Twee nederlagen voor Carlsen

Magnus Carlsen verliest zelden partijen. Dat was al zo voor hij wereldkampioen was, en dit jaar helemaal, rapid- en snelschaakpartijen niet meegerekend. Dus toen hij in de vierde ronde van het Gashimov herdenkingstoernooi in Shamkir met zwart verloor van Fabiona Caruana was de opwinding groot. En vervolgens verloor hij in de vijfde ronde opnieuw! Ditmaal met wit van Teimour Radjabov, die toen na de eerste vier partijen remise gespeeld te hebben opeens de leiding overnam, tot grote vreugde van de lokale fans. In de zesde ronde wist Carlsen zich te herstellen door Mamedyarov (die in de vijfde ronde Caruana had verslagen) te verslaan waardoor Radjabov en Carlsen nu de leiding delen.

De Italiaanse Amerikaan Caruana wordt als een van de belangrijkste uitdagers van Carlsen gezien. Hij heeft al eerder bewezen dat hij van de Noor kan winnen en ook dit maal liet hij het zien. Carlsen voelde zich die dag niet zo goed, maar eigenlijk draaide het om 1 zet: met 24…Kc8 gaf zwart een pion weg en daarna hoefde Caruana alleen maar goede zetten te doen om te winnen.

Caruana – Carlsen

1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 Pf6 4. O-O Pxe4 5. d4 Pd6 6. Lxc6 dxc6

7. dxe5 Pf5 8. Dxd8+ Kxd8 9. h3 h6 10. Td1+ Ke8 11. Pc3 Ld7 12. Lf4 Td8

In het Berlijns zijn voor beide partijen veel mogelijke opstellingen en zetvolgordes mogelijk. Deze specifieke stelling is vorig jaar vijf keer tussen 2600+ spelers uitgevochten en leverde zwart 3.5 punten op. Caruana bereikte bijvoorbeeld niets tegen Ponomariov na 13.e6 Lxe6 14.Lxc7 Txd1+ 15.Txd1 Le7, maar had in de tussentijd een verbetering gevonden.

13. Pe4 Le7 14. g4 Ph4 15. Pxh4 Lxh4 16. Kg2 Le6 17. f3

De stelling is prettiger voor wit, vooral omdat het moeilijk is voor zwart om tegenspel te verzinnen, terwijl voor wit het eindspel paard tegen loper met een halve pluspion geen utopie is.

17… b6 18. b3 c5

Carlsen hoopte dat hij een keer een loper op d4 zou kunnen plaatsen, maar dat lukt niet, terwijl wit nu wel veld d5 krijgt.

19. c4 Td7 20. Lg3 Le7 21. Txd7 Lxd7 22. Pc3 Kd8 23. Pd5 Te8 24. Td1

24…Kc8?

Geeft zomaar een pion weg. Carlsen gaf 24… c6 25. Pc7 Tg8 26. e6 fxe6 27. Pxe6+ Kc8 als goed voor wit, maar dat lijkt me wel mee te vallen, de lopers hebben wat ruimte gekregen. Wit kan ook het paard gewoon wegspelen of voor ongelijke lopers gaan en op e7 slaan, steeds met een plusje, maar wel binnen de remisegrenzen.

25. Pxc7! Td8

Want 25… Kxc7 26. e6+ is hopeloos. Wit staat nu een echte pion voor (in plaats van een halve) en de rest is in feite een kwestie van techniek. Caruana doet dat goed in de rest van de partij: stukken op goede posities zetten en de centrale pionnen naar voren.

26. Pd5 Te8 27. Le1 Ld8 28. Lc3 g6 29. Kg3 b5 30. cxb5 Lxb5 31. Pe3 Te6 32. f4 Ta6 33. Td2 h5 34. gxh5 gxh5 35. Pf5 Tg6+ 36. Kh2 Lc6 37. Pd6+ Kb8 38. f5 Tg8 39. f6 Lb6

40. Pc4

De veilige zet, logisch op zet 40. Slaan op f7 wint, maar Caruana krijgt een herkansing.

40… Te8

Na 40… Lc7 41. La5 h4 42. Lxc7+ Kxc7 was Carlsen bang voor 43. e6 fxe6 44. Pe5 maar na 44… Ld5 45. f7 Tf8 46. Tf2 Le4 is dat nog niet zo makkelijk voor wit. Makkelijker wint 43.Pd6 Tf8 44.Tc2 Kb6 45.Tc4.

41. Pd6 Tg8

Nu hij weer ruim de tijd had kon Caruana berekenen dat na slaan op f7 de witte koning geen groot gevaar loopt.

42. Pxf7! c4 43. h4! Tg4

Op 43….Le3 heeft wit 44. Td8+

44. e6!

Afgezien dat de pion dichter bij promoveren staat, maakt het ook veld e5 vrij voor de witte loper, nodig om de eigen koning te beschermen.

44… Le3 45. Le5+ Ka8 46. Td8+ Kb7 47. Lg3 c3

De laatste kans: houdt wit deze pion tegen?

48. Tb8+ Ka6 49. Tc8! Ld5 50. Txc3 Ld4 51. Td3 Te4

Zwart verliest sowieso een stuk, bijvoorbeeld 51… Lxe6 52. Pg5 Lc8 53. f7 Lg7 54. Td8

52. Td2 Txe6 53. Pg5 1-0

Het Koningsindisch is een opening die op hoog niveau toch als licht inferieur wordt gezien, omdat wit gratis een ruimtevoordeel krijgt. Radjabov durft het echter tegen iedereen te spelen, met wisselende resultaten, maar vandaag kreeg hij gelijk. Carlsen bereikte weinig in de opening, ging forceren, offerde een kwaliteit, dacht dat het allemaal kon voor wit totdat hij opeens merkte dat hij gewoon slecht stond. Toen was het te laat en na een geforceerde afwikkeling bleef een verloren eindspel voor hem over.

Carlsen – Radjabov

1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 Lg7 4. e4 d6 5. Pge2

Deze zet scoort in mijn database (een heel klein beetje) beter dan 5.Pf3, voor wat het waard is… Voor Carlsen is het de eerste keer dat hij deze variant speelt, maar dat zegt bij hem weinig.

5… O-O 6. Pg3

e5 7. d5 a5 8. Le2 Pa6 9. h4

Dit is een van de ideeen van Pe2-Pg3, dat wit nu h4-h5 dreigt. Jammer is wel dat na 9…h5 het paard niet geweldig staat.

9… h5 10. Lg5 De8 11. Dd2 Pc5 12. O-O-O

Achteraf gezien had Carlsen liever 12.f3 gedaan om de volgende zet te voorkomen.

12… Pg4 13. Lxg4 Lxg4 14. f3 Ld7 15. Le3 b6 16. Kb1 Kh7 17. Dc2 a4

Zwart wil misschien een keer a3 doen, vooral als aan de andere kant lijnen geopend worden. Ook b5 is een optie, al kan wit dan met Lxc5 zijn pionnenstructuur verpesten. En natuurlijk f7-f5, maar liefst niet met het paard op g3.

Wit heeft drie mogelijkheden om de stelling te openen: b4, f4 en g4. De eerste twee liggen in deze stelling niet zo voor de hand, dus gaat wit voor de laatste en speelt hij zijn paard weg, wat zwart weer de gelegenheid geeft f5 te spelen. Daar had Carlsen iets op bedacht, maar hij had dat toch niet helemaal goed ingeschat.

18. Pge2 f5 19. exf5 gxf5 20. Th3 Kh8 21. f4

Vaak is slaan op f5 en f4 een goed antwoord op zwarts f5 in het Koningsindisch. Slaan op f4 leidt tot zwaktes, en als zwart hier e4 doet, kan wit zijn loper naar d4 spelen, zijn toren naar g5, paard naar g3 en h5 veroveren, terwijl de loper op d7 passief blijft. Maar in deze stelling heeft zwart een derde mogelijkheid die goed voor hem is.

21… Pe4! 22. Pxe4?!

Weer een inschattingsfout.

22… fxe4 23. Tg3 Lg4 24. Txg4!?

Dit was het idee, zonder dit offer staat zwart ook sowieso beter.

24… hxg4 25. f5!

En nog een offer om te zorgen dat de loper op g7 passief blijft.

25… Txf5 26. Pg3 Tf8

27. Dxe4

Liever had wit met het paard geslagen, zodat het naar g5 en eventueel e6 kan, maar 27. Pxe4 Dg6! is goed voor zwart omdat wit zich geen dameruil kan veroorloven en 28. h5 Dxh5 niets oplevert: 29. Pg3 Dh7 30. Th1 Dxh1+ 31. Pxh1 Tf1+ 32. Lc1 Lh6 Wit had slaan op e4 kunnen voorbereiden met 27. h5 maar na 27… Dd7 28. h6 Lf6 29. Pxe4 Df5 is ook goed voor zwart.

27… Dd7 28. a3 b5!

Zwart wil graag nog een open lijn. Als wit het toelaat komt er een toren op b3 en wordt de extra kwaliteit erg relevant, dus wit offert nog maar eens een pion.

29. c5 dxc5 30. h5

Na 30. Lxc5 Tf4 31. Dd3 Tc4 32. Le3 Tf8 zijn de zwarte torens ook erg actief.

30… c4 31. h6

Carlsen was hier nog redelijk optimistisch.

31… Lf6 32. Lc5 Tf7 33. Tf1

33. Ph5 ligt meer voor de hand, om misschien wat op de lange diagonaal te gaan dreigen. Maar zwart doet gewoon 33… Tg8 omdat 34. Pxf6 Txf6 35. Dxe5 Df5+ hem een gewonnen eindspel geeft.

33… Te8 34. Lb4

Misschien had de Noor gerekend op 34. Dg6 maar zwart neemt dan de aanval over: 34… Dxd5! 35. Txf6 Dd1+ 36. Ka2 Db3+ 37. Ka1 c3 38. bxc3 Dxc3+ 39. Kb1 Td8 en zwart is eerder.

34… Lg5 35. Pf5 c6!

Een knappe zet om met weinig tijd te vinden. Het werkt net, maar het moest wel berekend worden.

36. Ld6 Lf4! 37. Pg7 Dxd6! 38. Pxe8 Dxd5 39. Dxd5 cxd5 40. g3

Wint een stuk, en Radjabov moest dus (als hij het dus allemaal berekend had) inschatten hoe het eindspel met toren-pionnen tegen toren-paard zou staan.

40… Kh7 41. gxf4 exf4

Zwart heeft drie pionnen voor het stuk waaronder twee verbonden vrijpionnen, terwijl de witte koning vrij ver weg staat. Dat is genoeg voor winst.

42. Pd6 Tf6 43. Pxb5 f3 44. Pd4 Kxh6 45. Kc2 Kg5

Ook belangrijk is dat de zwarte koning in de buurt is: zonder zijn hulp kunnen de pionnen niet verder.

46. Kd2 f2 47. Pe2

Nu moet zwart g3 doorzetten en zorgen dat de witte koning niet op e3 komt. 47…Kh4 werkt nog niet wegens 48.Th1+, maar er is een zet die dat voorbereidt en de witte koning afhoudt:

47… Tf3 48. Kc2 Kh4 49. Th1+ Th3 50. Tf1 g3 0-1

Belangrijk is ook dat na 51. Pxg3 Kxg3 de f-pion gedekt staat. 51. Kd2 Kg4 Zwart heeft verschillende manieren om het af te maken, b.v. zijn d-pion naar d3 spelen of zijn koning naar g2. De wereldkampioen geloofde het wel.

Op de vrije dag deed Carlsen mee aan het voetbaltoernooi om samen met andere schakers te strijden tegen de journalisten, officials en sponsors. En het schakersteam won! Mede dankzij drie doelpunten van Carlsen, die zich daarvoor vast iets beter voelde voor zijn partij van de volgende dag. En dat werkte: na 21 zetten was de stelling nog vrij onduidelijk, maar een paar fouten van de Azeri en het was snel gedaan.

Mamedyarov – Carlsen

1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pc3 Lb4 4. Dc2 d5 5. Pf3 dxc4 6. Lg5 b5 7. a4 c6 8. g3

Carlsen was al op eigen kracht bezig (en waarschijnlijk zijn tegenstander ook), toch waren er bekende voorgangers, bijvoorbeeld de partij Capablanca-Nimzowitsch uit Bad Kissingen die zo verder ging: 8. Lxf6 gxf6 9. g3 a6 10. Lg2 Ta7 en remise op zet 39

8… Lb7 9. Lg2 Pbd7 10. O-O Db6

Dit soort stellingen met de zwarte pluspion op c4 ontstaan vaak uit het Slavisch. Soms heeft wit chronische compensatie, b.v. doordat de pion op c6 geblokkeerd wordt en de loper op b7 zonder perspectief is, soms is het tijdelijker/dynamischer van aard, zoals hier. c5 gaat een keer komen, maar wit heeft wel een centrummeerderheid.

11. e4

Houdini offert hier nog een pion met 11. Pe5 Pxe5 12. Lxf6 gxf6 13. dxe5 fxe5 14. Tfd1 en vindt dan wit beter staan. Dat is vast beter, want in de partij krijgt wit moeite om compensatie aan te tonen.

11… a6 12. Tfd1 h6 13. Le3 O-O 14. d5 c5 15. a5 Dd8 16. dxe6

Wit heeft geen tijd om d6 en e5 te doen omdat zwart op c3 en e4 pakt.

16… fxe6 17. Ph4 Lxc3!

Om 17… De8 18. e5 Lxg2 19. exf6 Lb7 20. fxg7 te voorkomen.

18. bxc3 De8!

19. f4

Op 19. e5 komt nu simpel 19… Pd5

19… Td8 20. h3 Tf7 21. Td6 e5

22. f5?

Het was beter om de spanning te handhaven met 22.Te1, vooral omdat het witte paard daarna naar f5 kan.

22… Pf8! 23. Lxc5?

Waarschijnlijk had de Azeri wat overzien toen hij dit speelde. Na 23. Tad1 Txd6 24. Txd6 Td7 25. Lxc5 Dd8 26. Txd7 P8xd7 27. Lb4 Da8! verliest hij pion e4, maar de partij is niet meteen over.

23… Txd6 24. Lxd6 Td7! 25. Lxf8 Dxf8

26. Td1

e4 dekken helpt niet, na 26. Te1 Td3 27. Pg6 Da3 kan wit niet al zijn pionnen dekken.

26… Dc5+ 27. Kh2 Lxe4! 0-1

Wint een pion en na b.v. 28. Lxe4 Txd1 29. Dxd1 Pxe4 30. De1 Df2+ 31. Dxf2 Pxf2 gaat ook c3 eraf, daarom gaf wit op.

Foto’s: Ahmed Mukhtar/Toernooiwebsite

1 Reactie

  1. Avatar
    wimw 27 april 2014

    Ook in schaken zijn er soms grote verrassingen. In zijn eerste drie partijen in dit toernooi leek Carlsen onoverwinnelijk en meteen daarna waren er voor hem twee nederlagen achter elkaar. Zou het dan toch aan zijn openingsvoorbereiding liggen? In zijn partij tegen Caruana gaf hij zijn tegenstander wel erg veel ruimtevoordeel. En tegen Radjabov was zijn behandeling van het Konings-Indisch niet bepaald sterk. Daarentegen is Radjabov erg thuis in het soort stellingen dat uit deze opening ontstaat. Zie interview op Chess News. In Frankrijk noemen ze de zet met 5. Pge2 de Hongaarse aanval. Bij Carlsen kwam het er niet echt uit. Radjabov pareerde zijn zetten heel goed en nam de aanval schitterend over. Met dat Paard op g1 speelde Carlsen in totaal 12 zetten, waarbij het zelfs een toren op e8 veroverde, maar toen het uiteindelijk terug was op e2, kon het niets doen tegen de twee ver opgerukte vrijpionnen van Radjabov. Verder veel dank voor de uitgebreide schaaktechnische analyse. Heel goed om dat door te lezen!

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.