Schaakrubrieken weekend 15 november 2014
Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.
| Hans Ree | Gert Ligterink | Hans Böhm | Bab Wilders | Johan Hut | Rini Kuijf | Henk Prins |
Bobby Fischer bedenkt zich
Toen FIDE-president Kirsan Iljoemzjinov bij de opening van de tweekamp tussen Magnus Carlsen en Anand in de Russische badplaats Sotsji het podium opkwam om zijn toespraak te houden, klonk de herkenningsmelodie van de televisieserie Dallas, die in de jaren tachtig erg populair was. De hoofdpersoon van die serie was de Texaanse oliemiljardair J. R. Ewing, een gewetenloos roofdier. Het was een passend deuntje voor de oliehandelaar Iljoemzjinov.
Was het bedoeld als kritiek op hem? Ik denk het niet. Ik heb eens gelezen dat de intellectuele bedienden van de roversbenden die Rusland besturen vaak ironici zijn, die graag laten merken dat ze heel goed beseffen dat ze dingen doen die hun moeder niet had goedgekeurd.
Ze zijn slim en ze geven een knipoog die wil zeggen: „Zo zit de wereld nu eenmaal in elkaar en je bent een sukkel als je er niet van profiteert.” De Texaanse tune die in Sotsji voor Iljoemzjinov werd gespeeld, was waarschijnlijk een eerbetoon: „Welkom bij de club.”
Oud-wereldkampioen Boris Spassky was eregast bij de opening van de WK-match. Hij is 77 jaar, zat in een rolstoel en zag er slecht uit. Op een persconferentie zei hij dat hij in zijn dromen vaak sprak met Bobby Fischer, die over de openingszet 1. e4 heeft geschreven: „Best by test.” In het hiernamaals was Fischer er volgens Spassky anders over gaan denken. Niet 1. e4 maar 1. d4 was de beste openingszet, omdat de d-pion bij zijn moedige stap voorwaarts door de dame beschermd wordt.
Het doet denken aan wat een andere wereldkampioen, Vasili Syslov, eens zei, dat hij in zijn slaap zanglessen kreeg van de tenor Enrico Caruso (1873-1921). Het verschil is dat Smyslov dat eerlijk meende en dat je dat bij Spassky nooit weet. De partij van deze week is uit het Petrosian Memorial in Moskou, dat gewonnen werd door Alexander Grisjtsjoek. De mooiste partij werd gespeeld door oud-wereldkampioen Vladimir Kramnik.
Kramnik – Alexander Morozevitsj, Petrosian Memorial 2014
1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3 Lb4+ 4. Pbd2 0-0 5. e3 b6 6. Ld3 c5 7. a3 Lxd2+ 8. Lxd2 Lb7 9. dxc5 bxc5 10. Lc3 d6 11. Dc2 Pbd7 12. 0-0-0 Een nieuwe zet en het begin van een agressief plan: aanval op de koningsvleugel. 12…De7 13. Pg5 h6 14. h4 Pe5 15. Lh7+ Kh8 16. f4 Peg4 17. Th3 h5 Zwart wil de positie van zijn Pg4 versterken. 18. Tg3 Tae8 19. Ld3 e5 20. Le2 Pf2 Maar nu moest het paard toch weg, want wit dreigde 21. Lxg4 hxg4 22. h5. 21. Tf1 P2e4 22. fxe5 dxe5
23. Txf6 Een mooi kwaliteitsoffer. 23. Tgf3 was ook niet slecht, maar Kramnik speelt het scherper. 23…Pxf6 24. Lxh5 Heeft wit genoeg voor de kwaliteit? Het zal nog even duren voor hij iets concreets dreigt, maar intussen kan zwart zijn stelling moeilijk versterken. 24…Kg8 25. Le2 Dd6 26. Th3 Een sluwe zet. Na meteen 26. h5 zou 26…e4 lastig zijn. 26…Lxg2 27. Tg3 Lb7 28. h5 Maar nu, zonder pion g2, kan wit na 28…e4 simpel 29. Tg2 spelen. 28…Te7 29. Tg1 Brengt 30. Tf1 in de stelling. 29…e4 Pas na deze fout komt wit duidelijk in het voordeel. Zwart sluit de diagonaal van Dc2 naar h7, maar de prijs – opening van de diagonaal van Lc3 – is te hoog. 30. h6 Wit heeft beslissende aanval. Na 30…g6 wint hij met 31. h7+. Dat zal zwart zeker voorzien hebben. 30… Dh2 Maar hier heeft zwart ten onrechte op vertrouwd. 31. Ph3 Zo’n achterwaartse beweging wordt vaak over het hoofd gezien. Wit wint. 31…Dxh3 32. Txg7+ Kh8 33. Lxf6 Dxh6 34. Tg6+ Zwart gaf op.
Grisjoek alsnog lid van de club van 2800+’ers
Toen Alexander Grisjoek in 2000, kort na zijn zeventiende verjaardag, de halve finale bereikte van het FIDE knock-out WK in New Delhi, dachten de Russische schakers dat een probleem was opgelost. Velen waren gewogen en te licht bevonden, maar nu was eindelijk de speler gevonden die in de voetsporen zou treden van Karpov, Kasparov en Kramnik.
Die verwachting heeft Grisjoek nooit helemaal waargemaakt. Hij werd een sterke topspeler die grote toernooien won, maar de toewijding die de drie grote K’s voor hun vak toonden kon hij niet opbrengen. Het klassieke spel met ruime bedenktijd verveelde hem soms. Eens zei hij dat hij liever een rapid- of blitztoernooi speelde dan een lange wedstrijd over dertien trage ronden zoals het Tata- toernooi in Wijk aan Zee.
Zo bleef Grisjoek een speler met een hoge rating, die vrijwel altijd in de toptien van de wereldranglijst stond, maar zelden een uitschieter naar boven had. In de afgelopen week kwam daar verandering in. Grisjoek won in Moskou in een veld met louter sterren het Tigran Petrosjan memorial met de formidabele score van 5,5 uit 7.
Dankzij die prestatie werd Grisjoek de achtste speler uit de geschiedenis die toetrad tot de 2800+ club, die alleen spelers met meer dan 2800 ratingpunten toelaat. Exclusief kan dat gezelschap niet worden genoemd. Grote kampioenen als Fischer en Karpov, die hun successen behaalden toen de ratingcijfers nog niet door inflatie waren aangetast, staan niet op de ledenlijst.
Grisjoek – Leko Moskou 2014
1. Pf3 d5 2. c4 e6 3. d4 Pf6 4. Pc3 Le7 5. Lg5 h6 6. Lh4 0-0 7. e3 b6 8. g4
John van der Wiel had in zijn jonge jaren de gewoonte op minder geschikte momenten te experimenteren met de
verzwakkende zet g2-g4 of g7-g5. Dat liep zo vaak verkeerd af dat hij beloofde voortaan de g-pion vast te lijmen aan het bord. De tijden zijn veranderd. Tegenwoordig kijken we er niet meer van op als zelfs in het degelijke Damegambiet de g-pion plotseling in actie komt.
8 … Pxg4
Maar Leko was wel verrast door het toch diverse malen in de praktijk geteste 8. g4. Hij dacht een half uur na over zijn antwoord.
9. Lxe7 Dxe7 10. cxd5 exd5 11. Pxd5 Dd6 12. Pc3 c5 13. Tg1 Pf6 14. Lg2 Lg4
Agressief. Na 14 … Lb7 staat het ongeveer gelijk.
15. Dd2 Pbd7 16. Pe5 Pxe5!
Een verantwoord kwaliteitsoffer. Zwarts loper is sterk en de witte koning moet in het midden van het bord blijven.
17. dxe5 Dxe5 18. Lxa8 Txa8 19. Tg3
19 … Pe
Veel sterker is 19 … Lf5, gevolgd door 20 … Lf3, waarna zwart ruime compensatie heeft voor de geofferde kwaliteit. Nu kan wit afwikkelen naar een gunstig eindspel.
20. f4 Pxd2 21. fxe5 Pf3+ 22. Kf2 Pxe5 23. Tag1 Lh5
Misschien is een stukoffer een betere overlevingskans: 23 … Td8 24. Txg4 Td2+ 25. Kf1 Pxg4 26.Txg4 Txb2 met drie pionnen voor het stuk.
24. Txg7+ Kh8 25. T7g2 Td8 26. e4 c4 27. Pd5 Lf3?
Aangewezen is 27 … Lg6. De loper kan niet gemist worden in de verdediging van de koningsvleugel.
28. Tg7 Lh5
29. Pf6
Met mat in enkele zetten. Na 29 …Lg6 komt 30. T1xg6 fxg6 31. Th7 mat.
29 … Td2+ 30. Ke3 Td3+ 31. Kf4 Pg6+ 32. T1xg6 Tf3+ 33. Ke5
Zwart geeft op.
WK spanning
De strijd om een wereldtitel, ongeacht welke sport, spreekt altijd tot de verbeelding. Je voelt en begrijpt, ook als buitenstaander, het grote belang, de immense voorbereiding van het gehele team spelers en begeleiders. Nú moet het gebeuren, nú is er geen ontkomen meer aan, nú moet alles uit de kast gehaald worden, nú zijn de ogen van de wereld op je gericht. De kunst is om als sporter onder al die druk juist dan te pieken. Het wk-schaken dat nu loopt kent vele volgers, ook niet-schakers. Dat kwam het meest tot uiting bij Fischer-Spassky in 1972, toen er op de achtergrond de koude oorlog speelde. Later bij de vele matches Kasparov-Karpov was er op de achtergrond de strijd tussen het oude communistische en het nieuwe kapitalistische Rusland.
Sinds Viswanathan Anand de titel behaalde in 2000 zijn die groteske achtergronden verdwenen. Ook zijn de huidig titelverdediger Magnus Carlsen en uitdager Anand geen schakers die zich afzetten tegen de tegenstander (zoals Viktor Korstjnoi deed). Zij hebben geen foto aan de muur hangen van de tegenstander die ze in het voorbijgaan beschimpen en kleineren om zo een extra motivatie op te bouwen. Problemen over plaats van handeling, prijzengeld, stoelen, tafel of stukken zijn er niet, de huidige wereldtop past zich aan. Zij spelen tegen het bord, het spel wordt meer wetenschappelijk benaderd.
Vandaag vindt in Sotsji de zesde partij plaats van het WK, we zitten op de helft. Carlsen is volgens vele indicatoren favoriet en hij onderstreepte dat door al snel een voorsprong te nemen. In de eerste partij hield hij een iets mindere stelling met vaste hand binnen de remisemarge. De tweede partij kreeg zowaar toch een historisch tintje want die werd op 9 november gespeeld, de dag dat 25 jaar daarvoor de Berlijnse Muur viel. En Anand gebruikte die gelijknamige verdediging die als oerdegelijk te boek staat en waar Kasparov en zovele anderen op stukliepen.
M. Carlsen – V. Anand
1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 Pf6 4.d3
De meest gespeelde zet is 4.0-0, waarna een boeiend middenspel ontstaat als men zich inlaat op de afwikkeling 4.0-0 Pxe4 5.d4 Pd6 6.Lxc6 dxc6 7.dxe5 Pf5 8.Dxd8+ Kxd8. Het was Vladimir Kramnik die de kracht van deze Berlijnse Muur van de Spaanse verdediging liet zien in zijn match tegen Kasparov in 2000. Dankzij die muur won hij met 8,5-6,5.
4…Lc5 5.0-0 d6 6.Te1
‘Een nieuwtje op zet 6! Er zijn veel zetten gespeeld in deze stelling maar deze nog nooit (ik tel het Grieks meisjes-kampioenschap onder 12 jaar even niet mee).’ schreef Dimitri Reinderman op schaaksite.nl. Direct kwamen er reacties over het fenomeen ‘nieuwtje’ en dat de partij met zetverwisseling later weer in bekend water terecht komt. Allemaal niet relevant natuurlijk want er wordt terecht gewezen op een unieke zetvolgorde, meer niet. Natuurlijk zit er een idee achter nú 6.Te1, alhoewel dat in deze partij pas op zet 23 tot uiting komt (!).
6…0-0 7.Lxc6 bxc6 8.h3 Te8 9.Pbd2 Pd7 10.Pc4 Lb6 11.a4 a5 12.Pxb6 cxb6 13.d4 Dc7
Het lijkt wel alsof Carlsen deze hele ouverture heeft voorbereid om de volgende interessante ontwikkelingszet te doen. Op het eerste gezicht is er werkelijk niets mis met de zwarte stelling: geen zwaktes en Lc8 heeft normale speelvelden (a6, e6) en Pd7 kan naar f8 of f6. Toch krijgt het witte spel een impuls na
14.Ta3!
Deze toren kan over de gehele derde rij zijn krachten inzetten, ook op g3 voor een aanval op Kg8.
14…Pf8 15.dxe5 dxe5 16.Ph4 Td8 17.Dh5 f6 18.Pf5 Le6!?
Volkomen normale zet maar de loper doet niet veel en ruilt zich later toch tegen Pf5. Dus wellicht ligt hier de basis van de problemen die zwart gaat krijgen. Na 18…Pe6 geeft Reinderman de grappige zetherhaling 19.Tg3 Kh8 20.Tg4 Tg8 21.Dg6 Pf8 22.Dh5 Pe6. Veel meer zit er niet in voor wit, zo lijkt het. Nu komt de aanval wel opgang:
19.Tg3 Pg6 20.h4
Tijdens de partij kwam de meedraaiende computer met de volgende spectaculaire mogelijkheid: 20.Lh6! gxh6 21.Txg6+ hxg6 22.Dxg6+ Kf8 23.Dxf6+ Df7 24.Dxh6+ Ke8 25.Dh8+ Kd7 26.Td1+ Kc7 27.Dxe5+ Kb7 28.Txd8 Txd8 29.Pd6+ Txd6 30.Dxd6 en wit staat gewonnen. Niemand verwachtte dat Carlsen dit zou spelen. Zwart kan nu het beste met 20…Kh8 voortzetten (21.Txg6 Df7) maar Anand gaat voor een simpelere verdediging en die voldoet niet
20…Lxf5?! 21.exf5 Pf4 22.Lxf4 exf4 23.Tc3
(zie zet 6) Zwart heeft zwaktes en wit heeft de e-lijn en die combinatie van voordelen is beslissend.
23…c5 24.Te6 Tab8 25.Tc4 Dd7 26.Kh2 Tf8 27.Tce4 Tb7 28.De2
Over bezetting gesproken.
28…b5 29.b3 bxa4 30.bxa4 Tb4 31.Te7 Dd6 32.Df3 Txe4 33.Dxe4 f3+ 34.g3 h5??
Een blunder in verloren stelling, Anand zat in tijdnood vandaar. 34…Dd2 35.Dxf3 Dxc2 36.Ta7 verliest op den duur ook.
35.Db7
zwart geeft op. Indrukwekkende vertoning van Carlsen en de kleine kans die Anand had (een vroege voorsprong) lijkt hem hierdoor ontnomen.
Terwijl de ogen van de schaakwereld gericht zijn op Sochi en de heren Anand en Carlsen gaan wij ons bezig houden met iets heel anders: eind oktober was het 100 jaar geleden dat A.D. de Groot werd geboren die letterlijk wereldberoemd werd door zijn boek, tevens proefschrift uit 1946, “Het denken van de schaker “ waarmee hij o.a. aantoonde dat het verschil tussen grootmeesters en amateurs is dat de laatste in een stelling losse stukken ziet maar de eerste een organisch geheel.
Het boek werd zo beroemd omdat het een cognitieve revolutie in de psychologie inluidde. Hierover zou men deze rubriek kunnen vullen.(zie Wikipedia …)Twintig jaar later stond hij aan wieg van het nu alom bekende Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling, kortweg CITO. Schrik voor vele leerkrachten maar zijn boek Vijven en Zessen toonde aan hoe nodig het was. Om die reden werd zeer toepasselijk op hervormingsdag een happening gehouden in het CITO waar schaakmeester Willy Hendriks een interessant verhaal hield over de schaker de Groot en zijn bovengenoemde boek. (Hendriks heeft een interessante website, genoemd naar zijn boek waarmee hij in Engeland de Chess Book of the Year Award won: www.movefirstthinklater.com. Ook voor bv schaakles) Daarna gaf Jan Timman een simultaan waaraan ik dankzij Huub Kurstjens van het CITO ook mee mocht doen. Onze voormalige landskampioen en Best of the West stond slechts 1 remise toe en voerde de rest naar de slachtbank waarbij ik de twijfelachtige eer had als laatste over te blijven met alle gevolgen van dien. Daarna kon men nog even weer op orde komen met het bekende drankje en hapje, al met al een goede herdenking van een groot geleerde en een zeer verdienstelijk schaker,lid van het nationale team bij de Olympiade van 1939 Dat was die bijzondere Olympiade die gehouden werd onder de dreiging van WO II en die brak inderdaad uit en veel grootmeesters besloten in Argentinië te blijven, o.a. de legendarische grootmeester Najdorf die zijn vrouw en kind nooit terug zou zien : zij stierven in de gaskamers.
Dan nu een partij: de Groot- Doesburgh. 1.d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3 d5 4.Lg5 Le7 5.e3 Pd7 6. Pc3 0-0 7. Tc1 c6 8.Ld3 h6 9.Lh4 dx4. 10.Lxc4 b5 11. Ld3 Lb7 12.0-0 a6 13. Lxf6 Pxf6 14.Pe4 Pd7 15.Lb1 f5 de aanval is de beste verdediging 16. Pg3 c5 17. e4 fxe 18. Pxe4 c4 19. Dc2 met de dreiging Pc5 Tf4 20. Tfe1 Pf8 21. Dd2 Ld6 22. De3 Tf7 23. Pxd6 Dxd6 24. Pe5 Tc7 25. Df4 Tad8 voor zwart is het eigenlijk alleen maar keepen.
26. Tcd1 Te7 27. Dg4 Ld5 28. Te3 Tb8 29. Th3 voor zwart is het nu alle hens aan dek Pd7 30. Pxd7 Txd7 31. Txh6 wit negeert de zwarte pionnenmeerderheid op de damevleugel en gooit alles op de aanval Tf7 32. Th7 Kf8 33. Dg5 Kg8 de koning moet weer terug 34. Lg6 Tf6 35. Dh5 Kf8 36. Txg7 (Th8+ Ke7 37. Dh7 Df4) Kxg7 37. Dh7+ Kf8 38. Dh8+ Ke7 39. Dg7+ Kd8 40. Dxf6+ Kc7 41. h4 Db4 de definitieve foute oplossing: 42. De5+ Kb7 43. Le4 Dxb2 44. Ld5+ exd 45. Dxd5+ Kb6 46. Dd6+ Ka7 47. Te1 het mat is niet te vermijden,1-0. (met dank aan de roemruchte Prisma’s van Bouwmeester)
Probleem 2503 is een driezet van Kantorowicz:
En de sleutelzet van probleem 2501 was 1. Da3!
Anand trekt lange neus naar iedereen
Een ongelofelijke wederopstanding, dat was wat Viswanathan Anand liet zien in de WK-match tegen Magnus Carlsen in Sotchi (Rusland). Hij was afgeschreven, door iedere commentator, in alle media. Vorig jaar november verloor de 44-jarige Indiër zijn wereldtitel aan de 23-jarige Noor in een match zonder spanning.
Carlsen won drie partijen, de overige zeven werden remise. De laatste twee partijen hoefden niet eens meer gespeeld te worden. Anand werd nog wel geroemd als een van de grootste schakers aller tijden, maar zijn tijdperk was voorbij. Dat mag ook, als je 44 bent.
Maar in maart won Anand opeens het kandidatentoernooi, voor de allersterkste schakers van de wereld, waarmee hij het recht verwierf opnieuw een match tegen Carlsen te spelen. Liefhebbers waren teleurgesteld. Wat was het mooi geweest als Levon Aronian een match tegen Carlsen had mogen spelen. Of Fabiano Caruana, werd later gezegd, maar Caruana nam niet deel aan het kandidatentoernooi. Nu het toch weer Anand werd, zou het een voorspelbare overwinning voor Carlsen worden.
De eerste partij werd remise, Carlsen won de tweede partij. Exit Anand, was het unanieme commentaar van de hele schaakpers. Want dat hij een WK-partij tegen Carlsen zou winnen, wat hij vorig jaar niet één keer had gedaan, was onwaarschijnlijker dan dat Carlsen direct zou doorpakken. Het gebeurde toch en wel in de eerstvolgende partij. De hele schaakpers is opnieuw unaniem en wel in de mening dat de uitslag van de match opeens onvoorspelbaar is.
Anand-Carlsen
1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pf3 d5 4.Pc3 Le7 5.Lf4 0-0 6.e3 Pbd7 7.c5
Carlsen speelt het rustige damegambiet, Anand moet daar wel een agressieve variant van spelen.
7…c6 8.Ld3 b6 9.b4 a5 10.a3 La6 11.Lxa6 Txa6 12.b5
Zwart heeft zijn zwakke loper afgeruild en als hij ook nog b5 en a4 mag spelen om wits ruimtevoordeel op de damevleugel te neutraliseren, heeft hij niets meer te vrezen. Wit heeft, om te winnen, dus geen andere keus dan zelf b5 te spelen.
12…cxb5 13.c6 Dc8 14.c7 b4 15.Pb5 a4 16.Tc1 Pe4 17.Pg5 Pdf6
Geen 17…Lxg5 18.Lxg5 Pxg5 19.Pd6 en wit wint groot materiaal.
18.Pxe4 Pxe4 19.f3 Ta5
20.fxe4
Spannend allemaal, maar tot hier toe was het in 2013 al eens gespeeld in een partij Aronian-Adams. Op hoog niveau dus, maar uit de bestede bedenktijd van Carlsen mag je afleiden dat hij die partij niet kende. Dat is vreemd voor een wereldkampioen. Wits reusachtige vrijpion wordt gecompenseerd door zwarts even mooie pionnen op de a- en b-lijn. Aronian speelde hier 20.De2 en de partij werd remise.
20…Txb5 21.Dxa4 Ta5 22.Dc6 bxa3 23.exd5 Txd5 24.Dxb6 Dd7 25.0-0 Tc8 26.Tc6 g5 27.Lg3 Lb4 28.Ta1 La5
Zwart kiest ervoor de witte vrijpion onschadelijk te maken en zijn eigen vrijpion in de steek te laten. Dit wordt in alle commentaren de beslissende fout genoemd. Mede geboren uit tijdnood, als gevolg van de verre openingsvoorbereiding van Anand. Gesuggereerd wordt vooral een tegenactie met f5. Het is ook dan wel wit die duidelijke winstkansen blijft behouden.
29.Da6
Dreigt e4 en de toren kan de loper niet blijven dekken. Teruggaan met de loper is net zo slecht als de partijvoortzetting, want na 29…Lb4 30.Dxc8+ Dxc8 31.Tb6 wint wit.
29…Lxc7 30.Dc4
Wint voldoende materiaal, ook na zwarts volgende wanhoopspoging.
30…e5 31.Lxe5 Txe5 32.dxe5 De7 33.e6 Kf8 34.Tc1
Zwart geeft het op.
|
Voor beginners A6557 Wit aan zet beukt door met?
|
Voor gevorderden B6557 Wit aan zet, sterke zet gevraagd
|
De strijd om het wereldkampioenschap in het Russische Sotsji heeft een spannend verloop. Er zijn vier ronden gespeeld en wereldkampioen Magnus Carlsen en uitdager Vishy Anand staan gelijk met 2-2. De tweede partij werd mooi gewonnen door Carlsen, maar in derde partij sloeg Anand hard terug, met een prachtige winstpartij.
Vishy Anand – Magnus Carlsen, derde partij.
1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pf3 d5 4.Pc3 Le7 5.Lf4 0-0 6.e3 Pbd7 7.c5 c6 (In deze populaire aanpak van het Dame-indisch wordt hier meestal 7. …Ph5 gespeeld.) 8.Ld3 b6 9.b4 a5 10.a3 La6 (De strategie van Carlsen is zijn slechte loper afruilen. De consequentie is wel dat Anand een ruimtevoordeel krijgt op de damevleugel.) 11.Lxa6 Txa6 12.b5!
Zie diagram. Anand neemt het initiatief en creëert een geweldige vrijpion op c7, die verder het karakter van de partij bepaald. Carlsen probeert een vrijpion op de a-lijn als tegenhanger, maar die is aanzienlijk zwakker.
12…cxb5 13.c6 Dc8 (Andere zetten verliezen.) 14.c7 b4 (14. …Lxa3 is ook speelbaar. Na 15. Pxb5 Lb4 16. Kf1 kan wit niet meer rokeren en staat zijn koning niet lekker.)15.Pb5 a4! (Anders speelt wit die zet, waardoor Anand ’s paard stevig staat.) 16.Tc1 Pe4 17.Pg5 (Goed gespeeld. Het paard mag niet genomen worden: 17. …Lxg5? 18. Lxg5 Pxg5?? 19. Pd6!, of 18. …Ta5 19. axb4! Txb5? 20. Da4 en torenwinst.) 17…Pdf6 18.Pxe4 Pxe4?! (Beter speelbaar, de computer geeft remise aan, is 18. …dxe4.) 19.f3 Ta5 20.fxe4 Txb5 21.Dxa4 Ta5 22.Dc6 bxa3 23.exd5 Txd5? (23. …exd5 is sterker.) 24.Dxb6 Dd7 25.0-0 Tc8 26.Tc6 (26. Da6 is wat beter voor wit.) 26…g5 27.Lg3 (De computer geeft 27. Le5 een hogere waardering.) 27…Lb4 (Het beste voor zwart is in deze stelling 27… Ta5. Na 28. Dxa5 Dxc6 heeft zwart zijn slechte toren ingeruild voor de goede van wit. 28. Txe6 lijkt interessant voor wit, maar na 28. Dxe6 29. Dxa5 Dxe3+ is het minder als wat in de partij wordt gespeeld.) 28.Ta1 (Gericht tegen 28. …Ld2, waarop nu 29. Txa3 afdoende is.) 28…La5? (Het mag duidelijk zijn dat Anand gewonnen staat. Deze zet van Carlsen versnelt zijn ondergang. Met een zet zoals 28. …h6 kan Carlsen nog partij geven.)
29.Da6 (Met de vreselijke dreiging 30. e4 en loperwinst.) 29…Lxc7 (Carlsen in nood. Ten kosten van een loper is hij eindelijk van wits vrijpion verlost. Carlsen heeft er een verloren stelling aan over gehouden.) 30.Dc4 (30. Txa3 wint nog sneller.) 30…e5 31.Lxe5 Txe5 32.dxe5 De7 33.e6 Kf8 34.Tc1 (Carlsen geeft de strijd op.)
