Birnov

Deze stelling, een eindspelstudie uit 1947 van Birnov, heb ik de afgelopen maand in een aantal trainingen getoond, zondag voor het laatst bij de 2* en 3* groep van de KNSB training. Een mooie maar ook nogal diepe eindspelstudie die uitstekend dienst kan doen als rekenoefening. Wit aan zet wint, is de opdracht.

De aanpak: de deelnemers zetten de stelling op het bord en maken aantekeningen (schrijven varianten op). Ze mogen – tenzij het echt niet gaat – niet aan de stukken zitten. Vooruitdenken is dus noodzakelijk. Het opschrijven van de varianten is verplicht en bovendien nuttig, want dit voorkomt dat anderen de oplossing horen en het oefent het gestructureerd vooruitdenken. De trainer loopt rond, controleert opgeschreven varianten en geeft suggesties zoals “Een aardige variant, maar wat doe je na Lg5?”. Een alternatief, dat ik bij de stertraining koos, was dat de deelnemers eerst vijf minuten in stilte rekenden, en daarna samen op zoek naar de oplossing gingen.

Voor deelnemers die snel klaar zijn is een reservestelling handig, maar dat is bij deze studie niet echt te verwachten. Sommigen komen snel met de variant 1.Kb5 c1D 2.Tg7+ gevolgd door a8D+, 1-0, maar zien daarbij een belangrijke zet van zwart over het hoofd: 2…Le7! Dat is nu juist een van de belangrijke aspecten bij rekenen: zorgvuldigheid, ofwel: zorgvuldig alle kandidaatzetten langslopen. Als trainer zeg ik dan niet: “je hebt 2…Le7 gemist”, maar alleen: dat is niet goed, je hebt een verdediging van zwart gemist.

In hoeverre kun je verwachten dat deze studie ook echt wordt opgelost? Zonder hulp lukt het bij een groep met rating onder de 2000 vrijwel niemand. Maar met af en toe een zetje in de goede richting (“je zit op het goede pad”) lukt het vaak aardig. Bovendien zitten er – ondanks het weinige aantal stukken – veel interessante en mooie tactische wendingen in.

Om de lezer zelf te laten puzzelen geef ik de oplossing niet. Plaats gerust je vermoedens in de commentaren.

Pascal Losekoot is schaaktrainer-coach, sinds 2009 als zelfstandig ondernemer (schaaktraining.nl). Hij geeft privétraining en geeft les op verenigingen en voor de KNSB en SGS. Daarnaast is hij actief als vakdocent schaken op een Leonardoschool en als docent voor de cursus Schaaktrainer(-coach) 1 van de KNSB

7 Reacties

  1. Avatar
    Avdg 26 november 2013

    Of de stelling is niet goed, of je variant heeft op zet 1 een onmogelijke zwartzet omdat de koning daar al staat.

    Echter als ik uitga van de variant die je geeft lijkt me de oplossing niet zo moeilijk.

    1 Kb5 Kc7

    2 Tg7+ Le7

    3 Txe7 Kd8

    4 a8D+ Kxe7

    5 De4+

    Met pionwinst en de rest is simpel uittikken.

  2. Avatar
    René Olthof 26 november 2013

    De stelling is OK, de variant van PL klopt niet. Op 1.Kb5 volgt 1…c1D en op 2.Tg7+ Le7! 3.Txe7+ Kd8 met remise.

  3. Avatar
    pascallosekoot 26 november 2013

    Precies, René, foutje van mij, met de verbetering van Dimitri klopt het nu allemaal.

  4. Avatar
    Wiebe Cnossen 27 november 2013

    Ik zie het nog niet helemaal, maar het begin van de variant 1.Tg7+ Kb6 2.a8P+ is hoopgevend: 2…Kc6 3.Tc7# en ook na 2…Ka5 3.Tg1 dreigt er mat. En na 2…Ka6 3.Pc7+ Ka5 4.Tg1 gaat in elk geval Lg5 niet meer. En 4…d5+ 5.Pxd5 dreigt ook weer mat. Zit ik al een beetje op het goede pad?

  5. Avatar
    René Olthof 28 november 2013

    Een beetje wel. Hoezo gaat 4…Lg5 eigenlijk niet meer na 4.Tg1, Wiebe?

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.