Schaakrubrieken weekend 4 april 2015

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken.

Hans Ree Gert Ligterink Hans Böhm Bab Wilders Johan Hut Rini Kuijf Henk Prins

Hans Ree

Liefdeslessen voor schakers

Toen ik vorige week een charmant maar vederlicht partijtje liet zien van de Oekraïense Mariya Muzychuk, uit het WK van de vrouwen in Sotsji, dacht ik niet dat ik daarmee misschien de volgende wereldkampioene presenteerde. Dezer dagen speelt ze de finale tegen de Russin Natalia Pogonina. Muzychuk heeft een hogere rating, maar Pogonina is beroemder, doordat ze vlijtig werkt op alle sociale media en ook doordat ze in 2009 zei dat ze samen met haar man werkte aan een boek, Chess Kamasutra, waarin schaakstellingen werden vergeleken met standjes uit het beroemde Indiase liefdesleerboek. Pogonina’s boek is nog niet verschenen; in 2012 zei ze in een interview dat het project haar te veel energie kostte. Die finale gaat over vier partijen. De eerste werd donderdag remise. Volgende week, als we weten wie de nieuwe wereldkampioene is, kom ik er op terug.

In Moskou is het Aeroflot Open, jarenlang het sterkste open toernooi ter wereld, uit de as herrezen. De eerste keer, in 2002, konden journalisten er bijna gratis heen, dus ik ging kijken. Er werd toen gespeeld in Hotel Rossija, het grootste hotel van Europa, vlak naast het Rode Plein. Enigszins vervallen, maar indrukwekkend. Als je op je verdieping de weg kwijtraakte, moest je kilometers lopen voor je bij je kamer kwam. In 2013 en 2014 was het Aeroflot toernooi er niet, maar het is weer terug, al is het nu wat buiten het centrum in het eveneens beroemde Hotel Kosmos; het dierbare Rossija werd in 2007 gesloopt. De Nederlandse grootmeesters Sipke Ernst en Benjamin Bok en de 15-jarige meester Jorden van Foreest gingen er heen. Van Foreest deed het het best. Na 7 van de 9 ronden stond hij gedeeld zesde met 4½ punt. Hij kreeg een punt cadeau doordat de Spanjaard Salgado niet op kwam dagen, maar tegen zes gestaalde grootmeesters met een gemiddelde rating van 2656 scoorde hij 3½ uit 6.

Jorden van Foreest – Michail Kobalia, Aeroflot Open 2015

1. c4 e5 2. Pc3 Lb4 3. Pd5 Lc5 4. e3 Pc6 5. Pe2 Pf6 6. d4 exd4 7. exd4 Le7 8. Pec3 0-0 9. Le2 Pxd5 10. Pxd5 Te8 11. Pxe7+ Dxe7 12. Le3 d5 13. b3 Dh4 Het staat ongeveer gelijk. 14. Dd2 Lg4 15. cxd5 Lxe2 16. dxc6 La6 17. 0-0-0 bxc6 18. Kb2 Lc8 Na een lange tocht hoopt deze loper op het ideale veld d5 te komen. 19. Tc1 Ld7 Misschien kon zwart het wagen met 19…a5 20. Txc6 a4 een paar pionnen te offeren. 20. Da5 Tec8 21. Tc5 De4 22. Thc1 Wit offert wel. Hij kon zijn g-pion op verschillende manieren dekken, zelfs met 22. Dc3, want dan zou 22…Dxg2 23. Tg5 Dxh1 24. d5 winnend zijn voor wit. 22…Dxg2 23. Tg5 De4 24. Tcg1 g6 25. Te5 Dh4 26. Dd2 Te8 27. Lg5 Hij geeft nog een pion. 17…Dxh2 28. Tg3 Met een gat op f6 moet zwart steeds met een mataanval rekening houden, maar toch zou het na bijvoorbeeld het onverstoorbare 28…a5 onduidelijk zijn of wit genoeg heeft voor de geofferde pionnen. 28…f6 Werd hij zenuwachtig of maakte hij een rekenfout? 29. Lxf6 Tf8 30. Df4

Nu dreigt wit damewinst door 31. Txg6+ en na 30…Dh1 krijgt wit een winnende aanval met 31. Te7 Tf7 32. Txf7 Kxf7 33. Te3. 30…Txf6 Er was geen goede weg terug meer. 31. Dxf6 Dh6 Misschien had zwart 31…Tf8 gepland, wat echter faalt op 32. Txg6+ en wit wint. 32. Teg5 Maar ook nu wint wit makkelijk. 32…Le8 33. De6+ Lf7 34. Dxc6 Te8 35. Dxc7 Te2+ 36. Ka3 Txf2 37. Tg2 Txg2 38. Txg2 De3 39. d5 Dd4 40. d6 a5 41. Dc8+ Kg7 42. d7 Zwart gaf op.

Gert Ligterink

‘Wat kun je anders van een vrouw verwachten?’

Net als je denkt dat de vooroordelen over vrouwen en schaken zo langzamerhand aan het verdwijnen zijn, blijkt er toch nog een lange weg te gaan. De deelneemsters aan het knock-out WK-toernooi in Sotsji ergeren zich groen en geel aan de neerbuigende teksten van de door de organisatoren aangestelde internetcommentatoren. De Georgische Lela Javakisjvili

twitterde: ‘U hebt geluk als u het Russisch niet machtig bent. Het is afschuwelijk wat er wordt gezegd.’

De deelneemsters hebben geen bezwaar tegen kritiek op het vertoonde spel. Wat hen dwars zit zijn opmerkingen als ‘Wat kun je anders van een vrouw verwachten’ of ‘Deze toernooivorm is heel geschikt voor een vrouwen WK. Meisjes gaan zich vervelen als ze een lange tweekamp moeten spelen. Korte knock-out matches zijn veel emotioneler.’

Na dit weekend weten we wie het toernooi op haar naam heeft geschreven, de Russin Natalia Pogonina of de Oekraïense Maria Moezitsjoek. De winnares mag waarschijnlijk slechts kort van haar wereldtitel genieten, want later dit jaar moet ze aantreden voor een WK-tweekamp over tien partijen tegen de in Sotsji afwezige aftredende Chinese kampioene

Yifan Hou. Met alle respect voor Pogonina en Moezitsjoek, tegen Hou hebben ze geen kans.

Ik zal de finale als objectief toeschouwer volgen. In de eerste vijf ronden ging mijn sympathie uit naar de 51-jarige Zweedse Pia Cramling, die ruim dertig jaar geleden de voorloopster van Judit Polgar was. Als 20-jarig meisje liet ze de vrouwentoernooien links liggen en ging ze de strijd aan met ’s werelds sterkste mannen. Viktor Kortsjnoi had het altijd moeilijk tegen haar. De eerste onderlinge partij maakte hij vanuit verloren stand nog net remise, in de tweede werd hij mat gezet.

Vier ronden lang hield Cramling zich in Sotsji staande tegen haar veel jongere tegenstanders. Ook in de halve finale zag het er goed uit, toen ze in de eerste partij op indrukwekkende wijze Pogonina een toreneindspel afnam, maar daarna was het gebeurd. Cramling verloor de tweede partij na passief openingsspel en was kansloos in de rapid-tiebreak.

Pogonina – Cramling Halve finale WK, tweede partij

1. e4 c5 2. Pf3 a6 3. Le2 e6 4. d4 cxd4 5. Pxd4 Pf6 6. Pc3 Lb4 7. e5 Pd5 8. 0-0 Pxc3 9. bxc3 Le7 Na 9 … Lxc3 10. La3! Lxa1 11. Dxa1 heeft wit voldoende compensatie voor het geofferde materiaal.

10. Lf4 0-0 11. Dd3 b6 Hierna verzeilt zwart in een stelling zonder tegenspel. Een beter idee is 11 … Lg5.

12. Lf3 Ta7 13. Le4 g6 14. Tfd1 Lb7 15. Lxb7 Txb7 16. Tab1 Dc8 17. a4 Dc5 18. Pb3 Dc7 19. Pd2 Pc6 20. Dg3 Tc8 21. Pe4 Dd8 22. Lg5 Lxg5 23. Pxg5 Pa5 24. Pe4 Pc4 25. Td4 Kg7 26. Te1 h6? Deze verzwakking kan zwarts koningsstelling niet verdragen. 27. h4 Dc7 28. f4 b5 29. h5 Dd8 30. axb5 axb5 31. Dg4 De7 32. Td3 Tg8 33. Pf6 Th8 34. Tg3 d5 35.hxg6 fxg6 36. Dxg6+ Kf8 37. Ta1 Ta7

38. Pd7+!

Om na 38 … Txd7 (38 … Dxd7 39. Df6+) te besluiten met 39. Ta8+ Td8 40. Txd8+ Dxd8 41. Dg7+. Zwart geeft op.

Moezitsjoek nam in de vierde ronde een belangrijke horde door de Indiase Humpy Koneru te verslaan. Ze won de eerste partij met een mooie slotcombinatie:

Moezitsjoek – Koneru na 25 … f6. 26. Dd2! Tf8 27. Ld5+ Lxd5 28. Dxd5+ Kh8 29. Df7!

Hans Böhm

WK vrouwen

Er is al veel onzin gezegd over het fenomeen vrouwenschaak maar de aardigste onzin-kwalificatie kwam van Jan Hein Donner. Die stelde botweg ‘vrouwen kunnen niet schaken’, dat aardig paste in de categorie ‘vrouwen kunnen niet rijden’. En toen hij daar een keer op werd aangesproken, dat dat toch discriminatie is en dat je ook niet kunt beweren dat negers niet kunnen schaken, antwoordde Donner gevat ‘U begrijpt het niet, ik bedoelde: negerinnen kunnen niet schaken’. Inmiddels zijn al die harde oordelen over wie wel en niet kan schaken (‘computers kunnen nooit goed schaken’, zei Max Euwe ooit) door de tijd achterhaald. In mijn tijd had je bij landenwedstrijden, die doorgaans aan tien borden werden verspeeld, altijd 1 vrouwenbord en 1 jeugdbord. Natuurlijk ter promotie maar de punten telden wel gewoon mee, dus het was een serieuze zaak. Tegenwoordig zou je bij landenwedstrijden beter een veteraanbord kunnen opnemen, want de jeugd zit al in het basisteam.

Het WK-vrouwen (16 maart – 7 april) te Sochi loopt op zijn einde. Men begon met 64 op de een of andere manier geselecteerde speelsters, waarvan Humpy Kuneru uit India (Elo 2605) de sterkste op papier was. Maar ook grootheden als de Russische Alexandra Kosteniuk, grootmeester op haar veertiende en wereldkampioene in 2008, en de Chinese Zhao Xue, jeugdwereldkampioene in 2002 en de laatste acht jaar meedraaiend in de WK-cyclus, doen mee. Het knock-out afvalsysteem ging middels korte matches. Na twee klassieke partijen ging men door met alsmaar kortere bedenktijden, totdat iemand via snelschaakpartijtjes uiteindelijk toch als winnaar/verliezer in de boeken kwam. Je kunt natuurlijk vraagtekens zetten achter zo’n systeem vanwege de vergrote geluksfactor maar het gaat in ieder geval snel en daar vraagt deze tijd om. Iedereen ging er vanaf het begin risicovol in.A. Goryachkina – L. Mkrtchian

De Russische Alexandra Goryachkina, geboren 1998, is een wonderkind, ze was grootmeester op haar dertiende en won alle WK’s in alle leeftijdscategorieën. Lilit Mkrtchian is meervoudig kampioene van Armenië en speelde al in het Olympiadeteam op haar veertiende.

1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pf3 b6 4.g3 Lb7 5.Lg2 Le7 6.Pc3 0-0 7.0-0 Pa6

Het dame-Indisch waarin zwart zich op vele manieren kan opstellen: 7…d5, 7…Pe4, 7…Lb4 en de tekstzet.

8.Lf4 Pe4 9.Pxe4 Lxe4 10.a3 d6 11.Tc1 Pb8 12.Lh3

Typische manoeuvre om Pf3 te kunnen spelen zonder dat de lopers geruild worden.

12…Pd7 13.Pd2 Lb7 14.e4 e5 15.Le3 exd4 16.Lxd4 Pc5 17.Lg2 a5 18.b4

Beide partijen hebben zich gezond opgesteld maar de tekstzet is , hoe natuurlijk ook, te ambitieus. Met een rustig 18.Dc2 überdeckt wit e4 en kan dan zijn f-toren beter opstellen. Nu pakt zwart het initiatief.

18…axb4 19.axb4 Pd3 20.Tb1 c5 21.Le3 Pb4 22.Db3 Lf6 23.Tbd1 Lc6 24.Pb1 De8 25.Pc3 Lxc3!

Goed aangevoeld, dat paard mag niet naar d5.

26.Dxc3

Diagram 2

Zwart heeft het tot hier uitstekend gedaan en zou nu het stellingsvoordeel kunnen uitbouwen door zowel ruimte te pakken als de druk op e4 op te voeren: 26…Ta2 27.Lf4 27.Da8 en wit moet oppassen (Tc2 komt er aan). Maar ze is te materialistisch en geeft het voordeel weg met

26…Lxe4? 27.Tfe1!

Nu dreigt er Lxc5 en Lh6, de penning Te1-De8 biedt wit allerhande kansen.

27…Pc2 28.Lh6 gxh6 29.Txe4

en zwart gaf op. Ja, het kan soms snel gaan.

Opmerkelijk genoeg vielen de grote kanshebbers een voor een af en werd de paring voor de halve finale: Pia Cramling – Natalja Pogonina (Rus) en Harika Dronavalli (Ind) – Maria Muzychuk (Oek).

Het zal velen vreugd doen dat Cramling weer in goede vorm steekt. Zij, geboren 1963, staat aan de wieg van het professionele vrouwenschaak en speelde mee tussen de mannen. Zij won van Spassky, Smyslov en Kortchnoi en dat zegt veel.

Na bloedige gevechten is de nu lopende finale: Pogonina-Muzychuk.

Bab Wilders

Het is bekend dat na de opening het middenspel komt ( als men tenminste al niet afgeslacht is ) en dan is het natuurlijk meegenomen als de speler denkt : dit komt mij bekend voor ! Om dit doel te bereiken is het aanbevolen , vooral voor de beginnende gevorderde schaker , te studeren met het boek van Arthur van de Oudeweetering Improve your Pattern Recognition. Op een prettige manier geschreven, 40 hoofdstukken met een bepaald thema, deskundige uitleg gevolgd door interessante oefenstof. (isbn 978-90-56915-38-4).

Er zijn al heel wat schaakboeken geschreven over wat sinds Euwe “Oordeel en Plan“ heet, eigenlijk het moeilijkste onderdeel van de partij en is het wel te leren? Met dit boek, verschenen bij NIC (www.newinchess.com) komt men in ieder geval een heel eind in de goede richting. Vooral voor een verder gevorderd publiek – en wie wordt daar niet graag tot gerekend ? –is een ander boek van New In Chess: Sveshnikov vs. the Anti Sicilians, geschreven door niemand minder dan de grootmeester zelf: Evgeny Sveshnikov, één van de trainers van voormalig wereldkampioen Karpov. Vaak wordt na 1. e4 c5 door de witspeler afgeweken van de tradtionele Siciliaanse patronen (in de veronderstelling dat zwart de theorie wel zal kennen) met een saaie dan wel agressieve zet en dezulken worden dus aangeduid als “anti-Sicilianen. Sveshnikov verschaft de lezers uitgebreide analyses over hoe zwart hier op moet reageren maar zoals bij elk goed boek over openingen kan ook wit hier heel wat van opsteken. (isbn 978-90-5691-545-2). En zo blijft New in Chess de schaakliefhebber van ieder niveau voorzien van boeken waarmee men spelniveau en dus spelplezier kan verhogen al zal de volmaakte partij (gelukkig) nooit op het bord komen.

Zeker niet het geval in de partij Naiditsch – Carlsen, Baden Baden 2015: 1.e4 g6 2. d4 Lg7 3. Pc3 d6 4.Le3 a6 5.a4 Pf6 6.h3 0-0 7.g4 e5 8.d5 c6 9.Pge2 cxd 10.exd Lxg4?! onderschat Carlsen de tegenstander? zoiets: ik kan alles spelen 11.hxg Pxg4 12.Dd2 Pd7 compensatie voor zwart? witte koning onveilig, e5 en f5. 13. Pe4 f5 14. Lg5 (beter Pg5) Db6 15.Lh3 voorkomt stukverlies Pdf6 16. Pxf6 Pxf6 17. Pc3 geeft onnodig pion weg Dxb2 18. Tb1 Da3 19. Txb7 Tf7 (Tb8!) 20.Tb3 Dc5 21. De3 als wit de dames kan ruilen staat hij beter Dc7 22. Db6 e4 23. Dc6 Tc8 24. 0-0 Dxc6 25. dxc6 Txc6 26. Tfb1 h6 27. Lxf6 Lxf6 28. Pxe4 (..fxe4 29. Le6) Le5 29. Pd2 Txc2 30. Pf3 Ta2? wit wint nu met Pxe5 31 .Lg2? Lf6 32. Ph2 wit verliest het voordeel (Tb6 ) Kg7 33. Ld5 Te7 34. Tb4 Td2 het staat volkomen gelijk t/m zet 50. 35.Lc4 a5 36.Tb7 Td4 37.Txe7 Lxe7 38. Lb5 h5 39. Pf3 (Kg2!) Tf4 40.Kg2 h4 41. Td1 Tg4+ 42.Kf1 h3 43. Td3 Lf6 44. Ph2 Th4 45. Kg1 Ld4 46. Tf3 Kf6 47. Pf1 Le5 48. Pf3 Kg5 49. Kh1 Kf6 50. Pc4 g5 Carlsen begint aardappels af te gieten 51. Pxa5 g4 52. Td3 f4 53. Pc4 Th7 de computer deelt mee: white is winning 54. Pxe5 dxe5 55. a5 ook niet goed (Td6+!) Tc7? (e4!) 56. Ta3 Tc1+ zinloze zet 57. Kh2 Tc2 58. a6 Txf2+ 59. Kh1 g3 60 .a7 Td2 61. Ta1 1-0 Over en weer dus dramatisch . En dat op dit niveau!

Probleem 2523: tweezet van Petkov.

Probleem 2521: 1.Pf6!

Johan Hut

Heldenteam Eindhoven viel uiteen

Mocht Charlois Europoort dit seizoen kampioen van Nederland worden (de ploeg staat bovenaan), dan zullen er ongetwijfeld mensen zijn die zeggen dat dat voor het eerst is. De ploeg heeft immers jarenlang in lagere klassen gespeeld. In Rotterdam weten ze natuurlijk beter, namelijk dat de club ook in 1969 en 1973 kampioen was. Bekendste spelers waren Leo Kerkhoff en Cor van Wijgerden.

In 1977 begon de hegemonie van Volmac Rotterdam, waarbij ik vorige week vergat te vermelden dat Eindhoven die in 1984 heel verrassend voor een jaar onderbrak. Het team werd voor 25.000 gulden per jaar gesponsord door een softwarebedrijf, maar speelde toch gewoon helemaal met Brabanders en Limburgers. Rotterdam vreesde alleen Watergraafsmeer en het opkomende De Variant (Breda), maar Eindhoven stond in de eindstand maar liefst vijf punten voor op de nummer twee.

De ploeg bestond naast routinier Frans Kuijpers vooral uit jongemannen van rond de 25. Wat is er van hen geworden? Herman Grooten is nog volop actief, hij speelt bij De Stukkenjagers (Tilburg), is jeugdtrainer en schrijft over schaken. Gerard Welling speelt nog toernooien en volgt het schaken op de voet. Rudy Douven, die in 1988 verrassend kampioen van Nederland werd, is helemaal met schaken gestopt. Van Frans Cuijpers en Peter Egmond hoor je ook nooit meer iets. Kopman Peter Scheeren heeft ook heel lang niet meer geschaakt. Een paar jaar geleden wilde zijn zoontje opeens schaken, want dat deed een vriendje ook. Vader Scheeren was verrast, leerde zijn zoon er wat fijne kneepjes bij en bracht hem naar een club, Messemaker 1847 in Gouda. Daar vielen ze achterover van verbazing. Peter Scheeren, in 1984 tweede op het individuele Nederlands kampioenschap, bleek in hun stad te wonen en kwam vragen of zijn zoontje lid mocht worden. Inmiddels speelt vader Scheeren zelf ook weer in de KNSB-competitie, aan het eerste bord van Messemaker in de tweede klasse.

Weinigen van het historische kampioensteam bleven het schaken dus trouw. Johan van Mil bleef dat wel, maar hij overleed in 2008 op 49-jarige leeftijd. Van Mil nam vier keer deel aan het Nederlands kampioenschap, met een vierde plaats in 1991 als beste prestatie. Als je zijn oude makkers vraagt naar een partij, dan zeggen ze unaniem: niet een uit het kampioensjaar, maar de overwinning uit 1976 op Bram van Dijk.

Van Dijk-Van Mil

1.Pf3 Pf6 2.g3 b5 3.e3 b4 4.a3 Lb7 5.axb4 e5 6.c3

Hiermee wil wit de door zwart geofferde pion behouden, maar hij krijgt een enorm probleem op zijn witte velden. Wit legt daar met zijn volgende zet de vinger op.

6…e4 7.Pd4 h5 8.h3 a5

Een tweede pionoffer, dat wit het beste met de toren zou kunnen aannemen. Hij kan hier echter nog niet bevroeden wat voor heldenrol de toren van a8 gaat spelen. Niet vreemd dat hij liever meteen een prachtige pion op a6 zet.

9.bxa5 c5 10.Pb3 Ta6

Deze toren mag wit niet nemen, dat voelt hij wel. Stel dat zwart zijn loper via a6 ook nog op d3 neerzet, dan is wit volledig lamgelegd.

11.Lg2 h4 12.g4 Pxg4

Dit moet de beslissende klap zijn. Jammer dat Van Dijk er niet op ingaat, al ziet 13.hxg4 h3 14.Txh3 Txh3 15.Lxh3 Dh4 16.Lg2 Tf6 17.De2 La6 er beroerd uit. Wit zou dus 14.Lf1 moeten spelen. Dan staat hij een stuk en een pion voor, maar zijn stukken op de damevleugel kunnen zich nauwelijks bewegen.

13.d3 Pxf2

Tja, nu moet wit het paard wel nemen en gaat hij er hard af.

14.Kxf2 Dc7 15.Kg1 Tg6 16.d4 Txg2+

Wit geeft het op. Na 17.Kxg2 Dg3+ 18.Kf1 La6+ wordt hij mat gezet.

Rini Kuijf

Voor beginners A6674

Hoe wint wit aan zet?

Voor gevorderden B6674

Wit aan zet moet erdoorheen beuken, maar hoe?

Henk Prins

De sleutelzetten van de zes schaakproblemen uit het puzzelblad dat in december bij de krant verscheen, zijn in de voorgaande schaakrubrieken nader toegelicht. Deze sleutelzetten worden nu op een leeg bord geplaatst . De zwarte koning dient op d4 te komen en er dient nog een wit paard op e4 toegevoegd te worden en een zwarte loper op f4.

De gemaakte stelling is een tweezet van de Nederlandse FIDE-meester Cornelis Groeneveld (zie diagram). Groeneveld behaalde er in 1956 een eerste prijs mee in het tijdschrift Schach.

Het probleem is niet zo eenvoudig op te lossen. Zetten als 1. Dxf4 of het paard spelen op e4 leidt tot pat. Wit moet wel een antwoord kunnen geven op de sterke zetten van de zwarte loper, die twee toren s kan slaan. De sleutelzet 1. Pb2! mag zeer verrassend genoemd worden. Wit geeft zomaar twee vluchtvelden aan de zwarte koning, veld e3 en e5 en de koning kan zomaar twee maal een toren nemen. De sleutelzet is dus een dubbel torenoffer, en die torens kunnen ook nog eens door de loper genomen worden. Na de sleutelzet dreigt er helemaal niets. Zwart gaat ten onder doordat hij gedwongen is een zet te doen. We noemen dit een tempoprobleem. Willen we zeker weten dat 1. Pb2 de juiste oplossing is van het probleem dan moeten we alle zwarte zetten nagaan of dit tot mat leidt. Slaat zwart met de koning op de vluchtvelden dan zien we op 1. …Kxe3 het mat 2. Df2 en op 1. …Kxe5 2. Df6 mat. Als de zwarte loper de torens slaat dan zien we na 1. …Lxe3 dat de zwarte loper veld e3 voor zijn koning ontoegankelijk maakt, het gevolg is dat wit mat geeft met 2. Td5. Evenzo komt na 1. …Lxe5 2. Td3 mat, omdat de zwarte loper veld e5 blokkeert. Blokkering is een bekend begrip in zowel wedstrijd-, probleem- als eindspelschaak. Mooi is ook de zwarte variant 1. …Lg5 schaak 2. Pxg5 mat, waarbij de batterij Dh4-Kd4 in werking gaat. Deze batterij wordt ook gebruikt voor 1. …Lg3 2. Dxg3 mat en ook voor 1. …Lh6 2. Pg5 mat en 1. …Lh2 2. Pg3 mat. Na genoemde zetten van de zwarte loper zien we dat de torens elkaar dekken, zodat automatisch de beide zwarte vluchtvelden gedekt zijn.

Van de goede inzendingen zijn drie prijzen in de vorm van schaakboeken verloot. De gelukkigen zijn: P. Dekker, P. Lievense en E. Veldhuizen. Gefeliciteerd!

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.