Wij presenteren….

Bron: Fries Dagblad.

Als boezemvrienden deelden we lief en leed, portemonnee en vriendenschare, reisden de wereld af en gebruikten de studentenkamer in Amsterdam als uitvalsbasis en enig rustpunt in een hectisch bestaan. We maken een sprong van zo’n veertig jaar naar 2010, springen over mislukte en vaste relaties, kinderen, grote successen en diepe teleurstellingen en nog zo wat, en komen terecht in de huiskamer van grootmeester Jan Timman, ooit de nummer twee op de wereldranglijst, in Arnhem.

Het was weer zo’n spaarzame schaakdag, die we een, twee keer per jaar houden, het restant van ons samenleven. We laten elkaar dan partijen zien en bekijken studies, dat zijn gecomponeerde stellingen met vaak artistieke oplossingen. Dit keer was ook Yochanan Afek erbij, een van de slechts zeven levende grootmeesters in eindspelstudies.

,,Zijn er wel eens boeken gemaakt over één stuk?” vroegen we ons af. Nee, geen boeken. Natuurlijk is de eeuwenoude geschiedenis van het schaakspel beschreven in encyclopedieën en komen er wekelijks nieuwe boeken bij over openingen, middenspel en eindspel, maar de ontwikkeling van ieder schaakstuk afzonderlijk was kennelijk niet interessant genoeg.

Zo zou je ook elf boeken kunnen schrijven over alle afzonderlijke posities van een voetbalteam, het zijn tenslotte andere taken, andere karakters, andere functies. Yochanan en ik voelden wel iets voor zo’n project en zo ontstond de serie Wij presenteren … Ieder jaar één boek en na De pion (2010), De toren (2011), Het paard (2012), De loper (2013), De koningin (2014), verscheen vorige week De koning. De missie is volbracht, het project is ten einde, meer stukken

zijn er niet.

De ontstaansgeschiedenis van de schaaksport begint in 4000 voor Christus. Natuurlijk is dat een oervorm van ons huidige spel: de enige criteria zijn dat het spel op een bord gespeeld moet worden, met verschillende stukken met een eigen choreografie en dat er een koning is. Nota bene ten tijde van onze serie, op 19 augustus 2013, verscheen

een bericht in het Britse tijdschrift New Scientist met als kop ‘Mogelijk oudste bordspel ter reld opgegraven’. Het betrof een spel van meer dan 5000 jaar oud waarvan 49 stukken waren gevonden door onderzoekers van de Egeuniversiteit,

in resten van een blootgelegde nederzetting bij de berg Basur Höjükin de buurt van de stad Siirt in Turkije.

Sommige spelstukken stelden varkens, honden of piramides voor en ronde tokens van witte schelpen, belegd met zwarte stenen. Ook vonden ze dobbelstenen. Hoofdonderzoeker Haluk Saglamtimur wordt geciteerd: ,,Ik vermoed dat de speelstukken deel uitmaakten van een ingewikkeld spel dat op schaken leek.”

Precies! Betere ondersteuning dan vanuit wetenschappelijke hoek konden wij niet hebben. En dat van die dobbelstenen klopt ook helemaal met de informatie vanuit schaakhistorische hoek, want tot de vroege middeleeuwen bepaalde de dobbelsteen met welk stuk gespeeld diende te worden. Door te dobbelen was schaken een geluksspel en dus de duivel verzoeken en daarom verboden door De Kerk. In 1254 deed koning Lodewijk IX (de Heilige) er nog een schepje bovenop door al zijn onderdanen het schaken te verbieden.

De schaaksport heeft door de eeuwen heen meerdere aanvallen te verduren gehad. In landen waar het katholieke geloof werd aangehangen was de promotie van pion tot koningin onverteerbaar. Dat zou inhouden dat je negen dames zou kunnen

hebben, veelwijverij, een verderfelijke gedachte. In landen waar de Islam werd aangehangen had men geen bezwaar tegen meer vrouwen, maar wel tegen de fraai uitgesneden gezichten van alle stukken. Men wilde geen menselijke afbeeldingen. Dat was de introductie van de abstracte stukken waarmee we nu nog steeds spelen. De laatste aanval kwam van de computer. Ook die aanval is afgeslagen, want inmiddels is de computer een trouwe secondant voor schakers van ieder niveau.

De pion

Eind 2010 kwam De pion uit. Hier zoomen we, na die algemene geschiedenis, in op de ontwikkeling van het stuk pion. Omdat het schaakspel van oorsprong afgeleid was van oorlog voeren, vertegenwoordigde de pion de soldaat. Alle acht pionnen hadden een eigen figuur en stonden dus altijd op dezelfde plek, bijvoorbeeld de voetsoldaat voor de koning was een boogschutter, de soldaat voor de koningin was de trompetter en de pionnen voor de lopers waren de vaandeldrager

en de lansdrager. Toen het spel veranderde van oorlogsspel naar een hoofs spel, in de loop van de middeleeuwen,

veranderden de pionnen in ambachtslieden: de koningspion werd een koopman, koninginpion werd een arts en de loperpionnen werden notaris en herbergier.

De toren

De toren stond symbool voor de strijdwagen met twee wielen voortgetrokken door een paard. Toen het spel naar Rusland kwam, met zijn waterrijke gebieden had men niet veel op met wielen en werd het toren-stuk afgebeeld door een boot

en in Arabische landen werd de toren afgebeeld door een kameel: het schip van de woestijn. Van al die verschillende uitingsvormen zijn fraaie houten, gouden, ivoren of stenen exemplaren bewaard gebleven.

Pas in de middeleeuwen wordt de toren een vesting met kantelen, zoals de ommuurde karavanserai (rustplaats voor kamelen) in het huidige Turkije.

Het paard

Het schaakstuk paard is er altijd geweest omdat de cavalerie een belangrijk onderdeel was van ieder leger. Het paard is in zijn choreografie nooit veranderd: één recht, één schuin. Het is het enige stuk dat daadwerkelijk kan springen en tegelijkertijd acht verschillende stukken kan aanvallen of verdedigen. Het schaakpaard is een gedomesticeerd,

bereden paard en een eerste domesticatiehaard wordt gesitueerd rond 3500 voor Christus in Zuid-Oekraïne. In verre voorlopers van het schaakspel daarvoor was er dus geen paardstuk. Later kreeg het paard grote betekenis voor mens en

maatschappij om te reizen, het land te bewerken of als lastdier en later als statussymbool.

De loper

De loper heeft als schaakstuk een enorme ontwikkeling doorgemaakt: olifant, oude wijze, bisschop, nar of

raadsheer en loper. In de oervormen was de loper een zwak stuk dat met kleine stappen maar op zes velden

van het bord kon komen. Op een veiling in 2011 werd het manuscript Innocent morality uit 1265 voor 12.000 euro verkocht, hierin vindt men een beschrijving van het schaakspel. Men moet de rol van de nar niet onderschatten: hij was de enige die de koning zonder direct onthoofd te worden kon wijzen op de dwaasheid van oorlogen en het gebrek aan begrip voor de ware belangen van het volk.

De koningin

Bij de directe voorloper van het schaakspel, chaturanga geheten zo rond het jaar 500, bestond er geen schaakstuk koningin. Men speelde toen met vier spelers op een bord van acht bij acht en alle spelers hadden vier pionnen, een koning,een loper, een paard en een toren. Omdat twee van die vier legers werden samengevoegd werd het probleem

van twee koningen opgelost door het stuk de generaal te introduceren. Een zwak stuk, slechts de handlanger van de koning. Tussen 1000-1500 was dit stuk in het ene land mannelijk en in het andere land vrouwelijk. De metamorfose

van onze koningin had niet grotesker kunnen zijn: van niets naar uiterst zwak, als transseksueel dolend door de middeleeuwen om tenslotte als sterkste schaakstuk te eindigen.

De koning

De koning is het belangrijkste stuk: het mag niet geslagen worden. Alle materiële waarden vervagen als de koning mat gezet wordt en ook bij pat, als er geen enkele legale zet uitgevoerd kan worden, maakt het niet uit wat er verder op het bord staat, de strijd eindigt in remise. Door pat en mat, zaken waar de koning altijd bij betrokken is, ontstijgt

het schaakspel andere spelen. De koning is op de meest kunstzinnige wijzen uitgebeeld. De monnik Jacobus Cessolis (1250-1322) beschrijft: ‘De koning heeft de vorm van een vorst, gezeten op een troon met een purperen gewaad en een kroon op het hoofd, met een scepter in de rechterhand en een ronde bol, de gouden appel, in de linkerhand’

Lees verder (pdf)

2 Reacties

  1. Avatar
    brabo 17 december 2015

    "Zijn er wel eens boeken gemaakt over één stuk?” vroegen we ons af. Nee, geen boeken."

    Heel toevallig was ik gisteren bij het voorbereiden van een blogartikel aan het snuisteren in mijn archief en vond ik de boeken: "De Dame" en "De Koning" terug, gepubliceerd in 1992 door Jules Welling en Peewee van Voorthuijsen. Het zijn de enige 2 die ik bezit dus ik ben niet zeker of hij ook over de andere stukken een boek heeft geschreven.

    www.catawiki.nl/catalogus/boeken/boekenreeksen/beter-schaken/2928437-de-koning

    De boekjes bevatten allerlei curiositeiten uit de praktijk, composities,… Het was een ideale inleiding tot de fascinerende schaakwereld.

    Of de nieuwe serie ook interessant is voor een FM die al meer dan 20 jaar meedraait in de schaakwereld, daarvoor moet ik eerst eens een boekje kunnen doorbladeren.

  2. Avatar
    HaBo 18 december 2015

    "Of de nieuwe serie ook interessant is voor een FM die al meer dan 20jaar meedraait’.

    Beste Brabo, koop een boekje uit de serie, maakt niet uit welke van de zes sinds 2010, en je wordt zonder twijfel een IM.

    aanmoedigende groet, Hans Bohm

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.