Giri blijft staan waar hij staat, Nakamura briljant

In de Verenigde Staten is het toptoernooi om de Sinquefield Cup na een rustdag weer in volle gang verder gegaan. Met op het programma het duel tussen de twee koplopers Levon Aronian en Magnus Carlsen. Die eindigde in een wat teleurstellende remise, maar dat kun je beide spelers moeilijk verwijten. Aronian, die al vaak klop heeft gekregen van de wereldkampioen, was niet genegen om te wijken. Carlsen kon weinig anders dan het gelijk houden van de stelling.

Onze landgenoot Anish Giri (zie foto Frans Peeters) volgde dit voorbeeld tegen Viswanathan Anand. Eventjes gloorde er iets van voordeel, maar Anand had ook geen zin om tegen een zeperd aan te lopen en hij hield zijn tegenstander keurig in bedwang.

Op drie andere borden viel wel het nodige spektakel te beleven. Vooral de fantastische aanvalspartij van Hikaru Nakamura, die met zwart de koning van Wesley So het halve bord over joeg, voordat hij matgezet werd, mocht er wezen.

Maar ook de overwinningen van respectievelijk Maxime Vachier-Lagrave op Veselin Topalov en van Alexander Grischuk op Fabiano Caruana mochten er wezen. De Bulgaar die zo goed begon aan het toernooi staat inmiddels weer op 50%. En Caruana, die vorig jaar zo fenomenaal speelde, blijkt ook maar een mens te zijn.

Gezegd moet worden dat de organisatoren weer hun uiterste best hebben gedaan om het publiek te trakteren op van alles en nog wat. De schaaktechnische commentaren van het duo Yasser Seirawan en Jennifer Shadade wordt regelmatig onderbroken door tussentijdse analyses van Maurice Ashley.

Die staat aan een groot touchscreen scherm waarin hij op geanimeerde analyses van engines op actuele stellingen aan het publiek toont. Daarnaast toont Ashley zich ook een uitstekend interviewer. Diverse gasten schuiven aan op een bank waar hij ze op professionele wijze ondervraagt. Heel opmerkelijk zijn de korte cameramomenten waarin de spelers zelf over hun actuele stelling praten.

De beelden, waarin een speler in zo’n hokje zijn mening over de actuele stelling geeft, gaf bij mij onmiddellijk associaties met de beruchte ‘Big Brother’-programma’s die onze televisie nog altijd teisteren. Voor het schaken is het wel interessant om te zien hoe spelers over hun stelling denken, maar het is ook duidelijk dat de spelers niet het achterste van hun tong willen laten zien.

Maar dat de tijden veranderen lijkt ook duidelijk. Fischer liet tijdens de WK-match in Reykjavik in 1972 nog camera’s verwijderen omdat hij zich niet goed kon concentreren. Tegenwoordig doen de spelers niet moeilijk over het aantal webcams en andere technische hulpmiddelen die er in de toernooizaal zijn aangebracht.

Kwalificatie Giri?

In het toernooi om de Sinquefield Cup staat, behalve het prestige, ook nog de mogelijke kwalificatie van Giri voor het Kandidatentoernooi op het spel. In dat toernooi wordt uiteindelijk de uitdager van de wereldkampioen bepaald. Zoals eerder op deze site al te zien is, houdt Wim der Wijk een blog bij over de stand van zaken. Daar schrijft hij:

“Het eerste ratingticket is vrijwel zeker een prooi voor Topalov. Anand, Caruana en Nakamura hebben zich al gekwalificeerd.”

Iets eerder valt te lezen in dit blog dat met de tussentijdse stand in de Sinquefield Cup, waar zowel Giri als Grischuk aan deelnemen, voorlopig in het voordeel is van Giri. Daar zal zijn overwinning op zijn concurrent in de eerste ronde zeker aan bijgedragen hebben.

Van der Wijk: “Op 1 september is de som van de maandElo’s van Giri 25.087 en van Grischuk 25.082. Dat is niet eens een neuslengte, zou je zelfs kunnen zeggen. Dat brengt het maandgemiddelde op driekwart van het jaar op (afgerond) 2787 voor Giri en 2786 voor Grischuk. De twee G’s gaan nek-aan-nek voor het tweede plaatsbewijs via de ratingroute.”

Op 29 augustus staat de vlag er bij de liveratings als volgt bij:

We zien Giri toch wat hoger staan dan Grischuk, maar het blijft koffiedik kijken of onze landgenoot zich het benodigde ticket mag toe-eigenen.

Analyses

Het publiek staat rijen dik te kijken naar de partijen.

Giri, Anish – Anand, Viswanathan

1. d4 d5 2. Pf3 Pf6 3. c4 c6 4. e3

In deze stelling worden er diverse zetten gespeeld. Met de voortzetting die Anand kiest, krijgt wit het loperpaar in handen.

4…Lg4 5. h3 Lh5 6. g4 Lg6 7. Pe5

Zo wint wit het loperpaar.

7…Pbd7 8. Pxg6 hxg6

Daar staat tegenover dat wit de ‘lelijke’ pionzet g2-g4 heeft gespeeld.

9. Lg2 e6 Je moet je als witspeler altijd afvragen wat er gebeurt als zwart pion c4 van het bord neemt. 9…dxc4 Vermoedelijk is 10. Pd2 het meest adequate antwoord.

10. Pd2

Op 10. g5 antwoordt zwart met 10…Pe4 11. h4 Pd6! waarna het paard op het mooie veld f5 de nieuw gevormde zwakte op h4 kan bestoken.

10…g5

Zo wil Anand een eventeel g4-g5 voorkomen. 10…Ld6 is vaker gespeeld, onder ander door Jorden van Foreest in zijn partij tegen Chkhaidze van dit jaar.

11. O-O Le7

Deze bescheiden loperzet is een nieuwtje. Ook in deze stelling ligt het meer voor de hand om de loper naar d6 te ontwikkelen. Het kwam ook voor in Lintchevski-Matlakov, 2015. 11…Ld6

12. Te1 Pf8 13. e4

Wil wit iets aan zijn lopers hebben, dient hij de stelling te openen. Hiermee maakt wit een begin.

13…Pxe4 14. Pxe4 dxe4 15. Txe4 Pg6 16. Le3 O-O

17. d5!?

Giri gaat voort op het thema om de lopers nog meer ruim baan te geven.

17…cxd5 18. cxd5 e5

Anand weigert daaraan mee te werken. Hij wil graag de witveldige loper inperken en tevens meer grip op de zwarte velden behouden. De vraag was natuurlijk wat er zou volgen na 18…Dxd5 19. Dxd5 exd5 (zie analysediagram)

maar nu heeft wit 20. Ta4! Hij wint dan in elk geval een pion terug, waarna hij de stelling krijgt die hem voor ogen stond: een open stelling waarin het loperpaar een macht kan worden.

19. Dd2 a5 20. d6 Na de partij gaf Giri 20. a3 om de spanning niet zo snel op te heffen. Maar het is mij niet duidelijk hoe wit zijn loperpaar wil gaan benutten. Zwart kan vermoedelijk zelfs een pion offeren met 20…Dd6!? 21. Lxg5 Lxg5 22. Dxg5 Tae8 omdat wit nu een slechte loper op g2 heeft en zwart met zijn paard over de verzwakte zwarte velden in het witte kamp enorme compensatie krijgt.

20…Dxd6 21. Dxd6 Lxd6

22. Lxg5

De ruil lijkt in elk geval in wits voordeel te werken, de lopers van wit zijn beide weer verbeterd. Toch blijft zwart heel solide staan en valt er voor wit weinig eer te behalen. In analyses kwam 22. Td1 Le7 en nu misschien 23. Tc4!? als idee naar voren. Na 23…b5 24. Tc7 Tfd8 25. Tdc1 Ta6 26. Tb7 b4 27. Le4 Lf6 28. Tcc7 heeft wit een gevaarlijk initiatief.

22…Tac8

Dreigt … Tc2.

23. Te2 b6 24. Td1 Lc5

Wit heeft de twee lopers in een open stelling maar het wordt duidelijk dat zwart met het bezit van veld f4 genoeg terug kan doen.

25. Le4 Pf4

Het paard moet genomen worden en de aanwezigheid van de ongelijke lopers garanderen zwart remise.

26. Lxf4 exf4 27. Kg2 Tfd8 28. Ted2 Txd2 29. Txd2 g5 30. Td7 Te8 31. Kf3 Te7

Giri vond het wel goed zo; hij blijft met plus één alle uitzichten houden op meer.

32. Txe7 1/2-1/2

So, Wesley – Nakamura, Hikaru

1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 Lg7 4. e4 d6 5. Pf3 O-O 6. Le2 e5 7. O-O Pc6 8. d5 Pe7 9. Pe1 Pd7 10. f3 f5 11. Le3 f4 12. Lf2 g5 13. Pd3 Pg6 14. c5 Pf6 15. Tc1 Tf7

16. Kh1

Dit profylactische zetje is van de laatste tijd, hoewel het in 1968 al door Teschner werd gespeeld. De vroegere theorie ging verder met 16. cxd6 cxd6 17. Pb5

16…h5 17. cxd6 cxd6 18. Pb5 a6 19. Pa3 b5 20. Tc6

So staat bekend om zijn openingskennis. Tot dit moment had hij zijn zetten in blitztempo gespeeld. Toch werd deze torenzet bekritiseerd tijdens de analyse.

20…g4 21. Dc2 Df8 22. Tc1 Ld7

23. Tc7?

Deze zet, toren naar de zevende rij ziet er oppervlakkig gezien, normaal uit. Toch doet de toren daar niet veel. In het commentaar na afloop liet Giri zich nogal cynisch ontvallen dat als de toren op ergens anders zou staan hij de toren op c6 zou offeren! Met die wetenschap is bijvoorbeeld 23. Pb4! een goede zet. Na 23…Lxc6?! 24. dxc6 zou wit zelfs in het voordeel komen.

23…Lh6

Zwart staat nu klaar voor de ‘standaardwending’ … g4-g3, hxg3 fxg3, Lxg3 h4 gevolgd door … Ph5 met een geweldig initiatief voor zwart. Uiteraard kende So dit soort wendingen en daarom probeert hij zwarts dreiging met tempo uit de stelling te halen.

24. Le1 h4 25. fxg4

So ziet zich genoodzaakt om de pion te nemen. Aan de commentaartafel van Seirawan en Shadade werd 25. Pb1 voorgesteld, maar vrijwel onmiddellijk weggelachen. Als het daarvan moet komen, zei Seirawan, deugt de hele opzet niet. En inderdaad, na 25…h3! krijgt zwart heel snel een gevaarlijke aanval.

25…f3

Uiteraard, zult u zeggen, zwart wint een kwaliteit terug op c1. Maar het Konings-Indisch blijkt veel geheimen te bevatten. Pure aanvalsspelers als Kasparov en tegenwoordig ook Nakamura zijn als een vis in het water in dit type stellingen. De zwartspeler heeft heel andere bedoelingen dan het winnen van een ‘armzalige’ kwaliteit. Zelf keek ik naar 25…Pxe4 maar dan zou wit met 26. Lf3 Pg5 27. Pf2! de stelling onder controle krijgen.

26. gxf3

26…Pxe4!

Dit was zijn idee!

27. Td1?

Hier staat de toren tactisch verkeerd, maar het was al erg lastig voor wit om er iets van te maken.

Gezien de eerdere aantekeningen (waarin wit op veld c6 een kwaliteit kon offeren) brengt ons op het idee om met 27. Txd7 het gevaarlijke zwarte aanvalsstuk van het bord te nemen. Echter na 27…Txf3! slaat zwart wederom door de witte koningsstelling heen. De varianten hierna zijn misschien voor een mens nauwelijks te bevatten. Zou Nakamura [Niet 27…Txd7?! 28. fxe4 <groot voordeel voor wit> en wit heeft zelfs groot voordeel na 28…Lxc1 29. Dxc1] 28. Lxf3 Dxf3+ 29. Dg2 Dxd3 30. Td1 (zie analysediagram)

nu de fantastische mogelijkheid 30…Ld2!! hebben gevonden. Na afloop liet hij weten zoiets inderdaad niet te hebben kunnen berekenen. Wel gaf hij aan dat hij met een andere zet in het voordeel zou zijn gekomen. [30…h3! en inderdaad na 31. Txd3 hxg2+ 32. Kg1 Pc5 trekt zwart vermoedelijk ook aan het langste eind.] 31. Lxd2 Pf4 (zie analysediagram)

Ondanks zijn enorme materiële achterstand wint zwart in alle varianten. Een paar voorbeelden: 32. Df1 (zie analysediagram)

Ondanks zijn materiële achterstand zijn de dame en de twee paarden sterk genoeg om het pleit in zwarts voordeel te beslechten.

[32. Le1 en nu moet zwart 32…Pf2+! vinden. (32…Dxd1?? 33. Dxe4) 33. Lxf2 Dxd1+ 34. Dg1 Df3+]

32…Pf2+! Wederom fraai. 33. Dxf2 De4+ 34. Kg1 Ph3+ 35. Kf1 Pxf2 36. Kxf2 Materieel gezien is wit er niet slecht vanaf gekomen, maar na 36…Tf8+ 37. Kg1 Dxg4+ 38. Kh1 Dxd1+ verliest hij toch hebben en houwen en wordt ook nog snel matgezet.

Wit kon proberen met 27. Pf2 op de been te blijven maar zwart zou na 27…Pxf2+ 28. Lxf2 Lxc1 29. Dxg6+ Tg7 30. De4 Lxb2 ook een zeer voordelige stelling hebben overgehouden.

27. Pc5! dxc5 28. Txd7 Txd7 29. Dxe4 Lxc1 30. Dxg6+ Tg7-+

is nu uit den boze wegens 27. fxe4 Tf1+ 28. Kg2 [28. Lxf1?? Dxf1#] 28…Le3 en nu gaat 29. Lxf1 h3+! 30. Kxh3 Df3+! 31. Lg3 Lxg4# snel mat.

27…Txf3!

Wederom deze fraaie wending.

28. Txd7

Er is geen verdediging meer, maar gelukkig voert So deze zet uit zodat we nu een schitterende klopjacht op de witte koning krijgen te zien.

Het is niet zo moeilijk te zien dat 28. Lxf3 Dxf3+ 29. Dg2 Lxg4 wint voor zwart. [Er zit nog wel een addertje onder het gras want 29…Dxd1 30. Dxe4 is niet geweldig voor zwart.]

28…Tf1+! 29. Kg2

29…Le3!?

Deze zet speelde een rol in diverse andere varianten, vandaar dat Nakamura zich hier op inliet. Objectief gezien was 29…h3+! de juiste zet. 30. Kxh3 gevolgd door 30…Tf2!! hetgeen ook heel prachtig zou zijn geweest. 31. Lxf2 Dxf2 32. Pxf2 Pf4+ 33. Kh4 Lg5# (zie analysediagram)

30. Lg3

Hij wilde de strijd nog even voortzetten. De matbeelden na 30. h3 Pf4+! zijn weer niet van de lucht: 31. Kh2 Pxd3 32. Dxd3 Df4+ 33. Kg2 Tg1#

30…hxg3 31. Txf1 Ph4+ 32. Kh3 Dh6

Wit staat inmiddels een volle toren voor, maar met zoveel stukken rondom de witte koning kan het einde natuurlijk niet lang uitblijven.

33. g5 Pxg5+

De witte koning wordt als een magneet naar voren getrokken.

34. Kg4

Zwart heeft het voor het uitkiezen, maar Nakamura kiest telkens de meest efficiënte weg naar de winst. Het viel me op dat hij de laatste zetten bijzonder snel op het bord bracht, tot het einde toe.

Uiteraard faalt 34. Kxg3 op 34…Pf5+! 35. Kg2 [35. Txf5 Dh3#] 35…Dh3+ 36. Kh1 Pg3#

34…Phf3! 35. Pf2

35. Lxf3 Dh3#

35. Kf5 Pd4+ 36. Kg4 Dh3#

35…Dh4+ 36. Kf5 Tf8+ 37. Kg6

37…Tf6+!

Ook dit offertje schudde hij zo uit zijn mouw!

38. Kxf6 Pe4+ 39. Kg6 39. Kf5 Pd4+ 40. Kg6 Dg5#

39…Dg5# 0-1

(Op de eerste foto van Frans Peeters na zijn de andere gemaakt van snapshots van de live-uitzending)

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

12 Reacties

  1. Avatar
    Johan Hut 30 augustus 2015

    Als de ratings zo blijven als vandaag, worden de gemiddelden per 1 oktober 2788,6 voor Giri en 2785,5 voor Grischuk. Zolang Giri boven Grischuk blijft staan wordt dat verschil iedere maand groter. En die kans is groot, want Grischuk zal niet zo makkelijk 25 punten overbruggen. Als ik het goed zie, gaat het alleen nog om partijen in september, oktober en november.

  2. Avatar
    wimw 30 augustus 2015

    Het blijft spannend tussen Giri en Grischuk. Bij de vorige World Cup in 2103 vlogen ze er beiden in de derde ronde uit. Ze kwamen dus slechts tot de laatste 32. Het is afwachten wie zich het sterkst verbetert, want we moeten aannemen dat ze in deze World Cup van 2015 een stuk verder kunnen komen.

  3. Avatar
    arjo1982 30 augustus 2015

    Ergens zou het best grappig zijn als Giri zich gewoon via de World Cup plaatst voor het Kandidatentoernooi en wij dus met z’n allen maanden voor niets hebben zitten discussiëren, rekenen en hopen… 😉

  4. Avatar
    wimw 31 augustus 2015

    Het is knap zoals Giri tegen de wereldtoppers met remises stand houdt, maar in de World Cup moet je daarbij ook nog 50% van de partijen winnen. Anders ben je aangewezen op rapid of blitz partijen en daar ging het in 2013 mis in de derde ronde.

  5. Avatar
    Lucas 31 augustus 2015

    Ik heb liever Grischuk dan Giri in het kandidatentoernooi. Het speltype van Grischuk is voor mij veel aantrekkelijker en interessanter dan dat van Giri. Ook in dit toernooi is dat weer goed zichtbaar. De partijen van Giri worden nauwelijks besproken door de commentatoren wegens saaiheid en de haast onvermijdelijke puntendeling.

  6. Avatar
    wimw 31 augustus 2015

    Ik vond dat Giri zich knap verdedigde tegen Nakamura, maar langzamerhand worden het weer te veel vlakke, vrij saaie op remise uitdraaiende partijen.

    Mogelijk is hij daarin ook beïnvloed door zijn trainer GM Tukmakov, die 14 keer meedeed met het Sovjet kampioenschap, maar het nooit won. Wel werd Tukmakov tweemaal tweede in 1970 en 1983. Doch zijn totaal-resultaat in die kampioenschappen was maar ongeveer 50%.

  7. Avatar
    Richard Vedder 31 augustus 2015

    Als Giri WK-aspiraties heeft zal hij in het kandidatentoernooi meer voor de winst moeten gaan. Ik heb goede hoop dat zijn partijen dan aantrekkelijker zijn. Dat hij nu bezig is zijn voorsprong ten opzichte van Grischuk in dat ratingklassement te consolideren neem ik hem niet kwalijk. Er is genoeg te beleven in dat toernooi!

    Ik heb liever Giri dan Grischuk omdat ik hoop en verwacht dat het schaken in Nederland een enorme opkikker krijgt als een landgenoot zich weer met de strijd om de wereldtitel bemoeit.

  8. Avatar
    Lucas 31 augustus 2015

    De zevende ronde op zondag liet weer eens duidelijk het verschil zien tussen Giri en Grischuk. Met zwart is het spel van Giri van meet af aan gericht op het bereiken van een remise. Hij gebruikt hiervoor met name twee instrumenten. Ten eerste het zoveel mogelijk ruilen van materiaal. Ten tweede het streven naar symmetrische pionnenstructuren. Na slechts 33 zetten was het alweer gedaan; Topalov vond zo’n extra rustdag blijkbaar ook prima.

    Grischuk is meer een vechter. Tegen de wereldkampioen blijft hij vanuit de Siciliaanse verdediging strijden tot de laatste seconde. Uiteindelijk krijgt hij Carlsen in 66 zetten eronder. Een prachtig gevecht.

  9. Avatar
    wimw 31 augustus 2015

    Grischuk speelt wisselvalliger dan Giri, maar zijn partijen zijn o.h.a. wel spannender. In de kandidatenmatches van 2011 schakelde hij achtereenvolgens Aronian en Kramnik uit, alvorens van Gelfand te verliezen in de finale.

    In deze vorm hoort Aronian echt in het kandidatentoernooi thuis. Van mij mag hij, als die vorm zo blijft, de aanwijsplek [wild card] krijgen.

  10. Avatar
    Aard 31 augustus 2015

    Opvallend is dat het correspondentieschaak de remisedood sterft (d.w.z. het aantal remises blijft toenemen, maar het blijft leuk om te doen!), terwijl in de top van het "gewone" schaak het remisepercentage juist af lijkt te nemen.

  11. Avatar
    Dimitri 31 augustus 2015

    Wim, Grischuk speelde met wit tegen Aronian en Kramnik remises in 22, 17, 16 en 25 zetten, om vervolgens met rapid of snelschaken toe te slaan. Beetje zoals sommige voetbalteams op 0-0 spelen om met strafschoppen te winnen.

  12. Avatar
    wimw 31 augustus 2015

    Bedankt Dimitri. Ik wist wel dat er tijdens die kandidatenmatches van 2011 veel doodsaaie remises waren, maar was even kwijt dat Grischuk daar een groot aandeel in had. Als dat weer het geval zou zijn in het kandidatentoernooi van 2016, dan zie ik natuurlijk liever Giri geplaatst.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.