Jan Werle wint in Oslo

Van 28 september t/m 5 oktober vond het Oslo Chess Tournament plaats. Met 8 GM’s, 13 (W)IM’s en 9 (W)FM’s was bijna driekwart van de groep gevuld met titelhouders. In dit sterke deelnemersveld bleef grootmeester Jan Werle ongeslagen met een score van 6,5-9, waarmee hij samen met GM Maxim Turov en GM Yuri Solodovnichenko beslag legde op de eerste plaats. Op basis van een betere tiebreak-score werd Jan uitgeroepen tot winnaar van het toernooi.

De gedeelde winnaars v.l.n.r.: Turov, Werle en Solodovnichenko. Foto: Håvard Aure.

Dat de oud-kampioen van de Europese Unie in goede vorm steekt, toonde hij al aan in de open zomertoernooien te Palaiohora en Riga. Ook daar behaalde Jan tweemaal de score van 6,5-9. Niet genoeg voor toernooiwinst, wel voor een mooie eindklassering en wat ratingwinst.

In de Noorse hoofdstad was het succes zoals gezegd nog groter. Na vijf ronden ging Jan aan de leiding en vanaf dat moment kon de koppositie geconsolideerd worden door vier keer remise te spelen. Erg belangrijk vond Jan de overwinning in ronde vijf op medekoploper IM Mads Andersen. In een spannende partij hield de noorderling het hoofd koel en sloeg hij in de tijdnoodfase van zijn tegenstander toe:

Andersen, M – Werle, J

1. Pf3 Pf6 2. c4 e6 3. g3 b6 4. Lg2 Lb7 5. O-O c5 6. Pc3 Le7 7. d4 cxd4 8. Dxd4 d6 9. Lg5 a6 10. Lxf6 Lxf6 11. Df4 O-O 12. Tfd1 Le7 13. Pe4 Lxe4 14. Dxe4 Ta7 15. Pd4 Dc8 16. b3 Td8 17. De3 Lf6 18. Tac1 Tc7

19. g4

Na de partij rustig opgezet te hebben, besluit wit plotseling om het over een andere boeg te gooien. Gebruikelijker is om op de damevleugel te spelen (het standaardplan is om veld c6 te spelen door een keer b4-b5 door te zetten en vervolgens een paard op c6 te planten), maar deze zet is niet zonder gevaren voor zwart. Ook niet voor wit trouwens!

19…h6 20. Pf3

Er lijkt weinig aan de hand voor zwart, maar schijn bedriegt! Als zwart niet oppast, wordt hij snel onder de voet gelopen. h4 gevolgd door g5 en g6 is de dreiging, waarna zwart met verzwakte witte velden blijft zitten. Daarbij wordt pion e6 een doelwit dat makkelijk aan te vallen is (bijvoorbeeld een keer Pd4 of Lh3).

20…b5

Een gebruikelijke opstoot in een egelstelling. Als pion c4 van het bord verdwijnt, komen de zwarte stukken tot leven. En passant verdedigt zwart de pion op b6.

21. cxb5

Zeer interessant is 21. h4 bxc4 22. g5 Lb2 23. Txc4. Na bijvoorbeeld 23…Txc4 24. bxc4 hxg5 25. hxg5 houdt wit weliswaar een ‘lelijke’ pion over op c4, maar deze is niet makkelijk te veroveren (25…Dxc4? 26.Db6 levert wit een stuk op). Daarbij zorgt deze pion ervoor dat zwart geen d5 kan spelen en de achtergebleven pion d6 dus een aanvalsdoel blijft. Tevens moet zwart nu rekening blijven houden met zetten als g6 en Db6.

21…axb5 22. h4 Lb2 23. Txc7 Dxc7

Stukken ruilen vindt de partij met minder ruimte doorgaans geen enkel probleem.

24. Dd3 b4 25. g5 hxg5 26. Pxg5

Het begint er eng uit te zien voor zwart, maar Jan heeft keurig gezien dat zijn koning geen gevaar loopt.

26…Lf6 27. Dh7+ Kf8 28. De4 Dc5 29. Ph7+ Ke7 30. Pxf6 gxf6

31. h5

Jan keek ook naar 31. Dd4 Th8 32. Dxc5 dxc5 33. Tc1 Kd6 en had deze stelling terecht als beter voor zwart getaxeerd. Pionnen a2 en h4 zijn zwaktes, terwijl pion c5 makkelijk gedekt kan worden. Al op zet 26 had zwart voor ogen dat de koningswandel zeer goed zou kunnen uitpakken. De zwarte koning staat in deze variant stukken beter opgesteld dan de witte.

31…Dxh5 32. Db7+ Pd7 33. Dxb4 Pe5

Verdedigt niet alleen d6, maar betrekt ook een extra stuk in de aanval op de witte koning. De witte koningsstelling is inmiddels kwetsbaarder geworden dan de zwarte. Wijze mensen zeggen wel eens dat je voorzichtig moet zijn met pionzetten. Deze mogen immers niet meer terug. Achteraf gezien hebben zij deze keer gelijk gekregen.

34. Kf1 f5!

Maakt lucht voor de koning, waardoor de toren op d8 zich met de aanval kan bemoeien.

35. a4 Dh2 36. f4 Pg4 37. Td3 Dh4 38. Dd4 Tc8 39. Td1?

De enige zet waarmee wit nog even kan tegenstribbelen is 39. Lh3. Kom er maar op in hevige tijdnood.

39…Dg3!

Dreigt 40…Pe3+.

40. Dxd6+ Kf6 0-1

In ronde 6 stond de sterke grootmeester Andrei Istratescu op het menu. Goede winstkansen werden niet verzilverd:

Werle, J – Istratescu, A

Jan heeft een pion buitgemaakt en staat nu voor de keus om op zijn pion te blijven ‘zitten’ of om een pion terug te geven in ruil voor activiteit. Jan kiest voor het eerste, maar betreurt achteraf dat hij niet voor optie 2 heeft gekozen.

33. Dd1

Bijvoorbeeld: 33. Dd4 hier staat de dame natuurlijk een stuk beter dan op d1, maar dit kost wel een pion of niet? Nou, nee! 33…Txc3 deze pion kan zwart eigenlijk niet pakken, want na 34. Pf5 [De computer vindt overigens 34. d7 met het idee 34…Pxd7 35. Pf5 Tc1+ 36. Kg2! Dc6+ 37. Kh3 nog sterker, omdat zwart niet alle dreigingen tegelijk kan pareren (Dxg7 mat, Pe7+ en Txc1 gevolgd door Dxd7).]

34…Tc1+ (de reden waarom wit Dd1 speelde) 35. Txc1 Dxc1+ 36. Kg2 Dg5 37. Pe7+ Kh7 38. d7 rookt zwart een zware pijp. Kortom, zwart kan de pion niet slaan, waardoor hij veroordeeld is tot het verdedigen van een zeer vervelende stelling.

33…Dc6 34. c4 Pd7

Wit heeft nu in feite twee zetten verloren om de c-pion te houden, maar dat is wel ten koste gegaan van de activiteit van de dame. Zwart daarentegen heeft twee nuttige zetten kunnen doen en krijgt weer tegenspel. 35..Pe5-f3 komt zelfs in de stelling, dus het is even oppassen geblazen voor wit. Jan verzint een list!

35. Ta2! De4

35…Pe5 36. Td2 Pf3+ 37. Dxf3! Dxf3 38. d7 is waarom zwart afziet van de paardensprong.

36. Td2 Tc8 37. Td4

Langzaam komt wit steeds meer in het voordeel. De passiviteit bleek van tijdelijke aard, dus zo erg was 33.Dd1 nu ook weer niet!

37…De6 38. Df3 Pc5 39. Pf5 Kh7

En met nog 6 seconden op de klok vergooit Jan nu een deel van zijn voordeel.

40. Dd5

40. a5 is een aardige mogelijkheid. Als zwart niets doet, is wit van zijn zwakke pion af en als zwart slaat, heeft wit twee vrijpionnen die elkaar gaan ondersteunen.

40…Td8 41. Df3

41. a5 Pb3 is nu minder fijn voor wit.

41…Df6 42. Dh5 Dg6 43. Dxg6+

Dames op het bord houden bood wellicht nog kansen, al blijft het natuurlijk een hele kluif om te winnen. Zwart heeft een sterk blok opgezet.

1/2-1/2

Ondanks deze tegenslag liet Jan zich niet van de wijs brengen. In ronde 7 werd GM Gabor Papp met de zwarte stukken eenvoudig op remise gehouden, waarna in ronde 8 alles op alles gezet werd om het toernooi vroegtijdig te beslissen. GM Petr Prohaszka ontsnapte ternauwernood met een halfje:

Werle, J – Prohaszka, P

Materieel gezien is de stelling in evenwicht, maar dat wil niet zeggen dat de stelling in balans is. De witte stukken zijn veel actiever en daarbij zijn pionnen e6 en h5 moeilijk te verdedigen voor zwart. Jan onderwerpt zijn tegenstander aan een langdurige massage.

29. Pd4 Ke7 30. Ta8 Lf7 31. Pc6+ Kd6 32. Pd8 Pe5 33. Pxf7+

33. Ta7 Tc7 34. Txc7 Kxc7 35. Pxf7 Pxf7 36. Le8 wint een pion, maar de vraag is of het eindspel gewonnen is voor wit. Jan was er niet zeker van en besluit de torens op het bord te houden.

33…Pxf7 34. Tg8

34…g5

Zwart laat een mooie kans op remise liggen. 34…Tc2+ 35. Kg1 Tc1+ 36. Kh2 Ke7! 37. Txg7 Tb1 met eeuwige aanval op de loper! Ook na het grappige 38. Ld7 (zie analysediagram)

38…Td1! Een zeer fraai motief! Je kan het zwart niet aanrekenen dat hij deze wending in hevige tijdnood overzien heeft.

35. Le8 Tc2+ 36. Kg1 Ke7 37. hxg5 Pxg5 38. Lxh5 e5 39. Tg7+ Kf8 40. Ta7 Kg8 41. Kh2 Tc3 42. Lg4 Kf8 43. Lf5 Ke8 44. Kg3 Kd8

45. Kg4

Zeer goede winstkansen biedt 45. Ta2 Het idee is om de partijzet eruit te halen om vervolgens met Kg4-h5-g6 het zwarte kamp binnen te dringen.

45…Tc2!

Jan dacht dat zwart Kd8 speelde om Tc7 te doen, maar hij komt bedrogen uit.

46. g3 Tg2

En zwart blijft plakken aan de g-pion, waardoor wit niet goed zijn koning kan activeren. Jan probeerde het nog een tijd, maar zwart maakte geen fout meer.

47. Td7+ Ke8 48. Td3 Ke7 49. Ld7 Pe6 50. Lxe6 Kxe6 51. Ta3 Kf7 52. Kf5 Txg3 53. Ta7+ Kf8 54. Kxf6 Txf3+ 55. Kxe5 Th3 56. Kd5 Ke8 57. e5 Th6 58. Tc7 Ta6 59. Ke4 Ta4+ 60. Kf5 Ta6 61. Tc4 Ke7 62. Th4 Tb6 63. Th7+ Ke8 64. Tg7 Ta6 65. Tb7 Tc6 66. Ta7 Tb6 67. e6 Tb1 68. Kf6 Tf1+ 69. Ke5 1/2-1/2

Jan wacht met spanning op zijn tegenstander van ronde 8 Peter Prohaszka. Foto: Håvard Aure.

Een bittere tegenvaller, maar gelukkig voor Jan had de uitslag van deze partij geen grote gevolgen voor zijn eindklassering. In de laatste ronde stelde tegenstander GM Yuri Solodovnichenko zich met wit al snel tevreden met remise, waarna het afwachten was wat de concurrentie zou doen. Gabor Papp zou bij winst nog langszij kunnen komen, maar met zwart winnen van de degelijke Maxim Turov is geen gemakkelijke opgave. Sterker nog, de Hongaar werd geleidelijk weggeschoven, waardoor het zelfs Turov was die na een start van 2,5-4 op de valreep op een gedeelde eerste plaats eindigde.

Eindstand nummers 1 t/m 10.

Dank aan Jan voor de toelichting op zijn partijen. Voor download: schaaksite.nl/wp-content/uploads/datas/users/2/werleoslo_2.pgn of klik beneden.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.