Blijf met je fikken van ons schaakspel af

Blijf met je fikken van ons schaakspel af

Bij de publicatie van het artikel van Peter Boel over Schaken 4.0 had ik er natuurlijk rekening mee gehouden dat er schakers zouden zijn die van mogelijke veranderingen van regels helemaal niets willen weten. Bij de jaarlijkse veranderingen van de wereldschaakbond moeten ze al knarsetandend toezien. Zij staan zelf nauwelijks meer stil bij de bizarre situaties die sommige regels opleveren, laat staan deze regels willen veranderen.

De reacties van schakers en niet-schakers verschilden sterk van elkaar terwijl er ook schakers waren die het een interessante exercitie vonden om een aantal bijzondere spelregels, zonder enig vooroordeel, nog eens onder de loep te nemen. Jonge kinderen hebben er veel minder moeite mee omdat ze zelf vaak goede vragen stellen over het spel en de spelregels. Op de basisschool wordt hen ook aangeleerd om nieuwsgierig te zijn en om ‘waarom’ vragen te stellen ter voorbereiding op het vervolgonderwijs.

Zo’n sprekende en prangende kindervraag wil ik, zoals eerder beloofd, toelichten.

Schaakles op school

Een jong meisje in een achterstandswijk wilde graag meedoen aan de schaaklessen op school omdat ze de schaakpoppetjes fascinerend vond. Haar lievelingsstuk was het paard, zij was gek op dieren. Tijdens de lessen was ze meer dan geïnteresseerd en zoog alle informatie snel op. Ze had een deel van haar zakgeld gespaard en na een jaar, op haar verjaardag, wilde ze graag een mooi schaakspel hebben. Haar ouders wilden informatie over de keuzes die er waren. Plastic of hout, traditioneel of in kleuren, groot of klein enz. De uiteindelijk keuze viel op een traditionele schaakset van hout, wel duurder maar mooier en degelijker. Ze wilde zelf iets meebetalen want de winkelier had gezegd dat ze van dit mooie schaakspel haar leven lang plezier zou hebben.

Een teleurstelling

Thuis wilde ze graag met haar vriendjes en vriendinnetjes schaakspelen. Tijdens een van de partijtjes wilde haar vriendje een dame halen. Maar zijn dame stond nog op het bord. Hij wilde een tweede dame maar helaas het schaakdoosje had geen extra dame. Wat nu? Op school was dit probleem nog niet opgevallen want in de klas waren er genoeg schaakstukken! En zo kwam ze er zelf ook achter dat ze ook geen extra paarden kon vragen als ze zelf met haar pionnen wilde promoveren. Wat nu? Ze gingen naar haar moeder om raad, maar die wist het ook niet. Zij vond het wel raar dat het schaakdoosje niet voorzag in alle mogelijkheden van het spel. Zo’n mooi en duur spel moest toch compleet zijn? Maar wachten tot vader thuis kwam, maar die wist het ook niet. Besloten werd dat ze allemaal op onderzoek zouden uitgaan. Het meisje zou beginnen bij haar schaakleraar. Vader en moeder zouden andere wegen bewandelen.

Eerste resultaten van het onderzoek van moeder en dochter

Het eerste voorlopige onderzoek leverde de volgende resultaten op, alhoewel de (kinder)schaakliteratuur veel in het midden liet op dit punt. Van zoek het zelf maar uit, alles mag.

–          een schaakdoosje voorziet helaas nooit in alle promotiemogelijkheden, de winkelier had nog gezegd dat bij sommige schaaksets slechts twee extra dames worden geleverd maar daarmee was het probleem niet opgelost.

–          stukken lenen van andere borden komt het meest voor in de klas

–          andere mogelijkheden in plaats van een dame waren:

  1. een toren ondersteboven op het bord zetten (vaak gebruikt)
  2. een loper op een toren plaatsen en die op het bord zetten, immers de dame mag net zoveel als de toren en loper samen
  3. een pion op een toren zetten en het stuk dame noemen
  4. een touwtje om een pion binden en het stuk nu dame noemen
  5. twee pionnen op één veld plaatsen en het duo nu dame noemen
  6. een pion op zijn kant plaatsen en het stuk nu dame noemen
  7. werken met knopen, muntjes of andere voorwerpen en het dame noemen

–          andere mogelijkheden voor extra lopers, paarden of torens

  1. werken met lintjes in tegengestelde kleuren (een zwarte toren met een wit lintje wordt een witte toren enz.)
  2. werken met andere voorwerpen of zelfgemaakte stukken van klei of karton

Een andere oplossing voor thuisgebruik was extra schaakdoosjes kopen maar dat deed natuurlijk niemand.

Had in de afgelopen eeuw nog nooit iemand hierover nagedacht?

Eerste onderzoekresultaten van vader

  1. boeken

In veel boeken ging het bij promoveren primair om een dame halen. Euwe sprak zich concreter uit. Hij schreef: ‘Het dient uitdrukkelijk gezegd, dat elke pion die de overkant bereikt, tot een nieuw stuk wordt gepromoveerd, onverschillig hoeveel van deze stukken de betreffende speler reeds bezit. Het is dus theoretisch wel mogelijk dat men behalve het normale aantal stukken zelfs negen dames of tien paarden zou kunnen hebben. In de praktijk komt het nooit zover. Slechts gevallen met twee of drie dames of twee of drie lopers, of paarden of torens. De keuze is aan de speler zelf.’ Over waar deze stukken vandaan moesten komen liet Euwe zich niet uit. En dat gold ook voor Bijpost, Withuis, Mühring e.a. Euwe sprak bij de gedaanteverwisseling van de pion liever van pionpromotie dan van dame halen. Onze nationale Stappenmethode volgde de lijn van Euwe en liet ook in het midden waar de stukken vandaan kwamen.

Andere schrijvers van leerboeken (nationaal en internationaal)  benadrukten dat het in de praktijk vaak om twee dames gaat en soms om minorpromoties (keuze voor een paard, loper of toren).  Maar bij kinderen kwam het veel vaker voor dat een ander stuk dan de dame werd gevraagd bij promotie en enkele schrijvers moedigden kinderen ook juist aan om zelf de stukken te kiezen bij promotie en niet altijd voor het sterkste stuk te gaan. Want soms was de keuze voor een ander stuk veel beter.

Veel schrijvers (in binnen- en buitenland) laten het tekort aan stukken in de schaakdoosjes geheel buiten schot. Dit voelt nu eenmaal ongemakkelijk en is historisch zo gegroeid. Waarom zouden we ons over zoiets druk maken als  schakers onverschillig hun schouders ophalen?

Onduidelijk bleek ook of een kind die een dame heeft geslagen van de tegenstander wel of niet verplicht is deze af te staan bij promotie van een pion van de tegenstander. De een zei van wel en de ander zei van niet. Soms verborg de tegenstander de dame bij de dreiging van pionpromotie. Ook dit was blijkbaar niet geregeld.

  1. Reglementen

Het werd knap lastig voor vader toen hij verzeild raakte in de wereld van reglementen bij bonden, bij kampioenschappen, toernooien etc. Lang niet altijd worden dezelfde regels gehanteerd. Bij belangrijke nationale en internationale toernooien ging het nog wel eens fout. In het bijzonder bij diegenen die bij het halen van een dame een omgekeerde toren gebruikten, omdat ze dit om praktische redenen hadden geleerd. En dat het fout ging is niet zo raar omdat promotie veelal aan het einde van de partij, tijdens het eindspel, voorkwam met weinig tijd op de klok. Bij digitale borden kon een omgekeerde toren technisch niet.

Volgens de officiële regels mocht een omgekeerde toren helemaal niet. En ook geen andere fratsen die de kinderen uit boeken of van de meester hadden geleerd (zie boven). De klok moest worden stilgezet, de wedstrijdleider of arbiter moest worden opgezocht om hem het gewenste stuk te vragen, het stuk moest door de speler op het juiste veld worden geplaatst en daarna kon de spannende partij (in tijdnood) weer verder. Arbiters moesten ingrijpen als toch een omgekeerde toren als dame werd gebruikt. Hij verklaarde dan dat een toren een toren is en ook altijd blijft. Toch werd dit door velen gezien als een ongelukkige en ongewenste onderbreking van een spannende partij.

Alle nationale school- en jeugdkampioenschappen in Nederland, ongeacht de leeftijd, moesten de officiële regels van de wereldschaakbond hanteren. Op regionaal niveau en op verenigingsniveau nam men het vaak niet zo nauw met deze regels en dat was vaak verwarrend als kinderen zich hadden gekwalificeerd voor nationale evenementen.

Ook was er nog de rare regel dat als de pion op de achterste rij is aangekomen en de klok is ingedrukt de pion automatisch een dame werd en er niet meer gekozen mocht worden. Een pion alleen op de achterste rij was een illegale zet.

Schaakrecht

De schaaksport bleek bij uitstek een sport waar veel over regels en toepassing van regels werd gediscussieerd. Bij sommigen was dit belangrijker dan het spel zelf. En als het enigszins kon werd er door schakers beroep aangetekend tegen beslissingen. Emoties liepen soms hoog op en dit gold op alle niveaus van beginner tot grootmeester. Uit veel stukken bleek dat schakers er vaak problemen mee hadden en in de vorige en deze eeuw schreeuwden om heldere regels!

Maar gelukkig kwamen de meeste schakers er zelf op een sportieve manier uit. Dat was ook de ervaring van een aantal geraadpleegde arbiters. ‘Diehards’’ heb je overal.

(Pieter de Groot heeft veel gepubliceerd over schaakrecht, ook op onze site. Lees nog maar eens zijn verzameld werk over de omgekeerde toren met o.m. de partij Najdorf tegen Ree, Hoogovens Schaaktoernooi 1971, klik hier.)

Schaken 4.0

Bij Schaken 4.0 is gekozen om bovengenoemd probleem op te lossen waarbij de 32 beschikbare stukken in het schaakdoosje altijd voldoende zullen zijn om het spel te spelen. Eenvoudiger kan het niet en je bent niet meer afhankelijk van andere klas- of teamgenoten, wedstrijdleiders, arbiters of je tegenstander. Je hebt alles zelf ‘in de hand’. Veel overbodige regels zoals boven vermeld kunnen overboord. Buitenstaanders vinden dit beter passen bij het imago van het schaakspel (logisch redeneren, ontwikkelen van kritisch denkvermogen), maar veel (oudere) schakers (nog) niet.

Het is aan onze jonge generaties, onze toekomstbouwers, hoe ze verder gaan met het schaakspel in de 21ste eeuw! De komende decennia zullen de trends in de ledentallen doorzetten als gevolg van demografische ontwikkelingen en dit zal de klassieke verenigingen raken omdat de jongeren in deze eeuw andere ideeën zullen ontwikkelen.

9 Reacties

  1. Avatar
    arjo1982 02 februari 2018

    Wat als een pion gepromoveerd moet worden als er nog geen stukken ‘in de hand’ zijn?!
    Lijkt me dat je dan ook gewoon een probleem hebt…

  2. Avatar
    Koorevaar 02 februari 2018

     

    @arjo

     

    De simpele regel is dat als er geen stukken ‘in de hand’ zijn de pion niet kan promoveren en op de tweede/zevende rij moet blijven staan. Er moet dan een ander stuk worden gespeeld.

     

     

  3. Avatar
    Jaap Amesz 03 februari 2018

    Beste Koorevaar, gaag wil ik je bedanken voor je serie over Tata Steel en je nauwgezette inzet daarvoor. Tegelijkertijd doemen er bij mij grote vraagtekens op over je schaak 4.0 blogs.

    Om nou van ’te-weinig-promotie-stukken-in-doosje’ uit te komen bij je laatste alinea waar de suggestie wordt gewekt dat schaken 4.0 de redding is voor het schaakspel in de 21e eeuw, tja, dat vind ik op zijn zachts gezegd nogal pretentieus.

    We zouden ook kunnen beginnen met het benoemen van weggeefschaak, dan een paar alinea’s onnavolgbare opvulling, om dan uit te komen bij de redding van het sinterklaasfeest, want weggeefschaak is net zoiets als cadeautjes weggeven.

    Natuurlijk wens ik je alle succes met je schaakvariant. Zelf ervaar ik totaal niet “dat jij met je fikken aan ons schaakspel komt”. Ik zie het meer als een idee, net zoals bv atoomschaak en de vele andere varianten. Het is ook niet eens een nieuw idee, kijk naar de verwantschap Bughouse / Crazyhouse / Doorgeefschaak. Maar boeiuh, als jij en anderen daar lol mee willen hebben, helemaal prima.

    Toen ik een jeugdspeler was noemden we schaken 4.0 gewoon ‘doorgeefschaak op 1 bord’. Dat jij daar nu een ideologie aankoppelt is voor mij persoonlijk nogal wereldvreemd.

     

  4. Avatar
    Eric 03 februari 2018

    Ieder mens kan een spel verzinnen en dat gebeurt dan ook al sinds de prehistorie. Met een paar poppetjes, balletjes en/of steentjes heb je verder niet veel meer nodig om je eigen spel te bedenken. Zo zullen er in de geschiedenis wel vele duizenden spelletjes zijn bedacht en na een tijdje weer vergeten.

    Slechts een beperkt aantal spellen bestaan al gedurende vele eeuwen. Het damspel, go, shogi, enz. En dan natuurlijk de koning der spelen: het schaakspel zoals we dat nu kennen. Blijkbaar hebben deze spellen iets dat de tands des tijds heeft doorstaan. Iets bijzonders dat er voor zorgt dat vele achtereenvolgende generaties door het spel geboeid raken.

    Het is niet eenvoudig erachter te komen wat nu precies dat bijzondere is waardoor het schaakspel al vele honderden jaren een grote aantrekkingskracht uitoefent op vele mensen – jong en oud – wereldwijd. Op de een of andere manier is het schaakspel voor de mens volmaakt.

    Dat merk je snel wanneer je probeert iets aan het schaakspel te veranderen: het is dan direct niet echt leuk meer, niet echt aantrekkelijk en niet echt boeiend. Misschien nog wel voor een hele kleine groep, maar niet voor miljoenen mensen over de hele wereld.

  5. Avatar
    Koorevaar 04 februari 2018

    @Eric

    Goed verhaal Eric, mijn complimenten! Het is inderdaad ‘magisch’ dat het spel in bijna alle landen wordt gespeeld met de spelregels die al meer dan 400 jaar oud zijn. Pogingen om Xiangqi (Chinees schaak) en Shogi (Japans schaak) op de wereldkaart te zetten zijn mislukt, zeer populair in China en Japan maar verder niet. China is vervolgens om politieke redenen naast Xiangqi gaan investeren in het internationaal schaak en heeft de wereldtop bereikt. In de tachtiger jaren van de vorige eeuw is in Nederland geprobeerd Shogi te introduceren en zijn er in diverse steden Shogi-verenigingen opgericht. Deze verenigingen hebben het niet gered.

    Toch hebben schaken en dammen het moeilijk, het zijn kleine sporten en staan qua verenigingsleven sterk onder druk. Andere tijden! Kijk maar wat er met de vele schaakrubrieken, schaakwinkels, schaakboeken speciaalzaken etc. is gebeurd. In een gewone boekwinkel is nauwelijks meer een schaakboek te krijgen. Misschien dat Schaken 4.0 een bijdrage kan leveren als tweede colonne naast gewoon schaak aan het socialer en gezelliger maken van het spel en de educatieve functie kan versterken. Want onze jeugd moet het voortzetten en later weer doorgeven.  Dromen en verhalen over je dromen mag toch!

  6. Avatar
    arjo1982 04 februari 2018

    …”Misschien dat Schaken 4.0 een bijdrage kan leveren als tweede colonne naast gewoon schaak aan het socialer en gezelliger maken van het spel en de educatieve functie kan versterken.”…

    Dit is de juiste insteek! In het eerdere artikel word Schaken 4.0, misschien provocerend bedoeld, gebracht als een ‘verbeterde’ versie van het origineel die het schaken wel even gaat redden.

    Mocht het genereren van aandacht door ‘provocatie’ het doel geweest zijn dan is dit (enigszins) geslaagd.

    Ik zie Schaken 4.0 inderdaad als een ‘variant’ op het origineel zoals er vele zijn. Met andere regels, maar niet perse beter of slechter dan het origineel…

  7. Avatar
    MvanLeeuwen 05 februari 2018

    Een reactie op een paar genoemde zaken:

    Schaakclubs hebben het al jaren moeilijk, dat klopt. Dat geldt voor heel veel sporten in verenigingsverband en wordt geweten aan de individualisering van de maatschappij. Online wordt er (denk ik) veel meer geschaakt. Op een plek en tijdstip dat het uitkomt.

    Een soortgelijke reactie voor schaakboeken, schaakwinkels en speciaalzaken. Er zijn heel veel schaakboeken en speciaalzaken voor schaken, maar dan moet je wel op internet zoeken.

    Daarnaast denk ik dat het koppelen van duurzaamheid aan schaken geen succesvolle combinatie is. De toekomst zal uitwijzen of ik ernaast zit.

  8. Avatar
    Eric 05 februari 2018

    Een terechte constatering:

    Schaakclubs hebben het moeilijk – dat klopt. Maar je kunt dit ook omdraaien. Blijkbaar heeft de schaaksport helemaal geen fysieke schaakclubs nodig om te kunnen bloeien en groeien! De digitale clubs op internet floreren enorm: chess.com, playchess.com, icc.com, lichess.org, enzovoorts. Daarnaast zijn er nog steeds heel veel toernooien, ook in Nederland. Bijna elk weekend kun je ergens wel een groter of kleiner toernooi spelen.

    Met schaakboeken gaat het helemaal niet zo slecht. Als boekenkoper kan ik nu kiezen uit een groter assortiment dan ooit: debestezet.nl, newinchess.com, bol.com, amazone.com, marktplaats.nl, enzovoorts. Ook hier kun je constateren dat schaakboeken dus geen fysieke boekwinkels meer nodig hebben! Jammer voor die boekwinkels, maar voor de schaakboeken maakt het dus niet uit.

    Het langzaam verdwijnen van schaakverenigingen is misschien wel een probleem voor de schaakbond, omdat die immers voor een belangrijk deel afhankelijk is van de contributies die via de verenigingen worden geïnd. Maar ook dit moet je in het juiste perspectief plaatsen: die schaakbond is er uiteindelijk voor de leden en niet andersom. Het is mogelijk dat er in de toekomst langzamerhand steeds minder behoefte is aan een schaakbond, zonder dat de schaaksport en de schaakspelers zelf daar last van hebben.

  9. Avatar
    toon janssen 05 februari 2018

    Schaakclubs hoeven het niet moeilijk te hebben mits ze zich voldoende profileren.

    Schaken is van zichzelf al heel duurzaam in vergelijking met andere sporten. Je hebt immers maar heel weinig nodig om het spelletje te spelen. In essentie kun je het zelfs zonder bord en stukken spelen. (“Schachnovelle” van Stefan Zweig) Wel oppassen voor schizofrenie :), althans dat dacht men lang geleden.

    Mijn ervaring is dat kinderen, zelfs en misschien juist in 2018, geboeid raken door al die verschillende schaakstukken en strategieën, waarmee je ook nog eens heel mooie bruggetjes kunt maken naar geschiedenis, rekenen en vreemde talen. Dat komt denk ik deels ook door het universele karakter en de magische uitstraling van het spel.

    Prima initiatief  dat Schaken 4.0 naast de “klassieke” vorm.

    Andere sporten kennen ook populaire variaties: zaalvoetbal, voetvolleybal en het recent bedachte wandelvoetbal dat echt iets van deze tijd is met een groeiend aantal ouderen.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.