Schaakrubrieken weekend 2 november 2013

Schaaksite.nl is een site voor iedere geïnteresseerde in het schaken. Daarom mag aandacht voor de schaakrubrieken in de landelijke bladen niet ontbreken. Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het verschijnen van de veelal zaterdagse schaakrubrieken.

Hans Ree Gert Ligterink Hans Böhm Bab Wilders Johan Hut Rini Kuijf Henk Prins

Hans Ree

Les van Max Euwe

In het programma Andere Tijden, dat altijd te kort duurt, vertelde Paul Witteman dat hij als twaalfjarige redacteur van de schoolkrant Godfried Bomans had geïnterviewd. Hij vroeg toen wat de belangrijkste gebeurtenis in het leven van Bomans was geweest, en die zei dat het de remise was die hij eens tegen Max Euwe had behaald.

Witteman vroeg of Bomans die partij had opgeschreven en of hij de notatie mocht lenen om in de schoolkrant af te drukken. Bomans aarzelde, zei dat het een zeer belangrijk document was en dat hij er zeker van moest zijn dat hij het snel weer terug zou krijgen. Dat beloofde Witteman.

Een tijdje later schreef Bomans een briefje waarin hij vroeg waar die notatie bleef, en toen moest Witteman terugschrijven dat hij het belangrijke document was kwijtgeraakt. Daarna stuurde Bomans een woedende brief waarin hij voorspelde dat het nooit wat met de kleine Paul Witteman zou worden.

„Zo kon Bomans dus ook zijn”, donderde de presentator van het programma, Hans Goedkoop. „Heel anders dan de charmante, vriendelijke man die we dachten te kennen.” Zowel hij als Witteman leek te vinden dat Bomans zich ernstig had misdragen tegen een jongen van twaalf.

Heb je het ooit zo zout gegeten? Wie zou er niet razend zijn geworden als hem zoiets was overkomen? Bomans was naïef en goeiig geweest en de kleine Paul had een stevig pak ransel verdiend. Dat mocht toen nog en zou educatief zijn geweest.

Doordat ik net de partij Svidler – Nakamura uit het Europese clubkampioenschap op Rhodos had nagespeeld, moest ik, toen ik Euwe voorbij zag komen op de televisie, denken aan een pakkende uitdrukking uit een van zijn leerboeken: ‘Een reus op lemen voeten.’ Dat sloeg op de witte stelling in het Koningsindisch vierpionnenspel en het was in een bespreking van een partij die Euwe met zwart tegen Fritz Sämisch in Wiesbaden 1925 mooi had gewonnen.

De uitdrukking beschrijft ook nauwkeurig de stelling van Svidler tegen Nakamura. De witte reus – wits pionnenstelling – strekt zich dreigend uit van de a-lijn tot de h-lijn en valt na een paar goed geplaatste tikjes jammerlijk om.

Kasparov twitterde enthousiast over het spel van zijn voormalige pupil Nakamura: „Een prachtige overwinning van Nakamura in het Koningsindisch vandaag. Ph7, a6, De8 en dan weer terug met Dd8, typisch Hikaru, een erg mooie partij.”

Peter Svidler – Hikaru Nakamura, ECC Open, Rhodos 2013

1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 Lg7 4. e4 d6 5. h3 0-0 6. Lg5 Pa6 7. f4

Met de loper op g5 is de witte reus nog vervaarlijker, maar ook kwetsbaarder dan anders.

7…Ph5

Het schijnt dat Nakamura een uur over deze zet nadacht.

8. Pge2 c5 9. d5 b5 10. cxb5 Pc7 11. a4 Tb8 12. g4 Pf6 13. Pg3 h6 14. Lh4 Ph7 15. Dd2

Zwart dreigde een stuk te winnen met 15…g5. 15…a6

Wit heeft veel hooi op de vork genomen en had nu het best agressief verder kunnen gaan met 16. e5 dxe5 17. Pge4 met de dreiging 18. d6.

16. Lc4 axb5 17. axb5 Ld7 18. e5 Wat twee zetten geleden goed was, is nu slecht. Hij moest zich met 18. Ta5 aan zijn b-pion vastklampen.

18…Lxb5 19. Pxb5 Pxb5 20. Da5 De8 21. 0-0

Zijn stelling wankelt, dan maar een stukoffer.

21…g5 22. Pf5 gxh4 23. Tae1 dxe5 24. Txe5

In nood gooit hij er nog meer materiaal achteraan, maar het wordt niets.

24…Lxe5 25. fxe5 e6 26. Pxh6+ Kg7 27. Dd2 Dd8 28. Tf6 Pd4 29. Pxf7 Pxf6

Wit gaf op. Na 30. Pxd8 heeft zwart 30…Pf3+.

Gert Ligterink

Geen schuld aan het debacle

Het organisatiecomité van de Univé-vierkamp moet de laatste jaren rekening houden met het tegelijk gehouden toernooi om de Europa Cup voor clubteams. Het aantal voor de kroongroep beschikbare topgrootmeesters is gering, doordat de meesten van hen al een contract voor het bekertoernooi hebben getekend bij een club met een gulle sponsor.

Giri, Nakamura en Vachier-Lagrave, die alledrie in het recente verleden te gast waren in Hoogeveen, speelden nu voor diverse teams in Rhodos. Anish Giri leek op het juiste paard te hebben gewed. Hij was gecontracteerd door een club uit Bakoe, die gesponsord wordt door Socar, het staatsoliebedrijf van Azerbeidzjan. Omdat geld kennelijk geen rol speelde, had Socar niets aan het toeval overgelaten om de cup te winnen. In een droomteam was Giri zesdebordspeler achter Caruana, Topalov, Kamsky, Mamedjarov en Wang Hao.

Het lag voor de hand dat dit bijeengekochte gezelschap niet in aanmerking kwam voor de populariteitsprijs, maar de eerste prijs in het toernooi leek Socar niet te kunnen ontgaan. In de eerste vijf ronden liep het naar wens en verpletterde het sterrenteam de bevende oppositie met grote cijfers. Toen gebeurde het wonder. In de zesde wedstrijd nam Socar het op tegen Novy Bor, een behoorlijk team uit Tsjechië dat tot dan één matchpunt had afgegeven. Tot ieders verbazing steeg Novy Bor boven zichzelf uit door de Socar-kanonnen met 3,5-2,5 tot zwijgen te brengen. Navara, Wojtaszek en Laznicka wonnen aan de eerste borden van Caruana, Topalov en Kamsky. Novy Bor liet zich de buitenkans niet ontgaan en legde met een zege op Minsk in de slotronde beslag op de cup.

Giri had aan het debacle geen schuld. In de rampwedstrijd tegen Novy Bor won hij zijn partij tegen de Pool Bartel overtuigend. Op zijn eindscore van 5 uit 6 valt niets aan te merken.

Giri – Bartel Rhodos, Europa Cup

1. Pf3 d5 2. d4 a6 3. Lg5 c6 4. e3 Db6 5. Ld3!

Omdat zwart veel tijd gaat verliezen, is het pionoffer geheel correct.

5. Ld3 Dxb2 6. Pbd2 Da3 7. 0-0 Lg4 8. Db1 b5 9. c4! Lxf3

Gedwongen. Na 9 … dxc4 10. Pxc4 verliest zwart onmiddellijk.

10. Pxf3 dxc4 11. Lxc4 e6

Niet 11 … bxc4 12. Db7 en wint.

12. e4 Le7 13. Lc1 Da5 14. d5

Deze energieke zet leidt snel tot succes, maar 14. a4 komt meer in aanmerking.

14 … exd5?

Veel sterker is 14 … cxd5, waarna 15. exd5? bxc4 16. Db7 wordt weerlegd door 16 … Dxd5. Met 15. Lb3 behoudt wit compensatie voor de geofferde pionnen.

19. Lxf7! Pe5

Of 19 … Kxf7 20. De6+ Kf8 (na 20 … Kg6 21. Ph4+ is het mat in drie zetten) 21. Dxd6+ Kg8 22. De6+ Kf8 23. Lf4 met mataanval.

20. Txe5 Lxe5 21. Lb3 Te8 22. Le3 b4 23. Lf4

Zwart geeft op. Na 23 … g6 volgt 24. Pxe5! gxf5 25. Lh6+ Ke7 26.Pxc6+ en wint.

Nationaal kampioen En Passant uit Spakenburg vierde na afloop een feestje. Niet zo zeer vanwege de 22ste plaats in het eindklassement maar wel vanwege het grootmeesterresultaat van de 50-jarige Manuel Bosboom. De creatiefste van alle Nederlandse schakers deed het op zijn eigen onnavolgbare wijze. Hij verloor in de eerste ronde van een kneus, maar haalde daarna 5 uit 6 tegen sterke tegenstanders. In de met 4-2 verloren wedstrijd tegen Rostov zorgde Bosboom tegen een Wit-Russische grootmeester voor de enige winstpartij van En Passant:

Bosboom – Azarov na de 31ste zet van zwart. Het is moeilijk te geloven dat wit de partij binnen enkele zetten zal beslissen langs de open d-lijn, die zwart op dit moment overduidelijk controleert:

32. Pf3! Ta2 33. Lc6! Tc7 34. Td1!

Inleiding tot een invasie.

34 … Df8 35. Tcd3 Tc8 36. Td7 Pe7 37. Le4 h6 38. Txa7 Txa4 39. Tdd7 Te8 40. Lc6 Ta3 41. Txe7! Txe7 42. Ta8 Dxa8 43. Lxa8 Zwart gaf op bij de 51ste zet.

Hans Böhm

Cathy van der Mije, 1940-2013

Damesgrootmeester Cathy van der Mije-Nicolau overleed deze maand. Zij was voor het Nederlandse vrouwenschaak een lichtend voorbeeld van professionalisme. In haar geboorteland Roemenië was zij kampioene in 1960, 1961, 1963, 1964, 1965 en 1973, een indrukwekkende prestatie in dat sterke schaakland. Na het Hoogovenstoernooi 1974, toen dictator Nicolae Ceausescu aan de macht kwam, bleef zij in Nederland. Zij behoorde in de zeventiger jaren tot de absolute wereldtop. In die periode werd ze niet alleen kampioene van Nederland (in 1974, 1976, 1977, 1978 en 1979) maar zorgde zij voor een stevige impuls van ons vriendschappelijke vrouwenschaak.

A. van der Mije-N. Caprindashvili, na 17.Tf-d1

Nona Caprindashvili uit Georgië was wereldkampioene van 1962-1978. Deze partij werd gespeeld in haar toptijd: Belgrado 1966, maar Cathy speelt haar volkomen weg. Wit heeft met de laatste zet geanticipeerd op de komende grootscheepse ruil:

17…Lxb6 18.Pxb6 Pxb6 19.Dxb6 Da7 20.Lxf7+! Kxf7 21.Tf3+

en zwart geeft op, na 21…Kg8 22.Txf8+ Kxf8 23.Dd8+ Kf7 24.Dc7+ staan de zwarte stukken er zinloos bij.

De Kroongroep van het 17e UNIVE-toernooi werd gewonnen door de Filippijn Wesley So, met de uitstekende score van 4,5 uit 6. Ook Robin van Kampen was tevreden met zijn gedeelde tweede plaats, met 3 punten, evenals een ontevreden Michael Adams (Eng). Loek van Wely was erg uit vorm, slechts 1,5 punt; hopelijk blijkt Heerenveen een uitzonderlijke dip en hervindt hij zijn goede vorm snel (komende WK voor landenteams in Antalya, Turkije, 24 november – 6 december).

In het sterk bezette Open toernooi zag het er even naar uit dat Erwin l’Ami zijn vierde toernooioverwinning in successie zou boeken. Door zijn winst op Sipke Ernst in de laatste ronde kwam hij op de fraaie score van 7/9. Op dat moment stond het zo bij de partij die bepalend was voor alle podiumplaatsen:

S. Haslinger–M. Rodhstein, na 28.g4!

De Israëliër Maxim Rodhstein stond het hele toernooi aan kop maar in de heksenketel van een slotronde weet je het maar nooit. De Engelse grootmeester Stewart Haslinger had een kansrijke stelling bereikt, die hij met zijn laatste zet accelereert. Wit dreigt 29.g5 en 28…Kg8 29.Dg6 helpt niet. Beide spelers zaten hier in tijdnood. Er gaat zich een drama afspelen.

28…g5! 29.fxg6+ e.p. Dxg6 30.Dxe5 Td-e8 31.Dxc5 Lxe4 32.Dxd4 Lxc2 33.Txe8 Txe8 34.Tf3 f5!

Zwart heeft van de nood een deugd gemaakt, onder opoffering van een pion zijn al zijn stukken actief. Op mijn huiscomputer gingen de spelers soms door hun tijd heen, 0,00, maar in werkelijkheid bleven er kennelijk nog net een paar seconden over. Per zet kregen ze er 30 seconden bij.

35.Dd7+ Kh8 36.Dd4+ Kh7 37.h3 Dg5 38.Ld3 Te1+ 39.Tf1?

Begrijpelijk, wit wil zich niet laten verrassen. 39.Kg2 Dd2+ 40.Df2 leidt tot een gewonnen eindspel. Nu krijgt zwart de kans om met 39…Txf1+ 40.Lxf1 Dg7 41.Dxg7+ Kxg7 op het nippertje remise te bereiken. Maar de zenuwen zijn de baas, niet het hoofd.

39…Dh4? 40.Dd7+ Te7

Het maakt niet meer uit: 39…Kh8 40.Dc8+ Kg7 41.Dc3+ Kf8 42.Lxc2 wint ook simpel.

41.Lxf5+?

Haslinger weet niet of hij de 40 zetten heeft gehaald (als je minder dan 5 minuten hebt hoef je niet meer te noteren) en dus doet hij er nog maar snel eentje, om zeker te zijn. Met 41.Dxf5+ is het mat op de volgende zet! Nu staat wit alleen maar gewonnen.

41…Lxf5 42.Dxf5+ Kg7 43.Df8+ Kh7 44.Df5+ Kg7 45.Df3 Td7 46.Df8+ Kh7 47.Df5+ Kh8 48.Df6+ Dxf6 49.Txf6 Kg7 50.Tf5 Td1+ 51.Kf2 Td2+ 52.Ke1?

Onbegrijpelijk. Waarom niet gewoon 52.Kg3 en wit kan kiezen naar welk eindspel hij wil overgaan.

52…Txb2 53.Txa5 Ta2 54.h4

Omdat na 54.Kd1 Ta3 wit toch de pion moet opspelen. Subtieler zou 54.Kf1 zijn omdat na 54…Th2 55.Th5 Ta2 56.a5 alles weer onder controle is en de koning via b1 winnend ingrijpt. Inmiddels heeft zwart zowaar overlevingskansen, ondanks twee pionnen achter.

54…Tg2 55.g5 h5 56.Ta7+ Kg6 57.Ta6+ Kg7 58.Th6 Ta2 59.Txh5 Txa4 60.Kf2?

Weer de laatste zet van de tijdcontrole. De enige winstpoging was 60.Th6 waarna zwart in een theoretische remisestelling terecht kan komen met 60…Ta2! Bijvoorbeeld 61.Tb6 Th2 62.Tb4 Kg6 en wit kan opmerkelijk genoeg niet verder komen.

60…Ta6! 61.Ke3 Td6 62.Ke4 Ta6

en remise omdat de witte toren opgesloten blijft!

Daarmee werd de eindstand aan kop:

1.Rodhstein 7,5 2.l’Ami, Moskalenko (Spa) 7 4.Goudriaan, Van Kooten, Haslinger 6,5

Felicitaties voor Etienne Goudriaan die zijn Meestertitel behaalde.

Bab Wilders

Onder nog nooit helemaal opgehelderde omstandigheden stierf in 1946 de geniale Aljechin, de wereldkampioen schaken. De schaakwereld, gewend aan de tweekampen tussen kampioen en uitdager, zag zich geplaatst voor de vraag: Hoe nu verder? De oplossing: 5 spelers, onbetwistbaar de wereldtop, streden in 1948 om de titel, de eerste 10 rondes in Den Haag en daarna 15 in Moskou. De deelnemers: ex-wereldkampioen Euwe, Reshevky (USA) en drie Russen: Botwinnik, Smyslov en Keres.

Over het bovenstaande zijn twee prachtige boeken verschenen bij Russell Enterprises Inc., beiden zeer de moeite waard voor de liefhebbers van partijen naspelen en van de schaakhistorie. In My best games of Chess 1908-1937 (978-1-936490-65-3) becommentarieert Aljechin zelf zijn prestaties, een gemoderniseerde samenvoeging van twee boeken die driekwart eeuw eerder verschenen. Meer dan 200 partijen en met de 50 partijen uit The Hague-Moscow 1948, ook al een herdruk, van de beroemde klassieker van Max Euwe uit 1948, betekent het dat Hanon W. Russell de schaakwereld aan zich heeft verplicht door dit alles aan de vergetelheid te ontrukken. Euwe maakte met zijn fraaie boek (978-1-936490-69-1) zijn optreden in het toernooi, een laatste plaats, een beetje goed. Winnaar van deze titanenstrijd werd Botwinnik, die deze titel nog lang zou dragen al moest hij hem tussentijds tijdelijk afstaan aan Tal en Smyslov.

Pas in 1963 verloor hij de titel definitief aan Petrosian. Van de 5 deelnemers werd Smyslov dus later nog wereldkampioen, volgens het verhaal mocht Keres het van Stalinvriend Botwinnik niet worden en voormalig wonderkind Reshevsky had zich met allerlei universitaire studies beziggehouden, eigenlijk zonde want wat je daarmee kunt worden daarvan zijn er zat maar er is maar 1 wereldkampioen schaken… Nogmaals, prachtig uitgegeven en wie zich wil oriënteren op de boeken van deze uitgever kan naar www.russell-enterprises.com.

Eén van de beroemdste partijen uit het boek van Aljechin is de 6e partij van de revanchematch van 1937 waarin hij al op de 6e zet een stukoffer brengt waarbij het Euwe niet lukt de nodige varianten te vinden, wellicht een beslissend moment in deze door Euwe verloren strijd. Aljechin–Euwe: 1.d4 d5 2.c4 c6 3. Pc3 dxc 4.e4 e5 5. Lxc4 exd4 6. Pf3 of de professor van zijn stoel gevallen is weet ik niet maar hij durfde in ieder geval het offer niet aan te nemen en speelde 6..b5? (Later liet Aljechin zien dat de juiste oplossing was geweest 6..dxc3 7. Lxf7+ Ke7 8. Db3 cxb2! 9.Lxb2 Db6 10. Lxg8 Txg8 11. Dxg8 Db4+ 12. Pd2 Dxb2) Nu de partij verder: 7. Pxb5! Dit moet Euwe in ieder geval overzien hebben. 7..La6 (..cxb? 8. Ld5) 8. Db3 De7 (..Lxb5 9. Lxf7+ Kd7 10. Pxd4) 9. 0-0 Lxb5 10. Lxb5 Pf6 (..cxb? 11. Dd5) 11. Lc4 Pbd7 12. Pxd4 Tb8 13. Dc2 Dc5 (Wit staat gewonnen maar moet wel alert blijven bv Pxc6? Tc8) 14. Pf5 Pe5 15. Lf4 Ph5 16. Lxf7+ de meest simpele oplossing Kxf7 17. Dxc5 Lxc5 18. Lxe5 Tb5 19. Ld6 dreigt a4 Lb6 20. b4 Td8 21. Tad1 c5 22.bxc Lxc5 23. Td5 1-0.

Probleem 2449: een 2-zet van Kele:

Oplossing 2447: 1. Dc5!

Johan Hut

Kunststukje van Menno Okkes

Voor de Nederlandse schaakfans was in het Univé-toernooi in Hoogeveen het mooiste resultaat de prestatie van Robin van Kampen in de kroongroep. Hij was voorbestemd om de kop-van-jut te worden, maar scoorde rustig vijftig procent. Daarmee werd hij in de vierkamp samen met Michael Adams tweede achter Wesley So. De nummer twee van Nederland, Loek van Wely, liet hij achter zich. Van Kampen is zelf nummer zeven van Nederland en naderde met dit resultaat de nummer zes (Jan Smeets) op twee Elo-punten. De achttienjarige Bussumer gaat nog minstens tot en met de zomer schaken als beroep en beslist dan of hij alsnog voor een universitaire studie kiest. In de Nederlandse top lijkt hij nog wel wat te kunnen stijgen. Voor de grote toekomstvraag (profschaker of studeren?) is van belang of hij komende maanden de top honderd van de wereld bereikt.

In de open groep, sterk bezet als altijd, greep Erwin l’Ami net naast zijn vierde grote toernooiwinst van dit jaar. Samen met Viktor Moskalenko (Spanje) werd hij tweede achter Maxim Rodshtein (Israël). Met 7 uit 9 scoorde L’Ami niet slecht, maar vooral remises tegen Menno Okkes en Demre Kerigan hielden hem van de hoofdprijs af.

Een opvallende prestatie was er voor Etienne Goudriaan. Een halfje achter L’Ami werd hij gedeeld vierde. Goudriaan speelde remise tegen de grootmeesters Stewart Haslinger, Felix Levin en Viktor Moskalenko en mag zich vanaf nu internationaal meester noemen.

L’Ami speelde zoals gezegd remise tegen Menno Okkes. Dat kan een keer gebeuren. De veteraan (53) speelt al sinds mensenheugenis in de Meesterklasse van de KNSB-competitie en hangt ook al heel lang tegen de meestertitel aan. Hij is voor niemand bang en won in Hoogeveen een geweldige partij van de Duitse meester Dennis Wagner.

Wagner-Okkes

1.c4 c5 2.Pf3 Pf6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 e6 5.Pc3 a6 6.a3 Dc7 7.e4 b6 8.Le2 Lb7 9.f3

Wit perkt hiermee de kracht van de zwarte loper in. Toch zal juist die loper straks een heldenrol gaan spelen.

9…d6 10.Le3 Le7 11.0-0 0-0 12.Dd2 Pbd7 13.Tac1 Tac8 14.Kh1 Db8 15.Tfd1 Tfe8 16.Lg1 Ld8 17.Tc2 Pe5 18.b3 Lc7 19.Lf1 Da8 20.b4 h5 21.Df2 Pg6 22.Pb3 h4

Eindelijk steekt iemand in het loopgravengevecht de middellijn over.

23.Pa4 h3 24.Pxb6

24…Pxe4

Een stukoffer, dat wit aanneemt. Na 25.Pxa8 Pxf2+ 26.Lxf2 hxg2+ 27.Lxg2 Lxa8 is er in elk geval geen wit voordeel aan te wijzen.

25.fxe4 Lxb6 26.Dxb6 Lxe4 27.Tdd2

Wit wil Lxc2 wel toelaten, dan heeft hij twee stukken voor de toren. Maar de loper op e4 houdt voor de rest van de partij wit in een wurgende penning.

27…Ph4 28.Dd4 e5 29.Dc3 hxg2+ 30.Lxg2 Pxg2 31.Txg2 Te6 32.c5 Tg6 33.Db2 Dd5

Nodig, omdat wit het zwarte geweld met c6 enigszins zou kunnen onderbreken.

34.Pa5 dxc5 35.bxc5

35…Te8

Sneller was 35…Td8 met de dreiging 36…Txg2 37.Txg2 Dd2. Na wat zwart speelt blijft hij evengoed gewonnen staan.

36.h3 Dd8 37.Pc4 Dh4 38.Dc3 Tg3

Die klap had wit nog even kunnen uitstellen, maar zou uiteindelijk altijd een keer komen.

39.Pe3 Txh3+ 40.Lh2 Txh2+

Wit geeft het op.

Rini Kuijf

Voor beginners A6240

Zwart aan zet, wat is sterk?

Voor gevorderden B6240

Wit aan zet wint in de aanval met?

Henk Prins

De term ‘pat’ komt in de eindspelstudie vrij regelmatig voor. Het heeft vaak iets onverwachts, iets verrassend. Vaak lijkt het bij patcombinaties ook de omgedraaide wereld. De partij die graag remise wil, is bezig zo snel mogelijk afstand te doen van zijn stukken. Dit lijkt geen schaken maar weggevertje spelen.

Kijk bijvoorbeeld naar de studie van H. Rinck uit 1917.

Wit speelt en maakt remise. Wit bereikt het pat door al zijn stukken weg te geven. 1. Pf4+! Dxf4 2. Lg6+! Kxg6 3. h5+ en of zwart nu neemt of niet, het is altijd pat.

Ook de tweede eindspelstudie is interessant.

L.I. Kubbel componeerde de remiseopdracht. Oplossing is 1. d7! Te7+ 2. Kh6 Txd7 3. e4+! Van dit mooie pionzetje moet wit het hebben. Op 3. …Kxe4 of 3. …Ke6 komt 4. Pc5+ en er blijft remisestelling over. Op 3. …Kg4 4. Pe5+!! fxe5 is het verrassend pat. De twee patproblemen waren een opstapje naar het derde probleem. De componisten Hlinka en Kekely ontwierpen een meesterwerk en behaalden met deze patcombinatie een eerste prijs in de eindspelstudies 2009/10 van het Probleemblad.

Opgave: remise, zwart aan zet. Speel de oplossing na op het schaakbord en word verrast door de fraaie slotstand.

Oplossing is 1. …c1D+ 2. Ka4 Da1+ 3. Ta3 Ta5+ 4. Kxa5 Dxa3+ 5. Pa4 Kxb7 6. c6+ Kc7 7. Pxa6+ (niet goed is hier 7. h8D enz.) 7. …Kxc6 8. h8D Txh8 9. d8P+ Txd8 10. a8D+ Txa8 en de witte koning staat pat. De paarden die wit heeft, staan beide in penning. Een bijzonder probleem met mooie promoties en een heel mooie slotstelling.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.