Eerste partij bepaald geen niemendalletje

In het Russische Sochi is vandaag de tweede WK-match tussen Magnus Carlsen en Viswanathan Anand begonnen. Gisteren werden in een nogal bombastische openingsceremonie de kleuren bepaald van de eerste partijen.

Anand trok wit en het kan – net als in het tennis – een voordeel zijn om als eerste te mogen ‘serveren’. Zo wist Topalov in zijn eerste WK-match tegen Anand in 2010 met een daverende overwinning uit de startblokken te schieten. Hij verpletterde de toenmalige wereldkampioen in slechts 30 zetjes met een furieuze koningsaanval.

Toch behield Anand zijn wereldtitel en in het schaken wordt er toch iets anders over gedacht dat te mogen beginnen een voordeel is.

In veel tweekampen om de wereldtitel beginnen de eerste partijen doorgaans met een voorzichtig aftasten welke openingen de tegenstander voor deze speciale gelegenheid heeft voorbereid.

Er worden geen ongehoorde risico’s genomen; zwart is tevreden met remise en wit wil – zeker in dit stadium van de match – niet op buigen en barsten gaan spelen. Daarbij zullen de spelers ook moeten wennen aan de nieuwe speelomstandigheden en hoewel ze ongetwijfeld geacclimatiseerd zullen zijn, is het altijd hectisch om een dag voor zo’n partij in de spotlights te moeten staan. Het flitsen van de fototoestellen, het zoemen van de camera’s zijn ze dan wel gewend, het spelen van een schaakpartij moet in uiterste concentratie plaatsvinden.

De eerste partij begon na het 1. d4 van Anand met het enigszins verrassende Grünfeld-Indisch. Carlsen heeft deze opening in zijn jeugd veel gespeeld, maar dit jaar heb ik welgeteld slechts twee partijen kunnen vinden waarin hij zich hiervan bedient. Daarbij mag het ook verrassend genoemd worden dat de wereldkampioen zich hierop inlaat, aangezien ook Anand Grünfeld-Indisch heeft gespeeld en als een kenner te boek staat. Misschien wilde Carlsen commentator Peter Svidler uit Rusland plezieren. Die staat bekend als dé grote Grünfeldspecialist. En van Carlsen weten we inmiddels dat openingen niet zijn ding zijn, dus het wachten was op het moment dat hij de platgetreden paden zou verlaten. Dat moment kwam al op de achtste zet toen hij het zelden gespeelde 8… Pc6 op het bord bracht. Anand slaagde er echter niet in om een vuist te maken tegen deze opzet. Sterker nog: hij moest een verminking van zijn pionnenstructuur toelaten om iets te anders te kunnen bereiken: het naar binnen spelen van zijn witveldige loper naar het mooie veld e6.

Daarmee leek hij iets van een voordeeltje in handen te hebben, maar nadat Carlsen zijn laatste lichte stuk voor die sterke loper had weten te ruilen, was het eindspel met louter zware stukken eerder een tikje voordeliger voor hem. En dan wil de Noor er nog eens flink voor gaan zitten. Met nauwkeurig verdedigingsspel pareerde zwart de belangrijkste dreigingen en toen waagde hij een uitval. Hij drong zijn tegenstander ver terug en het kritieke moment van de partij was het volgende:

Hier speelde hij 42…Te2?! maar in de commentaarsessie werd gekeken naar het veel agressievere 42… Te3!? dat de plompe dreiging 43… Txa3+! in zich herbergt. Hoewel Anand zich kan verdedigen tegen deze onverwachte wending, kan hij vermoedelijk niet voorkomen dat hij een bijzonder onaangenaam dame-eindspel zou moeten gaan keepen. En tegen de ware kampioen van het ‘uitmelken’ is dat geen prettig vooruitzicht. Het liep allemaal anders, de toren eindigde niet op e3 maar schoot door naar e2 en toen bleek wit het keurig binnen de marge te kunnen houden. Even later kwam er een zetherhaling in de stelling die beide spelers niet goed uit de weg konden gaan.

Zondag mag Carlsen het gaan proberen met wit. Wij, het analyseteam bestaande uit Dimitri Reinderman, Jorden van Foreest en ondergetekende houden u uiteraard op de hoogte!

De analyse van de eerste partij Anand-Carlsen via de viewer:

Anand, Viswanathan – Carlsen, Magnus

1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 De laatste tijd is ook 3. f3 in zwang tegen de Grünfeld, die zo dadelijk op het bord gaat komen. Maar dan moet de witspeler wel de Sämischvariant tegen het Konings-Indisch in zijn repertoire hebben.

3…d5

Carlsen pakt zijn oude liefde, het Grünfeld-Indisch weer eens op.

4. cxd5 Pxd5 5. Ld2

Deze zet begint in de mode te raken.

5…Lg7 6. e4 Pxc3 7. Lxc3 O-O 8. Dd2

8…Pc6

Eerder toegepast door grootmeester Popov, maar zeker niet een van de hoofdvarianten. Carlsen zoekt heel vaak naar wegen die niet veel onderzocht zijn. Ook 8…c5 komt veel vaker voor. 9. d5 e6 10. Lc4 kwam uit de vrij recente partij Tomashevsky-Kasimdzhanov van de het laatste Grand Prix toernooi, dat pas geleden werd gehouden.

9. Pf3

Het natuurlijke veld voor het paard, maar het bevat een nadeel. Ook mogelijk is 9. Pe2 maar de ontwikkeling van de loper op f1 wordt verstoord.

9…Lg4

Dit is de consequentie van de vorige zet, wit zal een dubbelpion moeten toelaten.

10. d5

10…Lxf3

Daar wordt de dubbelpion veroorzaakt bij wit.

11. Lxg7 Meteen 11. gxf3 kwam voor in een weer heel recente partij Moiseenko-Nepomniachtchi die na 11…Pe5 12. Le2 c6 later door de zwartspeler gewonnen werd.

11…Kxg7 12. gxf3 Als wit de dubbelpion wil vermijden met 12. Dc3+?! komt hij bedrogen uit na 12…e5 13. Dxf3 want zwart nestelt nu met 13…Pd4 een erg sterk paard op d4 dat daar die meer weg te krijgen is.

12…Pe5 13. O-O-O c6 Vooral niet 13…Pxf3?? wegens de dubbele aanval met 14. Dc3+

14. Dc3 f6 15. Lh3 cxd5 16. exd5

Voor de hand ligt 16. Txd5 maar na 16…Db6 ziet er niet zo goed voor hem uit. De controle over de d-lijn zet geen zoden aan de dijk, zolang het paard d7 controleert. Maar het wegjagen met 17. f4? (zie analysediagram)

loopt helemaal verkeerd af na 17…e6! en wit verliest materiaal vanwege de sterke dreiging … Tac8. 18. Tc5 faalt dan op het ‘flauwe’ trucje 18…Dxc5 19. fxe5 [19. Dxc5 Pd3+] 19…Dxe5 met beslissend voordeel voor zwart.

16…Pf7 17. f4

Wit gebruikt zijn dubbelpion handig.

17…Dd6 18. Dd4 Tad8 19. Le6 Db6

20. Dd2

Anand heeft duidelijk geen zin in een eindspel tegen de grote eindspelkenner Carlsen. Maar misschien mist hij nu de mogelijkheid om een klein, doch misschien duurzaam voordeeltje te bereiken. Na 20. Dxb6 axb6 21. Kb1 mag wit een toren op c7 op de zevende rij naar binnenspelen, omdat zwart vanwege wits loper op e6 niet kan opponeren. Als zwart dan passief moet verdedigen met Tb8, zou wit wellicht toch iets kunnen halen. 21…Pd6 22. Tc1 Maar nu kan zwart het mogelijk nadeel tot een minimum beperken met 22…f5! 23. Tc7 Kf6 24. Ld7! Pe4 25. Txb7 Tb8 en door actief tegenspel, valt hier voor wit ook weinig eer te behalen.

20…Td6 21. The1

Anand lijkt zijn kleine plusje te consolideren, maar dat wordt na zwarts volgende actie bijna genivelleerd.

Ook een logische zet is 21. Kb1 maar na 21…Pd8 22. Lg4 Pc6!? [Zelfs 22…e6 23. Lf3 exd5 24. h4!? leidt tot een tweesnijdende stelling met een pluspion voor zwart maar aanvalskansen voor wit. Anand laat zich doorgaans niet in op dit soort onduidelijke avonturen.] 23. h4 Pb4 24. Lf3 Tc8 en zwart heeft prima tegenspel.

21…Pd8! 22. f5 Pxe6 23. Txe6

De sterke loper is verdwenen.

23…Dc7+ In aanmerking komt ook 23…Txe6 24. fxe6 Tc8+ 25. Kb1 Dd6 maar wellicht vreesde Carlsen dat hij niet zoveel kan doen in deze stelling omdat de blokkade op d6 gehandhaafd moet blijven.

24. Kb1 Tc8

Een bijzonder lastig te beoordelen stelling, waarvan de waarheid vermoedelijk weer eens in het midden ligt. Voor zwart pleit dat wit met de potentieel zwakke pion op d5 zit en in het algemeen met een verminkte pionnenstelling zit opgescheept. Maar daar staat tegenover dat zwart met … f7-f6 zijn zevende rij ernstig verzwakt heeft en mede daardoor moet oppassen met zijn koning.

25. Tde1 Txe6 26. Txe6 Td8 27. De3

27…Td7

Carlsen verdedigt zich rustig en laat zich niet in op onnodige complicaties. 27…Kf7 is niet zo aantrekkelijk vanwege 28. Dh6 maar de engine vindt dat het nog steeds in orde is voor zwart: 28…Ke8 29. fxg6 Txd5 30. Te1 Dd6 31. gxh7 Td1+ 32. Txd1 Dxd1+ 33. Dc1 Dd3+ 34. Dc2 Df1+ met een herhaling van zetten!

28. d6!?

Het is duidelijk dat Anand deze match met een heel andere instelling is ingegaan. Hij speelt in elk geval met flair, getuige deze zet, die een tijdelijk pionoffer inhoudt.

28…exd6 29. Dd4 Tf7 30. fxg6 hxg6 31. Txd6

De pion is weer heroverd en de witte stukken hebben dominante posities ingenomen. Daar staat nog altijd tegenover dat wit met een versplinterde pionnenstructuur op de koningsvleugel zit.

31…a6

Zwart maakt een pas op de plaats. Er viel ook iets te zeggen voor een direct 31…Da5

32. a3 Da5 33. f4

Als je zwakke pionnen hebt, kun je die maar het best proberen af te ruilen. Bijkomend voordeel kan zijn dat je koningsaanval kunt krijgen. Een andere mogelijkheid met hetzelfde idee bestond in 33. h4 maar misschien vreesde Anand een afwikkeling naar een toreneindspel na bijvoorbeeld 33…Df5+ 34. Ka2 De5 35. Dxe5 fxe5 (zie analysediagram)

Heeft de net getoonde flair nu al weer plaatsgemaakt voor angst? Want in de vorige tweekamp leed Anand een paar gevoelige nederlagen in het eindspel tegen Carlsen. De stelling is volkomen in evenwicht na 36. Te6

33…Dh5 34. Dd2

Langzaam maar zeker slaagt Carlsen erin zijn tegenstander achteruit te dwingen. En hoewel er nog niets tastbaars voor handen is, wordt duidelijk dat alleen zwart op iets mag hopen.

34…Dc5 35. Td5 Dc4 36. Td7 Dc6

Hij vindt een dame-eindspel niet erg. Als hij dan zo graag een dame-eindspel had willen spelen, lijkt 36…Txd7 wat meer in de lijn der verwachting maar na 37. Dxd7+ Df7 wordt de zwarte dame veroordeeld tot een bewaking van de zevende rij en dat is natuurlijk ook niet wat Carlsen wil.

37. Td6

Nu gaat de Indiër niet op de ruil in. Na 37. Txf7+ Kxf7 38. De3 a5! (zie analysediagram)

werd in de commentaren gesproken over een zogenaamde "Carlsen positie". Met de wat kwetsbare witte pionnen en een mogelijke koningsmars van zwart, kan hij dit risicoloos urenlang gaan uitmelken. Uiteraard moet het bij correct spel in remise eindigen, maar er zijn weinigen op de wereld die bestand zijn tegen de ijzersterke eindspelbehandeling van de wereldkampioen.

37…De4+

Zo komt de zwarte dame heel dominant in het centrum te staan.

38. Ka2 Te7 39. Dc1 a5 40. Df1

Wit mag in elk geval pion f4 niet kwijtraken.

40…a4!

Langzaam maar zeker begint zwart vorderingen te maken. De witte damevleugel wordt op een voor wit onprettige wijze vastgelegd.

41. Td1 Dc2

De zwarte dame neemt ineens een dreigende positie in.

42. Td4

Dit kon wel eens het kritieke moment van de partij zijn. Zwart heeft zich vanuit een iets mindere stelling naar een positie gevochten waarin hij alle kansen aan zijn zijde lijkt te hebben. Maar nu moet hij actief en scherp spelen om daar iets mee te doen.

42…Te2?!

Maar net nu het er allemaal veelbelovend voor zwart uit begint te zien, zet Carlsen niet optimaal voort.

In het commentaar keek men naar 42…Te3! (zie analysediagram)

Zwart dreigt plotsklaps 42… Txa3+! 43. Kxa3 Db3#. En wat moet wit naar nu tegen doen? 43. Dd1

[schaakjes geven met de toren leidt tot niets. Zwart beantwoordt 43. Td7+ met 43…Kf8 (43…Kh6!? kan ook. 44. Txb7 Tb3 45. Txb3 axb3+ 46. Ka1 Dxh2 leidt tot een analoog soort eindspel, waarin de zwarte koning meteen goed staat.) 44. Txb7 dekt b3, maar na 44…Tb3! 45. Txb3 axb3+ 46. Ka1 Dxh2 Hoewel de engine dit in eerste instantie niet zoveel bijzonders vindt, is het voor wit erg onprettig om dit te moeten verdedigen. De dame is gebonden aan de onderste rij op straffe van mat en zwart kan op den duur een tweede vrijpion creëren. Ook mogelijk is een koningsmars van de zwarte koning, die op de lange termijn bijvoorbeeld wel eens in de buurt van pion f4 zou kunnen opduiken. Een mogelijke variant is nu 47. Dd1! waarmee wit eeuwig schaak dreigt, maar toch zal hij na (47. Dd3 Dh1+ 48. Db1 Df3 49. Dxg6 Dxf4) 47…Dh3! het loodje leggen. Deze zet is uiterst lastig te vinden, laat staan zo ver van te voren. Maar de verdienste van de zet is dat niet alleen pion b3 gedekt wordt maar ook het belangrijke veld d7, waarmee het eeuwig schaak ook van de baan is. Een voorbeeld van hoe zwart uit dit eeuwig schaak kan lopen. Grootmeester Ramirez, die deze partij ook analyseerde, geeft hier een lange en interessante variant ter illustratie van het hierboven vermelde oordeel. (47…Dxf4 48. Dd8+ Kg7 49. Dd7+ Kh6 50. Dh3+ Kg5 51. Dxb3=) 48. a4 Kg7 49. a5 De6! 50. Kb1! De4+ 51. Kc1 Dxf4+ 52. Dd2 Df1+ 53. Dd1 Dc4+ 54. Kd2 Dd4+ 55. Ke1 De5+ 56. Kf1 Dxb2 57. Dd7+ Kh6 58. Dh3+ Kg5 59. De3+ Kf5 60. Df3+ Ke6 61. Dg4+ Kd6 62. Df4+ Kd7 63. Dg4+ f5 64. Da4+ Ke6 65. Dc6+ Ke5 66. Dc7+ Ke4 67. Dc6+ Kd3 68. Db5+ Kc2 69. De2+ Kb1 (zie analysediagram)

en zwart is eindelijk uit de schaakjes weten te ontsnappen.]

43…Dxd1 44. Txd1 Te4 [Een alternatief is 44…Tb3 om met pion b5 de damevleugel op slot te zetten en vervolgens met … Kg7-h6-h5 de koningsvleugel binnen te lopen.] 45. Td7+ Kh6 46. Txb7 Txf4 en vanwege de mooie vrije f-pion lijkt me dat dit eindspel – zeker in de handen van Carlsen – uitstekende perspectieven biedt.

43. Tb4!

Uitstekend verdedigd! De toren dekt niet alleen pion b2 en het belangrijke veld b3, maar valt tegelijkertijd pion b7 aan.

43…b5 44. Dh1 Zeker niet 44. Txb5?? vanwege 44…Dc4+

44…Te7

Tja, als de toren terug moet, zijn de kansen op meer dan een half punt verkeken.

45. Dd5 Te1 46. Dd7+ Kh6 47. Dh3+ Kg7 48. Dd7+ ½ – ½

Geen slecht begin van de WK-match. Dat belooft nog wat voor het vervolg!

(Foto’s zijn genomen van snapshots van de commentaarsessie)

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.