Tata Steel Chess in de pers (1)

Vader Carlsen adviseerde het Tata-comité, Anish Giri wil ook buiten Wijk aan Zee eten, Eelke de Boer begint net zo als Erwin l’Ami en Wim van der Wijk legt aan Zee uit waarom Gelfand zijn kans miste. Hieronder een klein overzicht van wat krantenfragmenten. Met name uit de HDC-Media (Hollandse Dagblad Combinatie), waarvan het Noord-Hollands Dagblad deel uitmaakt. Die krant besteedt traditiegetrouw veel aandacht aan Tata Steel.

Namens het Noord-Hollands Dagblad was Kees van Dalsem bij de opening op vrijdag. Zaterdag deed hij daarvan verslag. Over de uitstapjes naar Amsterdam en Eindhoven citeert hij toernooidirecteur Jeroen van den Berg:

“Wielerwedstrijden als de Tour de France en de Giro d’Italia trekken zelfs over de landsgrenzen. Wij zien het als een stunt waarmee we mensen in Amsterdam en Eindhoven ook met het toernooi kennis kunnen laten maken.”

Vanwege de uitstapjes zijn er twee extra rustdagen. Amsterdam als Eindhoven worden zowel voorafgegaan als gevolgd door een rustdag. Dat blijkt een advies van de vader van Magnus Carlsen. Van den Berg:

“In Noorwegen hadden ze namelijk ook een keer een toernooi met verschillende speelsteden zonder rustdagen georganiseerd en dat was slecht bevallen.”

Een behulpzame vader dus, want zijn zoon is er niet eens bij.

Anish Giri vindt het niet erg om twee keer op stap te gaan:

“Nee, ik vind het juist leuk. Twee weken alleen maar in Wijk aan Zee wordt voor mij op een bepaald moment ook saai. Na een paar dagen heb je elk restaurant wel een keer gehad.”

Zaterdag ging Kees Graafland namens Trouw naar Wijk aan Zee. Hij had het geluk Erwin l’Ami tussen de toeschouwers aan te treffen, die hem best van alles wilde vertellen.

Kijkend naar de A-groep zei L’Ami:

“Anish Giri is tevreden. Dat zie je aan hoe hij rondloopt. Dat is Levon Aronian, de Armeense nummer 2 van de wereld. Hij zal het hier goed doen. En die jongen, dat is Richard Rapport, een Hongaars talent.”

“Sorry, wat zei je? Ik zat even met mijn hoofd bij wat stellingen.”

Graafland vindt het bijzonder dat L’Ami duizenden gespeelde partijen op zijn computer heeft staan en ontelbare uren besteedt aan het bekijken van openingszetten van tegenstanders. Voor het eerst in negen jaar als grootmeester speelt L’Ami zelf niet mee. Daarover:

“Dat is wel even slikken, ja. Het is een van de mooiste toernooien die er zijn. Zeg maar het Wimbledon van het schaken. Elk jaar wist ik waar ik in januari zou spelen. Hier, in Wijk aan Zee.”

Hij vindt de keuze voor Giri en Van Wely logisch en vindt het fijn wel als commentator te zijn gevraagd.

Dan besluit Graafland:

“Een van de amateurs is Eelke de Boer. De tienjarige jongen zet een pion vooruit, drukt op de klok en kijkt zijn tegenstander, een man van middelbare leeftijd, achteloos aan. Daarna neemt hij een slokje uit een geel pakje Wicky. Aan de andere kant van het schaakbord ligt zijn broodtrommeltje. Spongebob prijkt op de deksel. Zo begon L’Ami ooit ook.”

Wim van der Wijk, speler van HSG 1, werkt op de centrale redactie van de HDC-Media en kreeg zijn collega’s van de sportredactie zover dat hij elke dag een paar partijen mag toelichten. Zonder zetten of diagrammen, dat wel. Zijn rubriekje draagt de briljante titel ‘Wim van der Wijk aan Zee’.

Zonder zetten, maar zijn beschrijving is beeldend. Over de gemiste kans van Gelfand tegen Nakamura:

“Waarom zien topgrootmeesters de combinatie niet en de computer wel? Het is in dit geval niet zozeer de rekenkracht waarin de machine de mens overtreft. Het heeft vermoedelijk meer met de focus van de menselijke ogen te maken. Gelfand zal de directe omgeving van de vijandelijke koning grondig hebben onderzocht op zwakke plekken. Die waren er volop. Maar door fixatie op de in het oog springende kwetsbare plekken miste hij waarschijnlijk de springplank naar succes via het afgelegen en ogenschijnlijk onbeduidende veld a3. De computer kent dit soort beperkingen niet, scant koel zonder te zijn afgeleid het volledige bord.”

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.