Giri in de media (1): Te hoog gespannen verwachtingen

Het gaat in Nederland best goed met de aandacht voor schaken in de media. De Tata-uitstapjes naar Amsterdam en Utrecht leverden veel publiciteit op en nu, aan de vooravond van het WK-kandidatentoernooi, krijgt Anish Giri alle aandacht. Hij kwam zelfs bij het populaire tv-programma De Wereld Draait door. Met de presentatie van Matthijs van Nieuwkerk was niet iedere deskundige gelukkig. De toch al zo hijgerige presentator stapte wel heel snel over het kandidatentoernooi heen richting WK-match tegen Magnus Carlsen.

In Trouw stond vandaag (donderdag) een mooi artikel van sportredacteur Jan-Cees Butter, die enkele Nederlandse schakers om commentaar had gevraagd. Van Nieuwkerk had al vrij snel gezegd: “Ik weet wel dat er eerst een kandidatentoernooi komt, maar laten we even doen alsof je al tegen Carlsen zit.” Om vervolgens Giri’s kansen in die match te bespreken. Loek van Wely: “Vanuit sportpsychologie was die uitzending echt heel slecht. Want als iemand nog iets te bewijzen heeft, is het Anish wel. Nu wordt er een enorme druk op hem gelegd. Dat lijkt me niet goed.”

Het was Hans Böhm ook opgevallen: “In die uitzending heerste hetzelfde hijgerige verwachtingspatroon als rond het Nederlands voetbalelftal op grote toernooien. Whisful thinking ga je verwarren met een reële analyse. Als Giri tweede wordt, heeft hij een fantastisch toernooi gespeeld, maar hij heeft er niets aan.”

Van Wely wijst, zoals velen, op het idee dat Giri meer risico’s in zijn spel zou moeten leggen. Böhm wijst er echter op dat Giri na zijn verhuizingen naar Japan en vervolgens naar Nederland met zijn huwelijk op 21-jarige leeftijd voor rust en zekerheid kiest en dat dat karakter ook zijn schaakstijl bepaalt: “Om je karakter te wijzigen en iets meer risico in je spel te leggen, terwijl je dat van nature niet gewend bent, is natuurlijk niet zo makkelijk. Meestal is dat een heel proces voor een schaker.”

(Jan Timman in Wageningen. Foto: Zhaoqin Peng.)

Jan Timman is het niet helemaal eens met die veelgehoorde kritiek, zegt hij tegen de redacteur van Trouw. “Het kan ook heel goed zijn om niet te verliezen. Giri zou zowel scherpe openingen moeten kunnen spelen als solide naar een remise toewerken.”

Timman pleit voor een andere opzet van het wereldkampioenschap. Hij had liever Carlsen er in Moskou bij gezien en dan een finalematch tussen de nummers een en twee. Carlsen heeft zich daar ook al eens positief over uitgelaten.

Giri heeft zich voorbereid op sportcentrum Papendal, waar hij veel door de bossen wandelde en veel rustte. “Slapen is erg belangrijk”, zegt Timman. Maar heeft Timman zelf zijn grote successen altijd behaald terwijl hij in goede lichamelijke conditie was?

Dat stelde Hans Ree aan de orde in NRC-next, waarin hij ook verwees naar de voorbereiding op Papendal: “Oudere schaakliefhebbers huiverden even, want ze dachten aan Jan Timman, die zich lang geleden een keer op een belangrijk toernooi had voorbereid met zware lichamelijke inspanningen in de frisse Friese boslucht. Hij blaakte van energie en verloor de ene partij na de andere.” Bij Giri ging het, zo bleek uit zijn praatje bij DWDD, gelukkig meer om de boslucht dan om de lichamelijke inspanning. Ree: “Giri maakte in het televisieprogramma gelukkig niet de indruk dat hij al te hard de zweep over zichzelf had gelegd.”

Ree wijst er, net als velen, op dat Giri wel ereplaatsen in toernooien behaalt, maar te veel remises speelt om het toernooi te winnen. “De vroegere wereldkampioen Tigran Petrosian begon een kandidatentoernooi steeds met de gedachte dat hij het, als hij geen partij zou verliezen, vanzelf zou winnen. Dat ging op in een tijd dat die toernooien 28 ronden hadden. Nu zijn het er maar 14, en dan is soliditeit niet genoeg.”

Een tweede plaats is niets, schrijft Ree. In sportief opzicht ben ik dat met hem eens. Maar de velen die dat zeggen, vergeten één ding. De nummer acht gaat met 17.000 euro naar huis, de nummer twee met 88.000 euro. Noem dat maar niets.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.