Eindspelfinesses 41: Ongelijke lopers

Krijgt u wel eens een eindspel op het bord in uw partijen? En was u tevreden over de afloop? Of knaagde er iets waarvan u later dacht: “Dat had ik anders kunnen spelen?”

Schaaksite biedt een eindspelrubriek aan waarin u uw kennis kunt opfrissen of eventueel uitbreiden. De internationale meesters Twan Burg en Herman Grooten zullen op frequente basis u proberen bij te praten over diverse eindspelfinesses.

Als er een type eindspel is dat vele geheimen bevat, is het wat mij betreft het eindspel met ongelijke lopers. En dan heb ik nog niet eens over de talloze gevallen waarin een speler flink wat materiaal achter staat maar toch remise kan maken. Nee, het gaat vooral om de soms zeer bijzondere eigenschappen die dit onderdeel van het eindspel met zich meebrengt. Dat materiaal soms van ondergeschikt belang is, is hierboven al even aangestipt. Bij het naspelen van partijen waarin grootmeesters de ongelijke lopers moeten hanteren, heb ik soms het gevoel dat er twee aparte werelden bestaan. Het lijkt net alsof de spelers volkomen langs elkaar heen spelen. Hoog tijd om eens een paar eindspelen uitgebreid onder een vergrootglas te leggen.

Een tijd geleden analyseerde ik op deze site het intrigerende eindspel uit het weekendtoernooi in Haarlem tussen de Nederlandse grootmeesters Erik van den Doel en Erwin l’Ami. Inmiddels heb ik, door me wat meer te verdiepen in deze materie, nog een paar interessante aanvullingen weten te vinden op deze analyse. Dit alles naar aanleiding van een e-mail die ik van Frank Erwich ontvingen. De nieuwe bevindingen treft u verderop aan onder het kopje Voorbeeld 2.

In de tussentijd kreeg een teamgenoot van mij bij De Stukkenjagers, Mark Haast, ook een eindspel met ongelijke lopers op het bord. Zijn tegenstander, jeugdspeler Nick Bijlsma, verdedigde zich bekwaam, maar deze kon niet voorkomen hoe Mark op instructieve wijze met een indrukwekkende koningsmars zijn materiële voordeel in winst wist om te zetten. Ook hier heb ik een aantal andere mogelijkheden onderzocht, die net zo instructief zijn als de wijze waarop de witspeler zich van zijn taak kwijt. Deze analyse staat onder Voorbeeld 3.

Ik ontkom er echter niet aan om u eerst nog ‘De zet van de eeuw’ voor te leggen, die ook in een eindspel met ongelijke lopers op het bord kwam. Het betreft een beroemde partij Topalov-Shirov, Linares 1998. De onderlinge score tussen deze heren is flink in het voordeel van de Bulgaar, maar hij zal toch de geschiedenis ingaan als de verliezer van een van de meest ongelooflijke zetten, een werkelijk verbluffend loperoffer op een volkomen bizar veld.

Voorbeeld 1
Topalov, Veselin – Shirov, Alexei

In deze stelling met ongelijke lopers, staat zwart twee pionnen voor, maar het afdwingen van de winst is verre van eenvoudig. Het zal moeten komen van de verre a- en d-pion. Niettemin lijkt wit de zaak onder controle te hebben, want de loper op c3 houdt beide zwarte pionnen in bedwang. Het zwarte plan is om met de koning binnen te dringen, maar als wit zijn koning op e3 krijgt, wordt het erg lastig om daadwerkelijk verder te komen.

47…Lh3!!!

Niet vaak delen we drie uitroeptekens uit voor een zet, maar voor het vinden van dit offer en vooral de gedachte erachter dienen we onze hoed nederig af te nemen. Het is een formidabele zet, die ook wel de beste zet aller tijden wordt genoemd. Ik kan me voorstellen dat Topalov na deze geniale zet van zijn stoel is gevallen.

De zet staat komt in diverse lijstjes zoals ‘De zet van het jaar’, ‘Het mooiste eindspel’ als glorieuze overwinnaar te voorschijn. Het is wellicht wel de meest verbluffende zet die ooit in een (grootmeester)partij gespeeld is. Tim Krabbé stelde ook ooit een lijst samen van ‘De meest fantastische zetten ooit gespeeld’ en daarin staat deze nu op nummer twee. Zie het artikel op de site van Krabbé. Het belangrijkste idee hierachter is dat de zwarte koning via de velden f5 en e4 naar binnen wil komen, zonder dat de witte koning hem op e3 de pas afsnijdt. Dat komt omdat zwarts loper ook pion g2 meteen aanvalt, waardoor wit geen tijd heeft om zijn koning onmiddellijk naar e3 te spelen.

  • Een plausibele variant is 47…a3 48. Kf2 a2 49. Ke3 Lg4 50. g3 Kf5 maar na 51. Ld4 <onduidelijk> ziet het er niet naar uit dat zwart enige progressie kan boeken, ondanks de hoge waardering die engines over deze stelling weergeven.
  • Na de andere aantrekkelijke mogelijkheid 47…Le4 48. Kf2 Kf5 49. g3 kan ook de zwarte koning niet binnenkomen omdat zijn loper op e4 in de weg staat. En dat zal Shirov wellicht op het krankzinnige idee in deze partij hebben gebracht.

48. gxh3

Gedwongen. Na 48. Kf2 Kf5 49. Kf3 wordt de witte koning ook weggelokt: 49…Lxg2+ 50. Kxg2 Ke4 en opnieuw dringt zwarts koning snel naar binnen. 51. Lxf6 d4 52. Le7 Kd3 53. Kf2 Kc2 54. Lb4 d3-+ en deze twee sterke vrijpionnen zijn niet meer tegen te houden.

48…Kf5 49. Kf2 Ke4!

Het hele idee achter het offer.

50. Lxf6

Wit neemt een pion van het bord. Ook 50. Ke2 zal wit niet redden: 50…a3 51. Kd2 d4 52. La1 f5-+ En de drie zwarte vrijpionnen beslissen de strijd.

50…d4 51. Le7 Na 51. Ke2? loopt zwarts randpion al meteen door. 51…a3 met winst.

51…Kd3!

Hier blijkt opnieuw hoe belangrijk het bezit van velden is in dit type eindspel. De zwarte koning streeft naar de mooie velden c2 of b3, waar hij heel dominant staat. Vanaf hier ondersteunt hij zijn beide vrijpionnen.

52. Lc5 Kc4 53. Le7 Ook een stukoffer helpt niet: 53. Lxd4 Kxd4 54. Ke2 Kc3 55. Kd1 Kb2 en zwart wint.

53…Kb3

Hier gaf Topalov zich gewonnen.

Inderdaad moet hij na 53…Kb3 54. Lc5 [54. Ke2 Kc2!] 54…d3 55. Ke3 Kc2 56. Lb4 a3 het loodje leggen.

0-1

Voorbeeld 2
Van Den Doel, Erik – L’Ami, Erwin

Voor een goed begrip van deze stelling doen we weer een beroep op de kennis die we elders verworven hebben. Het is duidelijk dat de witte koning op weg is naar h6. Aan de achterkant dekken met de zwarte loper is gedoemd te mislukken voor zwart. De reden is dat de diagonaal f8-h6 te kort is en dat de zwarte koning ook te weinig bewegingsvrijheid heeft om de loper gedekt te kunnen houden. In feite zou de loper op de andere diagonaal c1-h6 zijn verdedigende taken moeten waarnemen en als we dat geconstateerd is de juiste voortzetting te vinden.

40…Ke7?

L’Ami slaagt er niet in om tijdens deze hectische partij de juiste verdediging te vinden.

De enige juiste zet is 40… g4!! hoewel dat zwart nog een pion kost. Zoals zo vaak in eindspelen met ongelijke lopers is materiaal van ondergeschikt belang. 41. Kxg4 Ld4 42. f4 Kf8 De koning spoedt zich naar g7 waar hij – zolang hij niet gedwongen wordt – nooit meer weg wil! 43. Kf5 Kg7 44. g4 Le3 (zie analysediagram)

En nu volgt de essentiële techniek: ‘het plakken’! Zwart blijft als het ware ‘hangen’ aan pion f4 waarbij hij de witte koning als het ware dwingt om in de buurt van deze pion te blijven. Frank Erwich merkt op dat dit de manier is om te verdedigen. Andere zetten kunnen ook wel, maar uiteindelijk moet zwart toch overgaan naar deze methode.

[Bijvoorbeeld: 44…Lb2 45. g5 Lc1 (zie analysediagram)

en zwart blijft plakken!

(Erwich merkt op dat niet alles remise is: 45…La1? is natuurlijk een aparte zet om de loper in de hoek te zetten. Dit komt de mobiliteit van dit stuk niet ten goede. Toch is het verleidelijk om te denken dat de meeste loperzetten op de diagonaal a1-h8 remise zijn. Zwart komt bedrogen uit: 46. Ke6! Lb2 47. f5 hxg5 48. f6+ Kh6 (zie analysediagram)

{48…Lxf6 49. h6+ Kxh6 50. Kxf6 g4 51. Ld1 g3 52. Lf3} 49. Ld1! Kh7 {49…La3 50. Kd7 gevolgd door Ke8 en f7. zie de hoofdvariant.} 50. f7 La3 51. Kd7 Kg7 52. Ke8 a5 53. Lg4 {53. h6+ Kxh6 54. f8=D+ wint ook, maar het is wel zo veilig om promotie even uit te stellen. 54…Lxf8 55. Kxf8 Kg6 56. Lg4 Kf6} 53…Lc5 54. a4 Lb4 55. h6+ Kxh6 56. f8=D+ Lxf8 57. Kxf8 Kg6 58. Ke7 nu kan wit nooit meer iets gebeuren.)

46. Ld1 Ld2= zie de hoofdvariant.]

45. g5 [45. Ke4 Lc1 en zwart blijft plakken.] 45…Ld2 zwart moet vooral niet slaan op g5! Vanwege de a-pionnen kan er niet afgewikkeld worden naar een eindspel met de verkeerde hoekloper! 46. Ld1 (zie analysediagram)

dekt h5, zodat gxh6 aantrekkelijk wordt. [46. Ke6 Lxf4 is de meest veilige manier om remise te maken. Na 46… hxg5 47.f5 is het ook remise, maar maakt zwart het onnodig spannend.] 46…Le3 47. gxh6+ [47. g6 Ld4 en wit komt er nooit meer door. Zwart houdt de loper op de diagonaal a1-h8.] 47…Kxh6 48. Ke5 Lc1 (zie analysediagram)

maar ook dit blijft remise! 49. f5 Lb2+ 50. Ke6 Kg5 51. h6 Kxh6 52. f6 Lc3 53. Ke7 Lb4+ 54. Ke8 La3 55. f7 Kg7 met remise. Uiterst leerzaam dit alles!

41. g4!

Heel knap gezien van Van den Doel. Hij wacht met het binnendringen van de koning omdat hij ingezien heeft dat zwart in tempodwang gebracht kan worden. De belangrijkste bedoeling is om zwarts pionoffer met … g5-g4 uit de stelling te halen. De loper zal op den duur dan aan de achterkant (f8) de pion moeten dekken en die diagonaal is te kort.

Het haastige 41. Kg6? wint een tweede pion, maar het resterende eindspel zou wel eens remise kunnen zijn. 41…g4! 42. Kxh6 Kf6 43. Ld1 Ld4 44. Lxg4 Lxf2 45. Lc8 a5 46. g4 Le3+ 47. Kh7 Ld2 (zie analysediagram)

en de zwarte loper houdt de pionnen in bedwang. Ik zie geen manier om verder te komen. Bijvoorbeeld: 48. a4 Le3 49. Kg8 [49. h6 Ld2 en wit kan geen progressie boeken.] 49…Lf4 50. Kf8 Wit mag naar b5 lopen, zwart zet ondertussen zijn koning op g5 en de loper op d2. Ook nu valt er geen eer te behalen.

41…La3

Niets helpt nog.

Na 41…Lg7 42. Kg6 wordt zwart langzaam uitgetempeerd. 42…Lf8 43. Lc4 a5 44. a4 Ke8 45. f3 Ke7 46. Lb3 Ke8 47. Kh7 Kd8 48. Kg8 Lb4 [48…Ke8 49. Lf7+ Ke7 50. Lg6] 49. Kg7 Ld2 50. Kxh6 Ke7 51. Kg7 met winst.

42. Kg6 Ld6 43. Kxh6 Kf6 44. Kh7 Lf8

Het verschil met de analysestelling boven is dat de loper op een veel ongunstigere diagonaal komt te staan. Hij kan zijn koning op den duur niet meer handhaven en daarna valt de witte h-pion niet meer tegen te houden.

45. h6 a5 46. f3

Tempodwang! Een bijzonder knap gespeeld eindspel!

1-0

Voorbeeld 3

Mark Haast
Haast, Mark – Bijlsma, Nick

Wit heeft twee pionnen buitgemaakt en het afdwingen van de winst kan niet al te veel problemen meer opleveren.

37. Tc7

Wit ruilt de torens in de overtuiging dat het eindspel met ongelijke lopers gewonnen is. Dat is altijd een hachelijke zaak, grondige kennis van een dergelijk eindspel is van groot belang. Mark Haast blijkt daar over te beschikken!

Na 37. e4 zie ik overigens niet al te veel technische problemen voor wit. Een voorbeeld van een winstvoering: 37…g6 38. Tc6 Td7+ 39. Kc3 h5 40. Ld4 Te7 41. f5! en zwart zal na 41…gxf5 42. exf5 Ld5 [42…Lxf5? 43. Tf6+] 43. Th6 Lf3 44. Lxa7! de zaak niet meer kunnen redden.

37…Txc7 38. Lxc7 a6

Tijd voor een tussenbalans.

  • Wit heeft twee pluspionnen;
  • Wit kan waarschijnlijk twee verbonden vrijpionnen creëren;
  • Door de aanwezigheid van de twee damevleugelpionnen (b4/a6) kan zwart vrijwel nooit zijn loper offeren voor de twee pionnen omdat het resterende eindspel met stuk meer voor wit simpel wint.
  • Wit moet oppassen dat hij niet terecht komt in een eindspel met de loper van de verkeerde hoek (als zwart ergens … a6-a5 speelt en wit dan met b4xa5 moet antwoorden.

39. e4 g6

Uiteraard laat zwart f4-f5 niet al te gemakkelijk toe.

40. Ke5

40…h5

Het is begrijpelijk dat zwart zich wapent tegen een latere opmars van de witte koningsvleugelpionnen, maar toch is het de vraag of hij nog meer zwarte velden vrijwillig weg moet geven. Ik zou deze zet pas spelen als ertoe gedwongen werd. Na een zet als 40…Lh3 41. f5 gxf5 42. exf5 Ke7 43. Lb6 Kf7 44. Kf4 lijkt die noodzaak aanwezig: 44…h5 en ook nu kan wit met 45. Kg5 Lg4 46. Ld4 Ld1 47. h3 (zie analysediagram)

een pionnenmacht met twee verbonden vrijpionnen opbouwen die niet meer af te stoppen valt.

41. f5 Lc4 42. Kf4 Ld3

43. h3

Het juiste plan in een misschien niet de meest handige setting.

Wit kon vermoedelijk beter eerst zijn loperpositie verbeteren door naar de lange diagonaal te gaan, waar hij optimaal staat. Daarna kan de opmars van de witte pionnen voorbereid worden. Wit moet toestaan dat hij geen verbonden vrijpionnen kan creëren omdat zwart na een h2-h3 de lastige stoorzet … Lf1 bij de hand heeft. Desondanks blijft de stelling gewonnen. 43. Lb6 Lc2 44. Ld4 Ld3 45. h3 Lf1 46. g4 Lxh3 47. gxh5 gxf5 48. exf5 Op het eerste gezicht zou je toch zeggen dat zwart hier een succesje heeft geboekt, maar dat blijkt zwaar tegen te vallen. 48…Lg2 49. h6 Kg8 50. f6 (zie analysediagram)

De twee witte pionnen zijn zo sterk dat zwart ze ondanks een kennelijke blokkade op de witte velden niet kan afstoppen. Gek genoeg mag wit ze zelfs op de verkeerde kleur zetten, maar omdat ze ver naar voren staan, niet ver van de promotierij is het winstplan eenvoudig. Wit brengt de koning naar e7 en speelt dan f7+ ongeacht of het veld gedekt is door de zwarte loper, omdat hij daarna met h7 een stuk wint. Ik geef een voorbeeld van een spelverloop waarmee wit de achterlijn haalt. 50…Ld5 [50…Lf1 51. h7+! Kxh7 52. f7 wint onmiddellijk.] 51. Ke5 Lf7 52. Kd6 Lg6 53. Ke7 Lh5 54. f7+ Lxf7 55. h7+ met winst van de loper en ook winst van de partij.

43…Lf1 44. g4 Lxh3 45. gxh5 gxf5

46. e5

Dat lijkt voor de argeloze sterveling de meest logische voortzetting. Het is een bekend gegeven dat de pionnen van de sterkere speler liefst zo ver mogelijk uit elkaar moeten staan. Pion f5 is van geen belang, zo heeft Mark Haast gedacht. Zoals we echter in de winstvoering hierboven al gezien hebben, was het binnenhalen van de winst een peulenschilletje geweest na 46. exf5 maar dat was achter het bord toch lastig te zien. 46…Kg7 47. Kg5 Lf1 48. h6+ Kh7 49. Lf4 Le2 50. Kf6 Lg4 51. Ld2 Lh3 52. Ke5 Lg4 53. Le3 Lh3 54. f6 Kg6 55. Lc5 Lg4 (zie analysediagram)

En nu volgt het fraaie 56. h7! Kxh7 57. f7+-

46…Lf1

Zwart geeft de pion meteen weg om zijn loper naar een gunstige diagonaal te kunnen spelen.

47. Kxf5 Ld3+ 48. Kg5 Lc2

49. Ld8!

Mark weet wat hij doet. De loper eerst naar f6 om e5 gedekt te houden, ook om straks zijn h-pion zo ver mogelijk naar voren te krijgen.

49…Ld3 50. Lf6 Lc2 51. h6

Wit heeft zijn ideale opstelling ingenomen en hij begint na een lange koningsmars. De monarch wil achterom, via d8 binnenkomen om een van zijn pionnen te ondersteunen bij een verdere opmars.

51…Ke6 52. Kf4 Kd5

Zwart probeert de witte koning de doortocht zo lang mogelijk te belemmeren, maar het zal hem niet lukken!

53. Ke3 Lf5 54. Kd2 Lg6 55. Kc3 Lh7 56. Kb3 Lg6 57. Ka4 Lf5 58. Ka5

Nu moet zwart reageren.

58…Ld3 59. Kb6 Ke6 60. Kc7 Lf5 61. Kd8

Na vele omzwervingen is de koning eindelijk op de plaats van bestemming aangekomen.

61…Kf7

Ook na 61…Lg6 volgt 62. Lg7! met tempodwang. 62…Kf7 [Na een zet met de loper vervolgt de witte koning zijn zegetocht met 62…Ld3 63. Ke8 Lg6+ 64. Kf8 Lh7 (zie analysediagram)

65. Lf6! Maakt veld g7 vrij voor de koning waarna de h-pion niet af te stoppen is.] 63. Kd7 Lf5+ 64. Kd6 Lg4 Zo lijkt zwart alles onder controle te hebben maar dat blijkt uiterlijke schijn. 65. e6+! Lxe6 66. h7 Met winst. 66…Kxg7 67. Kxe6+-

62. Lg7!

Weer een tempozet waardoor ofwel de vijandelijke koning of loper zijn ideale veld moet verlaten.

62…Lg6

Ook na 62…Lh7 63. Kd7 Lf5+ 64. Kd6 is het opnieuw tempodwang.

Als zwart met de loper op de andere diagonaal blijft, moet de witte koning even een ommetje maken. 62…Lg4 63. Kc7! Lf5 De zwarte koning kon niet met … Ke6 hem de pas afsnijden en nu wint 64. Kd6 Lg4 65. e6+! weer: 65…Lxe6 66. h7!

63. Kd7 Lf5+ 64. Kd6

Dit is de opstelling die wit graag wil bereiken. De wending e5-e6+ gevolgd door h6-h7 kan door zwart niet meer vermeden worden.

64…Ld3 65. e6+ Ke8 66. e7

66…Kf7

Er is geen verdediging meer.

Zowel na 66…Lc2 67. Ld4 Lb1 68. Ke6 Ld3 69. Kf6 Lc2 70. Lc5 Ld3 71. Kg7+-

als na 66…Lf5 67. Ld4 Ld3 68. Ke6 Lc4+ 69. Kf6 Ld3 70. Lc5 Lc2 71. Kg7 moet zwart zijn loper offeren voor wits h-pion.

67. Kd7 Lb5+ 68. Kd8

Hier vond zwart dat hij genoeg had gezien. Een voortreffelijke eindspelvoering van Mark Haast die een lastig eindspel goed naar winst heeft gespeeld. Een mogelijke winstvariant is 68. Kd8 Lc6 69. Ld4 Kg6 70. Le3 Kf7 71. h7 Kg7 72. e8=D

1-0

Deze fragmenten via de viewer:

Verantwoording foto’s:

  • De foto van Shirov is van Jos Sutmuller
  • De foto van Mark Haast is van Ad Bruijns

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

1 Reactie

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.