Reinderman gedeeld eerste met Ikonnikov in Dieren

De laatste ronde van het Open Kampioenschap in Dieren heeft twee winnaars opgeleverd. De grootmeesters Dimitri Reinderman en Vyacheslav Ikonnikov zijn samen met 7 uit 9 op de eerste plaats geëindigd. Op basis van meer weerstandspunten ging de titel van Open Kampioen naar de speler die daar ook het meest recht op had. Reinderman stelde met een remise in gewonnen stelling tegen Jorden van Foreest de plaatsing voor het echte NK in Amsterdam van het volgende jaar veilig. Hij gaf remise op het moment dat zijn belangrijkste concurrent voor deze kwalificatieplek, Erwin l’Ami, in een puntendeling berustte tegen de Iraniër Elshan Moradiabadi.

Dimitri Reinderman, weliswaar gedeeld eerste met Ikonnikov maar toch de Open Kampioen van Nederland

De gedeelde eerste plaats voor Reinderman was in mijn ogen volkomen verdiend. Tot en met ronde zes had hij het toernooi gedomineerd. Maar toen moest hij met zwart tegen Erwin l’Ami en die slaagde erin om hem in een avontuurlijke partij te overmeesteren.

Daar maakten sommigen zich nog vrolijk over n.a.v. mijn verslag na de zesde ronde. Als ik een voorspelling deed ten faveure van de koploper, kreeg die het daarna moeilijk (tenminste dat gebeurde met Harmen Jonkman in het Science Park toernooi in Amsterdam).

Ineens hadden twee spelers in het achtervolgende peloton hem teruggehaald. Het was ook meteen een unicum volgens persvoorlichter Peter Boel. Want hij schreef dat voor het eerst drie Nederlandse spelers samen aan de leiding gingen in Dieren. De Amsterdamse grootmeester bleek niet voor één gat gevangen. Hij speelde een ijzersterke partij tegen Daan Brandenburg en zag ondertussen dat zijn concurrent l’Ami slecht tot verloren was komen te staan. Die behaalde uiteindelijk nog een halfje. In de laatste ronde kon de Woerdenaar nog op gelijke hoogte komen als Reinderman niet zou winnen van Jorden van Foreest.

Maar Moradiabadi kwam al vrij snel vrij comfortabel te staan, terwijl Reinderman richting een overwinning stevende tegen Van Foreest. Toen l’Ami berustte in een puntendeling, vond Reinderman het zelf ook wel mooi geweest.

Hij liet een zetherhaling toe in een vrijwel gewonnen stelling om in elk geval de plaatsing voor het NK (als beste Nederlander) veilig te stellen. De enige die hem nu nog kon inhalen was Ikonnikov die op papier de makkelijkste loting had. Zijn tegenstander Ivo Maris sputterde echter flink tegen en de Rus moest uiterst behoedzaam manoeuvreren om inderdaad een vol punt te kunnen laten noteren.

De eindstand aan kop na negen ronden:

OPVALLENDE FRAGMENTEN

Al deze fragmenten via de viewer:

L’Ami, Erwin – Reinderman, Dimitri

Ik heb bij de analyse van deze partij dankbaar gebruik gemaakt van de aantekeningen die Peter Boel optekende n.a.v. de analyse tussen de beide spelers.

1. d4 d6 2. e4 Pf6 3. Pc3 e5

Van Reinderman is bekend dat hij graag de Philidorverdediging tegen 1. e4 speelt. Via een slinkse volgorde is hij nu in een 1. e4-opening gekomen.

4. dxe5

L’Ami heeft zich de laatste jaren gemanifesteerd als een eindspelkenner. Vandaar dat hij zich vrijwillig inlaat op een middenspel zonder dames. Reinderman zal ook niet ontevreden zijn, omdat hij eerder dit toernooi tegen Ikonnikov een plusremise behaalde.

4…dxe5 5. Dxd8+ Kxd8 6. Lc4 Lb4 7. Ld2 Ke7 8. a3 Ld6 9. Lg5 Le6 10. Pd5+ Lxd5 11. Lxd5 c6 12. La2 h6 13. Lxf6+ Kxf6

14. h4

Na de analyse gaf l’Ami aan dat hij beter 14. Td1 had kunnen spelen. Er werd 14…Td8 aangegeven en dan pas [Ik denk overigens dat ook 14…Ke7 mogelijk is omdat 15. Lxf7 hooguit een fractie beter is voor wit na 15…Lxa3 16. bxa3 Kxf7 17. Pf3 Ke6 18. Ph4] 15. h4 hetgeen inderdaad wat beter is voor wit.

14…Pa6 15. Th3 Ke7 16. Tg3 Thg8 17. O-O-O Tad8 18. h5 Pc5 19. Te1 Pe6 20. Pf3 Lc5!?

Reinderman laat pion e5 even in de steek en dat geeft l’Ami de gelegenheid er een interessant kwaliteitsoffer tegenaan te gooien.

21. Tf1 Pf4

22. Pxe5!?

Dat was de consequentie van de vorige zetten.

22…Ld6!?

Goed gezien van de zwartspeler. Minder goed is 22…Pe2+ 23. Kb1 Pxg3 24. fxg3 omdat het nu veel lastiger wordt voor zwart. Bijvoorbeeld 24…f6 25. Pg6+ Kd6 26. Lxg8 Txg8 27. Td1+ Kc7 28. Ph4 (zie analysediagram)

en wit heeft een pionnetje buitgemaakt maar beschikt vooral over het goede paard tegen de slechte loper.

23. Pxf7 Pe2+ 24. Kd1 Pxg3 25. fxg3

Een lastig moment. De witte stukken staan actief en de torens van zwart kunnen niet goed in actie komen.

25…Tgf8

Dit antwoord krijgt van Peter Boel een vraagteken maar hier lijkt me op zich niet zoveel mis mee. Behalve het feit dat de torens niet actief kunnen worden, lijkt me dat de stelling in evenwicht is. Als Reinderman voor de remise had willen gaan, kon hij nu een eindspel met ongelijke lopers bereiken: 25…Lxg3+ 26. Pxd8 Txd8+ 27. Ke2 Tf8 en ondanks de pion achterstand zal hij remise kunnen bereiken als de torens van het bord gaan.

26. Ke2 Td7 27. e5 Lb8 28. c3 b5

Een mooi plan. Zwart bereidt … Tb7 voor waarna hij met … a7-a5 en … b5-b4 tegenspel kan zoeken.

29. e6 Tb7 30. g4 a5 31. Lb3 a4 32. La2 c5 33. Ld5 Tb6 34. Kd3 b4

35. Kc2

L’Ami verklaarde na afloop door een gebrek aan tijd niet helemaal doeltreffend te spelen.

Omdat hij later naar c4 gaat met de koning, rijst de vraag of hij niet meteen 35. Kc4 kon spelen. Na 35…bxa3 36. bxa3 kan zwart waarschijnlijk het best verder gaan met gepointeerde 36…Le5!? Desondanks zie ik nog een paar mogelijkheden voor wit, bijvoorbeeld met [Op 36…Tb2 komt wit met het plan 37. Tf5 gevolgd door g4-g5.] 37. g5 hxg5 38. Tf3 [38. Tf5 Lf4 39. h6 g6 40. Txf4 gxf4 41. h7 Tbb8 is vermoedelijk remise.]

35…Lc7 36. Tf5 Lh2 37. Kd3 bxa3 38. bxa3 Tb2 39. Kc4 Te2 40. Kd3

Vooral niet 40. Kxc5? vanwege 40…Tc8+! 41. Kb4 Tb2+ 42. Kxa4 Tc7 en wit verliest materiaal om mat te voorkomen.

40…Te1

Tijdcontrole gehaald en de balans kon opgemaakt worden. Zwart heeft zich geschikt verdedigd en remise ligt nog altijd in het verschiet. Maar l’Ami is een die-hard die graag doorvecht om te zien of hij de tegenstander in het verre eindspel omver kan krijgen.

41. Kc4 Te3 42. g5

Dit is het plan waar hij al een tijdje op zit te vlassen.

42…hxg5 43. Txg5 Tg3

Dit is opnieuw de optimale verdediging. Zwarts taak is bepaald niet eenvoudig. Ik heb een tijdje zitten turen naar 43…Txe6? om duidelijkheid te verschaffen. Maar na 44. Lxe6 Kxe6 45. Txg7 Txf7 46. Txf7 Kxf7 47. Kxc5 worden wits pionnen te sterk. De loper en de koning kunnen niet alles tegelijk afstoppen.

44. Txg3 Lxg3 45. Kb5

Wits beste kans. Zijn a-pion wordt een factor van betekenis. L’Ami heeft uitstekend ingeschat dat zwart meer last van zijn c-pion heeft dan profijt.

Na 45. Kxc5 antwoordt zwart het best met 45…Tc8+! [Het eindspel met ongelijke lopers verliest na 45…Txf7 46. exf7 Ld6+ 47. Kb5 Lxa3 48. Kxa4] 46. Kb4 Le1

45…Tb8+?!

Wellicht is dit schaakje het begin van de ellende voor Reinderman.

Met het oog daarop had Reinderman dat nare pionnetje beter weg kunnen geven. Na 45…c4 46. Kxa4 [46. Kxc4 Tc8+ 47. Kb4 Le1 is remise.] 46…Le1 47. Kb4 Tb8+ 48. Kxc4 Tc8+ 49. Kb5 Lxc3 en ook hier moet zwart het kunnen keepen.

46. Kxa4

De oppervlakkige toeschouwer kan zich afvragen waarom wit met een kwaliteit minder (weliswaar tegen twee pionnen) de hele tijd op winst speelt. Het antwoord is duidelijk: de witte stukken staan zeer dominant en zijn twee vrijpionnen (e6 en a3) zijn van groot belang. De zwarte loper doet niet veel en met een toren alleen kan zwart ook niet veel uitrichten.

46…Lf4?!

Ook nu kwam het pionoffer met 46…c4 in aanmerking hoewel het nu beduidend minder is: 47. Lxc4 Le1 48. h6 gxh6 49. Pxh6 Lxc3 50. Pf5+ Kf6 51. e7! is een erg lastig eindspel voor zwart om te houden.

Een soortgelijk spelverloop als in de partij ontstaat in de variant na 46…Tb6 47. c4 [47. Ka5 Lc7] 47…Ke8 48. Ph8!

47. c4!

Verstevigt de positie van Ld5 en legt pion c5 op de verkeerde kleur vast, waardoor de loper niet zo goed kan helpen op de damevleugel. Wit beoogt om zijn a-pion tot gelding te gaan brengen.

47…Tb6 48. Ph8!?

Een interessante manier om het paard een nieuwe rol te geven. Zelf verwachtte ik tijdens de partij 48. g4 en dat lijkt mij ook heel sterk, zelfs na een zet als 48…Lc1 om te proberen pion a3 onschadelijk te maken. Wit antwoordt sterk met 49. Ka5 Tb3 50. a4 Ld2+ 51. Ka6 Tb4 en nu is de a-pion inderdaad het kind van de rekening. Maar wit heeft 52. a5 Ta4 53. Pe5 Txa5+ 54. Kb6 en wit heeft goede vooruitzichten.

48…Lg5 49. Ka5 Tb3 Wellicht was direct 49…Tb8 een betere poging.

50. a4 Tb8 51. Pg6+ Kd6 52. Ka6

Voetje voor voetje loopt wit naar voren.

52…Tb1 53. a5

Nu is er geen verdedigingsplan meer voor zwart. Als hij niets doet, brengt wit zijn pion naar a7 en ondertussen kan wit ook nog ergens gebruik maken van zijn e-pion. Dat gebeurt ook in de partij.

53…Ta1

54. e7! Lxe7 55. Pxe7 Kxe7 56. Lc6 Kd8 57. Kb6

En zwart gaf het op. De witte a-pion beslist de strijd. Een mogelijke winstvoering zou zo kunnen gaan: 57. Kb6 Tb1+ 58. Lb5 Kc8 59. a6 Kb8 60. a7+ Ka8 61. g4 en op een gegeven moment moet de toren de penning over de b-lijn opgeven waarna Lc6# volgt.

1-0

Reinderman, Dimitri – Brandenburg, Daan

De opening is voor zwart niet zo goed verlopen. Brandenburg zit verlegen om een goed speelplan. De druk op de damevleugel is gigantisch. Het doet denken aan een soort Catalaans waarin de loper op g2 superieur is aan die van c8, die maar niet ontwikkeld kan worden.

15…h6 16. Pd2

Het paard deed inderdaad niet veel op b3 en wordt nu omgespeeld naar het mooie veld d6. Logischer lijkt mij 16. f4 om zwart in de tang te houden.

16…Pd7?!

Was dit het moment voor 16…Tb8 om te proberen toch iets te doen aan zijn ontwikkeling. Ik denk inderdaad dat het kan na 17. Lxa7 Ta8 18. Lc5 Txa2 19. Kb1 [19. La3 Ta1+ 20. Pb1 e5 is een fractie beter voor wit.] 19…Ta6 en hoewel wit nog altijd een fors voordeel heeft, doet zwart in elk geval weer mee.

17. La3 Pf6 18. Pc4

18…a5

Zwart beoogt de toren via de zijkant in het spel te brengen, waar dat blijkt niet te werken.

Want ook 18…Tb8 is geen oplossing meer. Wit kan kiezen uit 19. Pd6 in beide gevallen met groot voordeel. [of 19. Pe5]

19. Pd6 Lxd6 20. Lxd6 Ta6

Als hij gedacht heeft zo de toren in het spel te brengen, komt hij nu bedrogen uit.

21. Lf1! Ta8

22. Le5!

Weer heel sterk. De dreiging Lb5 valt nauwelijks te pareren.

22…b6 23. Lb5 Tf8

24. Td6

Wit gaat voor de pionnen op de damevleugel. Thematisch zou nu 24. Lc6 Ta7 25. Ld6 zijn. Na 25…Td8 26. Lb8! moet zwart grof materiaal inleveren.

24…La6 25. Txb6 Lxb5 26. Txb5 Pd5

27. a4!

Legt a5 vast op de kleur van de loper.

27…Tfc8 28. b3 f6 29. Lb2 Pc7 Ook 29…Pb4 bood geen soelaas. 30. Te2 Kf7 31. Tb7+ Kg6 32. Kb1 en ook hier is zwart kansloos op den duur.

30. Tc5 Kf7 31. Lc3

31…Pb5

Origineel bedacht, maar het helpt niet.

32. Txb5 Ook 32. Txc8 Txc8 33. axb5 Txc3 34. Kb2 Tc8 35. c4 is heel overtuigend.

32…Txc3 33. Tb7+ Kg6 34. Txe6

De tweede pion is binnen en daarmee de partij.

34…Tac8 35. Te2 h5 36. Kb2 T8c5 37. Tb5 Kf5 38. Txa5 Txc2+ 39. Txc2 Txa5 40. Ka3 1-0

Van Foreest, Jorden – Haslinger, Stewart G

Nadat zwart niet slecht uit de opening was gekomen, is het voordeel hem toch een beetje ontglipt. Met

25. d4!

grijpt wit het initiatief.

25…Pf4?

Na deze zet raakt hij zonder slag of stoot een centrumpion kwijt. Beter was 25…exd4 maar hij vreesde ongetwijfeld 26. Pxd4 Lf7 27. Pf5 Dd7 28. Le4 hetgeen ook zeer kansrijk is voor wit.

26. dxe5 fxe5 27. Tae3 Lf7

Ook na het relatief betere 27…Ld5 28. Txe5 Tf8 29. Dc2 valt er weinig eer te behalen voor zwart.

28. Txe5

Die speelt elk normaal denkend mens. Wit kon de pion ongemoeid laten en zich meteen storten op de vijandelijke koning. Na 28. Pe4! Dd5 29. Peg5 Lg6 30. Lxg6 Pxg6 31. Pxe5 wit wint de pion onder nog betere omstandigheden en staat hij al vrijwel op winst.

28…Pg6

29. T5e3

Ook nu was 29. Pe4! een killer. Na 29…Dd7 30. Peg5 Te8 [30…Pxe5 31. Lxh7+ Kh8 32. Pxe5 is het al afgelopen.] 31. Lf5 Dd8 32. Pxf7 Kxf7 33. Txe8 kan zwart ophouden.

29…Df4 30. Te4 Dd6 31. Db2 c5 32. La2 Df6 33. Lxf7+ Dxf7 34. h4 Dd5?

Nu heeft wit een mooie slotwending. Als zwart de ongelijke strijd had willen voortzetten had hij hier 34…h6 moeten spelen.

35. Te7! Pxe7 36. Txe7

en Jorden heeft uitstekend gezien dat zwart het zwakke punt g7 niet goed kan dekken.

36…Dd4 37. Pxd4 Txd4 38. Pf3 1-0

Van Foreest, Jorden – Reinderman, Dimitri

De zwartspeler heeft zijn tegenstander met een geïsoleerde pion op d4 opgezadeld. Daar kan hij tegenover zetten dat wit de rokade kwijt is geraakt. De witspeler op zijn beurt heeft een paar pionverzwakkingen rondom de zwarte koning afgedwongen, die ook de rokade heeft moeten prijsgeven. Op het oog lijkt de stelling kansrijk voor wit. Zijn stukken (op Th1 na) staan allemaal actief, zwart moet zijn ontwikkeling nog voltooien en hij kan problemen krijgen rondom zijn koning. Het is evenwel niet zo goed te zien hoe wit zijn voordeel zou moeten vasthouden. Zwart wil graag met … Lf4 de zwartveldige lopers ruilen en dan zou een deel van zijn zorgen weg zijn.

17. De2

Dit verhindert zwarts plan niet, maar het was niet zo makkelijk om iets concreets te bereiken.

17. g3 om de ruil van de zwartveldige lopers via veld f4 te verhinderen en tegelijkertijd Kg2 mogelijk te maken. Dit zou mijn voorkeur niet hebben, omdat er straks misschien een zwarte loper op c6 komt te staan en wit in een vervelende penning terecht kan komen.

17. h4!? verhindert min of meer ook de ruil van de zwartveldige lopers via f4. 17…Pe7! en ook nu houdt zwart stand. [Omdat 17…Lf4 18. Lxf4 Dxf4 slecht is vanwege 19. h5] Een logisch idee is om de druk op e6 te verhogen, maar ook nu blijkt zwart na 17. Db3 Lf4 18. Lxf4 Dxf4 19. d5 exd5 20. Dxd5+ Kg7 toch niet al te veel te vrezen hebben.

17. Dd2 verhindert het plan maar na 17…Ld7 18. h4 Pe7 zie ik toch niet zoveel moeilijkheden voor zwart.

17…Lf4 18. Lxf4 Dxf4 19. Le4 Dd6 20. De3 Pe7 21. h4 Ld7 22. Kg1 Lc6

Zwart heeft zijn ontwikkeling voltooid en heeft veld d5 stevig in handen. De kansen lijken me in evenwicht.

23. g3 Pf5 Petrosian zou hier misschien 23…Lxe4 24. Dxe4 Dd5 hebben gespeeld. Na 25. Df4 Df5 moet wit er toch min of meer aan geloven om de dames te ruilen waarna zwart een iets beter eindspel heeft.

24. Dd3 Tad8 25. h5 Kg7?!

Dit is misschien een klein onnauwkeurigheidje. Waarom niet de druk verlichten met 25…Lxe4 26. Dxe4 Dd5 Ook hier gaat mijn voorkeur naar zwart.

26. hxg6?!

Dit kan het niet zijn.

Wellicht kon wit met 26. Lxc6 bxc6 [26…Dxc6 27. g4 Pe7 28. g5! is gevaarlijk voor zwart.] 27. Kg2 toch wat spel ontwikkelen.

26…hxg6

Al was het alleen maar dat zwart plotseling 26…Pxg3! tot zijn beschikking heeft. Een mogelijk vervolg: 27. Lxc6 [27. fxg3? Dxg3+ 28. Kf1 Lb5 wint voor zwart.] 27…Pxh1 28. Lxb7 Pg3! 29. fxg3 Dxg3+ 30. Kf1 hxg6 is levensgevaarlijk voor wit omdat de zwarte torens dreigen in te grijpen.

27. Txh8 Txh8 28. Kg2 Kf7

Toch maar weer terug om e6 extra dekking te geven.

29. Tc1 Pe7 30. b4

De bedoeling hiervan ontgaat me enigszins. Misschien wilde hij op den duur zijn pionnen op de damevleugel naar voren spelen, maar hij creëert er volgens mij alleen maar zwaktes mee. 30. Lxc6 is de normale zet.

30…Lxe4 31. Dxe4 Dd5

Na deze zet heeft zwart geen problemen meer.

32. Dg4?! Tc8 33. Th1

33…Tc3!

Ineens neemt zwart het over.

34. Th7+ Ke8 35. Df4 f5 36. Db8+ Kd7

De koning staat hier opmerkelijk genoeg heel veilig.

37. Df4 Txa3 38. Tg7 b6

Zwart gaat in alle rust een vrijpion creëren.

39. g4

39…a5 Als zwart had willen winnen, had hij hier profylactisch 39…Tc3! moeten spelen. Daarmee kan hij de wanhoopsdaad van zijn tegenstander pareren.

40. bxa5 bxa5 41. Txe7+

Objectief gezien niets bijzonders maar wit moest toch wat.

41…Kxe7 42. Dc7+

42…Ke8

Schikt zich in de remise, vooral ingegeven door het resultaat op het belendende bord.

Het blijft rommelig na 42…Dd7 43. Dc5+ Dd6 44. Da7+ Ke8 [Vooral niet 44…Kf6?? 45. g5#] 45. Da8+ Dd8 46. Da6! Dd7 47. Pe5 (zie analysediagram)

Ik denk dat als Reinderman had moeten winnen hij nog wel verder zou zijn gegaan met bijvoorbeeld 47…Dd5+ 48. f3 Ta2+ 49. Kg3 Tc2 maar wit blijft tegenspel behouden na bijvoorbeeld 50. Da7

43. Dc8+ Kf7 44. Dc7+ Ke8 1/2-1/2

Ikonnikov, Vyacheslav – Maris, Ivo

Wit staat een pion voor maar er zijn nog de nodige technische problemen.

29…Pb4?

Deze volkomen logische zet kent een fraaie weerlegging, die echter zo onder de oppervlakte ligt dat die beide spelers ontgaan is.

30. a7

Ikonnikov houdt zijn belangrijkste pion in leven, maar hij kon de partij mooi winnen.

Hier was 30. Pe6+! ijzersterk. 30…fxe6 31. dxe6 Pb6 32. Lxa8 Pxa8 33. Ta4 (zie analysediagram)

en zwart moet het paard voor de a-pion geven, wil hij niet verder in het nadeel geraken. 33…Pxa6 [33…Pd5 34. Txg4+ Kf6 35. Tg8 Pdc7 36. Tf8+ Kg5 37. f6! wint voor wit.] 34. Txa6 Pc7 35. Ta7 Kf6 36. f3 Kxf5 37. fxg4+ Kxg4 38. Ta4+ is toch vrijwel winnend.

30…Tc7 31. Ta4 Pd3 32. Pc6 P7e5 33. Ta3 33. Pxe5 Pxe5 34. Tfa1 was ook een mogelijkheid.

33…Pxc6 34. dxc6 Pc5?!

Na deze onnauwkeurigheid stapelen de problemen zich weer op voor zwart. Met 34…Pe5 viel de schade beperkt te houden, hoewel wit dan ook verder kan bouwen aan zijn stelling.

35. Tfa1 Kf6 36. Kg1 Kxf5

Zwart heeft in elk geval zijn pion terug, maar hij moet nu twee witte vrijpionnen in bedwang zien te houden.

37. Ta5 37. f4!?

37…Kf6 38. T1a3 e6 39. Kf1 Ke7 40. Ke2 f5 41. Kd2 e5

Daarmee dreigt zwart … e4 waarna c6 verloren zou gaan.

42. Ld5 Pe4+?

Had meteen verliezend moeten zijn.

43. Kd3

Ook nu vervolgt de Rus zijn langzame en systematische winstplan. Maar 43. Lxe4! fxe4 44. Tb3 Ke6 45. Tb7 Tcc8 46. Ke3 is meteen helemaal uit.

43…Pc5+ Na 43…Pf6 44. Kc4 zal wit het ook wel winnen op den duur.

44. Kc4 Pb7 45. Tb5 Pc5

46. Tb8!

Ikonnikov wikkelt nu knap af.

46…Taxa7 47. Txa7 Txa7 48. Kb5 Pe6

Helpt niet meer, maar er was sowieso geen verdediging. Na een zet als 48…e4 volgt 49. Lc4 gevolgd door Kb6.

49. Tb7+ Pc7+ 50. Kb6 Txb7+ 51. cxb7 Pxd5+ 52. Ka5

De pion gaat naar dame.

1-0

(De foto’s zijn van de toernooisite)

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

7 Reacties

  1. Avatar
    Avdg 30 juli 2015

    Herman, gelukkig is het op het einde toch nog allemaal goed gekomen :)

  2. Avatar
    pieterpriems 31 juli 2015

    Het was niet persoonlijk Herman, de humor betrof het lot. Zoals je kan lachen om iemand die over een bananenschil uitglijd. Natuurlijk is er altijd een ander die de schil heeft weggegooid ;-). Logisch gezien is er geen enkel verband tussen die twee, maar het is wel grappig.

    Bedankt voor je heldere en leerzame analyses.

  3. Avatar
    wimw 31 juli 2015

    Ja, ik wil Herman ook weer graag bedanken voor zijn verhelderende analyses, die voor mij meestal nieuwe inzichten brengen en aanvulling als ik de partij live gevolgd heb.

  4. Avatar
    Jasper Geurink 31 juli 2015

    Prachtig verslag, hr. Grooten. Maar – en hier spreekt de taalpurist helaas weer – is het niet ‘de Iraniër’ ipv ‘de Iranees’ (het is overigens wél ‘de Irakees’)…

  5. Avatar
    HermanGrooten 31 juli 2015

    Ik zou bijna verlegen worden van deze lovende woorden :).

    Het is inderdaad mijn bedoeling om zo instructief mogelijk uitleg te geven omdat veel computervarianten soms onbegrijpelijk zijn voor argeloze toeschouwers.

    @Jasper Geurink: Iraniër is inderdaad de voorkeurspelling, maar ik heb via het internet een regionaal dagblad al betrapt op de andere spelling in een bericht waarin een club een Iraanse voetballer wilde contracteren.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.