Schaakrubrieken weekend 2 september 2017

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.

Hans Ree Gert Ligterink Hans Böhm Bab Wilders Johan Hut Rini Kuijf Henk Prins

Hans Ree

Hou Yifans meesterstuk

In 1929 was de politieke correctheid nog niet uitgevonden en zo kon Hans Kmoch in het boek over het toernooi van Karlsbad 1929 schrijven dat hij van tevoren had beloofd dat hij voortaan als balletmeisje op zou treden als de wereldkampioene Vera Menchik daar meer dan drie punten uit haar 21 partijen zou halen. Menchik behaalde precies drie punten, dus de belofte had geen gevolgen. Een groot verlies voor het ballet zal dat niet zijn geweest. De begaafde Oostenrijkse schaakschrijver Kmoch werd later secretaris van Max Euwe en hielp hem met zijn publicaties. Euwe zelf was wel politiek correct en kwam altijd met een statistische verklaring als hem werd gevraagd waarom vrouwen minder sterk schaakten dan mannen.

Met een goedmoedig grapje over verre volkeren hadden ze vroeger ook geen probleem. Toen in 1968 op het FIDE-congres in Lugano werd gesproken over een tweede zone voor Oost-Azië en Oceanië, zei de Engelse afgevaardigde Harry Golombek OBE dat ze net zo goed pinguins en ijsberen konden laten schaken. Golombek wilde als kind van Poolse immigranten Engelser zijn dan Engels, wat ook lukte. Dat OBE achter zijn naam staat voor Order of the British Empire. Balletmeisjes, pinguïns en ijsberen, dat durft bijna niemand meer in de schaakwereld, tenminste niet op schrift.

In augustus won de Chinese Hou Yifan, de beste vrouwelijke schaker, een zeer sterk toernooi in Biel. Ze is 23 jaar en al zo vaak wereldkampioen bij de vrouwen geweest dat ze daar niet meer aan meedoet. Terechte felicitaties alom kreeg ze na die overwinning. Sterker nog, ze werd geprezen alsof ze Wondervrouw zelf was. Toch was er op een internetforum iemand die schreef dat Hou blij mocht zijn dan ze een vrouw was, omdat mannen met haar rating (ze is 74ste van de wereld) veel minder mooie uitnodigingen krijgen. Die waaghals kreeg de wind van voren en werd een onnozele seksist genoemd.

Rafael Vaganian-Hou Yifan, Biel 2017

1. d4 Pf6 2. Pf3 e6 3. e3 b6 4. Ld3 Lb7 5. 0-0 d5 6. b3 Ld6 7. Lb2 0-0 8. Pe5 c5 9. De2 Pc6 10. a3 Tc8 11. Pd2 Pe7 12. Tad1 Dc7 13. c4 Pe4 14. cxd5 Pxd2 15. Txd2 Lxd5 16. Dh5 Een vlucht naar voren. Wit had problemen met de dekking van zijn pionnen op a3 en b3. 16…f5 16…g6 oogt lelijk, maar na 17. Dh6 Lxe5 18. dxe5 Lxb3 heeft wit waarschijnlijk niet genoeg voor zijn pion. 17. Pc4 cxd4 18. Lxd4 Pg6 19. Pxd6 Dxd6 20. b4 Voor de hand liggend, maar beter was eerst 20. La6.

20…Lxg2 Sterk en ingewikkelder dan het op het eerste gezicht lijkt. 21. Kxg2 Dxd4 22. Dxg6 Na 22. exd4 Pf4+ 23. Kf3 Pxh5 of 22. Dxf5 Txf5 23. exd4 Pf4+ 24. Kh1 Tff8 is het eindspel slecht voor wit. 22…Dd5+ 23. e4 fxe4 24. Dxe4 24. Lxe4 komt ongeveer op hetzelfde neer en de verrassende computerzet 24. La6 redt wit na 24…hxg6 25. Txd5 exd5 26. Lxc8 Txc8 waarschijnlijk ook niet. 24…Dg5+ Dit vorkje is de pointe van zwarts combinatie. 25. Kh1 Dxd2 26. Dxh7+ Kf7 27. Dg6+ Ke7 28. Dxg7+ Tf7 29. Dd4 Df4 30. Dxf4 Wit moet ingaan op een verloren eindspel, want na 30. Le4 Th7 moet hij de dame geven. 30…Txf4 31. f3 Td4 32. Le4 Td2 33. Tg1 Tc3 Wit gaf op.

Gert Ligterink

De charme van een knock-outtoernooi

Het heeft lang geduurd voordat knock-outtoernooien de waardering kregen die ze verdienen. In de periode 1992-1995 bleken tijdens de eerste experimenten in Tilburg en Wijk aan Zee vooral de nadelen. Het publiek was gewend tijdens schaaktoernooien Timman en Karpov aan het werk te zien. Het verloor de interesse als de favorieten na enkele ronden waren uitgeschakeld en mindere goden om de prijzen speelden. Het knock-outtoernooi leek in 1995 een geruisloze dood te sterven na een mislukte Hoogovenseditie met een finale tussen de Russen Barejev en Drejev, waarnaar niemand omkeek. Maar kort daarna werd de formule overgenomen door de in crisis verkerende wereldschaakbond.

Nadat Kasparov in 1993 de FIDE de rug had toegekeerd en de wereldtitel in eigen beheer had genomen, organiseerde de bond tussen 1997 en 2004 vijfmaal zijn eigen WK in knock-outformaat. Omdat, behalve Kasparov en zijn opvolger Kramnik, alle spelers van naam meededen, waren die toernooien de moeite van het volgen waard. Maar het publiek accepteerde niet dat de wereldtitel de hoofdprijs was. Toernooiwinnaars als Khalifman, Ponomarjov en Kasimdzjanov kregen lof voor hun prestaties, maar geen erkenning als wereldkampioen. Pas nadat alle schakers zich herenigd hadden onder de vlag van de FIDE en het kandidatentoernooi en de WK-match in ere waren hersteld, werd de charme van de knock-outformule zonder bedenkingen erkend. Aan het tweejaarlijkse World Cup-toernooi doet iedereen mee en belangrijker dan roem of geld zijn de toegangsbewijzen tot het kandidatentoernooi voor de twee finalisten.

Zondag begint in Tbilisi de eerste World Cup-ronde, waarin Anish Giri en Benjamin Bok gekoppeld zijn aan respectievelijk de Georgische Dzagnidze en de Rus Artemijev. Twee jaar geleden bereikte Giri in Bakoe de halve finale, waarin hij werd geëlimineerd door Svidler. Uit dat toernooi komt een onberispelijke overwinning op Leko.

Giri – Leko Bakoe, World Cup 2015

1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. g3 d5 4. Lg2 Le7 5. Pf3 0-0 6. 0-0 dxc4 7. Dc2 a6 8. a4 Ld7 9. Dxc4 Lc6 10. Lg5 Ld5 11. Dc2 Le4 12. Dd1 c5 13. dxc5 Lxc5 14. Pbd2 Lc6 15. Pe5 Lxg2 16. Kxg2 Le7 17. Tc1 Pbd7 18. Pxd7 Dxd7 19. Pf3 Dxd1 20. Tfxd1 Tfc8 21. Pe5 h6 22. Ld2 Td8 23. Pd3 Tdc8 24. f4 Kf8 25. Kf3 Pd7 26. Le3 Ke8 27. Ld4 Lf6 28. Lxf6 Pxf6 29. Pe5 Ke7 30. e4 Txc1 31. Txc1 Pe8 32. Pd3 a5 33. Tc5

33 … Kd6? Volgens de aantekeningen van Giri in het tijdschrift New in Chess is 33 … Td8! 34. Ke3 b6 sterker. 34. Tc3! Ta6 Na 34 … Ke7 volgt 35. Tb3 en na 34 … Tb8 is 35. Pe5 sterk.
35. e5+ Ke7 36. Pc5 Tb6 37. Td3! Txb2 38. Td7+ Kf8 39. Pxb7 Met als belangrijkste dreiging 40. Pd8.
39 … Tb3+ 40. Kg4 Tb4 41. Pd8 Kg8 42. Te7 f5+ 43. Kh5 Kh7 44. Txe8 Tb2
Nog twee ‘enige’ zetten is wit verwijderd van de winst. 45. h3 Th2 46. Kh4
Zwart geeft op.

Hans Böhm

Kasparov

In 2005 stopte Gary Kasparov met schaken. Hij had als 22-jarige wereldkampioen met vaste hand twintig jaren lang geregeerd, werd en wordt gezien als één van de beste spelers aller tijden, maar zijn inspiratie raakte op. Daar zijn wel meer wereldkampioenen op stuk gelopen. In de afgelopen twaalf jaar wilde hij president worden van zowel de wereldschaakbond FIDE als van Rusland. Maar hij schaakt weer! Nog niet het serieuze werk want hij deed mee in een rapid en snelschaaktoernooi. Wel tussen de allerbesten van wie hij als 54-jarige de vader had kunnen zijn. We concentreren ons op Kasparov bij het rapid, een half uur per speler per partij.

Tegen Sergei Karjakin, de laatste uitdager van wereldkampioen Carlsen, werd het evenwicht nergens verbroken. Tegen Hikaru Nakamura, nummer zeven op de wereldranglijst, had Kasparov het lange tijd moeilijk maar hij hield stand. In de derde partij op de eerste speeldag gebruikte Kasparov het voordeel van wit om regelrecht op remise af te koersen tegen de beste speler van Cuba en nummer 24 op de wereldranglijst Leinier Dominguez. “Ik moet nog even mijn ritme vinden, morgen speel ik agressiever” keek Kasparov terug. Hij was de enige speler die regelmatig zes, zeven, acht minuten nadacht over een zet. In de vierde partij werd Levon Aronian, al jaren een topvijf speler, vanuit de opening overspeeld en dat voordeel werd mooi uitgebouwd.

L. Aronian – G. Kasparov, na 39.Kd3-d4
Zwart kan de kroon op het werk zetten met 39…Pb3+ want de koning kan niet naar de damevleugel, 40.Kc4 Pd2+ 41.Kc5 Kg4, en 40.Ke3 b5 loopt ook slecht af. De partij ging verder met 39…Pd7 40.Pe4 Kg4? 41.h3+! Kxh3 42.Pxg5+ en toch weer remise.

De Russische grootmeester Ian Nepomniatchi, nummer 15 op de Elo-lijst, had het moeilijk in de opening, vocht zich met origineel spel terug in de strijd en toen stond het zo:

G. Kasparov – I. Nepomniatchi, na 32…f5-f4
Nu moet wit oppassen. Met 33.Txe8 Txe8 34.Lf7 dreigt wit Th1 dus moet zwart verder gaan met 34…Te1 35.Txe1 Lxe1 en dan is de remisemarge groot. Met weinig tijd blundert Kasparov 33.Th1 Dg5 34.Txe8 Txe8 35.Lf7 Te3! Dat is het grote verschil. Het is gelijk uit. 36.fxe3 Dxg3+ 37.Kf1 f3 wit geeft op.

In de zesde ronde een rustige remise met ex-wereldkampioen Viswanathan Anand. Toen kwam de grote klap. Met indrukwekkend spel werd David Navarra, nummer 26 op de wereldranglijst, volkomen weggespeeld.

G. Kasparov – D. Navarra, na 33…Ke7-e8 Wit staat totaal gewonnen: 34.e6 h3 35.c6 Tc1+ 36.Kd4 Txc6 37.Ke5 Tc8 38.a4 en zwart heeft geen zinnige zetten. Wat volgde was een drama.34.Pd3?? Te3 35.Kd2 Th3 36.c6 Txh2+ 37.Ke3?? (37.Kc3 Th1 38.e6 fxe6 39.Pf4 wint nog steeds) Tc2 38.e6 h3 39.Pb4? (maakt het zichzelf moeilijk 39.Pf4 h2 40.Ta8+ Ke7 41.Th8 houdt makkelijk remise) f4+ 40.Kd4 h2 41.Ta8+ Ke7 42.Th8 Td2+ 43.Kc5 Le4 44.c7 Lb7 45.Kb6 Lc8 46.Txc8 h1D 47.Te8+ Kxe8 48.c8D+ Kxe7 49.Pc6+??, geeft zelfs de partij weg, 49.Dc5+ Kxe6 50.Dc8+ Td7 51.De8+ is nog steeds remise, Dxc6+! 50.Dxc6 Td6 en wit gaf op. Zo’n partij is een legitieme reden om met schaken te stoppen. In de volgende partij tegen Liem Le, wereldkampioen snelschaken 2013, had Kasparov na 17 zetten nog 3 minuten. Hij won door een blunder van Le. In de slotpartij verloor Kasparov door tijdnood van Fabiano Caruana.

Eindstand 1.Aronian 6 2.Nakamura, Caruana 5,5 4.Nepomniatchi 5 5.Dominguez 4,5 6.Le, Karjakin 4 8.Anand, Navarra, Kasparov 3,5

Bab Wilders

Het Chess Puzzle Book 2016 van de heren Sebastian en Soleidis was wellicht bedoeld voor op de camping maar kan uiteraard op vele plekken gebruikt worden, bijvoorbeeld de altijd rumoerige stiltecoupé of vlak voor het slapen gaan: met veel voldoening de ogen sluiten omdat er weer een probleem is opgelost. Daar staat natuurlijk tegenover … het boek is gevuld met tactische partijstellingen maar ook eindspelen die goed doorgerekend moeten worden. Thema’s zijn bijvoorbeeld de partijen van Anna Muzychuk of de Schaakolympiade. Winnen met Isolani is ook interessant want behalve amuseren willen de auteurs ook leren. Na ieder hoofdstuk volgen solutions maar Engels in (schaak)boeken kan geen probleem meer zijn sinds de Engelse les al in groep 3 begint. De prijs van het boek is € 26,50 en het verscheen bij Thinkers Publishing, net als het tweede boek in deze rubriek: Mastering Complex Endgames van de heren Mikhalchishin en Stetsko (€ 28,95). Het wil de clubspeler nog wel eens gebeuren dat hij vol vertrouwen vanuit het middenspel naar een eindspel afwikkelt dat totaal verloren is. Vooral bij pionneneindspelen komt dit voor, vandaar dat het boek daar aandacht voor heeft. Maar eigenlijk alle bekende thema’s en vragen komen voorbij zoals gelijke en ongelijke lopers, belang van de open lijn, is het loperpaar altijd sterker dan het paardenpaar? Maar ook de geïsoleerde pion kan een probleem vormen en een eindspel dame tegen twee stukken is ook niet zomaar te winnen. Kortom, een uitstekend leerboek. Enige komkommertijd terug was er nogal wat opgeklopte opwinding over jongens en/of meisjes, vrouwenvoetbal en transgendertoiletten, leidend tot vele onzinnige discussies. Daarop inhakend: Alexander Morozevich (Russisch kampioen en soms dicht bij de wereldtitel)-Hou Yifan (bij de dames wereldkampioen) 1.Pf3 Pf6 2.g3 d5 3.Lg2 e6 4.0-0 Le7 5.d3 0-0 6.Pbd2 c5 7.e4 Pc6 8.Te1 Dc7 9.c3 b6 10.e5 Pd7 11.De2 a5 12.Pf1 a4 13.Lf4 Lb7 14.h4 Tfc8 15.Pe3 Dd8 16.h5 b5 er is nog weinig opwindends gebeurd maar nu besluit wit tot een onduidelijk offer: 17.Pxd5 exd 18.e6 Pf8 19.exf7† Kxf7 20.h6 Lf6 21.Pb2 Pe7 nog steeds heeft wit onvoldoende compensatie 22.Lh3 Tc6 23.Pg4 Peg6 24.Ld2 d4 25.hxg7 Kxg7 (beter Lxg7) 26.Df3? (na Pxf6 Txf6 27.Dh5 Dd5 stond wit ook slecht, nu verloren) 26..Tb6 ook dit is niet het sterkste, beter 26..Lg5 Maar goed, wit staat nog steeds op verlies 27.Df5 Dd5 28.Lh6† Kf7 29. Dxd5† Lxd5 30.Pxf6 Txf6 wit mist nog steeds zijn stuk 31.cxd Ph4 32.gxh Txf6 33.Te5 Td8 34.Tf5† Tf6 35.dxc Pg6 36.c6 zinloos gespartel Lxc6 37.Tc1 Td6 en eindelijk 0-1. De pionnen van wit compenseren nog steeds het stuk niet, ze gaan trouwens verloren. In het kader van de genderdiscussie: zou Morozevich tegen een mannelijke grootmeester ook dat offer gebracht hebben of eerder hebben opgegeven? Dat is nu zo’n zinloze vraag want de sterkte van Hou is bij alle heren bekend en ze heeft al menige mannelijke scalp veroverd. Dus …
Probleem 2646 is een driezet van Fossum:

Johan Hut

Kasparov kan gewoon nog prima mee

Er werd naartoe geleefd als naar een sensatie: Garry Kasparov zou weer gaan schaken. In Saint Louis nam hij deel aan een toernooi met rapid- en snelschaakpartijen tegen negen van de sterkste schakers van dit moment. Zelf was hij tot twaalf jaar geleden twintig jaar lang onaantastbaar.Wie gehoopt had dat Kasparov zijn tegenstanders opeens weer allemaal zou vernederen, kwam bedrogen uit. Het kon ook niet, twaalf jaar is te lang. Al moeten we niet denken dat de Rus de ontwikkelingen niet heeft gevolgd, ongetwijfeld heeft hij dat wel. Maar wedstrijdritme en leeftijd spelen een grote rol. Zijn 54 jaar steken scherp af tegen de twintigers en dertigers in de huidige wereldtop. Al houdt Vishy Anand het met zijn 47 jaar wel nog steeds vol, maar hij is altijd blijven spelen.
Van de rapidpartijen (25 minuten per persoon) won Kasparov er een, verloor hij er drie en speelde hij vijf remise. Daarna kwamen de snelschaakpartijen (5 minuten per persoon): vier gewonnen, vier verloren en tien remises. Alles bij elkaar net iets onder de vijftig procent dus. De commentaren waren eensluidend. Kasparov miste kansen, had een gebrek aan scherpte en verloor zelfs van Navara vanuit een gewonnen stelling. Ook de verklaringen waren eensluidend. Tijdens de rapidpartijen dacht Kasparov te lang na, waarna hij eerder in tijdnood kwam dan zijn tegenstanders. Bij het snelschaak was dat verschil er niet, omdat beide spelers steeds vanaf het begin in tijdnood waren. Te lang nadenken, het heeft alles te maken met die twee facetten: leeftijd en wedstrijdritme.
Moeten we nu teleurgesteld zijn? Nee hoor. Kijk even verder, kijk eens goed wat Kasparov gedaan heeft. Na twaalf jaar afwezigheid doet hij nog steeds goed mee tussen de allersterksten van de wereld. Hij steekt er alleen niet boven uit. Maar dat mag je ook niet verwachten bij zijn eerste optreden. Er zit gewoon meer in en met z’n allen mogen we hopen dat hij dat ook weer gaat proberen.
Een leuk snelschaakpotje was het volgende.

Dominguez Perez-Navara

1.e4 c6 2.d4 d5 3.e5 c5 4.dxc5 Pc6 5.f4 e6 6.Le3 d4 7.Lf2 Lxc5 8.Pd2 Pge7 9.a3 Pd5 10.Pe4 Da5+ 11.b4
Het spektakel kan beginnen. 11…Pcxb4 12.axb4 Dxb4+ 13.Dd2 Db2 14.Dc1 Db4+ 15.Kd1 Wit gaat remise door zetherhaling uit de weg en is dus niet onder de indruk van zwarts stukoffer. 15…Pc3+ 16.Pxc3 dxc3 17.Tb1 Da5 18.Lb5+ Ld7 19.Lxd7+ Kxd7 20.Lxc5 Dxc5 21.Ke2 Met Txb7+ is niets mis, maar wit kiest ervoor zijn andere stukken te ontwikkelen en zijn koning wat veiliger te stellen.
21…Dc4+ 22.Kf2 b5 23.Pf3 a5 24.Td1+ Dat is dan gelukt. Nu is de vraag hoe sterk zwarts pluspionnen zijn.
24…Ke7 25.De3 b4 26.Db6 Tfb8 Nu valt wit binnen op d6, maar het is zwarts enige kans. Na 26…Thd8 27.Txd8 Td8 28.Dxa5 heeft hij helemaal niets voor het stuk. 27.Dd6+ Ke8 28.Td4 Da2

29.Kg3Wit stond al gewonnen, maar nu gaat hij voor gallery play. 29…Dxb1 30.Dd7+ Kf8 31.Pg5 De1+ 32.Kh3 Kg8 33.Dxf7+ Kh8
34.Td7 Tg8 35.Dh5 h6 36.Dg6 Een standaardwending. Zwarts a-pion is reusachtig, maar hij komt uren te laat.
36…De3+ 37.g3 Zwart geeft het op.

Rini Kuijf

Voor beginners A7416
Zwart aan zet, hoe verder?
Voor gevorderden B7416
Zwart heeft maar 1 goede zet, welke?

Henk Prins

Het regelmatig bestuderen van een eindspelstudie kan schakers helpen bij de eindspelbehandeling van een partij. In een partij tussen de Australiër Heinrich Wolf en de Hongaars-Roemeense János Balogh, die in 1930 werd gespeeld, gebruikte de witspeler een motief uit een eindspelstudie om tot de winst te komen.

Vanuit diagram 1 werd 1. e6! gespeeld, zwart vervolgde met 1. …Pe4. Wit speelde zijn pion nog een veld op: 2. e7, waarna zwart 2. …Pd6 speelde.(In deze stand is 2. …Pf6 niet beter, bijvoorbeeld 3. Pd4 Kxh7 4. Pxb5 Kg7 5. Pd6 en wint eenvoudig. Ander spel leidt tot dezelfde variant als in de partij.) 3. Pd4 Kxh7 4. Pxb5 Pe8 5. Pc7! (Hier gebruikt de witspeler een motief uit een eindspelstudie: een paard offert zich op, zodat een pion de beslissing forceert.) 5. … Pxc7 6. b5! Kg7 7. b6 en zwart gaf het op. Een van de twee pionnen loopt door en promoveert.

De witspeler had tijdens de partij de volgende eindspelstudie in zijn hoofd, zie diagram 2.

De studie werd in 1920 in Italië gepubliceerd, de auteur is onbekend. De opgave is, wit begint en wint.
Vervelend voor wit is dat hij de partij verliest als het zwarte paard zich kan opofferen voor de gevaarlijke witte g-pion. Een voorbeeld: 1. Ph6? Pc6! 2. Pf5 exf5 3. exf5 Pe7 4. g7 Pg8! en zwart wint. Ook 1. g7? of 1. Pf6? werken niet. De oplossing van de studie is 1. Pe7! De goede reactie van zwart is 1. … Pd7!, waarna wit 2. Pc6 schaak speelt. Zwart doet dan 2. … Kb6. (Dit is gedwongen, op 2. … Ka6 volgt al het offermotief 3. Pb8+ Pxb8 4. g7 en wit wint.) 3. Pxe5 Pf6 (Weer de enige zet om promotie tegen te gaan.) 4. Pd7 schaak, Pxd7 5. e5! en wit verdedigt het veld f6 zodat het paard de promotie van de g-pion niet meer kan tegenhouden. Een zeer fraai geheel van paardoffers, wat leidt tot een finale van een simpele pionzet. Terecht kunnen we zeggen dat het in praktijk brengen van de lessen uit de eindspelstudie mooie eindspelen in de wedstrijdschaak kan opleveren.

1 Reactie

  1. Avatar
    wimw 06 september 2017

    Kasparov heeft niet 20 jaar met vaste hand als wereldkampioen geregeerd, maar slechts 15 jaar [van 1985 tot 2000]. In 2000 verloor hij in de WK-match met 8 1/2 tegen 6 1/2 van Kramnik, die twee partijen won en er geen verloor. Hij was dus ook niet helemaal onaantastbaar.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.