-0,5 won. Zondag speelden ze tien vluggertjes, die Ivantsjoek met 7,5-2,5 won. Totaal 8,5-7,5 voor Ivantsjoek, maar Giri werd tot winnaar uitgeroepen omdat hij twee van de drie matches had gewonnen. Het valt te begrijpen dat de organisatie de eerste zes partijen belangrijker vond dan de tien vluggertjes. Vooral 45 minuten is al een serieus speeltempo. Uiteraard was Giri niet tevreden over zijn snelschaakprestatie. Hij zei dat hij het hele weekend had gespeeld als een ‘stier’, gefixeerd op één idee. Dat werkte bij de rapidpartijen maar niet bij de vluggertjes.

Onderstaande partij werd gespeeld met 20 minuten als tempo.

Ivantsjoek-Giri

1.b4 e5 2.Lb2 Lxb4 3.Lxe5 Pf6 4.e3 0-0 5.Pf3 Te8 6.Le2 d5 7.0-0 c5 8.Lb2 Pc6 9.d3 Lg4 10.h3 Lb5 11.Pbd2 La5

Wit heeft niet bepaald wat je openingsvoordeel kunt noemen. 1.b4 is ook geen ambitieuze opening.

12.c4 dxc4 13.Pxc4 Lc7 14.Tc1 b6 15.Pcd2 Pe5 16.d4 Pxf3+ 17.Pxf3 Pe4 18.dxc5 Pxc5 19.Pd4

Dameruil was een stap op weg naar remise, maar kennelijk speelde Ivantsjoek op winst.

19…Dd6 20.f4 Lxe2 21.Dxe2 Dg6 22.La3 De4

23.Tc4

Een actieve verdediging. Na 23.Tce1 Pd3 wint zwart ook de pion. Tfe1 en Kf2 kunnen met Lxf4 beantwoord worden.

23…Dxe3+ 24.Dxe3 Txe3 25.Lxc5 bxc5 26.Pb3 Lb6

Hiermee behoudt zwart de belaagde pion, want na 27.Pxc5 staat wit in een dodelijke penning. Na 27…Tc8 28.Tfc1 Te7 29.Kf1 Tec7 wint zwart dan een stuk.

27.Tf2 Td8 28.Tfc2 f5 29.Kh2 Te4 30.Txe4 fxe4 31.Tc4 e3 32.Kg3 Te8 33.Tc1 c4

Wit geeft het op. Na 34.Pa1 e2 35.Pc2 zijn er vele wegen die naar Rome leiden, waaronder 35…Td8 36.Te1 Td3+ 37.Kh2 Td2.

Rini Kuijf

Voor beginners A6126

Zwart aan zet heeft iets sterks, wat?

Voor gevorderden B6126

Zwart heeft een verbluffende weg naar winst, welke?

Henk Prins

Schaken op een schip

In Rotterdam werd begin deze maand er een opvallend tweedaags schaaktoernooi gehouden. Als toplocatie had de hoofdsponsor Basamro Logistics Group het cruiseschip SS Rotterdam uitgekozen. Dit schip, dat in de haven van Rotterdam dienst doet als hotel, restaurant en congrescentrum, stelde de deuren open voor de schaakhappening. In de Queen’s Lounge werd een internationaal teamtoernooi gespeeld, met vier topjeugdteams van acht spelers in de leeftijd van tien tot achttien.

Vanwege het Nederland-Ruslandjaar werd een jeugdteam uit Moermansk uitgenodigd. Verder deden teams mee uit Antwerpen, Groningen en Rotterdam. Om een indruk te geven van de sterkte van het spelersveld: het team van Rotterdam had enkele nationale jeugdkampioenen in de gelederen.

De organisatie was in handen van Basamro, Stichting Pathena en de KNSB. De schoolschaaksite was bij deze bijzondere schaakmanifestatie speciaal betrokken.

Naast dit jeugdteam toernooi werden ook andere schaakactiviteiten georganiseerd. Zo speelde grootmeester Jan Timman een simultaanseance. Hij gaf ook een presentatie over enkele interessante door hem gecomponeerde eindspelstudies.

Simultaan werd ook gegeven door de Nederlandse jeugdkampioen tot en met 16 jaar Alik Tikranian. Het jeugd- en schoolschaak stond volop in de schijnwerpers tijdens deze happening.

Verder werd er aandacht gegeven aan het grote Rotterdam Schaakspel. Dat is een schaakspel waarbij de stukken bekende Rotterdamse gebouwen voorstellen. Dit spel werd ter beschikking gesteld door het Rotterdamse Schaakstukkenmuseum.

De schakers uit Moermansk kregen tijdens het toernooi een spel aangeboden. Burgemeester Aboutaleb van Rotterdam en de Russische ambassadeur Kolandnin waren de speciale gasten.

Het toernooi werd gewonnen door het team van Moermansk, tweede werd het team van Rotterdam. Rotterdam behaalde evenals Moermansk vijf matchpunten, maar had twee bordpunten minder. De topscorers waren Robby Kevlishvili, Robin Lecomte en Matvey Galchenko met drie punten uit drie partijen.

In de eerste ronde werd de volgende fraaie miniatuur gespeeld.

Jan van Overdam (Rotterdam)– Ivo Maris(Groningen)

1.e4 c5 2.Pc3 e6 3.f4 Pc6 4.Pf3 d5 5. Lb5 Pge7 6.exd5 exd5 7.De2 f6 8.d4 Kf7 9.dxc5 Pf5 10.Pxd5 Le6 11.Lxc6 Lxd5 12.Lxd5+ Dxd5 13.O-O Lxc5+14.Kh1

14. .. Pg3+! en wit gaf op. Na 15. hxg3 Dh5+ 16. Ph4 verliest wit zijn dame, want er volgt 16….Dxe2.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.