De discussienota over de toekomst van de KNSB is uit

De OSBO heeft sinds de ALV van vanavond (woensdag 6 november) weer een nieuw bondsbestuur, de discussienota over de toekomst van de KNSB is uit en was reeds geagendeerd op deze ALV van de OSBO en de KNVB heeft twee mooie video’s gemaakt over de (problemen en oplossingen bij) verenigingen (zie hieronder).

KNSB

De lang verwachte discussienota over de toekomst is uit en is hier te downloaden. Hieronder de hoofdlijnen van de aanbevelingen zoals vermeld in de nota. Na bestudering kan de discussie losbarsten. Zowel artikelen als commentaar onder de artikelen zijn welkom.

Conclusies en aanbevelingen

Algemeen

Het doel van deze aanbevelingen is de KNSB toekomstbestendig en duurzaam te maken. De

huidige piramidale structuur, waarin zowel breedte- en recreatieschaken, wedstrijdschaken en

topschaken een plaats hebben, blijft voor de KNSB onmisbaar en moet versterkt worden.

Hiertoe dienen tegelijkertijd twee strategieën gevolgd te worden. Deze strategieën vullen

elkaar aan, maar verschillen wat betreft focus, doelgroep en aanpak. De eerste strategie is

primair prestatief gericht (“investeren in kwaliteit”) en vooral bedoeld voor de jeugd en

jongeren. Het zwaartepunt komt al naar gelang het bereikte niveau hoger in de organisatie te

liggen.

De tweede strategie heeft een meer recreatieve doelstelling en is gericht op het verbreden van

de basis van het georganiseerde schaken (“investeren in kwantiteit”). Het zwaartepunt ligt bij

de verenigingen. Hierbij zijn twee belangrijke doelgroepen, namelijk tieners en 35+-ers. De

eerste uitdaging is de grote uitval vanaf 12 jaar (die ook bij andere takken van sport

voorkomt) te verminderen. Aanbevolen wordt door organisatorische aanpassingen sociaal-culturele generatieverschillen op te heffen en de overgang van het jeugd- naar het

seniorenschaak geleidelijker te maken. In de tweede plaats kan beter gebruik worden gemaakt

van de grote groep volwassen schakers en ex-schakers die nu buiten de verenigingen en de

KNSB staan. Een mogelijkheid hiertoe is een divers en flexibel aanbod van schaakactiviteiten. Dat houdt onder andere in dat ruimere mogelijkheden voor het recreatieschaken worden gecreëerd.

Indien de KNSB er in slaagt op deze twee punten structurele, substantiële verbeteringen tot

stand te brengen (een blijvend lagere uitval en hogere (her)instroom), is een belangrijke stap

in de richting van een grotere duurzaamheid gezet.

De aanbevelingen hebben hoofdzakelijk betrekking op beginnende schakers. Voor de

doorgroei naar wedstrijd- en topschaak is de huidige structuur voldoende. Voorwaarde is wel

dat een talentencoach en een bondscoach aanwezig zijn.

Hieronder de hoofdgroepen van de aanbevelingen die verder in onderdelen zijn uitgewerkt.

Aanbeveling 1 – Schaken op school en in de buurt

Aanbeveling 2 – Aansluiting bij de vereniging

Aanbeveling 3 – Infrastructuur en jongerenbestuur

Aanbeveling 4 – Verenigingen: divers en flexibel aanbod

Aanbeveling 5 – Wervingsactiviteiten afstemmen op doelgroep

Aanbeveling 6 – Differentiatie schaakaanbod

Aanbeveling 7 – Kadercursussen schaakbestuurders

Aanbeveling 8 – Samenwerking

Aanbeveling 9 – Lidmaatschap en contributie

Aanbeveling 10 – Toelaten andere organisatievormen

Aanbeveling 11 – Differentiatie tussen verenigingen

Aanbeveling 12 – Uitbouw Kenniscentrum KNSB

Aanbeveling 13 – Imago verbeteringen

Aanbeveling 14 – Samenwerking regionale bonden

Aanbeveling 15 – Live uitzendingen en verslaggeving

Aanbeveling 16 – Professionalisering topschaken

Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond (KNVB)

De KNVB heeft twee interessante video’s gemaakt over de verenigingsproblematiek en mogelijke oplossingen. Ook interessant voor onze schaakwereld! Deze video’s zijn hieronder te bekijken.

KNVB – modern verenigingsbesturen: Back to Basics 1

KNVB – Sturen op verenigen: Back 2 Basics 2

Toegevoegd: reactie van Joost van Steenis.Open PDF-bestand

11 Reacties

  1. Avatar
    Redactie 07 november 2013

    Teun, Bedankt voor het publiceren van de discussienota (en natuurlijk ook dank aan Schaaksite).

    De KNSB zou een kenniscentrum (wat dat inhoudt wordt niet duidelijk) moeten

    worden maar om deze nota groots aan te kondigen op hun eigen – vrij slechte – site is kennelijk te veel moeite. Dat typeert de hele discussie eigenlijk al. Er zit een zeer sterke centralistische tendens in de nota die inhoudt dat leden eigenlijk alleen maar instrumenten zijn ter meerdere glorie van bestuur en organisatie.

    Het stuk is in het geheel niet inspirerend (en vrij onleesbaar) maar dat is logisch omdat het schijnt geschreven te zijn door iemand van de NOS/NSF – ook een zeer centralistische dictatoriale organisatie – die weinig van schaken afweet, voornamelijk op kantoor zit en één boek gelezen heeft dat geciteerd wordt als DE waarheid. De idiote stokpaardjes vinden een hoogtepunt in de opmerking over obesitas hoewel me niet duidelijk is of schaken nu obesitas bevordert dan wel tegen gaat. En we hebben toch weinig te maken met “gezondheidsaspecten en middel tot integratie”.Lees verder…(pdf)

  2. Avatar
    Lucas 08 november 2013

    Naast de volkomen terechte kritiek van Joost van Steenis, zou ik nog de volgende passage willen noemen:

    "De meest opvallende verandering is waarschijnlijk de stelselmatige versnelling van het speeltempo en de toernooivorm. (…) Had het schaken zich niet aangepast, dan had het waarschijnlijk niet meer bestaan."

    Die laatste conclusie is lachwekkend en wordt ook nergens onderbouwd. Men is ziende blind. Wél constateren dat het speeltempo stelselmatig wordt versneld, wél constateren dat het aantal leden tegelijkertijd lineair afneemt, maar níét het verband tussen deze twee zaken willen onderzoeken.

    Het woord "waarschijnlijk" wordt in de notitie op verschillende plaatsen gebruikt en geeft slechts aan dat men dat aspect juist niet heeft onderzocht. Men gokt maar wat, maar heeft niet gesproken met de betrokkenen.

  3. Avatar
    Wiebe Cnossen 08 november 2013

    Ik ben het ermee eens dat er wat ongelukkige passages in dit stuk staan. Maar per saldo vind ik het een goede basis voor een discussie; alle relevante onderwerpen zijn in elk geval in de aanbevelingen terug te vinden.

    Wat ik wel mis is een prioritering in de aanbeveling en suggesties van wat de bond NIET meer zou moeten doen. Maar dat moet wellicht het resultaat van de discussie zijn.

  4. Avatar
    Lucas 08 november 2013

    Een goede basis voor discussie – akkoord. Maar het is wel een politiek verhaal, dat duidelijk toewerkt naar een conclusie die al vooraf is bedacht. Ik geef weer wat voorbeelden:

    De breedteschakers vormen bovendien de financiële en sociale basis van de Nederlandse schaakgemeenschap. Ook het topschaken is een essentieel onderdeel van de KNSB. Internationale successen versterken het maatschappelijk aanzien van de gehele schaaksport en alle schakers.

    Nergens wordt onderbouwd waarom het topschaken nu zo essentieel zou zijn. Let wel: met "topschaken" bedoelt men niet het schaken op topniveau an sich, maar eerder de subsidiëring van potentiële topschakers. De belangrijkste Nederlandse topschakers in het verleden werden juist niet gesubsidieerd: Euwe, Timman, etc.

    (…) de KNSBtalentencoach en de bondscoach (die in de toekomst weer terug zou moeten komen) zijn belangrijk (…)

    Wederom een conclusie zonder enige onderbouwing. Waarom zou die bondscoach weer terug moeten komen? Geen idee. Dit is wensdenken.

    Er wordt in de notitie veel geschreven over leeftijden en men verbaast zich erover dat veel kinderen stoppen met schaken tussen de leeftijd van 12 en 19. Zijn de auteurs zelf geen kind geweest? Hebben zij zelf geen kinderen? Het is toch volkomen logisch dat kinderen van die leeftijd andere zaken aan hun hoofd hebben? School, huiswerk, pubertijd, verkering, enz. Dat is toch helemaal niets nieuws?

    Opvallend is eerder die piek van twaalfjarigen. Maar als je er even over nadenkt, dan is die piek ook weer niet zo onverwacht, wetende hoeveel de schaakbond de afgelopen jaren heeft geinvesteerd in jeugdschaak. Men zou daarom juist de conclusie verwachten dat deze investering blijkbaar een bijzonder laag rendement heeft. En dus misschien moet stoppen. Ja, stoppen met die overdreven aandacht voor jeugdschaak. Zonde van de tijd en het geld. Mensen die willen schaken, ongeacht de leeftijd, doen dat toch wel.

    Zowel voor wat betreft topschaak als jeugdschaak, in het bijzonder "talentontwikkeling", is het middel tot doel verheven. Ten koste van de schakers die geen jeugd zijn en geen top, en dus met hun voeten stemmen.

  5. Avatar
    Paardensprong 08 november 2013

    Ik vind het een goed rapport met enkele sterke en goede aanbevelingen. Met name het herkennen van generatiekloven en het besef dat de jeugd (in de breedte) nodig is om de continuïteit te waarborgen is een goed punt. Ook het besef dat er na het 12de jaar veel schakers stoppen door de overstap naar de middelbare school en het afwezig zijn van een schaakcultuur voor die groep leeftijdsgenoten is een goede conclusie…

    @Lucas: Schakers moeten toch ergens leren te schaken? Jeugdschaak is zo belangrijk voor de continuïteit zodat ook over 50 jaar nog schaken beoefend wordt. Mag ik vragen welke leeftijd u heeft? Ik schat namelijk in dat u bij de groep "babyboomers" waar in het rapport gesproken wordt behoord…

  6. Avatar
    Lucas 08 november 2013

    @Paardensprong, ik ben geboren in 1968 en heb leren schaken in de jaren ’70. Toen ik 13 jaar was ben ik inderdaad gestopt en een jaar of 5 later weer begonnen – tot op de dag van vandaag. Precies volgens de grafiek dus.

    Een jeugdafdeling van een schaakclub is natuurlijk een prima plek om te leren schaken. Ook schaken op school is een goede mogelijkheid. Jij schreef daar al eerder over – in iedere klas een schaakspel – waar ik het van harte mee eens ben. Maar ik zie niet in wat de KNSB daaraan kan bijdragen.

    Het KNSB beleid m.b.t. talentontwikkeling werkt eerder averechts. Want wie bepaalt wanneer iemand een talent is? Wie geen goede connecties heeft, valt als kind buiten de boot – geen talent maar een loser. Wel graag je contributie betalen, natuurlijk! Solidariteit heet dat dan. We hebben nu een talent dat al boos wordt als de KNSB weigert zijn reis- en verblijfskosten te betalen! Want daar heeft hij als talent immers recht op, vindt hij. Ik vind dat een kwalijke gang van zaken en bovendien onsportief. Iedereen gaat beter schaken als hij gratis training krijgt en naar toernooien mag. Voor schaken als breedtesport zou het juist goed zijn als talentontwikkeling wordt afgeschaft. Iedereen gelijke kansen. De echte talenten komen dan vanzelf wel naar boven.

  7. Avatar
    Paardensprong 08 november 2013

    Daar moet ik u gelijk ingeven, er zou geen onderscheid moeten zijn tussen "talenten" en kinderen die daar blijkbaar niet toe behoren (zeker als je bedenkt dat iedere schaker een gehele andere ontwikkeling kent, het gaat met horden en stoten, hoe meet je zoiets??). Maar ik denk dat de schaakbond dat nu wel beter in de smiezen heeft en daarom ook met deze aanbevelingen komt.

  8. Avatar
    Koorevaar 08 november 2013

    Recent kreeg ik , uit kringen van het Voortgezet Onderwijs, een reactie die in grote lijnen op het volgende neerkwam.

    Begin

    Gaan we nu van subsidiedenken over naar statistiekdenken? De grafiek is niet nieuw, de gesignaleerde tendens bestaat al vele jaren. Enkele jaren geleden is heeft de KNSB zelf besloten om het kampioenschap voor het Voortgezet Onderwijs te wijzigen van klassiek schaak naar internetschaak met alle gevolgen van dien, hiermee werd al afgebroken wat er zorgvuldig was opgebouwd.

    Er kwam toen ook een sponsor in beeld, Slim.nl Deze sponsor zou drie jaar lang investeren in schaken in het Voortgezet Onderwijs en had hier 100.000 euro voor over. Dit contract is daarna nog met een jaar verlengd met extra geld!

    De vraag is waaraan het geld is besteed , wat dit project nu structureel heeft opgeleverd voor de KNSb en wat deKNSB met de ervaringen tot nu toe heeft gedaan. Hoeveel nieuwe internetleden heeft dit opgeleverd uit het VO, buiten de gratis verstrekte accounts en buiten een lidmaatschap van een vereniging. Dus echt nieuw bloed! Nergens is bij de KNSB een evaluatie te vinden van dit project, ook niet in de stukken aan de Bondsraad. In de discussienota staat hieover ook niets terwijl de voorzitter van de KNSB en de directeur van het Bondsbureau deel uit maakten van de werkgroep? Het lijkt wel of men ruw uit een droom ontwaakt is en een nieuwe ontdekking heeft gedaan waarvan men de schaakwereld nu kond wil doen.

    Bij de regionale bonden zie je al een aantal jaren dat de interesse in de kampioenschappen voor de A,B en C groep sterk tanende is. Is dat de beleidsmakers ook ontgaan?.

    Jammer dat vertegenwoordigers uit het VO , die schaken een warm hart toedragen, niet zijn geraadpleegd door de werkgroep.

    Nu het geld op is wordt het op het bordje van de regionale bonden en schaakverenigingen gelegd die nauwelijks in staat zijn aan de behoeften van het basisonderwijs te voldoen laat staan aan het VO. Er mag geen concurrentie komen tussen BO en VO, dat levert alleen maar verliezers op.

    De KNSB tast blijkbaar nog in het duister want verder dan de wens om de uitval na het 12de jaar te voorkomen komt men niet. Wat verwacht men dan van een brede discussie en wie nemen hieraan dan deel?

    Einde

  9. Avatar
    Paardensprong 08 november 2013

    Wat ik wel jammer vind is dat ze niet "veldwerk" hebben gedaan, ik vind dat ze onvoldoende contact hebben proberen te leggen met de lokale verenigingen…

  10. Avatar
    JRV 11 november 2013

    Ik heb zojuist aan de hand van de ratinglijst eens een paar snelle statistiekjes uitgedraaid in de leeftijdsgroepen <13, 13-25, 26-40, 41-55, 55+ versus geen rating, rating <1500, 1500-1750, 1750-2000, 2000-2250 en 2250+.

    De groep 41-55 vormt 21,1% en 55+ vormt 35,1% van het ledenaantal, samen 56%. Mensen in die leeftijdscategorieën weten de weg naar de club dus wel te vinden. Absoluut minimum is de groep van 26-40 jr, die slechts 9,8% van het aantal leden uitmaakt (minder dan de groep 13-25jr met 13,1%).

    Kijk je naar die groep, dan heeft 50,2% van de mensen in die groep een rating van 1750 of hoger, 22,5% heeft zelfs een rating van 2000 of hoger. Dat is veel hoger dan in de andere leeftijdscategorieën, het dichtst in de buurt komt nog de groep 41-55 met 40,9% met een rating van 1750 of hoger, waarvan 13,1% (van het totaal) met een rating van 2000 of hoger.

    Als je gemakshalve even aanneemt dat ‘goede’ schakers even vaak als ‘slechte’ schakers een gezin en een baan (en het dus even druk) hebben, hangt het er tussen je 26e en 40e dus deels vanaf of je een beetje kunt schaken of niet. Om de statistieken daar normaal te hebben (nl. ong. 15% met 2000+) zou je er 1000 ‘slechte’ schakers bij moeten hebben. Voor hen is het huidige aanbod kennelijk onvoldoende en je zou m.i. moeten kijken hoe je die potentiële leden kunt vasthouden.

    Zo zijn er nog wel een aantal zaken die interessant zijn en het doet uiteraard ook niet af aan hetgeen al is vermeld, maar deze constatering vind ik vrij opvallend en heb ik in de discussie nog niet gezien.

  11. Avatar
    Lucas 11 november 2013

    @JRV, een interessante analyse. Ik denk inderdaad dat de gemiddelde persoon in de leeftijd tussen 26-40 het druk heeft met relatie, kinderen en werk. In die periode is tijd dus schaars. Schaken kost tijd en moet dus concurreren met andere zaken die ook tijd kosten. Dan komt het er op neer hoe belangrijk schaken voor je is. Het is aannemelijk dat voor relatief zwakke schakers de schaaksport minder belangrijk is dan voor sterkere schakers, maar uitzonderingen zijn er ook.

    Ik ken nogal wat schakers die in die leeftijdscategorie gestopt zijn met schaken, omdat ze het te druk hebben met hun werk en/of gezin. Ze willen hun kostbare tijd ook niet spenderen aan één enkele partij. Ook de lange reizen in de KNSB competitie worden beschouwd als nodeloze tijdverspilling. In dat geval gaat het om relatief sterkere spelers, die er soms voor kiezen in de onderbond te spelen.

    Mijn hypothese is: voor die 1000 ontbrekende "zwakke" schakers is het schaakspel alleen niet genoeg. Er moet iets bij om hen over de streep te trekken. Ik denk hierbij aan de sociale factor. Als je er voor zorgt dat een avond op een schaakclub in de eerste plaats een "gezellig avondje uit" is, waarbij het schaken zelf daarvoor slechts een excuus vormt, dan krijgt de benodigde tijd ook voor die schakers meer waarde.

    Dit is vermoedelijk ook wat de auteurs van de discussienota "recreatieschaak" of "breedteschaak" noemen. Investeringen daarin zou ik dan ook van harte steunen. Naar mening kan dit echter niet samen met investeringen in "topschaak" en "talentontwikkeling". Investeringen in die twee categorieën werken juist averechts, want er is minder geld voor breedteschaak, het wordt minder sociaal, minder gezellig, enz. De zwakke schaker wordt daarmee dus indirect weggejaagd.

    Andere factoren die de schaakclub minder gezellig en sociaal maken, zijn ook al eerder genoemd:

    – de overdreven aandacht voor de prestaties en Elo-ratings

    – het steeds maar hogere speeltempo

    Deze twee aspecten hebben een negatief effect op de kunstzinnige en culturele eigenschappen die het schaakspel ook bezit.

    Het belangrijkste bezwaar tegen de discussienota is dan ook dat er niet een echte keuze wordt gemaakt. Men wil blijven voortmodderen op dezelfde weg, hoewel dit in de nota zelf wordt ontkend.

    Een betere keuze zou zijn: vanaf nu houdt de KNSB zich alleen nog bezig met "breedteschaak". Alle subsidiëringen van "topschaak", "talentontwikkelingen" e.d. worden met onmiddellijke ingang gestopt. Schakers in die groepen zullen zichzelf moeten bedruipen (en zij kunnen dat ook).

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.