Schaakrubrieken weekend 23 november 2013

Schaaksite.nl is een site voor iedere geïnteresseerde in het schaken. Daarom mag aandacht voor de schaakrubrieken in de landelijke bladen niet ontbreken. Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het verschijnen van de veelal zaterdagse schaakrubrieken.

Hans Ree Gert Ligterink Hans Böhm Bab Wilders Johan Hut Rini Kuijf Henk Prins

Hans Ree

Het laatste offensief van Vishy Anand

Hoe gaat het met Anand, vroeg ik donderdag op straat aan een medeschaker van wie ik dacht dat hij wel een slim telefoontje bij zich had. Zelf beschouw ik die dingen als een vorm van elektronisch huisarrest, maar op dat moment had ik er toch graag een bij me gehad om de partij te zien.

„Ik durf niet te kijken”, zei hij. „Ik heb medelijden met Anand, die ik als een soort generatiegenoot beschouw.” Hij is meer dan twintig jaar ouder dan die zogenaamde generatiegenoot, net als ik, maar ik kon goed navoelen wat hij bedoelde. Niet voor niets was mijn vraag geweest hoe het met Anand ging, en niet hoe het met Magnus Carlsen ging.

Toen ik thuis kwam, had Anand al verloren. Hij stond drie punten achter, met nog drie partijen te spelen. Het was afgelopen, al kwam er vrijdag nog een partij.

Anand was zijn belofte dat hij agressief zou spelen nagekomen. Die negende partij van donderdag werd een wilde strijd, ook dankzij Carlsen, die Anand alle gelegenheid gaf tot een formidabele koningsaanval. Menigeen had in Carlsens plaats solide gespeeld om zijn voorsprong te consolideren, maar hij deed het omgekeerde. Hij speelde steeds zo scherp mogelijk en zo kwam er een wedloop tussen Anands koningsaanval en zijn eigen spel op de damevleugel.

Ze kwamen vrijwel gelijk aan. Carlsen haalde een nieuwe dame, net op tijd om een dreigend mat te verhinderen. Toen maakte Anand met zijn laatste zet een verschrikkelijke fout. Hij moet gedacht hebben dat hij Carlsen te pakken had; een goed moment om even op je handen te zitten, maar dat deed hij niet. Zonder die fout was het waarschijnlijk remise geworden. Anand zou er de match niet mee gered hebben, maar het zou wel een waardig besluit zijn geweest van een opwindende partij.

Vishy Anand – Magnus Carlsen, negende partij

1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pc3 Lb4 4. f3

Agressief

4…d5 5. a3 Lxc3+ 6. bxc3 c5 7. cxd5 exd5

Ook Carlsen speelt scherp. 7…Pxd5 is veiliger.

8. e3 c4

Carlsen laat het centrum en de koningsvleugel geheel aan Anand over, met het gevaar dat hij mat gaat.

9. Pe2 Pc6 10. g4 0-0 11. Lg2 Pa5 12. 0-0 Pb3 13. Ta2 b5 14. Pg3 a5 15. g5 Pe8 16. e4 Pxc1 17. Dxc1 Ta6 18. e5 Ook Anand speelt slechts aan één kant van het bord. Kasparovs aanbeveling 18. Tb2 is flexibeler.

18…Pc7 19. f4 b4 20. axb4 Hij wil zwarts verdediger Ta6 elimineren, maar direct 20. f5 was waarschijnlijk beter.

20…axb4 21. Txa6 Pxa6 22. f5 b3 23. Df4

Over deze zet dacht Anand veertig minuten na.

23…Pc7 24. f6 g6 25. Dh4 Pe8 Niet 25…Kh8 26. Dh6 Tg8 wegens 27. Tf4 gevolgd door 28. Dxh7+ en mat.

26. Dh6

Hij speelt rechtstreeks op mat. Met 26. Pe2 en eventueel 27. Pf4 had hij het zwart moeilijker gemaakt.

26…b2 27. Tf4 b1D+

Hier had Anand lang van tevoren de volgende variant uitgerekend: 28. Lf1 Dd1 29. Th4 Dh5 30. Pxh5 gxh5 31. Txh5 Lf5 met ongeveer gelijk spel, omdat zwart na 32. g6 Lxg6 33. Tg5 (bedoeling h2-h4-h5) zijn stuk met 33…Pxf6 moet teruggeven.

28. Pf1

Een impulsieve zet. Na 28…Dd1 29. Th4 Dh5 30. Txh5 gxh5 heeft hij 31. Pe3 Le6 32. Lxd5 met winst.

28…De1

Maar dit is een koude douche. Wit heeft niets meer, want na 29. Th4 komt 29…Dxh4. Wit gaf op.

Gert Ligterink

Gewapende vrede

Drie teams konden op de slotdag van het EK in Warschau kampioen worden. Frankrijk, dat acht ronden lang geweldig had gespeeld, had het lot in eigen hand. Mocht het Rusland verslaan, dan was de eindzege zeker. Een gelijkspel zou volstaan als de onderlinge wedstrijd tussen de andere tweetitelpretendenten Azerbeidzjan en Armenië ook in 2-2 mocht eindigen.

Tot veler verdriet lukte de Franse missie niet. In een gelijkopgaand duel wist Vachier Lagrave aan het tweede bord een gunstige stand tegen Svidler niet te verzilveren, terwijl teamgenoot Tkachiev een bord lager in tijdnood ten onder ging tegen Andreikin. Acht ronden ongeslagen blijven en op de slotdag verliezen, het was een hard gelag.

En zo werd het toernooi beslist in een wedstrijd tussen twee landen, die een gewapende vrede onderhouden. Azerbeidzjan staat al jaren te popelen om als gastheer op te treden van het kandidatentoernooi, maar het land krijgt steeds nul op het rekest, omdat schaken in Bakoe niet bevorderlijk is voor de juiste concentratie van de Armeniër Aronian. Onlangs kreeg Azerbeidzjan wel de organisatie toegewezen van de Olympiade in 2016. Het is lang niet zeker of de buurman dan ook zal komen.

In Warschau eindigde de ontmoeting tussen de aartsrivalen na vier remises onbeslist. Dankzij de nederlaag van Frankrijk had Azerbeidzjan aan dat ene matchpunt genoeg om de titel te vieren. Armenië bleef steken op de gedeelde tweede plaats en eindigde op grond van een inferieure tiebreakscore achter Frankrijk en Rusland buiten de medailles.

Nederland revancheerde zich voor een matige start met een prima optreden in de tweede helft van het toernooi. Het team behaalde grote overwinningen op Slovenië en Bulgarije, het speelde gelijk tegen Tsjechië en het verloor met 2,5-1,5

van Rusland. Met die laatste uitslag valt een enkele keer te leven, maar ditmaal zat de ploeg in zak en as. Een aanzienlijk beter resultaat was mogelijk geweest als Giri en Van Kampen hun prachtstellingen tegen Grisjoek en Morozevitsj naar behoren hadden afgewikkeld.

Afgezien van de misser tegen Grisjoek verdedigde Giri het eerste bord voortreffelijk met een score van 6,5 uit 9. Hij bleef ongeslagen en was geen enkele maal in gevaar. Nog beter was het resultaat van uitblinker Ivan Sokolov, die aan het tweede bord met 6,5 uit 7 het hoogste percentage van alle deelnemers behaalde.

In de wedstrijd tegen Slovenië mocht Sokolov zich uitleven in de koningsaanval:

Sokolov – Skoberne Warschau 2013

1. d4 g6 2. e4 d6 3. c4 Pf6 4. Ld3 Lg7 5. Pe2 0-0 6. 0-0 Pc6 7. Pd2 Pd7 8. Pf3 Pb4 9. Lb1 c5 10. d5 b5

Zwart maakt er een soort Wolga-gambiet van. Hij zal de gewenste druk tegen de witte damevleugel krijgen, maar de afwezigheid van een paard op f6 geeft wit aanknopingspunten aan de andere kant van het bord.

11. a3 Pa6 12. cxb5 Pc7 13. Ld3 a6 14. bxa6 Lxa6 15. Lxa6 Txa6 16. Pc3 Da8 17. h4

Een goed idee. Omdat 17 … Pf6 te traag is en 17 … h5 te verzwakkend, moet zwart h4-h5 toelaten.

17 … Tb8 18. h5 Pb5 19. Pe2

Op weg naar het front op de koningsvleugel.

19 … Ta4 20. Pg3 c4

In aanmerking komt ook 20 … Pd4 21. Pxd4 Lxd4 22. Ta2 Lf6, waarna wits aanval niet zo gemakkelijk verder gaat.

21. Ta2 Pc5

22. Le3

Nauwkeuriger is onmiddellijk 22. hxg6 hxg6 23. Pg5, waarna 23 …c3 kan worden beantwoord met 24.Pf5! (24 … gxf5 25. Dh5 f6 26. Df7+Kh8 27. g4! met de dreiging 28.Kg2).

22 … Pd3

Na 22 … c3! krijgt zwart goed tegenspel. Na de tekstzet loopt deaanval gesmeerd.

23. hxg6 hxg6 24. Pg5 Tb7 25. Dg4 Pc7 26. f4 Pe8

De laatste kans op verdediging was 26 … f6 27. Pe6 Pxe6 28. Dxe6+ Kf8 29. e5 De8!.

27. f5 Pf6 28. Dh3 Pe5 29. fxg6 Pxg6

30. Txf6! exf6 31. Dh7+ Kf8 32. Pf5Lh8 33. Pxf7! Txf7 34. Lh6+ Ke8 35. Dxg6

Nu heeft zwart geen verdediging tegen de dreiging 26. Dg8+. Hij gaf op.

Hans Böhm

Magnus Carlsen wereldkampioen

Een beetje gewaagde titel want de tweekamp om de wereldtitel tussen regerend kampioen Viswanathan Anand (Ind) en uitdager Magnus Carlsen is nog niet afgelopen. Op het moment van schrijven zijn acht van de twaalf partijen gespeeld en de tussenstand is 5-3 voor Carlsen. Maar het is niet alleen die grote voorsprong die dat voorschot op de afloop mogelijk maakt. Het is vooral de manier waarop de partijen zich ontwikkelen. De eerste twee korte remises stonden voor warmdraaien. Carlsen gaf aan in de beginfase van de match een beetje last te hebben van zenuwen. Plankenkoorts, dat is te begrijpen op dat hoge podium. Dat was dus het moment bij uitstek voor de ervaren Anand, die al vijf keer de hectiek rond een WK heeft meegemaakt, om gelijk met volle kracht te starten. Dat leek de juiste matchstrategie, maar het Anand-team opereerde voorzichtig, aarzelend. Zij waren kennelijk ook tevreden met het uitstellen van de strijd. Eenmaal warmgedraaid, blijkt Carlsen gewoonweg beter. Staat hij onder druk dan weet hij zich daar onderuit te wurmen. Staat het gelijk dan weet Carlsen op de een of andere manier een klein stellingsvoordeel te behalen. En in de gevallen waarin Carlsen een voordeel heeft, ook al is het nog ruim binnen de remisemarge, dan vindt hij manieren om dat voordeeltje uit te bouwen tot iets wezenlijks. Dus alleen een extreme wijziging in de natuurlijke loop der dingen, kan Carlsen van de titel afhouden.

M. Carlsen – V. Anand, na 37.Txd3

Een stelling uit de derde partij waarin Carlsen vanuit de opening onder lichte druk kwam te staan. Nog steeds kan zwart een kleine winstpoging wagen met 37…Ld4 38.De2 Tf8 39.Tf3 Dc5 40.Txf8 Dxf8 41.Df3 Dxf3 en de pluspion is er nog. Maar Anand pakt het te voorzichtig aan:

37…Td8 38.Txd8 Lxd8 39.Ld3

Plotseling is g6 een aanvalsobject en kan de witte dame binnenvallen via b7.

39…De5 40.Lxb5 Df6 41.Db7+ Le7

Hier bood Anand remise aan maar dat werd geweigerd. Dat slaat schaaktechnisch gesproken nergens op maar geeft wel goed weer wat de intenties van Carlsen zijn.

42.Kg2 g5 43.hxg5 Dxg5 44.Lc4 h4 45.Dc7 hxg3 46.Dxg3

en remise.

M. Carlsen – V. Anand, na 45.Lb1-h7

In de vijfde partij stond Anand vanuit de opening onder lichte druk en tot hier vond hij het juiste tegenspel. Zwart kan met 45…Ta1 regelrecht op de remise afkoersen: de e-pion blijft onder controle en de zwarte damevleugelpionnen bieden volwaardig tegenspel. Maar Anand aarzelt en dan krijgt hij geen kans meer:

45…Tc1+? 46.Kb2 Tg1 47.Lg8+ Kc6 48.Lxb3 axb3 49.Kxb3 Txg2 50.Txh4 Ke6 51.a4 Kxe5

Wellicht had Anand dit eindspel met twee randpionnen verkeerd ingeschat: het is volkomen verloren omdat de zwarte toren niet meedoet.

52.a5 Kd6 53.Th7 Kd5

Ook 53…Kc6 54.a6 Tg8 55.a7 Kb6 56.h4 verliest.

54.a6 c4+ 55.Kc3 Ta2 56.a7 Kc5 57.h4

en zwart gaf op.

V. Anand – M. Carlsen, na 48.Kg3-h4

In de zesde partij verdedigde Anand zich met wit (!) vanaf het vroege middenspel actief. Ook al heeft zwart twee pluspionnen, zijn structuur is krachteloos.

48…Te6 49.Txb5 Te4+ 50.Kh3 Kg5 51.Tb8 h4 52.Tg8+ Kh5 53.Tf8 Tf4 54.Tc8 Tg4 55.Tf8 Tg3+ 56.Kh2 Kg5 57.Tg8+

Niet de beste, want nu kan zwart zijn plan onder betere voorwaarden uitvoeren. Waarom niet 57.Tc8 Tg4 58.Kh3 en zwart moet wat anders verzinnen.

57…Kf4! 58.Tc8 Ke3 59.Txc4 f4 60.Ta4?

Opmerkelijk genoeg vormen na de tekstzet de damevleugelpionnen juist een obstakel voor wit: hij kan geen schaak geven! Met 60.b4 h3 61.gxh3 Tg6 62.Tc7 f3 63.Te7+ Kd3 64.b5 Tg2+ 65.Kh1 Tb2 66.Kg1 houdt wit nog net stand.

60…h3 61.gxh3 Tg6 62.c4 f3 63.Ta3+ Ke2 64.b4 f2

Eindelijk kan de toren schaak gaan geven maar nu is het te laat.

65.Ta2+ Kf3 66.Ta3+ Kf4 67.Ta8 Tg1

Ook 67.Ta1 Te6 68.Ta8 Te1 helpt niet meer, de vrijpionnen zijn geen partij voor de toren. De manier waarop Carlsen zich onder opoffering van drie (!) pionnen kansen wist te scheppen is van uitzonderlijke klasse.

Bab Wilders

Het is vaak moeilijk iets te leren van je eigen fouten, dat geldt ook van schakers die bijvoorbeeld altijd weer in tijdnood komen of zich niet afvragen wat de reactie van de tegenstander zou kunnen zijn op een bepaalde zet, de hier bedoelde persoon komt mij zeer bekend voor. Maar, moet Jonathan Carlstedt gedacht hebben, misschien kunnen we wat leren van de fouten van de grootmeesters als we ons verdiepen in de psychologische factoren die tot deze fouten geleid hebben. En zo kwam tot stand het boek Die grosse Schachschule: Wie sie aus Fehlern der Grossmeister lernen, verschenen bij Humboldt , de uitgever van veel schaakboeken voor de clubspeler maar ook van boeken als Alles über Schach of Schachsammelsurium waarin , zoals de titels al zeggen, men alles kan vinden wat je ooit over het Koninklijke spel zou willen weten.(www.humboldt.de, isbn 978-3-86910-203-0).

Aan de hand van 25 partijen met bekende namen maar ook een aantal van de auteur zelf wordt onderzocht waarom bepaalde fouten of verkeerde plannen tot stand komen, dit alles met de bedoeling dat wij er wat van opsteken en in de praktijk kunnen toepassen, vooral tegen sterkere tegenstanders. De analyses zijn grondig en verhelderend dus al met al een prima leerboek zoals Humboldt er al meer heeft gebracht, zoals u op de site kunt zien.

Een mooie partij is Kramnik –Leko, een partij die bol stond van psychologie: wit moest winnen om de wereldtitel te behouden, Leko had daarbij genoeg aan remise, de laatste partij . Wat moet zwart doen: passief afwachten of is de aanval de beste verdediging, het initiatief, want zoals Cruijff leert: wie de bal niet heeft kan niet scoren.

1.e4 c6 solide verdediging 2.d4 d5 3.e5 Lf5 4.h4 h6 5.g4 het lijkt er op dat Kramnik gelijk alle schepen achter zich verbrandt Ld7 6. Pd2 c5 anders wordt alles te eng 7.dxc e6 8. Pb3 Lxc5 9. Pxc5 Da5+ 10.c3 Dxa5 11. Pf3 Pe7 12. Ld3 Pbc6 13. Le3 Da5 wit is beter ontwikkeld maar het is nog gelijk 14. Dd2 Pg6 15. Ld4 Pxd4 16.cxd Dxd2+ 17. Kxd2 Zwart hoopt door deze afruil de remise dichterbij te brengen maar zijn loper is zwak en nog steeds heeft wit een kleine ontwikkelingsvoorsprong.

17..Pf4 18. Tac1 Wit bezet de enige open lijn h5 19. Thg1 Lc6 20.gxh Pxh5 21.b4

Kramnik heeft een duidelijk plan: een pion op b6

21..a6 22.a4 Kd8 Beter was Ke7

23. Pg5 Le8 Hier vooral psychologie, natuurlijk moest ook hier Ke7 maar dan geef je het tempoverlies toe in een toch al mindere stelling

24.b5 Pf4 25.b6 (Lxa4 kan niet vanwege Pxf7+) Pxd3 26. Kxd3 Tc8 27. Txc8 Kxc8 28. Tc1+ Lc6 29. Pxf7 Txh4 30. Pd6+ Kd8 31. Tg1 dan maar nar deze half open lijn Th3+ 32. Ke2 Ta3 33. Txg7 Txa4 Nog steeds geen materiaalverschil maar wit heeft de beste kansen en Leko ziet zijn wereldtitel in groot gevaar, de druk neemt toe.

34.f4! Txd4 heeft niet veel zin dus 34.. Ta2+ Kf3 35. Kf3 Ta3+ 36. Kg4 Td3 wellicht om f5 te verhinderen maar 37.f5!! Txd4+ 38. Kg5 exf er is niets anders 39. Kf6 Tg4 de enige zet om het mat te verhinderen 40. Tc7 Th4 de 40 gehaald maar 41. Pf7+ en 1-0.

Probleem 2452 is een driezet van Shaw.

En de sleutelzet van probleem 2450 was 1. Tf7!

Johan Hut

Stukken die je beter niet kunt hebben

Kranten in India en Noorwegen schrijven iedere dag een pagina vol over de WK-match tussen Viswanathan Anand en zijn uitdager Magnus Carlsen. De dagelijkse samenvatting op de Indiase televisie trekt 80 miljoen kijkers. Na iedere partij moeten de spelers samen aanzitten aan een persconferentie. De meeste journalisten zijn leken op schaakgebied en vooral geïnteresseerd in het fenomeen wereldtitel. Een Indiër of een Noor als kampioen in een sport die zo lang door Russen werd overheerst, dat is de insteek.

Toen Anand zijn eerste partij had verloren, vroeg een moeilijk formulerende journalist, die als laatste het woord kreeg, aan Anand: “Mister Anand, u staat nu een punt achter, kunt u iets vertellen over of u hier iets aan gaat doen?” Waarop Anand even rechtop ging zitten, met zijn blik duidelijk maakte dat hij de vraag begrepen had en zei: “Ja, in het algemeen kun je wel zeggen dat dat het plan is. Dat ik er iets aan ga doen.” Waarop de perschef tevreden vaststelde dat alle vragen waren beantwoord.

De tweede winstpartij van Carlsen werd in deze krant op de sportpagina becommentarieerd door Wim van der Wijk en dat is geen leek. Hij schreef dat Anand ten onder ging aan ‘schadelijk materiaal’. Een zeer bijzondere schaakterm, voor stukken (in dit geval pionnen) die je beter niet kunt hebben. Iedereen wil stukken van de tegenstander pakken, maar in dit geval zou Anand willen zeggen: “Magnus, wil je mijn b- en c-pion hebben? Alsjeblieft, ik pak ze gewoon van het bord af en gooi ze in het doosje.” Zijn eigen pionnen stonden hem namelijk hinderlijk in de weg. De omgekeerde wereld: Anand verloor doordat hij te veel materiaal had.

Anand-Carlsen

44.h5

Anand, die al een pion achter staat, heeft een tweede pion over voor het verbrokkelen van zwarts pionnenstelling. Met alleen f- en h-pionnen is het namelijk moeilijk winnen in een toreneindspel, veel moeilijker dan met drie op een rij.

44…gxh5 45.Td5 Kg6 46.Kg3 Tb6 47.Tc5 f5 48.Kh4

Dit was Anands idee bij het pionoffer. Hoe moet zwart verder? Zijn koning komt niet verder en zijn toren moet de b-pion verdedigen. Nee, zegt Carlsen over dat laatste, dat hoeft helemaal niet.

48…Te6 49.Txb5 Te4+ 50.Kh3 Kg5 51.Tb8

Hier had wit met 51.b3 Te3+ 52.Kh2 Txc3 53.bxc4 Txc4 de hele damevleugel moeten opruimen, waarna het bijna zeker remise wordt.

51…h4 52.Tg8+ Kh5 53.Tf8 Tf4 54.Tc8 Tg4 55.Tf8 Tg3+ 56.Kh2 Kg5 57.Tg8+ Kf4

Zwart geeft ook zijn tweede pion op de damevleugel. Krijgt wit dan niet twee geweldige vrijpionnen?

58.Tc8 Ke3 59.Txc4 f4

Nu blijkt het geniale zwarte concept. Als wit geen pionnen op de damevleugel had, zou hij hier van opzij schaakjes kunnen geven, bijvoorbeeld over de a-lijn. Zijn pionnen staan hem echter in de weg! Hier had hij volgens Dimitri Reinderman op Schaaksite wel de laatste kans op remise door van bovenaf schaakjes te geven: 60.b4 h3 61.gxh3 Tg6 62.Tc8 f3 63.Te8+ en zwart kan niet winnen.

60.Ta4 h3 61.gxh3 Tg6 62.c4

Nu houdt wit na 62.Ta8 f3 63.Te8+ Kf2 64.b4 Tg2+ 65.Kh1 Tg1+ 66.Kh2 Te1 geen remise, omdat de b-pion na torenruil net een zet te laat aan de overkant komt.

62…f3 63.Ta3+ Ke2 64.b4 f2 65.Ta2+ Kf3 66.Ta3+ Kf4 67.Ta8

Of 67.Ta1 Te6 68.Ta8 Te1 en zwart wint.

67…Tg1

Wit geeft het op.

Rini Kuijf

Voor beginners A6258

Wit aan zet wint met?

Voor gevorderden B6258

Zwart aan zet, wat moet hij spelen?

Henk Prins

In de tweekamp om het wereldkampioenschap tussen heersend wereldkampioen Anand en uitdager Carlsen is de stand na de achtste ronde 3-5, in het voordeel van Carlsen. De vijfde en de zesde partij wist Carlsen te winnen.

In beide partijen werd een remiseachtig toreneindspel door Carlsen tot winst omgebouwd. Een prachtig stukje eindspelkunst werd getoond in de zesde partij:

Anand-Carlsen

38.Dg3

Anand offert hier bewust een pion voor het bereiken van een toreneindspel dat grote remisekansen heeft. Hij zag af van een afwachtende houding met zetten zoals Df4,Dg4 of Kg1.

38…Txe4 39.Dxd6 Txe3

Hier is het niet verstandig om 39. …Dxd6+ 40. Txd6 Txe3 41.Td5 b4 42.cxb4 Tb3 43.b5 Txb2 44. Tc5 te spelen voor zwart. Er blijft dan een bekend drie tegen twee pionnen remise-eindspel over.

40.Dxe7 Txe7 41.Td5 Tb7

Het lijkt erop dat wit niet slecht staat vanwege zijn actieve toren. De zwarte toren is veel minder actief.

42.Td6 f6

Zwart wil graag 43…Te7 spelen, om na wits 44. Td5 zijn pion van b5 te dekken met 44. …Te5.

43.h4 Kf7

Beter is 43. …h5 om deze zet van wit te voorkomen.

44.h5.gxh5 45.Td5 Kg6 46.Kg3 Tb6 47.Tc5

Het is moeilijk te zien hoe zwart verder moet, zijn toren blijft passief door het blijven dekken van de b-pion.

47…f5 48.Kh4 Te6!

Een moedig besluit. Carlsen maakt zijn toren actief ten koste van enkele pionnen.

49.Txb5 Te4+ 50.Kh3

50. Kg3 is nauwkeuriger.

Volgens de computer is deze stelling remise.

51.Tb8

Hier is 51. b3 verliezend: 51. …Te3+ 52. Kh2 Txc3 53. bxc4 Txc4 verliest.

51…h4 52.Tg8+ Kh5 53.Tf8 Tf4 54.Tc8 Tg4 55.Tf8 Tg3+ 56.Kh2 Kg5 57.Tg8+ Kf4!

Hier offert Carlsen zijn tweede pion, die van c4.

58.Tc8 Ke3! 59.Txc4!

Niet 59. Tf8? f4 60.Tf7 h5 61.Tf8 h3 62.gxh3 h4 en zwart wint.

59…f4! 60.Ta4?

Als wit remise wil maken heeft hij schaakjes nodig. In de huidige stelling lukt dat niet via deze zijkant, omdat de b en c pion in de weg staan. Anand had de schaakjes via de bovenkant moeten plannen. Nu direct gaat dit niet: 60.Tc8? Kf2!. De enige zet die wit moet spelen voor remise is daarom de wachtzet 60. b4!

60…h3!

En Carlsen gooit er een derde pion tegen aan. Dit moet hij allemaal hebben berekend bij zijn 48e zet.

61.gxh3 Tg6 62.c4 f3 63.Ta3+ Ke2 64.b4 f2 65.Ta2+ Kf3 66.Ta3+ Kf4 67.Ta8 Tg1 0-1

Een zeer boeiend eindspel.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.